Het publieke draagvlak van de NAVO Opinies binnen en buiten Nederland Jan van der Meulen Tijdens de Koude Oorlog steunde zo n driekwart van de Nederlandse bevolking het NAVO-lidmaatschap. Alleen rond 197 zat er een dip in, al bleek ook toen een meerderheid vóór. Zelfs de hevige controverse over kernwapens, begin jaren tachtig, bracht daar geen verandering in. Na 199 is de vanzelfsprekendheid van het NAVO-lidmaatschap eerder toedan afgenomen. Oktober vorig jaar zei meer dan % er ja tegen. (NIPO-enquête, 1/11 oktober) Een routineuze reflex tegenover een instituut dat zich nu eenmaal niet laat weg denken, ook niet nadat zijn oorspronkelijke bestaansgrond is verdwenen? Uit onderzoek dat Trouw en de Stichting Maatschappij en Krijgsmacht (SMK) onlangs door het NIPO lieten uitvoeren (3/4 april) blijkt het om meer dan een reflex te gaan: er zit wel degelijk een rechtvaardiging achter het publieke draagvlak van de NAVO zoals zich dat na de Koude Oorlog heeft ontwikkeld. In dit artikel zal aan de hand van het Trouw/SMK -onderzoek een aantal aspecten van die rechtvaardiging worden getypeerd. Ook wordt Ingecalculeerd hoe het publiek in andere landen tegenover de NAVO staat. Daartoe dient met name een internationaal onderzoek dat The Economist heeft laten uitvoeren (tussen 25 maart en 17 april) door de Angus Reid Group. Zowel de Nederlandse als de internationale enquête vonden plaats met het oog op het vijftigjarig bestaan van de NAVO. Het spreekt echter vanzelf dat in beide onderzoeken werd ingegaan op de actualiteit van het conflict om Kosovo. Ook de uitkomsten in dat verband zullen hier worden belicht. Europese veiligheid Slechts 15% van de Russische bevolking vindt dat de NAVO een positieve bijdrage heeft geleverd aan Europese vrede en veiligheid, 5% vindt die bijdrage negatief, de rest laat het in het midden. Cijfers uit het onderzoek van The Economist/Angus Reid onder publieke opinies in zeventien landen, acht oude lidstaten, de drie nieuwe, en zes niet-leden, waaronder dus Rusland en ook, nogal excentrisch, Taiwan. (De meeste Taiwanezen, 46%, antwoorden neutraal, 42% zegt positief, 12% negatief). Van de leden zijn de Noren het meest positief (82%), de Fransen het minst (55%). Dat laatste cijfer wordt nog overtroffen in Polen en Kroatië waar respectievelijk 68% en 62% van de publieke opinie de bijdrage van de NAVO aan de vrede en veiligheid in Europa als positief beoordeelt. De desbetreffende vraag werd ingeleid met een verwijzing naar de verjaardag in kwestie: As you may know, this year is the 5 th anniversary of the North Atlantic Treaty Organization, NATO. All things considered Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen de Koude Oorlog en de periode sindsdien. Het is verdedigbaar om dat niet te doen, maar er valt veel voor te zeggen om het wél te doen. In het Trouw/SMK-onderzoek werd juist die cesuur tot uitgangspunt genomen: De NAVO bestaat 5 jaar. In 1949 werd zij opgericht vanwege de dreiging door de Sovjetunie. Inmiddels is de Koude Oorlog tussen Oost en West voorbij. Hoe nodig is de NAVO na de Koude Oorlog voor de veiligheid van Europa? Het klinkt haast suggestief, alleen het woordje nog ontbreekt, maar de Nederlandse bevolking laat zich niets aanpraten: 49% vindt de NAVO absoluut nodig, 36% tamelijk nodig, samen 85%. 1
Welke van de volgende taken vindt u voor de NAVO het allerbelangrijkste? crisisbeheersing en vredeshandhaving verdediging grondgebied lidstaten humanitaire hulpverlening terrorismebestrijding geen mening Interessant en prikkelend is vervolgens dat veiligheid niet (langer) geïdentificeerd wordt met verdediging en dat Europa niet als de grens wordt gezien voor NAVO-optreden. Het eerste blijkt uit een vraag naar de belangrijkste taken van de NAVO: crisisbeheersing en vredeshandhaving, vindt 56%; verdediging grondgebied lidstaten, meent %; humanitaire hulpverlening, aldus 11%; terrorismebestrijding zegt 2%. Het tweede blijkt wanneer gevraagd wordt of de NAVO zich alleen in Europa en direkte omgeving of wereldwijd moet kunnen ontplooien: met respectievelijk 32% en 53% wordt de publieke voorkeur duidelijk gemarkeerd. Taiwan kan gerust zijn! Gegeven dit opiniepatroon, niet primair naar binnen gekeerd maar juist gekenmerkt door een extraverte omgang met internationale veiligheid, verbaast het niet dat een volgende uitbreidingsronde van de NAVO, bijvoorbeeld met Roemenië, Slowakije en Slovenië, instemming krijgt. Meer dan de helft van de Nederlanders (53%) vindt dat dat in ieder geval zou moeten gebeuren, 12% zegt alleen met instemming met Rusland, 6% meent in geen geval, 29% heeft geen mening. In vergelijking met een eerder moment waarop precies dezelfde vraag werd gesteld (oktober 1997), zijn er meer mensen die vinden dat het in ieder geval moet gebeuren (toen: 34%). Onlangs zijn Tsjechië, Polen en Hongarije toegetreden tot de NAVO. Vindt u dat in de nabije toekomst andere Oost-Europese landen als Roemenië, Slowakije en Slovenië ook lid moeten worden? 1997 1999 in ieder geval alleen met instemming van Rusland in geen geval geen mening 2
In het onderzoek van The Economist is gevraagd of verdere uitbreiding van de NAVO moet worden gestopt omdat/indien Rusland zich daar tegen verzet. Van de publieke opinie in de ondervraagde lidstaten, oud en nieuw, vindt gemiddeld 76% dat Russische bezwaren niet doorslaggevend moeten zijn. In bijna alle niet NAVO-landen staan de meeste mensen op hetzelfde standpunt, maar de meerderheden zijn hier over het algemeen kleiner, soms een stuk kleiner en vaak met een groot aantal weet niets. Opvallend, om niet te zeggen eigenaardig genoeg, vindt 43% van de Russische bevolking dat ook, tegenover 35% die oordeelt dat de NAVO zich de oppositie van Rusland wel moet aantrekken. Het enige land waar meer mensen wel (39%) dan niet (32%) menen dat de NAVO haar uitbreiding moet stoppen vanwege die oppositie: Taiwan. Amerikaanse dominantie Het Amerikaanse publiek voelt, 82% sterk, evenmin voor een Russisch vetorecht vis à vis uitbreiding van de NAVO - uiteraard doet de belangrijkste publieke opinie van het Westen, zo niet ter wereld, ook mee in dit onderzoek in zeventien landen. Wat de NAVO als zodanig betreft: 63% van de Amerikanen vindt de organisatie heel belangrijk en 14% tamelijk belangrijk als security alliance tussen de Verenigde Staten en Europa (NBC News/Wall Street Journal Poll 17-19 april). De NAVO moet dus blijven bestaan, zegt 74%, terwijl maar 13% vindt dat het Bondgenootschap niet meer nodig is (Pew Research Center Poll, -3 maart). De meeste Nederlanders zijn tevreden over de leidende rol die Amerika vervult binnen de NAVO: moet zo blijven, aldus 54%; moet groter worden, zegt 4%; moet minder worden, vindt 3%. Lastige vervolgvraag in het Trouw/SMK-onderzoek: Amerika vindt dat Europa meer geld moet uittrekken voor de NAVO. In hoeverre moet Europa daartoe volgens u bereid zijn? Het modale antwoord is eigenlijk wel, en dat verraadt evenveel internationaal-politieke correctheid als nationaal-politieke prioriteit. Voor de burger staan bijvoorbeeld gezondheidszorg, onderwijs en criminaliteitsbestrijding hoger op zijn lijstje dan vredeshandhaving en crisisbeheersing, hoezeer die, op zichzelf genomen, ook worden gesteund. En het zijn vooral die andere maatschappelijke prioriteiten, zo werd in eerder onderzoek al eens vastgesteld, die doorklinken in het defensiebudget. Daar verandert Amerikaanse druk weinig aan. Amerika vindt dat Europa meer geld moet uittrekken voor de NAVO. In hoeverre moet Europa daartoe volgens u bereid zijn? 7 5 absoluut wel eigenlijk wel eigenlijk niet absoluut niet geen mening 3
Dat de publieke opinie in de Verenigde Staten zich, nog los van een verondersteld Europees tekort, wel wil laten overtuigen van de noodzaak om het eigen defensiebudget te verhogen, wordt gesuggereerd door een peiling die deze kwestie met een uitvoerige inleiding aankaart. Dat ging aldus: Zoals u wellicht weet, er is een voorstel om komend jaar de defensie-uitgaven te verhogen. Voorstanders zeggen dat dit noodzakelijk is omdat door de groei van andere programma s, defensie verhoudingsgewijs een kleiner deel van het totale budget krijgt, omdat nieuwe hoog-technologische wapens nodig zijn om verouderende uitrusting te vervangen, alsmede vanwege een salarisverhoging voor het personeel. Tegenstanders zeggen dat meer geld niet nodig is omdat de sovjetdreiging is verdwenen en omdat uit bezuinigingen in andere sectoren van defensie nieuwe uitrusting kan worden gekocht. Gegeven deze informatie, bent u dan voor of tegen een verhoging van het defensiebudget, of zou u dat gelijk laten? (NBC News/Wall Street Journal Poll, 16-18 januari) De argumenten vóór winnen het schijnbaar, want 56% van de publieke opinie in Amerika geeft de voorkeur aan méér geld voor defensie, 13% is daar tegen, 28% wil het budget hetzelfde laten. Ter relativering: in het onderzoek van The Economist is zonder omwegen gevraagd naar meer, minder, of evenveel geld voor defensie. Hier kiest maar 36% van de desbetreffende steekproef uit de Amerikaanse bevolking voor meer, 49% voor evenveel, 13% voor minder. Dat past in het algemene patroon: onder de meeste publieke opinies is een gelijkblijvend defensiebudget het populairst. Van de traditionele NAVO-leden kiest gemiddeld 49% daarvoor, 27% wil meer, 19% wil minder geld voor defensie. Onder de nieuwe NAVO-landen springt Polen eruit, met 52% van de ondervraagden die vindt dat er meer geld aan defensie moet worden besteed. Onder de niet-navo-landen springen de Russen (53%) eruit met een zelfde voorkeur - terwijl daar toch, zou men denken, bij uitstek andere maatschappelijke prioriteiten aan de orde zijn. Rusland heeft op defensiegebied waarschijnlijk een eigen soort politieke correctheid, extra geprikkeld wellicht door de crisis rond Kosovo. Kosovo In ieder geval - zoals blijkt uit onderstaande tabel - is de Russische bevolking mordicus tegen de NAVO-bombardementen: 94% is een cijfer dat in opinie onderzoek eigenlijk nooit voorkomt. Maar de 89% in Oekraïne is een even formidabel getal. In de oude NAVO-landen is gemiddeld 63% vóór, met een fifty-fifty verhouding in Italië. Onder de nieuwe leden valt de meerderheid van tegenstanders (57%) in Tsjechië op. Zoals u wellicht weet, heeft de NAVO onlangs militair ingegrepen in Kosovo. Bent u voor of tegen het besluit van de NAVO om lucht- en raketaanvallen op Servische militaire stellingen uit te voeren? Vóór NAVO-acties Tegen NAVO-acties NAVO-landen Canada 64 33 Denemarken 74 19 Frankrijk 54 34 Duitsland 57 36 Italië 47 47 Noorwegen 64 23 Verenigd Koninkrijk 68 23 Verenigde Staten 68 27 Nieuwe NAVO-landen Tsjechië 35 57 Hongarije 48 41 Polen 54 31 Niet-NAVO-landen Kroatië 82 7 4
Vóór NAVO-acties Tegen NAVO-acties Finland Rusland Slowakije Taiwan 5 2 21 35 94 75 45 Oekraïne 4 89 Bron: The Economist, Angus Reid World Poll (lente 1999) Inmiddels (we schrijven derde week van mei) heeft veel meer opinie-onderzoek rond Kosovo het licht gezien. Nog steeds staat in de meeste westerse landen, Nederland incluis, de publieke opinie achter het NAVO-optreden, het uitblijven van snel succes heeft niet geleid tot een stemmingsomslag. Er is onmiskenbaar voorkeur voor een diplomatieke oplossing, waarbij het compromis niet geschuwd hoeft te worden. Inzet van grondtroepen lijkt een minder populaire optie, al kan dat per land een slag anders liggen en hangt veel af van hoe en waartoe precies soldaten worden ingezet. Lees: met welk risico. In het Trouw/SMK onderzoek vond 68% van de publieke opinie dat Nederland mee moet blijven doen met acties tegen Joegoslavië, ook wanneer onder de eigen militairen slachtoffers vallen. Dat antwoord spoort met wat de afgelopen jaren in de vakliteratuur ter zake een door bijna iedere expert onderschreven inzicht is geworden: in beginsel kan er in westerse landen wel degelijk een draagvlak bestaan voor riskante militaire missies. De veronderstelling dat het publiek zich ogenblikkelijk afkeert wanneer eigen soldaten omkomen is in zijn algemeenheid onwaar dan wel onwaarschijnlijk gebleken. Het publiek zal van geval tot geval afwegen hoe doelen en middelen zich tot elkaar verhouden en in welke mate ze risico s rechtvaardigen. Waar het in Kosovo om gaat is helder genoeg voor de publieke opinie. Niet om NAVO-prestige (8%), nauwelijks om Europese veiligheid (12%), maar in overweldigende mate om schending van mensenrechten (71%). Dat is de rechtvaardiging om tot militaire actie over te gaan, en dat past, zoals we in het begin zagen, bij wat de belangrijkste taak van de NAVO is geworden: crisisbeheersing en vredeshandhaving. Een dergelijke extraverte veiligheidsattitude dicteert het draagvlak voor hedendaagse militaire missie, daarbij inbegrepen een calculatie van de risico s voor de eigen soldaten en piloten. Dr. J. van der Meulen is directeur van de Stichting Maatschappij en Krijgsmacht. 5