DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING EUROPESE STUDIES FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017
Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding Artikel 1.3 Hardheidsclausule 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Algemene eindtermen Artikel 2.3 Opleidingsspecifieke eindtermen 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Artikel 3.2 Nadere toelatingseisen programma European Studies Artikel 3.3 Colloquium doctum Artikel 3.4 Taaleisen programma Europese Studies Artikel 3.5 Taaleisen programma European Studies Artikel 3.6 Vrij programma 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Academische vorming Artikel 4.3 Taaltoets en beheersing voertaal programma Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden Artikel 4.5 Opleidingsgebonden keuzevak Artikel 4.6 Ingangseisen onderdelen postpropedeuse Artikel 4.7 Nadere regels vrijstelling 5. Keuzeruimte Artikel 5.1 Minoren Artikel 5.2 Keuzevakken 6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B Artikel 6.2 Overgangsregeling Artikel 6.3 Bekendmaking Artikel 6.4 Inwerkingtreding Bijlage 1: overzicht verplichte onderwijseenheden Bijlage 2: overzicht opleidingsgebonden keuzevakken Pagina 2
1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen a. basisvak: een verplicht vak uit de postpropedeutische fase; b. feedback: terugkoppeling door de docent op een studieprestatie, die de student inzicht verschaft in de mate waarin hij zich de juiste kennis en vaardigheden heeft eigen gemaakt; c. minor: een als zodanig aangeboden samenhangend pakket van vakken met een gezamenlijke studielast van 24 of 30 studiepunten; d. opleidingsgebonden keuzevak: keuzevak dat door de opleiding als zodanig is aangewezen en dat inhoudelijk op de opleiding aansluit. Het kan, maar hoeft niet noodzakelijkerwijs te worden verzorgd door docenten van de eigen opleiding e. postpropedeuse: de fase van de bacheloropleiding die volgt op de propedeutische fase; f. propedeuse: de propedeutische fase van de opleiding, zoals bedoeld in artikel 7.8 van de wet; g. Regels en richtlijnen van de examencommissie: het reglement van de examencommissie dat jaarlijks door de examencommissie wordt vastgesteld en gepubliceerd en dat een aanvulling vormt op de onderwijs- en examenregeling; h. semester: een aaneensluitend gedeelte van het studiejaar dat, na aftrek van eventuele vakantieperioden in dat gedeelte van het jaar, twintig weken omvat; i. specialistische minor: een in artikel 5.1, lid 6, als zodanig aangewezen minor; j. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de examens van de opleiding; k. studiehandleiding: de handleiding met alle informatie die relevant is voor het onderwijs en de toetsing van het vak. De studiehandleiding is uiterlijk twee weken voor aanvang van het vak beschikbaar; l. tutor: een docent die belast is met de taak om de academische vorming en keuzes van de student met betrekking tot het programma en de studievoortgang met de student te evalueren. m. voertaal: de taal die wordt gebruikt in het onderwijs en bij de tentaminering van een vak. De voertaal van de opleiding is vermeld in artikel 1.2, lid 1. Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De opleiding Europese Studies, CROHO-nummer 56051 wordt in voltijdse vorm verzorgd. 2. De opleiding kent twee programma s, elk met een andere voertaal: a. Het programma Europese Studies wordt in het Nederlands uitgevoerd. Enkele programmaonderdelen worden in het Engels gedoceerd, maar examinering vindt in alle gevallen in het Nederlands plaats. b. Het programma European Studies wordt in het Engels uitgevoerd. 3. De opleiding kent in beide programma s de volgende afstudeerrichtingen: a. Major Europese literatuur en cultuur b. Major Europese geschiedenis c. Major Oost-Europese studies d. Major Europees recht e. Major Europese economie Pagina 3
Artikel 1.3 Hardheidsclausule De examencommissie van het College of Humanities is bevoegd in uitzonderlijke gevallen bij gemotiveerd besluit van hiernavolgende bepalingen af te wijken. Betreft het een afwijking die gevolgen heeft voor meer dan 10 studenten, dan doet de examencommissie voordat zij het besluit neemt, van het voornemen daartoe mededeling aan de decaan en de opleidingscommissie. 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis en vaardigheden en een zodanig inzicht bij te brengen op het gebied van de opleiding dat de afgestudeerde gekwalificeerd is voor een vervolgopleiding op masterniveau en in staat is tot het uitoefenen van een beroep waarvoor academische kennis en vaardigheden vereist zijn. Artikel 2.2 Algemene eindtermen 1. De student heeft kennis van en inzicht in algemeen wetenschapsfilosofische achtergronden van geesteswetenschappelijk onderzoek en is in staat deze kennis en inzichten toe te passen op het vakgebied van de opleiding en zich een oordeel te vormen over de plaats van dit vakgebied als onderdeel van geesteswetenschappelijke disciplines en ten opzichte van andere verwante disciplines. 2. De student is in staat om (vooral op het vakgebied van de opleiding) op een academisch niveau relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met het doel zich een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante wetenschappelijke en - voor zover van toepassing sociaal-maatschappelijke en/of ethische aspecten. 3. De student is in staat om op een academisch niveau in schriftelijke en mondelinge vorm informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek van aankomende specialisten op het vakgebied van de opleiding. 4. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in een ander vakgebied dan het vakgebied van de opleiding, waarbij voor zover dit vakgebied tevens in het voortgezet onderwijs aan de orde is geweest is voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit is overtroffen. De student is in staat om op dit vakgebied op een academisch niveau relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met het doel zich een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante wetenschappelijke aspecten. 5. De student heeft kennis van en inzicht in enkele specialistische onderdelen van het vakgebied van de opleiding en/of onderdelen van (andere) vakgebieden. 6. De student is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen op vakspecifieke vraagstukken, dat dit een professionele benadering van de aan de opleiding gerelateerde werkvelden/beroepen laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en het oplossen van problemen op het vakgebied van de opleiding. 7. De student is in staat om publicaties op het vakgebied van de opleiding die zijn opgesteld in het Nederlands, Engels of de doeltaal van de opleiding correct te interpreteren en in zijn/haar oordeelsvorming te betrekken. 8. De student bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt. 9. De student heeft ervaring opgedaan met het werken in groepsverband en is op basis daarvan in staat over het eigen functioneren in een groep te reflecteren. 10. De student heeft er blijk van gegeven de leer- en planningsvaardigheden te bezitten die noodzakelijk zijn om vakken en de opdrachten die daarvan deel uitmaken binnen de daarvoor gestelde termijn af te ronden. 11. De student is in staat om relevante ontwikkelingen in het vakgebied te verbinden aan een eigen onderzoeksopzet en kan een beperkt aantal analysetechnieken en onderzoeksmethoden zelfstandig toepassen. Pagina 4
Artikel 2.3 Opleidingsspecifieke eindtermen 1. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in het vakgebied van de opleiding Europese Studies waarbij voor zover dit vakgebied tevens in het voortgezet onderwijs aan de orde is geweest is voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit is overtroffen; de student beschikt meer in het bijzonder over de kennis en inzichten die hieronder omschreven zijn. 2. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de grondbeginselen van de belangrijkste vakgebieden/disciplines van de opleiding Europese Studies, te weten Europese literatuur en cultuur, Europese geschiedenis, Oost-Europese studies, Europees recht en Europese economie. Vakken bij Europese literatuur en cultuur: Nationaal Denken in Europa Europese Literatuurgeschiedenis Vakken bij Europese geschiedenis: Nationaal Denken in Europa Keerpunten in de Moderne Europese Geschiedenis Vakken bij Oost-Europese studies: Nationaal Denken in Europa Het Andere Europa Vakken bij Europees recht Europese Integratie Economische en Juridische Integratie van Europa Vakken bij Europese economie Europese Integratie Economische en Juridische Integratie van Europa 3. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de wetenschapsfilosofische achtergronden van onderzoek binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding Europese Studies. Vak: Wetenschapsfilosofie Europese Studies 4. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in belangrijke thema's in de wetenschapsbeoefening en/of het wetenschappelijke debat binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding Europese Studies. Vakken: Thema Workshop Europese Studies 2 Thema Workshop Europese Studies 3 Wetenschapsfilosofie Europese Studies Onderzoekscollege Major 5. De student heeft aantoonbare kennis van het begrippenapparaat en de belangrijkste onderzoeksmethoden en technieken binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding Europese studies. Vakken: Thema workshop Europese studies 1 Thema workshop Europese studies 2 Majorvak(ken) Major Workshop Opleidingsgebonden keuzevak 6. De student is in staat om de tijdens de opleiding verworven kennis (praktisch) toe te passen in een context die typisch is voor de vakgebieden/disciplines van de opleiding Europese Studies. Vakken: Major Themavakken Thema Workshop Europese Studies 3 Onderzoekscollege Major Pagina 5
Bachelorscriptie Europese Studies 7. De student beschikt over aantoonbare vaardigheden die essentieel zijn voor de beoefening van de vakgebieden/disciplines van de opleiding Europese Studies. Ook geeft de student er blijk van om in de voertaal van het gevolgde programma van de opleiding correct schriftelijk en mondeling verslag te kunnen leggen van deze leerresultaten. Vakken: Thema Workshop Europese Studies 1 Thema Workshop Europese Studies 2 Bachelorscriptie Europese Studies 8. De student heeft aantoonbare leesvaardigheid en schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in een van de volgende moderne vreemde talen. Vakken: Taalverwerving Arabisch Taalverwerving Catalaans Taalverwerving Deens Taalverwerving Duits Taalverwerving Frans Taalverwerving Hebreeuws Taalverwerving Italiaans Taalverwerving Nieuwgrieks Taalverwerving Engels (alleen voor programma Europese Studies) Taalverwerving Noors Taalverwerving Nederlands (alleen voor programma European Studies) Taalverwerving Pools Taalverwerving Roemeens Taalverwerving Russisch Taalverwerving Servisch-Kroatisch Taalverwerving Spaans Taalverwerving Tsjechisch Taalverwerving Zweeds 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Degene die niet voldoet aan de vooropleidingseisen zoals vermeld in Deel A, artikel 2.1 en 2.2 van deze Onderwijs- en examenregeling, maar wel het propedeutisch examen van een hogere beroepsopleiding heeft behaald, verkrijgt toelating tot de opleiding. Artikel 3.2 Nadere toelatingseisen programma European Studies Voor toelating tot het programma European Studies vindt een selectie plaats, waarbij de volgende criteria worden gehanteerd: a. voldoende niveau van taalvaardigheid in het Engels zodat voldaan wordt aan de taaleisen behorende bij het programma zoals vermeld in Deel B, artikel 3.5 van deze Onderwijs- en examenregeling; b. een goed beargumenteerde motivering van de keuze voor het programma, blijkend uit een motivatiebrief waarin de student de verwachtingen ten aanzien van het programma toelicht in relatie tot de persoonlijke ambities. Artikel 3.3 Colloquium doctum 1. Het toelatingsonderzoek, bedoeld in Deel A, artikel 2.3 van deze Onderwijs- en examenregeling, heeft betrekking op de volgende vakken op het eindexamenniveau VWO: Pagina 6
Nederlands Engels Geschiedenis 2. Toelating tot het programma European Studies is niet mogelijk op basis van een Colloquium Doctum. 3. Nadere bepalingen ten aanzien van het toelatingsonderzoek zijn opgenomen in het Colloquium Doctum reglement van de faculteit. Artikel 3.4 Taaleisen programma Europese Studies De student die zijn/haar vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij/zij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO; - door UvA aangewezen buitenlandse examens, waarvan Nederlands deel uitmaakte. Artikel 3.5 Taaleisen programma European Studies 1. Aan de eis inzake beheersing van de instructietaal Engels, is voldaan wanneer de student in het bezit is van een VWO-diploma, of na het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens of een equivalent daarvan: - IELTS: minimumscore 6.5, met ten minste een 6,0 op elk van de afzonderlijke onderdelen; - TOEFL: minimumscore 92, met ten minste 20 punten op elk van de afzonderlijke onderdelen (237 computer-based test/580 paper-based test); - Cambridge International Examinations: minimumscores A (FCE), B (CAE), B (CPE) of minimumscore van 180 op de Cambridge English scale. 2. Vrijstelling van het een in het eerste lid genoemd examen wordt verleend aan degene die: - een vooropleiding secundair of tertiair onderwijs heeft genoten in een Engelstalig land dat als zodanig is vermeld op de website van de UvA, of - die over een diploma international baccalaureate (Engelstalig) beschikt. Artikel 3.6 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma s. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. 3. Het vrije programma wordt door de student samengesteld uit de onderwijseenheden die door de Universiteit van Amsterdam worden verzorgd en heeft ten minste de omvang, breedte en diepgang van een reguliere bacheloropleiding. De student zorgt er voor dat het voorgestelde programma toelating tot in elk geval één masteropleiding mogelijk maakt. Hij/zij verplicht zich hiermee niet die masteropleiding daadwerkelijk te gaan volgen. 4. Om in aanmerking te komen voor de bachelorgraad dient in ieder geval voldaan te zijn aan de volgende voorwaarden: a. de bachelorscriptie (12 studiepunten) is in het vrije programma opgenomen; b. het vrije programma bevat tenminste 108 studiepunten op postpropedeutisch niveau; c. het vrije programma bevat in ieder geval de vakken waarin het voor alle studenten vaardighedenonderwijs (onderzoeksvaardigheden en Wetenschappelijk schrijven) in een van zijn varianten is geïntegreerd, alsmede het vak Wetenschapsfilosofie in een van zijn varianten. Pagina 7
4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding omvat de volgende onderdelen: a. Propedeuse (60 studiepunten) b. Taalverwerving (24 studiepunten, waarvan 12 studiepunten als onderdeel van propedeuse) c. Basisvakken (42 studiepunten, waarvan 36 studiepunten voor Major) d. Wetenschapsfilosofie (12 studiepunten) e. Opleidingsgebonden keuzevakken (12 studiepunten) f. Keuzeruimte (30 studiepunten) g. Bachelorscriptie (12 studiepunten) Artikel 4.2 Academische vorming Onderdeel van de opleiding is de academische vorming. Hieronder wordt begrepen: a. Wetenschapsfilosofie b. Wetenschappelijk schrijven (voor het programma Europese Studies); Academic English (voor het programma European Studies) c. Onderzoeksvaardigheden Artikel 4.3 Taaltoets en beheersing voertaal programma 1. Iedere student van het programma Europese Studies legt bij aanvang van zijn eerste studiejaar aan de faculteit de diagnostische taaltoets Nederlands af. Iedere student van het programma European Studies legt bij aanvang van zijn eerste studiejaar aan de faculteit de diagnostische taaltoets Engels af. 2. De student die geen voldoende behaalt voor deze toets, wordt eenmalig kosteloos een remediëringscursus aangeboden bij het Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies van de UvA danwel een equivalent daarvan. Bij een bezwaar tegen een negatief bindend studieadvies op grond van studiegeschiktheid kan de uitslag van de diagnostische toets schrijfvaardigheid en het al dan niet gevolgd hebben van de remediëringscursus door de examencommissie worden meegewogen. Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden De verplichte onderwijseenheden van het programma Europese Studies en het programma European Studies staan vermeld in Bijlage 1 bij dit Deel B van deze Opleidings- en examenregeling. Artikel 4.5 Opleidingsgebonden keuzevakken De opleidingsgebonden keuzevakken die de opleiding aanbiedt, staan vermeld in Bijlage 2 bij dit Deel B van deze Opleidings- en examenregeling. Artikel 4.6 Ingangseisen onderdelen postpropedeuse 1. Voor alle postpropedeutische onderdelen geldt als ingangseis dat ten minste 48 EC van de propedeuse moet zijn behaald. Eventuele aanvullende ingangseisen worden vermeld in de studiegids. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek van de student al dan niet onder voorwaarden afwijken van de in het eerste lid of in de studiegids genoemde volgorde. Artikel 4.7 Nadere regels vrijstelling De volgende onderwijseenheden zijn uitgezonderd van de mogelijkheid tot vrijstelling, zoals vermeld in Deel A, artikel 4.9.1 van deze Onderwijs- en examenregeling: - Onderzoekscollege Major Pagina 8
5. Keuzeruimte Artikel 5.1 Minoren 1. Binnen de keuzeruimte kan een minor worden gevolgd. De minor kan worden gekozen uit het totale minoraanbod van de Universiteit van Amsterdam. 2. Voor toelating tot een minoronderdeel gelden de ingangseisen van het betreffende vak. Een student kan pas aan het minoronderdeel beginnen, als hij/zij aan deze ingangseisen voldoet. 3. Indien een basisvak of propedeusevak van de eigen opleiding onderdeel uitmaakt van de gevolgde minor, dan dient ter compensatie een ander vak gevolgd te worden. De student dient de examencommissie hier vooraf toestemming voor te vragen. 4. De student die de minor Educatie Geesteswetenschappen met goed gevolg heeft afgelegd (vast te stellen door de examencommissie), ontvangt bij voltooiing van de bacheloropleiding een beperkte lesbevoegdheid van de Interfacultaire Lerarenopleidingen (ILO) van de Universiteit van Amsterdam. Als de student een andere educatieve minor (van de Universiteit van Amsterdam of een andere universiteit) met goed gevolg heeft afgelegd, besluit de examencommissie of hem/haar de beperkte lesbevoegdheid kan worden toegekend door de ILO. 5. Het aanbod minoren van het College of Humanities is te vinden in de studiegids. 6. De volgende minoren gelden voor studenten van deze bacheloropleiding als specialistische minor: Europese Literatuur en Cultuur Europese Geschiedenis Oost-Europese Studies Europese Economie Europees Recht European Union Political Integration. Artikel 5.2 Keuzevakken 1. Voor de invulling van de opleidingsgebonden keuzevakken is per opleiding een limitatieve lijst van keuzemogelijkheden opgenomen in Bijlage 2 bij dit Deel B van deze Opleidings- en examenregeling. 2. Voor de invulling van de keuzeruimte kan gekozen worden uit het aanbod van vakken van universiteiten, zowel binnen als buiten Nederland. Voor vakken die worden aangeboden door een andere instelling dan de Universiteit van Amsterdam dient toestemming verleend te worden door de examencommissie. 3. Ten hoogste 12 studiepunten van de keuzeruimte mogen gevolgd worden op niveau 1 (propedeuseniveau). 4. Indien de student een erkende minor van de Universiteit van Amsterdam volgt die meer studiepunten op propedeuseniveau bevat of indien de student taalverwervingsvakken volgt waarvan alle 24 studiepunten in het eerste jaar aangeboden worden, mogen ten hoogste 24 studiepunten van de keuzeruimte worden gevolgd op niveau 1 (propedeuseniveau). 5. Ten minste 24 studiepunten van de keuzeruimte moeten worden ingevuld met vakken buiten de opleiding. In afwijking hiervan geldt voor studenten van de opleiding Europese Studies dat aan deze vereiste is voldaan door middel van het verplichte programmaonderdeel taalverwerving, zoals vastgelegd in Deel B, artikel 4.1. van deze Opleidings- en examenregeling. 6. Talencursussen aan een buitenlandse universiteit die geen onderdeel zijn van een wetenschappelijke opleiding maar die zich richten op het verbeteren van de taalvaardigheid van de (uitwisselings)student kunnen niet als keuzevak gevolgd worden. 7. De keuzeruimte kan (gedeeltelijk) worden gebruikt voor het volgen van maximaal één stage van ten hoogste 12 studiepunten. Stages worden gerekend tot vakken buiten de opleiding. De procedure voor het volgen van een stage is beschreven in het Stagereglement van de faculteit. 8. Het aanbod van keuzevakken van het College of Humanities wordt jaarlijks gepubliceerd in de studiegids. Pagina 9
6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van de facultaire medezeggenschap op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g, alsmede het vierde lid WHW betreffen. Onderdelen die onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid, onder v bevatten dienen ter advisering voorgelegd te worden aan de facultaire medezeggenschap. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 6.2 Overgangsregeling voor studenten die met de opleiding gestart zijn vóór 1 september 2012 1. Geldigheidsduur resultaten (Deel A, artikel 4.11) Tentamens van de postpropedeuse behaald vóór 1 september 2012 hebben een geldigheidsduur van tien jaar. 2. In individuele gevallen, waarbij de toepassing van de overgangsregelingen tot onbillijke situaties zou kunnen leiden, kan een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. De examencommissie beslist of het beroep gegrond is. Artikel 6.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deel A en B van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 6.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2016. Aldus vastgesteld door de decaan op 30 augustus 2016. Advies opleidingscommissie, d.d. 5 februari 2016. Advies bevoegd medezeggenschapsorgaan, d.d. 11 augustus en 23 augustus 2016. Pagina 10
Bijlage 1 - Verplichte onderwijseenheden Naam onderwijseenheid Opleiding Europese Studies Aantal studiepunten Periode Niveau Programma Europese Studies Eerste studiejaar Nationaal Denken in Europa 6 Semester 1, blok 1 Propedeuse Keerpunten in de Moderne Europese Geschiedenis 6 Semester 1, blok 1 Propedeuse Europese Literatuurgeschiedenis 6 Semester 1, blok 2 Propedeuse Het Andere Europa 6 Semester 1, blok 2 Propedeuse Thema Workshop Europese Studies 1 6 Semester 1, blok 3 Propedeuse Europese Integratie 6 Semester 2, blok 1 Propedeuse Taalverwerving 1a* 6 Semester 2, blok 1 Propedeuse Economische en Juridische Integratie van Europa 6 Semester 2, blok 2 Propedeuse Taalverwerving 1b* 6 Semester 2, blok 2 Propedeuse Thema Workshop Europese Studies 2: Inclusief verplichte excursie naar Brussel 6 Semester 2, blok 3 Propedeuse Tweede studiejaar Majorvak(ken) 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Major Workshop 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Taalverwerving 2* 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Major Themavakken 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Wetenschapsfilosofie Europese Studies 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Thema Workshop Europese Studies 3 6 Semester 2, blok 3 Postpropedeuse Derde studiejaar
Opleidingsgebonden Keuzevak 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Keuzevak(ken) 18 Semester 1, blok 1-3 Postpropedeuse Onderzoekscollege Major 6 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Bachelorscriptie Europese Studies 12 Semester 2, blok 2-3 BA-sciptie Keuzevak(ken) 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Verplichte Onderwijseenheden behorende bij Major Europese literatuur en cultuur Facets of European Identity (Majorvak) 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Europan City in Literature and Culture (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Major Themavakken 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Onderzoekscollege Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Verplichte Onderwijseenheden behorende bij major Europese geschiedenis Het Ordenen van Modern Europa I (Majorvak) 6 Semester 1, blok 1-1 Postpropedeuse Het Ordenen van Modern Europa II (Majorvak) 6 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Onderzoeksmethoden en Technieken (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Major Themavakken 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Onderzoekscollege Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Verplichte Onderwijseenheden behorende bij Major Oost-Europese Studies 20th Century Russian and Soviety History (Majorvak) 6 Semester 1, blok 1-1 Postpropedeuse Central- and Eastern Europa in International Relations (Majorvak) 6 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Regional Studies: The Case of Eastern Europe (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Major Themavakken 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Onderzoekscollege Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse
Verplichte Onderwijseenheden behorende bij major Europees recht Institutioneel en Materieel Recht van de Europese Unie (Majorvak) 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Juridisch Atelier (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Major Themavakken 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Onderzoekscollege Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Verplichte Onderwijseenheden behorende bij major Europese economie Europese Economie I: Micro (Majorvak) 6 Semester 1, blok 1-1 Postpropedeuse Europese Economie II: Macro (Majorvak) 6 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Thinking Like an Economist (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Major Themavakken 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Onderzoekscollege Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse * Voor taalverwerving heeft een student keuze uit een van de zestien talen die worden aangeboden aan de Universiteit van Amsterdam (zie ook Deel B, artikel 2.3, lid 3 van deze Onderwijs- en examenregeling). Studenten die kiezen voor een van de hierna genoemde talen volgen in de propedeuse in plaats van Taalverwerving 1a en Taalverwerving 1b, de vakken Grensland Europa I en Grensland Europa II. In het tweede jaar komt Taalverwerving 1a en 1b in de plaats van Taalverwerving 2 en Taalverwerving 2 in de plaats van Wetenschapsfilosofie Europese Studies, hetgeen zij volgen in het tweede semester van het derde jaar. Ze zijn vrijgesteld van de verplichting om een opleidingsgebonden keuzevak te volgen: Taalverwerving Deens Taalverwerving Hebreeuws Taalverwerving Nieuwgrieks Taalverwerving Noors Taalverwerving Servisch-Kroatisch Taalverwerving Tsjechisch Taalverwerving Zweeds Programma European Studies
Eerste studiejaar National Thought in Europe 6 Semester 1, blok 1 Propedeuse Turning Points in Modern European History 6 Semester 1, blok 1 Propedeuse European Literary History 6 Semester 1, blok 2 Propedeuse The Other Europe 6 Semester 1, blok 2 Propedeuse European Studies Workshop I: Academic English 6 Semester 1, blok 3 Propedeuse European Integration 6 Semester 2, blok 1 Propedeuse Language Proficiency 1a* 6 Semester 2, blok 1 Propedeuse Economic and Legal Integration of Europe 6 Semester 2, blok 2 Propedeuse Language Proficiency 1b* 6 Semester 2, blok 2 Propedeuse European Studies Workshop 2: Brussels, Identity and Integration Including a compulsory excursion to Brussels 6 Semester 2, blok 3 Propedeuse Tweede studiejaar Major Course(s) 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Major Workshop 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Language Proficiency 2* 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Major Theme Courses 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Philosophy of Science 1: Humanities 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Philosophy of Science 2: European Studies 6 Semester 2, blok 2 Postpropedeuse European Studies Workshop 3: European Studies at Work 6 Semester 2, blok 3 Postpropedeuse Derde studiejaar Second Major Elective 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Elective(s) 18 Semester 1, blok 1-3 Postpropedeuse Research Seminar Major 6 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse
Bachelor Thesis European Studies 12 Semester 2, blok 2-3 BA-sciptie Elective(s) 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Verplichte Onderwijseenheden behorende bij Major Europese literatuur en cultuur Facets of European Identity (Major Course) 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Europan City in Literature and Culture (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Major Theme Courses 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Research Seminar Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Verplichte Onderwijseenheden behorende bij major Europese geschiedenis The Ordering of Modern Europe I (Major Course) 6 Semester 1, blok 1-1 Postpropedeuse The Ordering of Modern Europe II (Major Course) 6 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Historical Research Methods en Techniques (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Major Theme Courses 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Research Seminar Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Verplichte Onderwijseenheden behorende bij Major Oost-Europese Studies 20th Century Russian and Soviety History (Major Course) 6 Semester 1, blok 1-1 Postpropedeuse Central- and Eastern Europa in International Relations (Major Course) 6 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Regional Studies: The Case of Eastern Europe (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Major Theme Courses 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Research Seminar Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Verplichte Onderwijseenheden behorende bij major Europees recht Institutional and Substantive Law of the European Union (Major Course) 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Law Workshop (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse
Major Theme Courses 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Research Seminar Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Verplichte Onderwijseenheden behorende bij major Europese economie European Economics I: Micro (Major Course) 6 Semester 1, blok 1-1 Postpropedeuse European Economics II: Macro (Major Course) 6 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Thinking Like an Economist (Major Workshop) 6 Semester 1, blok 3 Postpropedeuse Major Theme Courses 12 Semester 2, blok 1-2 Postpropedeuse Research Seminar Major 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse * Voor taalverwerving heeft een student keuze uit een van de zestien talen die worden aangeboden aan de Universiteit van Amsterdam (zie ook Deel B, artikel 2.3, lid 3 van deze Onderwijs- en examenregeling). Studenten die kiezen voor een van de hierna genoemde talen volgen in de propedeuse in plaats van Language Proficiency 1a en Language Proficiency 1b, de vakken Europe as a Borderland I en Europe as a Borderland II. In het tweede jaar komt Language Proficiency 1a en 1b in de plaats van Language Proficiency 2 en Language Proficiency 2 in de plaats van Philosophy of Science 1 and 2, hetgeen zij volgen in het tweede semester van het derde jaar. Ze zijn vrijgesteld van de verplichting om een opleidingsgebonden keuzevak te volgen: Taalverwerving Deens Taalverwerving Hebreeuws Taalverwerving Nieuwgrieks Taalverwerving Noors Taalverwerving Servisch-Kroatisch Taalverwerving Tsjechisch Taalverwerving Zweeds
Bijlage 2 - Opleidingsgebonden keuzevakken Naam onderwijseenheid Opleiding Europese Studies Aantal studiepunten Periode Niveau Opleidingsgebonden keuzevakken behorende bij het programma Europese Studies: Als opleidingsgebonden keuzevak volgt de student één van de majorvakken (12 EC) naar keuze van een andere dan de door de student gekozen major of het vak The Contemporary European Union: Process and Policies: Facets of European Identity 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse Het Ordenen van Modern Europa I, en Het Ordenen van Modern Europa II 20th Century Russian and Soviety History, en Central- and Eastern Europa in International Relations Institutioneel en Materieel Recht van de Europese Unie Europese Economie I: Micro, en Europese Economie II: Macro The Contemporary European Union: Process and Policies 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse 12 Semester 1, Blok 2-3 Postpropedeuse behorende bij het programma European Als opleidingsgebonden keuzevak volgt de student één van de majorvakken (12 EC) naar keuze van een andere dan de door de student gekozen major of het vak The Contemporary European Union: Process and Policies: Facets of European Identity 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse The Ordering of Modern Europe I, en The Ordering of Modern Europe II 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse 20th Century Russian and Soviety History, 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse en Central- and Eastern Europa in International Relations Institutional and Substantive Law of the EU 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse European Economics I: Micro, en European Economics II: Macro The Contemporary European Union: Process and Policies 12 Semester 1, Blok 1-2 Postpropedeuse 12 Semester 1, Blok 2-3 Postpropedeuse