1 Veilig internet #benikmediawijs? Hoofdstuk 1: Sociale media en devices Ken jij onderstaande programma s? (Omcirkel het de juiste naam.) Weet jij welke van onderstaande programma s sociale media zijn? (de naam van de programma s die sociale media zijn schrijf je in de kader onder deze tabel) Mail Mail Mail Mail Mail Mail Mail Twitter Twitter Twitter Twitter Twitter Twitter Twitter Youtube Youtube Youtube Youtube Youtube Youtube Youtube Facebook Facebook Facebook Facebook Facebook Facebook Facebook WhatsApp WhatsApp WhatsApp WhatsApp WhatsApp WhatsApp WhatsApp Facetime Facetime Facetime Facetime Facetime Facetime Facetime wikipedia wikipedia wikipedia wikipedia wikipedia wikipedia wikipedia Omschrijf wat sociale media volgens jou betekent. Zoek op internet een definitie van sociale media.
2 Sociale media, wat gebruik je waarvoor? Er zijn veel verschillende soorten sociale media. Niet alle informatie is geschikt voor iedere mediasoort. Stel: De school heeft een prijs gewonnen! Je wil dit natuurlijk laten weten aan anderen. Bedenk wat je gaat communiceren via welke soorten media. Schrijf voor elk mediatype een goed bericht. (Je mag zelf bedenken welke prijs de school gewonnen heeft)
3 E-mail. (dit onderdeel ga je op de computer moeten invullen) Wat voor bericht is dit? Een gewone e-mail Spam (reclame) Een hoax (nepbericht) Een virus onderlijn het juiste antwoord + verwijder alle foute antwoorden Een gewone e-mail Spam (reclame) Een hoax (nepbericht) Een virus maak het juiste antwoord vet + doorstreep alle foute antwoorden Een gewone e-mail Spam (reclame) Een hoax (nepbericht) Een virus maak het (de) foute antwoord(en) rood + maar het (de) juiste antwoord(en) groen Een gewone e-mail Spam (reclame) Een hoax (nepbericht) Een virus zet het juiste antwoord cursief + doorstreep de foute antwoorden
(dit onderdeel ga je op de computer moeten invullen) 4Aan wie geef ik mijn e-mailadres? Markeer het woord in de juiste kleur! Ik geef mijn e-mailadres Ik weet niet zeker of ik mijn e-mailadres mag geven Ik geef mijn e-mailadres niet vakantie- vriendin juf vriend(in) broer neef buurjongen spelletjes website papa oma gewone website iedereen nicht zus iemand op de chat meester facebook buur- meisje Sociale media Devices. Gebruik jij één van deze devices (apparaten) op school? Voor school? Zo ja, wat doe je er mee? Thuis? Op school? Zo nee, bedenk voor drie devices wat je hiermee op school of thuis voor school zou kunnen / willen doen.
5 Hoofdstuk 2: slimme reclame en cookies Sem heeft gisteren op internet een aantal dingen opgezocht? Vandaag zoekt hij iets op over de Olympische spelen. Bekijk de google pagina van Sem: Wat heeft Sem gisteren op internet gezocht, denk je? Waarom denk je dat? Waarom denk je dat?
6 Cookies!?! Op heel wat websites kom je cookies tegen. Weet je nog wat cookies zijn? Ga bij het onderdeel informatiebronnen zeker kijken naar de filmpjes over cookies Maak een lijstje met sites die jullie vaak bezoeken. Welke van deze sites maken gebruik van cookies? Krijg je een keuze wat we wil of kan doen met deze cookies? Mijn voorbeeld: www.awel.be Website Gebruik cookies? Accepteren? Later opnieuw vragen? Niet accepteren? www.awel.be x x 0 0 www.kennisnet.be Wat vind jij van cookies? Accepteer jij ze? Waarom wel? Waarom niet? Zijn er uitzonderingen?
7 Hoofdstuk 3: speurneuzen Wacht, ik zoek het even op iets wat we allemaal vaak doen! Maar hoe kan je goed opzoeken? De kunst is om een goede zoekmachine te vinden, maar ook een betrouwbare website! Bv. Als je informatie wil over een voetbalploeg wil opzoeken. Waar ga je die info dan halen? Op de officiële site van de voetbalclub Op de fansite van een vriend? Ga nu op zoek achter informatie op het internet. Controleer je informatie! Zorg dat je op 2 websites dezelfde informatie vindt. Hoeveel tenen heeft een struisvogel aan iedere poot? Zoekmachine: Zoekwoorden: Antwoord gevonden op 2 sites? Het antwoord is:
8Hoeveel nekwervels heeft een giraffe? Zoekmachine: Zoekwoorden: Antwoord gevonden op 2 sites? Het antwoord is:
9 Hoofdstuk 4: wie ben jij Een online profiel (facebook, twitter, snapchat, ) Jullie gaan een plan maken voor je eigen online profiel! Bespreek met je partner wat je online zou kunnen/willen zetten. Kijk zeker naar de testballonnen aan de zijkant. Bedenk: Welke dingen ga je online zetten? Welke dingen ga je niet online zetten? Wat mogen je vrienden zien? Wat mag iedereen zien? Dit zet ik online Dit zet ik niet online Dit mogen alleen mijn vrienden zien Dit mag iedereen wel zien
10 Een uitnodiging maken. (Deze opdracht is een extra opdracht. Je begint er dus pas aan als al de rest klaar is.) (dit onderdeel ga je op de computer moeten maken) 1. Bedenk eerst wat je in de uitnodiging gaat zetten. 2. Open een nieuw worddocument. Bij infobronnen kan je zien hoe je het moet doen. 3. Maak de uitnodiging herkenbaar, zodat iedereen meteen ziet dat hij van jou is. 4. Gebruik ook een paar afbeeldingen. 5. Bedenk hoe je de uitnodiging gaat versturen. 6. Maak je uitnodiging en zet ze ook in jouw map op je bureaublad.
11 Hoofdstuk 5: pesten of niet Lees de volgende situaties en antwoord op de vragen Dit heeft Sem: goed opgelost ik weet het niet zeker niet goed opgelost Zou jij dit anders oplossen? Hoe? Dit heeft Nienke: goed opgelost ik weet het niet zeker niet goed opgelost Zou jij dit anders oplossen? Hoe?
12 Dit heeft Shanti: goed opgelost ik weet het niet zeker niet goed opgelost Zou jij dit anders oplossen? Hoe? Dit heeft Erik: goed opgelost ik weet het niet zeker niet goed opgelost Zou jij dit anders oplossen? Hoe?
13 Een e-mail pesten of niet? Sem, Nienke, Erik en Shanti hebben een e-mail gekregen. In welke e-mail vind jij dat er gepest wordt en in welke niet. Zet een kruisje voor het antwoord dat jij goed vindt. Schrijf daaronder waarom je het wel of geen pesten vindt. pesten ik weet het niet zeker niet pesten Waarom vind je het pesten? Waarom niet? pesten ik weet het niet zeker niet pesten Waarom vind je het pesten? Waarom niet?
14 pesten ik weet het niet zeker niet pesten Waarom vind je het pesten? Waarom niet? pesten ik weet het niet zeker niet pesten Waarom vind je het pesten? Waarom niet?