ECLI:NL:RBOBR:2013:6452

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ1184

ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2016:4392

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717

ECLI:NL:RBNNE:2017:214

ECLI:NL:RBDHA:2014:8157

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

ECLI:NL:RBDHA:2017:5387

ECLI:NL:RBARN:2011:BR4527

ECLI:NL:CRVB:2015:2828

ECLI:NL:RBZWB:2016:6374

ECLI:NL:RBGEL:2016:6941

ECLI:NL:CRVB:2016:5122

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:CRVB:2014:2191

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691

ECLI:NL:RBZWB:2016:5823

ECLI:NL:RBZWB:2013:4673

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 mei 2015 in zaak nr. 14/10078 in het geding tussen:

ECLI:NL:CRVB:2016:2114

ECLI:NL:GHARL:2017:634

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RBGEL:2017:2594

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBDHA:2013:13810

ECLI:NL:RBDHA:2016:1622

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:RBMID:2012:BY0806

ECLI:NL:CRVB:2017:1982

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572

ECLI:NL:RBROT:2015:6424

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024

ECLI:NL:CRVB:2017:1242

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

ECLI:NL:CRVB:2017:2739

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850

ECLI:NL:CRVB:2017:1054

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:CRVB:2017:2145

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ2838

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

ECLI:NL:CRVB:2016:3509

ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413

ECLI:NL:RBZLY:2006:AY7374

ECLI:NL:CRVB:2016:5013

ECLI:NL:RBOVE:2016:649

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6206

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

ECLI:NL:CRVB:2017:2389

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064

ECLI:NL:RBMNE:2016:5654

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL3148 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer

ECLI:NL:RBROT:2017:2561

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ7913

ECLI:NL:RBAMS:2017:2967

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706

ECLI:NL:CRVB:2016:3143

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBZWB:2015:2161

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:CRVB:2012:BV9932

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140

ECLI:NL:GHARL:2013:8624

ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBALK:2009:BH5268

ECLI:NL:CRVB:2016:1213

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800

ECLI:NL:CRVB:2014:3463

ECLI:NL:GHSHE:2013:5117

ECLI:NL:RBSHE:2007:BA5374

ECLI:NL:RBMAA:2000:AA7321

ECLI:NL:RBZWB:2016:6366

ECLI:NL:CRVB:2016:4664

ECLI:NL:RBNNE:2016:2911

ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:4119

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:4108

ECLI:NL:CRVB:2017:1486

ECLI:NL:CRVB:2014:3352

Transcriptie:

ECLI:NL:RBOBR:2013:6452 Instantie Datum uitspraak 23072013 Datum publicatie 22112013 Zaaknummer 883726 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank OostBrabant Civiel recht Eerste aanleg enkelvoudig Op tegenspraak De bewindvoerder is bij de start van het bewind onvoldoende voortvarend opgetreden. Ook was de communicatie tussen bewindvoerder en rechthebbende niet goed. Inmiddels heeft de bewindvoerder alle nodige stappen gezet en er is een gesprek geweest tussen de bewindvoerder, rechthebbende en de hulpverlener van rechthebbende. Sindsdien is de communicatie aanzienlijk verbeterd. Door omstandigheden buiten rechthebbende en de huidige bewindvoerder is de huidige bewindvoerder de derde bewindvoerder binnen één jaar. De kantonrechter acht een proefperiode gewenst en houdt de beslissing met betrekking tot het verzoek tot ontslag voor een half jaar aan. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK OostBrabant Kanton shertogenbosch Zaaknr.883726 132355 BM nr: 11330 Beschikking 1 Het verloop van de procedure Bij beschikking van de kantonrechter te 'shertogenbosch d.d. 6 maart 2012 is een bewind ingesteld over de goederen van voornoemde rechthebbende waarbij is benoemd tot bewindvoerder: [voormalig bewindvoerder], gevestigd te [woonplaats], [adres]. Bij beschikking van de kantonrechter te 'shertogenbosch d.d. 27 augustus 2012 is de bewindvoerder [voormalig bewindvoerder] geschorst en is [tijdelijk bewindvoerder], geboren op [geboortedatum], p/a [adres], [woonplaats] benoemd tot tijdelijk bewindvoerder over de goederen van rechthebbende.

Bij beschikking van de kantonrechter te 'shertogenbosch d.d. 21 september 2012 zijn [voormalig bewindvoerder] en [tijdelijk bewindvoerder] resp. als bewindvoerder en tijdelijk bewindvoerder ontslagen en is benoemd tot bewindvoerder: M.B.E. Tijssen, geboren op 16 september 1985, namens Tijssen SB&A, gevestigd te 6680 AA Bemmel, postbus 36. Op mondelinge behandeling van 15 juli 2013 zijn verschenen: [rechthebbende], bijgestaan door haar advocaat mr. A.H. Staring, van Plieger & Saija advocaten, gevestigd te 6800 AS Arnhem, postbus 703; [naam 1], begeleider van rechthebbende; [naam 2], zoon van de rechthebbende; B.E.A. Tijssen en mr. J.L. Bongers, van Tijssen SB&A, bewindvoerder; M.G.M.J. TerneusenKeetels en L. van Oorschot van Positief Bewindvoering zijnde de beoogde opvolgend bewindvoerders. Bij brief die op 12 maart 2013 door de rechtbank is ontvangen, heeft rechthebbende klachten geuit over haar bewindvoerder. Ter zitting heeft mevrouw Terneusen verklaard dat zij rechthebbende heeft geholpen met het opstellen van deze brief. De klachten hebben betrekking op de volgende onderwerpen: de communicatie rekeningen die niet betaald worden dwangbevelen van de belastingdienst de afvalstoffenheffing schuldeisers die niet door de bewindvoerder zijn benaderd Op 14 maart 2013 is de bereidverklaring van mevrouw Terneusen om opvolgend bewindvoerder te worden, ontvangen. De bewindvoerder heeft op de klachten gereageerd bij brief van 26 maart 2013. De bewindvoerder geeft aan op 27 september 2012 tot bewindvoerder te zijn benoemd na ontslag van [voormalig bewindvoerder] en van de tijdelijke bewindvoerder [tijdelijk bewindvoerder]. Het dossier dat aan hen werd overgedragen was niet meer dan een stapel onoverzichtelijk papier. Dit heeft ertoe geleid dat er alleen al met het uitzoeken van alle papieren veel tijd gemoeid is. Op 22 oktober 2012 heeft de bewindvoerder alle bij haar bekende instanties aangeschreven. De gemeente betaalde een aantal vaste lasten rechtstreeks aan de schuldeisers, zodat de bewindvoerder geen inzicht had in die schuldeisers. De bewindvoerder heeft meerdere malen schriftelijk aan de gemeente verzocht deze rechtstreekse betalingen te stoppen en de gehele uitkering op de beheerrekening te storten. Door de inwonende zoon, met eigen inkomen, kon het budgetplaatje alleen sluitend worden gemaakt als de zoon voldoende kostgeld betaalde, hetgeen niet gebeurde. De schulden lopen op ten gevolge van het lage inkomen. De bewindvoerder heeft een afspraak gemaakt voor een gesprek met rechthebbende en de hulpverlening.

Bij brief van 27 maart 2013 heeft mr. Staring zich gesteld als advocaat voor rechthebbende. Bij brief van 16 mei 2013 heeft mr. Staring verzocht om ontslag van de bewindvoerder. De overwegingen. Uit eigen wetenschap is het de kantonrechter bekend dat de dossiers van [voormalig bewindvoerder] uit niet meer bestonden dan uit een grote verzameling ongesorteerd papier. De tijdelijk bewindvoerder heeft getracht enige ordening in deze ongeordende verzameling te brengen, maar is daar kennelijk niet geheel in geslaagd. Voor zover er elektronische dossiers waren, bleken deze onvolledig en weinig informatief. De kantonrechter acht daarom aannemelijk dat de bewindvoerder geruime tijd nodig heeft gehad om orde in het dossier te brengen. De bewindvoerder geeft in haar reactie aan dat er in november 2012 contact is geweest met rechthebbende, die onder andere aangaf geen informatie te kunnen geven. Vervolgens heeft de bewindvoerder contact opgenomen met de hulpverleenster van rechthebbenden. Deze gaf aan dat rechthebbende psychische klachten had. Naar het oordeel van de kantonrechter had de bewindvoerder zich dienen te realiseren dat het geen zin had om informatie te vragen bij rechthebbende. Dat zij van rechthebbende geen antwoord heeft gekregen op haar verzoek om informatie, ontslaat de bewindvoerder, gelet op de wetenschap van de persoonlijke situatie van rechthebbende bij de bewindvoerder, niet van de taak om eigen onderzoek te plegen naar de situatie van rechthebbende. Waar de gemeente na meerdere schriftelijke verzoeken niet de gehele uitkering op de beheerrekening stortte en de bewindvoerder kennelijk ook niet informeerde over de schuldeisers van rechthebbende, had het op de weg van de bewindvoerder gelegen om telefonisch contact met de gemeente op te nemen of om een afspraak te maken voor een persoonlijk gesprek om een en ander helder te krijgen. Gelet op al het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de bewindvoerder niet zo voortvarend heeft gehandeld als van een bewindvoerder mag worden verwacht. Ten aanzien van de afvalstoffenheffing had de bewindvoerder van rechthebbende stukken ontvangen waaruit bleek dat zij vrijstelling kreeg voor de afvalstoffenheffing. Het dwangbevel bleek betrekking te hebben op het aantal ledigingen van de afvalcontainer. De kwijtschelding zag slechts op het basisbedrag. De bewindvoerder heeft gevraagd om een betalingsregeling. Naar het oordeel van de kantonrechter kan de bewindvoerder in deze kwestie niets verweten worden. Ter zitting heeft de bewindvoerder verklaard dat er een gesprek heeft plaatsgevonden met rechthebbende, de hulpverlening, de zoon van rechthebbende en de advocaat van rechthebbende. Naar de mening van de bewindvoerder is de communicatie sindsdien aanmerkelijk verbeterd. Dit wordt door rechthebbende en door de hulpverlener bevestigd.

Tevens zijn afspraken gemaakt met de zoon van rechthebbende over het door hem te betalen kostgeld, waardoor het budgetplaatje van rechthebbende nu sluitend is, zodat er zicht is op een stabiele situatie voor rechthebbende. Ter zitting is voorts door de bewindvoerder verklaard dat de woningbouwvereniging had gevraagd om bij het gesprek aanwezig te mogen zijn. De bewindvoerder had erin toegestemd dat de verhuurder gedurende een deel van het gesprek aanwezig zou zijn, maar rechthebbende heeft op advies van haar advocaat toestemming voor de aanwezigheid van de verhuurder geweigerd. Gevolgd daarvan was, volgens de bewindvoerder, dat de verhuurder geen pas op de plaats wilde maken m.b.t. de huurachterstand en de zaak uit handen gaat geven aan een deurwaarder. Mr. Staring heeft ter zitting erkend dat hij zijn cliënt heeft geadviseerd niet in te stemmen met de aanwezigheid van de verhuurder. De kantonrechter begrijpt niet welke beweegredenen ten grondslag hebben gelegen aan dit advies van de advocaat. Het is in de praktijk heel gebruikelijk dat rechthebbende, hulpverlening, sociale woningbouw en bewindvoerder met elkaar in overleg treden om te zoeken naar een oplossing voor de woonsituatie van rechthebbende. Dat een dergelijk overleg in deze situatie niet in het belang van rechthebbende zou zijn, is niet aannemelijk geworden. Hoewel de bewindvoerder, zoals hierboven is vastgesteld, niet in alle opzichten voldoende voortvarend te werk is gegaan, lijkt er thans een stabiele situatie te zijn en is de communicatie sterk verbeterd. De huidige bewindvoerder is de derde bewindvoerder van rechthebbende in een jaar tijd. Rechthebbende is gebaat bij een stabiele situatie. Niet alleen in financieel opzicht, maar ook met betrekking tot haar hulpverleners, zoals haar bewindvoerder. Rechthebbende heeft ter zitting ingestemd met het voorstel van de kantonrechter om een proefperiode van een half jaar in te bouwen. Als gedurende dat half jaar de situatie met betrekking tot de bewindvoering in negatieve zin wijzigt, kan zij zich tot de kantonrechter wenden en zal actie worden ondernomen. Zonder enig overleg met zijn cliënt heeft de advocaat ter zitting medegedeeld daar niet mee in te kunnen stemmen. Daar waar het gaat om de samenwerking tussen bewindvoerder en rechthebbende en niet tussen de advocaat en de bewindvoerder acht de kantonrechter de mening van rechthebbende van groter belang dan de mening van de advocaat. Te meer nu ook de hulpverlening geen bezwaar leek te hebben tegen een dergelijke proefperiode. De kantonrechter merkt nog op dat de advocaat nadat de kantonrechter had aangegeven wanneer de uitspraak zou volgen, meedeelde dat, als het verzoek tot wijziging bewindvoerder niet zou worden gehonoreerd, beroep zal worden ingesteld. Dat deze opmerking werd gemaakt zonder merkbaar overleg met rechthebbende en zonder de beschikking van de kantonrechter en met name de daarin vervatte overwegingen te hebben gelezen, bevreemdt de kantonrechter. Ter zitting heeft de bewindvoerder nog opgemerkt dat rechthebbende door de advocaat niet op de weg via het juridisch loket is gewezen, waardoor zij een hogere eigen bijdrage moet betalen dan nodig is. Daarnaast heeft de advocaat, volgens de bewindvoerder, zelf bijzondere bijstand voor de

eigen bijdrage gevraagd, maar heeft hij dit te laat gedaan. Na de zitting heeft de kantonrechter van de advocaat kopieën van email berichten ontvangen. De advocaat geeft daarbij aan dat het juist is dat cliënte niet via het juridisch loket is doorverwezen. Als de gemeentelijke sociale dienst om die reden niet de gehele eigen bedrage vergoedt, zal hij het deel dat niet wordt vergoed crediteren. Tevens is na de zitting van mevrouw Terneusen bericht ontvangen dat zij het in belang van rechthebbende acht dat er geen wijziging van bewindvoerder plaatsvindt. De na de sluiting van de zitting ontvangen berichten maken geen deel uit van de procedure en zijn daarom bij de overwegingen niet meegenomen. De kantonrechter acht het niet in het belang van rechthebbende dat er thans een wijziging van bewindvoerder plaatsvindt. De kantonrechter hecht er echter wel waarde aan dat de huidige sterk verbeterde communicatie tussen rechthebbende, hulpverlening en bewindvoerder gehandhaafd blijft. De beslissing op het verzoek tot wijziging van de bewindvoerder wordt daarom aangehouden tot 1 februari 2014. Partijen dienen de kantonrechter uiterlijk 1 januari 2014 te berichten ten aanzien van hun samenwerking. Voor zover de klacht inhoudt dat de bewindvoerder aanvankelijk te weinig voortvarend te werk is gegaan, wordt deze klacht gehonoreerd. Hetzelfde geldt met betrekking tot de communicatie tot medio april 2013. De overige klachten worden afgewezen. 3 De beslissing De kantonrechter: Ten aanzien van het verzoek wijziging bewindvoering: Houdt de beslissing op het verzoek wijziging van de bewindvoerder aan tot 1 februari 2014. Bepaalt dat partijen uiterlijk 1 januari 2014 berichten ten aanzien van hun samenwerking. Ten aanzien van de klacht: Honoreert de klacht inhoudende dat de bewindvoerder aanvankelijk te weinig voortvarend te werk is gegaan. Honoreert de klacht inhoudende dat de bewindvoerder onvoldoende met rechthebbende communiceerde.

Wijst de overige klachten af. Gegeven op 23 juli 2013 door mr. P.A.M. Penders in tegenwoordigheid van de griffier. Beschikking verzonden op: Tegen deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na dagtekening van deze eindbeschikking door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het gerechtshof te shertogenbosch.