Veenweideconvenant Gouwe Wiericke 1
Schematische opzet Veenweideconvenant provinciaal niveau Onderzoek Klimaatbestendigheid Onderzoek en ervaring met onderwaterdrainage niveau Gouwe Wiericke * Strategiegroep ** Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden Holland Veenweideconvenant Gouwe Wiericke * Uitvoeringsprogramma Recreatie & Vitaal Platteland ** niveau deelgebieden stuurgroepen, begeleidingsgroepen Herijkingsonderzoek Gebiedscontract Bodegraven Noord Gebiedscontract Reeuwijk (Reeuwijkse Plassen-Enkele Wiericke en Reeuwijk west Blok 3) Startovereenkomst Polder Bloemendaal Driebruggen Uitvoeringsagenda Venster Bodegraven- Woerden 2
De gezamenlijke overheden: Ondergetekenden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door: het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten in Gouwe Wiericke: - Bodegraven, - Gouda, - Reeuwijk, - Vlist, - Waddinxveen, en de dagelijks besturen van de hoogheemraadschappen in Gouwe Wiericke: - Hoogheemraadschap van Rijnland, - Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, tezamen hierna te noemen gezamenlijke overheden, overwegende dat: 1. het landelijk gebied van Gouwe Wiericke, onderdeel van het Nationaal Landschap Groene Hart, vele kwaliteiten heeft, waaronder open veenweidelandschap met kenmerkend slagenpatroon, de Reeuwijkse Plassen, de Oude Hollandse Waterlinie, de Romeinse Limes, natuur en recreatieve aantrekkelijkheid; en dat deze kwaliteiten het verdienen om behouden te blijven en versterkt te worden. 2. het landelijk gebied van Gouwe Wiericke geconfronteerd wordt met de gevolgen die de klimaatsverandering heeft op bodem en waterhuishouding, met nieuwe natuuropgaven, met veranderende landbouwomstandigheden en met een toenemende behoefte aan recreatie. 3. de gezamenlijke overheden zich verantwoordelijk voelen om de veranderingen die op Gouwe Wiericke afkomen te sturen en daardoor de ruimtelijke kwaliteit en vitaliteit te behouden en te versterken. 4. de gezamenlijke overheden van mening zijn dat een goede sturing van de veranderingen alleen mogelijk is door een gezamenlijke en integrale aanpak. 5. de gezamenlijke overheden van mening zijn dat een gezamenlijke en integrale aanpak duidelijkheid schept en de basis biedt voor betrokkenheid en draagvlak bij het Rijk, regionale partijen, maatschappelijke partijen en burgers. besluiten het volgende: Paragraaf I Doelen Artikel 1 Convenant De gezamenlijke overheden komen in het Veenweideconvenant Gouwe Wiericke overeen gezamenlijk de doelen en afspraken voor de toekomst van Gouwe Wiericke te formuleren. De uitvoering van de afspraken gebeurt in gezamenlijkheid, met inzet van ieders instrumenten en bevoegdheden, maar met behoud van ieders eigen verantwoordelijkheid. Artikel 2 Doelen De gezamenlijke overheden streven vijf thematische doelen na voor behoud en versterking van de kwaliteit en vitaliteit van het landelijk gebied: 3
1. Een klimaatbestendige inrichting van het gebied, gebaseerd op een duurzame waterhuishouding en een robuust bodemsysteem. 2. Een robuuste en duurzame natuur, gebaseerd op het versterken van kwaliteit en omvang van de bestaande natuurwaarden van het laagveengebied. 3. Een duurzame en economisch levensvatbare landbouw, gebaseerd op (melk)veehouderij en het beheer van landschap en natuur. 4. Behoud en ontwikkeling van het waardevolle cultuurlandschap en de cultuurhistorische waarden. 5. Ontwikkeling van recreatie, en daarmee versterking van het economische draagvlak in Gouwe Wiericke en de leefbaarheid van de Randstad. Artikel 3 Sturing De gezamenlijke overheden geven sturing aan de integrale uitvoering van de doelen zoals vastgelegd in artikel 2. De uitvoering sluit aan op de specifieke kwaliteiten van onder andere het landschap en de situatie van de landbouw in de deelgebieden. De deelgebieden zijn aangegeven op de kaart in bijlage 4. De sturing door de gezamenlijke overheden is gericht op samenhang en afstemming tussen de uitvoering in de deelgebieden. Paragraaf II Thematische afspraken De gezamenlijke overheden komen overeen een duurzame en toekomstbestendige inrichting te realiseren in de deelgebieden. Voor de thema's klimaat, bodem, water, natuur, landbouw, landschap en cultuurhistorie en recreatie spreken zij het volgende af: Artikel 4 Klimaat De gezamenlijke overheden streven naar ontwikkeling van een klimaatbestendige ruimtelijke inrichting van Gouwe Wiericke. Klimaataspecten en klimaatadaptatiemogelijkheden zijn uitgangspunten bij de langetermijnbeleidkaders en inrichtingsmaatregelen voor Gouwe Wiericke. Artikel 5 Bodem De gezamenlijke overheden nemen de mate van gevoeligheid voor en de gelijkmatigheid van bodemdaling als uitgangspunt voor de toekomstige inrichting van Gouwe Wiericke. Bodemdaling komt in alle deelgebieden in meer of mindere mate voor. In zeer kwetsbare gebieden leidt dit mogelijk tot aanpassing van het huidige grondgebruik. De gevoeligheid voor bodemdaling is aangegeven op de kaart in bijlage 2. Artikel 6 Water 1. De gezamenlijke overheden streven bij de inrichting van Gouwe Wiericke naar een robuust, duurzaam en klimaatbestendig watersysteem, dat tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, nu en in de toekomst, duurzaam beheerd kan worden. 2. Voor het realiseren van de waterkwantiteitsdoelstellingen (Nationaal Bestuursakkoord Water), het voorkomen van overlast en tekort aan water, betekent dit: a. het vergroten van de zelfvoorziening, beperking van de aan- of afvoer op de boezem bij tekort respectievelijk overlast; b. geen toename van de zoetwatervraag door nieuwe watervragende functies in het gebied te situeren; c. het voorkomen van een verdergaande versnippering van het watersysteem, onder andere door zo min mogelijk peilvakken en randlengte natuur-landbouw en zo groot mogelijke eenheden aaneengesloten nieuwe natuur; d. het vergroten van de piekbergingsmogelijkheden, uitgaande van een koppeling van de wateropgave met nieuwe natuur of de ontwikkeling van de stadsranden van Bodegraven of eventueel Woerden. De opgave is 200.000 m3 piekberging voor het beheersgebied van HDSR in Gouwe Wiericke. HH Rijnland heeft in Gouwe Wiericke geen grote regionale opgave. 4
3. Voor het realiseren van waterkwaliteitsdoelstellingen (Kaderrichtlijn Water) betekent dit het verbeteren van de waterkwaliteit, onder andere voor de waterlichamen in de periode tot 2015 door: a. de wateraanvoer voor de natuurgebieden los te koppelen van landbouwgebieden met een intensief grondgebruik als dat voor het te realiseren of te handhaven natuurdoeltype noodzakelijk is; b. het voorkomen van negatieve interne en externe effecten op de waterkwaliteit; c. het bepalen van de mogelijkheden voor het verbeteren van de zoetwatertoevoer; d. het realiseren van natuurvriendelijke oevers in toevoerende waterstelsels. 4. Voor het overige betekent dit: a. Het tegengaan van verzilting, veroorzaakt door aanvoer vanuit de Hollandse IJssel en door kwel vanuit de ondergrond, onder andere in de Middelburg-Tempelpolder. b. Het waarborgen van de waterveiligheid door het toetsen en het op orde brengen van de regionale keringen. c. De wateropgaven zo veel mogelijk te koppelen aan de gebiedsgerichte realisatie van de andere doelstellingen als natuur en stadsrandlocaties. 5. Voor de korte termijn faciliteren de hoogheemraadschappen de huidige functies door de peilbesluiten uit te voeren. Voor gebieden waarvan blijkt dat de gebiedsgerichte ontwikkeling een geringere drooglegging rechtvaardigt, worden nieuwe afspraken gemaakt. Artikel 7 Natuur De gezamenlijke overheden: a. streven naar instandhouding en verbetering van de natuurwaarden in Gouwe Wiericke. b. streven naar de realisatie van de Groene Ruggengraat vóór 2018 door kwaliteitsverbetering van de natuurkernen Reeuwijkse Plassen en Nieuwkoopse Plassen en door deze natuurkernen te verbinden met elkaar en met de nieuw te vormen natuurkern in de Krimpenerwaard. c. gaan bij de realisatie van de Groene Ruggengraat uit van de door Rijk en provincie vastgestelde kwaliteitsdoelen en per deelgebied te onderzoeken hoe deze inzet in combinatie met de andere opgaven gerealiseerd kan worden. d. streven naar realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur voor 2018, uitgaande van het Natuurgebiedsplan Veenweiden - Midden Zuidplas voor zover niet samenvallend met de Groene Ruggengraat. e. streven naar vrijwillige grondverwerving voor de Ecologische Hoofdstructuur en de Groene Ruggengraat op basis van minnelijke verwerving. De gezamenlijke overheden adviseren aan Gedeputeerde Staten wanneer de inzet van meer verplichtende instrumenten voor de grondverwerving nodig is met oog op de tijdige realisatie van de opgaven. f. streven naar behoud en ontwikkeling van veenweidenatuur (inclusief weidevogels), onder andere door de toepassing van de provinciale Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer op basis van de doelen in de (voormalige) natuurgebiedsplannen De Venen Bodegraven-Noord en Veenweiden Midden Zuidplas. g. streven naar ontwikkeling van gebiedsspecifieke inrichtings- en beheerarrangementen. Artikel 8 Landbouw De gezamenlijke overheden streven naar: a. handhaving van de landbouw als een belangrijke beheerder van het waardevolle agrarische cultuurlandschap in Gouwe Wiericke. b. ontwikkeling van instrumenten waarmee de landbouw een rol kan vervullen in (nieuwe) beheerfuncties, bijvoorbeeld "groene en blauwe diensten". c. stimulering van de inzet van vrijkomende gronden voor structuurverbetering van de landbouwsector. Artikel 9 Landschap en cultuurhistorie De gezamenlijke overheden streven naar: a. baseren de landschappelijke ontwikkeling op de diversiteit van het gebied, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 3. In de oostelijke delen (Bodegraven Noord, Venster en Driebruggen) betekent dit handhaving van de eenheid en openheid. Voor de overige gebieden wordt de ontwikkeling 5
gebaseerd op de specifieke landschappelijke kwaliteiten en cultuurhistorische kwaliteiten per gebied, op basis van de provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur en de regioprofielen. b. behoud en de versterking van cultuurhistorisch-landschappelijke elementen en structuren, in het bijzonder de Oude Hollandse Waterlinie, boerderijlinten, verkavelingen en polderkades. c. bescherming van archeologische waarden, in het bijzonder die van de Limes zoals geregeld in streekplan en Nota Planbeoordeling. Artikel 10 Recreatie De gezamenlijke overheden streven naar: a. vergroting van de toegankelijkheid van het gebied voor recreanten door een betere bereikbaarheid van buiten (onder andere het Transferium in Reeuwijkse Hout) en door in Gouwe Wiericke zelf recreatieve routes aan elkaar te koppelen, uit te breiden en aantrekkelijker te maken. b. sturing van de recreatieve ontwikkeling door het realiseren van een zonering op basis van plekken die geschikt zijn voor relatief veel bezoekers (knooppunten, transferia, bezoekerscentra) en plekken waar relatief weinig bezoekers komen, zodat rust en ruimte behouden blijven. c. stimulering van ondernemers om meer voorzieningen en/of producten aan te bieden aan de recreant. d. het treffen van maatregelen (bebording, digitale informatievoorziening, bezoekerscentra, folders) om de recreant daadwerkelijk in aanraking te brengen met de kernkwaliteiten van het gebied en om kennis van het gebied te vergroten. e. het geven van bekendheid aan Gouwe Wiericke als recreatief aantrekkelijk gebied. Paragraaf III Afspraken over deelgebieden en onderzoek De gezamenlijke overheden komen voor de integrale aanpak en uitvoering van de afspraken in paragraaf II het volgende overeen: Artikel 11 Gebiedscontracten 1. Reeuwijk De gemeente Reeuwijk neemt het initiatief en is de trekker van het proces om met de gemeente Vlist, de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland een gebiedscontract te sluiten voor de deelgebieden Reeuwijk west en Reeuwijkse Plassen Enkele Wiericke. Met het gebiedscontract worden de volgende doelen gerealiseerd: 1.1. Met het gebiedscontract worden de volgende doelen gerealiseerd in Reeuwijk west: a. Een geleidelijke en zorgvuldige aanpassing van het grondgebruik (onder andere de landbouw) naar een functie-/grondgebruik die rekening houdt met de kwetsbaarheid voor bodemdaling en de toenemende verzilting; b. De aanpassing van het grondgebruik is erop gericht om de landbouw haar rol als beheerder van het gebied duurzaam te laten vervullen; c. Behoud en de ontwikkeling van de landschapskwaliteiten. 1.2. Met het gebiedscontract worden de volgende doelen gerealiseerd in Reeuwijkse Plassen Enkele Wiericke: a. Een integrale aanpak en inrichting van het gebied waarbij de doelen voor natuur, water, bodem en recreatie gerealiseerd worden, met als randvoorwaarde de Natura 2000-status; b. Behoud van de in het gebied passende duurzame landbouwfunctie in combinatie met een beheerfunctie voor natuur en landschap; c. Benutting van de lokale kansen die de ontwikkelingen in de landbouw bieden voor het realiseren van de integrale projectopdracht. 1.3. De kosten en inzet voor het opstellen van het gebiedscontract worden door de deelnemende partijen gedragen. Het gebiedscontract zal een investeringsparagraaf bevatten en afspraken over de bijdragen van verschillende partijen aan de investeringen. 2. Polder Bloemendaal 2.1. De gemeente Waddinxveen neemt het initiatief en is de trekker om met de gemeente Gouda, de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap Rijnland een gebiedscontract op te 6
stellen voor de polder Bloemendaal. Met het gebiedscontract worden de volgende doelen gerealiseerd: a. herstel van het landschap en het vergroten van de recreatieve betekenis van het gebied; b. een geleidelijke aanpassing van het grondgebruik in het gebied naar een functie en grondgebruik dat past bij het bestaande peil. Het accent ligt op transformatie naar natuur (270 hectaren reeds begrensde Provinciale Ecologische Hoofdstructuur), waarbij de landbouw als beheerder van het gebied kan blijven functioneren. 2.2. De kosten en inzet voor het opstellen van het gebiedscontract worden door de deelnemende partijen gedragen. Het gebiedscontract zal een investeringsparagraaf bevatten en afspraken over de bijdragen van verschillende partijen aan de investeringen. 3. Venster Bodegraven-Woerden De gezamenlijke overheden stellen vast dat de duurzame en toekomstbestendige inrichting van dit deelgebied wordt gerealiseerd door de Stuurgroep Venster Bodegraven-Woerden als icoonproject van het Groene Hart. De gezamenlijke overheden streven naar afstemming en samenhang bij realisatie van de doelen voor natuur, bodem, water en landbouw. De voorzitter van de Strategiegroep Gouwe Wiericke neemt daartoe het initiatief. 4. Driebruggen De gezamenlijke overheden streven voor Driebruggen naar: - behoud en ontwikkeling van het veenweidelandschap; - behoud en ontwikkeling van duurzame landbouw. De gezamenlijke overheden besluiten op basis van de onderzoeksresultaten naar klimaat, klimaatadaptatie en de toepassing van onderwaterdrainage (artikel 12) en de daarmee verkregen inzichten in duurzaam bodembeheer en klimaatbestendige waterhuishouding over het afsluiten van een gebiedscontract. 5.Herijking Bodegraven Noord De provincie Zuid-Holland neemt het initiatief en is de trekker om met de gemeente Bodegraven en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voor het deelgebied Bodegraven Noord een herijkingonderzoek uit te voeren. De drie bij het herijkingsonderzoek betrokken partijen besluiten op basis van de op te stellen onderzoeksopdracht over de verdeling van de kosten die met herijkingsonderzoek gemoeid zijn. Het herijkingonderzoek omvat: a. toetsing van het formele ruimtelijke kader, het Streekplan Zuid-Holland Oost (2003) en het Natuurgebiedsplan De Venen- Bodegraven-Noord, op geschiktheid als integratiekader voor het realiseren van de nieuwe opgaven, de Groene Ruggengraat, de wateropgave en het bodem- en waterbeheer; b. evaluatie van het Landinrichtingsplan op de uitvoerbaarheid van de daarin geformuleerde doelen en op de succes- en faalfactoren voor het realiseren van de nieuwe opgaven. De drie bij Bodegraven Noord betrokken overheden besluiten op basis van de uitkomsten van het herijkingsonderzoek: a. over de eventuele aanpassing van de ruimtelijke, inhoudelijke en financiële kaders voor het realiseren van de opgaven; b. uiterlijk bij de afronding van de haalbaarheidsstudie de wijze waarop het gebied betrokken wordt bij de realisering van de opgaven. (gebiedsregisseur geschrapt) c. De betrokken overheden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek en de te nemen vervolgstappen. Op basis van de resultaten van de herijking zal voor Bodegraven Noord voor de uitwerking van de opgaven een gebiedsproces worden opgezet. Op dat moment wordt bepaald welke van de gebiedspartijen het initiatief neemt en de trekker is van het proces om met relevante gebiedspartners voor dit gebied een contract te sluiten. d. Indien de resultaten van het herijkingonderzoek vragen om aanpassingen buiten Bodegraven Noord overweegt de Strategiegroep de vervolgstappen. e. De drie overheden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een goed verloop van de vervolgprocedures en verzorgen daartoe de tijdige beschikbaarheid van informatie. 7
Artikel 12 Onderzoek naar klimaat en klimaatadaptatie De provincie Zuid-Holland doet onderzoek naar de gevolgen van klimaatverandering op de bodemdaling, de nieuwe natuur en waterhuishouding van Gouwe Wiericke. Het onderzoek geeft inzicht in de effecten van klimaatverandering en de adaptatiemogelijkheden voor een goede, duurzame inrichting van Gouwe Wiericke op de lange termijn. Bij de mogelijkheden tot klimaatadaptatie worden ook de lopende onderzoeken en ervaringen bij de provincies en de waterschappen naar de toepassing van onderwaterdrainage betrokken. Artikel 13 Uitvoeringsprogramma Recreatie en Vitaal Platteland De gezamenlijk overheden komen overeen een Uitvoeringsprogramma Recreatie en Vitaal Platteland op te stellen, gezamenlijk met Landschapsbeheer Zuid-Holland, de agrarische natuurverenigingen, Struinen en Vorsen, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Erfgoedhuis Zuid-Holland en Natuur- en recreatieschap Reeuwijkse Plassen. a. Het Uitvoeringsprogramma bevat de projecten uit de Groene Agenda van de regio die betrekking hebben op het gebied en de doelen van het Veenweideconvenant Gouwe Wiericke. In het Uitvoeringsprogramma worden de afspraken over de financiering van de projecten vastgelegd. De landschapscoördinator van het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH) neemt het initiatief voor en is de trekker van het opstellen van het Uitvoeringsprogramma. b. De provincie Zuid-Holland streeft naar het geven van voorrang aan de projecten die in het Uitvoeringsprogramma opgenomen zijn bij de behandeling van de volgende subsidies: - pijler 3 van het Europese Plattelands Ontwikkelingsprogramma (POP): diversificatie nietagrarische activiteiten, - de doelen voor vitaal platteland en natuur van het Investeringsprogramma Landelijk Gebied (ILG). Artikel 14 overige De provincie Zuid-Holland legt na advisering door de Strategiegroep de afspraken over de besteding van de Nota Ruimte middelen vast: a. met de gemeente Gouda over de uitvoering van het project Oostpolder nadat Provinciale Staten een standpunt hebben bepaald over de verdeling van de 16 miljoen voor de versnelde inrichting van groengebieden. b. met het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard over de uitvoering van het project t Weegje. c. met het Natuur- en recreatieschap Reeuwijkse Plassen en omgeving over het duurzamer maken van de recreatiegebieden. Paragraaf IV Organisatie en financiering Artikel 15 Strategiegroep Gouwe Wiericke 1. De gezamenlijke overheden stellen een Strategiegroep Gouwe Wiericke in waarin de gezamenlijke overheden bestuurlijk vertegenwoordigd zijn. De Strategiegroep Gouwe Wiericke heeft een sturende rol in de regie over, en de afstemming tussen, gebiedscontracten, de uitvoering van de onderzoeken en de opstelling van het Uitvoeringsprogramma Recreatie en Vitaal Platteland. 2. De Strategiegroep Gouwe Wiericke: a. zet zich in om de doelen in het Veenweideconvenant te realiseren met behoud van de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de deelnemende overheden. b. zorgt voor de afstemming en regie bij het realiseren van de uit dit Veenweideconvenant voortvloeiende gebiedscontracten, het herijkingonderzoek Bodegraven Noord, het klimaatonderzoek en het Uitvoeringsprogramma Recreatie en Vitaal Platteland. c. wijst de bestuurlijke initiatiefnemer aan voor de onder het Veenweideconvenant vallende deelprojecten. d. coördineert en adviseert over de gebiedscontracten en onderzoeksopdrachten. ` f. adviseert aan de dagelijkse en algemene besturen over de afstemming van de beschikbare middelen in de tijd en over de doeltreffende en doelmatige inzet van de beschikbare middelen met betrekking tot de te realiseren doelen van het Veenweideconvenant. 8
g. coördineert en adviseert aan Gedeputeerde Staten over de besteding van de Nota-Ruimte middelen. Gedeputeerde Staten voert namens de Strategiegroep Gouwe Wiericke de onderhandelingen met het Rijk over de Nota-Ruimte middelen. h. wordt voorgezeten door de verantwoordelijke gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland. Artikel 16 Betrokkenheid maatschappelijke partners 1. De Strategiegroep Gouwe Wiericke hecht grote waarde aan de betrokkenheid van de gezamenlijke maatschappelijke partners bij de uitvoering van het Veenweideconvenant, zowel op het niveau van Gouwe Wiericke als in de deelprojecten. 2. De Strategiegroep organiseert twee keer per jaar een bijeenkomst met de maatschappelijke partners. Doel van het overleg is ten minste: a. advisering door de maatschappelijke partners over de inhoudelijke samenhang en financiële afstemming voor het gebied Gouwe Wiericke als geheel en tussen de deelgebieden b. informeren over de voortgang van de uitvoering en de bereikte resultaten in de deelgebieden en Gouwe Wiericke als geheel. c. agenderen van aandachtspunten door de maatschappelijke partners. 3. De Strategiegroep ondersteunt de samenwerking tussen de maatschappelijke partners onderling inzake de uitvoering van het Veenweideconvenant. 4. De Strategiegroep ziet toe op de betrokkenheid van relevante maatschappelijke partijen bij de uitvoering van de deelprojecten, inclusief lokale belangengroepen. In de gebiedscontracten wordt de betrokkenheid van de maatschappelijke partijen geregeld. Artikel 17 Investeringsprogramma De gezamenlijke overheden komen het investeringsprogramma voor Gouwe Wiericke overeen, bijlage Het investeringsprogramma is gerelateerd aan de vijf doelen van het Veenweideconvenant en de acht doelen van de Nota Ruimte. Het investeringsprogramma maakt een onderverdeling naar de financiers en geeft inzicht in de beschikbaarheid van de verschillende middelen in de tijd en de bijdragen van de verschillende bij de uitvoering betrokken partijen. De in het investeringsprogramma opgenomen ILGbijdragen van de provincie zijn afhankelijk van de toekenning door het rijk voor de tweede ILG-tranche van 2013-2018. Artikel 18 Financiering van het proces In de Strategiegroep Gouwe Wiericke worden afspraken gemaakt over de financiering van de proceskosten en werkzaamheden voor de uitvoering van het Veenweideconvenant. Paragraaf VII Overig Artikel 19 Geschillenregeling 1. Indien een van de partijen zich niet meer kan committeren aan hetgeen met het Convenant beoogd wordt, wordt dit schriftelijk en met opgaaf van redenen medegedeeld aan de voorzitter van de Strategiegroep. 2. De voorzitter overlegt met de partij die zich niet meer aan het Veenweideconvenant committeert en doet binnen drie maanden een voorstel aan de Strategiegroep over een mogelijke oplossing. Artikel 20 Evaluatie Tweejaarlijks evalueert de Strategiegroep Gouwe Wiericke de stand van zaken. Deze evaluatie heeft minimaal betrekking op: - de te bereiken inhoudelijke doelen, - de effectiviteit van de bestuurlijke samenwerking, - de beschikbaarheid en inzet van financiële middelen. Daarbij wordt nagegaan of onvoorziene omstandigheden moeten leiden tot een aanpassing van het Convenant. De eerste evaluatie vindt in 2011 plaats. 9
Aldus overeengekomen op..2009 te... Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland, vertegenwoordigt door gedeputeerde.., daartoe gemachtigd door de Commissaris van de Koningin van Zuid-Holland bij besluit van.. 2009. De gemeente Bodegraven, in deze vertegenwoordigd door. De gemeente Gouda, in deze vertegenwoordigd door. De gemeente Reeuwijk, in deze vertegenwoordigd door. De gemeente Vlist, in deze vertegenwoordigd door. De gemeente Waddinxveen, in deze vertegenwoordigd door. Het Hoogheemraadschap van Rijnland, in deze vertegenwoordigd door. Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, in deze vertegenwoordigd door. BIJLAGEN: 1 Kaart Gouwe Wiericke - begrenzing van het gebied 2 Kaart Gouwe Wiericke - aandachtsgebieden bodemdaling 3 Kaart Gouwe Wiericke - Schetskaart ontwikkelingsrichting Gouwe Wiericke 4 Kaart Gouwe Wiericke - Deelgebieden 10
Bijlage 1: Begrenzing van het gebied veenweideconvenant Gouwe Wiericke 1
Bijlage 2: Speciale aandachtsgebieden bodem: Provinciale bodemvisie 2
Bijlage 3: Schetskaart ontwikkelingsrichting 3
Bijlage 4: opbouw deelgebieden voor de gebiedscontracten 4
Bijlage: Investeringsprogramma Gouwe Wiercike Type Maatregel Totaal Nota Ruimte Aanvraag Nog nader te bepalen ILG Waterschap HDSR Waterschap HHSK Wateschap HHR Derden Gemeenten Provincie Waterbeheersing Bodegraven Noord & Driebruggen 7.020.000 2.844.387-2.735.613 - - 440.000-1.000.000 Gouwe bos 11.800 11.800 - - - - - - - Goudse hout 118.320 118.320 - - - - - - - Elfhoeven 223.918 - - - - - - 223.918 - 't Weegje 1.692.000 564.000 - - 1.128.000 - - - - Reeuwijkse Hout 800.000 708.000 - - - - - - 92.000 Oostpolder Gouda 5.616.920 742.420 3.374.500 - - - 1.500.000 - - Rijnland 28.606.800 13.706.801 - - - 14.899.999 - - - Bodem Gouwe Wiericke 2.507.500 2.507.500 - - - - - - - Bodegraven Noord & Driebruggen 8.149.000 3.965.500-454.250 - - 3.729.250 - - Rijnlandsdeel 1.228.500 1.228.500 - - - - - - - Vitaal Platteland Landbouw Kavelruil Gouwe Wiericke 280.000-70.000 - - - 140.000-70.000 Landschap Kavelpaden Bloemendaal 11.396.000 3.418.800 - - - - 6.477.200-1.500.000 Gouwe Wiericke 1.960.000 - - - - - 1.960.000 - - Projecten Uivoeringsprogramma Natuur Gouwe Wiericke 18.211.800 11.800 18.200.000 - - - - - - Oostpolder Gouda 87.240 87.240 - - - - - - - Recreatie Reeuwijkse Hout 5.540.432-708.000 - - - - - 1.049.139 3.783.293 Gouwebos 1.509.800-537.000 - - - - 961.000-11.800 't Weegje 518.400-518.400 - - - - - - - Goudse hout 457.376-107.600 - - - - 40.200-309.576 Elfhoeven 70.100-68.200 - - - - - - 1.900 Werkingsgebied Reeuwijkse Plassen 1.681.200 - - - - - - 228.000 1.396.000 57.200 Oostpolder Gouda 225.500 - - 225.500 - - - - - - - Totaal Inrichtingsmaatregelen 97.912.606 29.915.068 1.939.200 21.870.000 3.189.863 1.128.000 14.899.999 15.475.650 2.669.057 6.825.769 1
Inzet middelen verdeeld naar doel Waterbeheersing 44.089.758 Bodem 11.885.000 Vitaal Platteland Landbouw Kavelruil 280.000 Landschap Kavelpaden 13.356.000 Projecten Uitvoeringsprogramma Natuur 18.299.040 Recreatie 10.002.808 97.912.606 Inzet middelen verdeeld naar herkomst Nota Ruimte 29.915.068 Nog nader te bepalen 1.939.200 ILG 21.870.000 Waterschap HDRS 3.189.863 Waterschap HHSK 1.128.000 Waterschap HHR 14.899.999 Derden 15.475.650 Gemeenten 2.669.057 Provincie 6.825.769 97.912.606 2