Carry Slee. razend. 1. A. De titel van het boek is razend B. De naam van de auteur is Carry Slee. C. De uitgever van dit boek is prometheus Het boek is verschenen in 2000. Het boek heeft 144 Bladzijden. Ik heb de eerste druk gelezen. 2. Samenvatting van het boek. De hoofdpersoon, Sven, is een rustige, aardige jongen. Hij zit in de tweede klas en is ongeveer 14 jaar. Sven heeft bijna zijn hele leven gezwommen maar is er een tijdje geleden mee gestopt. Zo wil hij meer tijd overhouden voor het filmen, wat ook een grote hobby van hem is. De vader van Sven is het niet met zijn keuze eens. Daarom scheldt hij zijn zoon uit en slaat hij hem. De broer van Sven, Lennart, zwemt ook en heeft er veel plezier in. Lennart mag aan allerlei belangrijke wedstrijden meedoen. Omdat Svens vader erg trots op Lennart is, trekt hij hem voor. Sven is verliefd op Roosmarijn, een meisje uit zijn klas. Roosmarijn wil actrice worden. Sven vraagt haar of zij in zijn nieuwe film wil spelen. Zo ziet hij haar vaker en krijgen ze misschien iets met elkaar. Als Roosmarijn bij Sven thuis is, ontmoet zij Lennart. Lennart wordt ook verliefd op Roosmarijn en vertelt leugens over zijn broer, omdat hij in de gaten heeft dat Roosmarijn Sven wel ziet zitten. Roosmarijn heeft ook een probleem. Haar leraar wiskunde, die bij alle leerlingen erg geliefd is, kan niet van haar afblijven. Hij raakt haar aan zonder dat zij dit wil. Als haar vriendin Halima dit hoort vertelt zij het aan de klas. Helaas wil niemand hen geloven. Sven begrijpt het wel, en wil actie ondernemen. Tijdens een wiskundeles roept hij naar zijn leraar dat hij van Roosmarijn af moet blijven. Als de directeur dit hoort wordt Sven geschorst. Sven wil namelijk niet vertellen dat Roosmarijn het slachtoffer is. Later komt alles boven water doordat de directeur de leraar erop betrapt dat hij aan Roosmarijn zit. Roosmarijn vertelt alles en gaat direct daarna naar Sven. Ondertussen komt Sven thuis en is zijn vader razend. Hij heeft gehoord wat Sven geroepen heeft en slaat hem in elkaar. Ook zegt de vader dat hij Sven niet meer als zoon wil hebben. Sven heeft pijn, is kwaad en erg verdrietig. Daarom besluit hij weg te lopen. Onderweg koopt Sven een mes en gaat toch terug naar huis. Hij gaat voor zijn vader staan en roept dat zijn vader hem neer mag steken, omdat hij toch niet van hem houdt. Dan laat zijn vader het mes vallen en loopt weg.
De dagen erna moeten Sven en zijn vader met een maatschappelijk werkster praten. Nu komt naar boven dat de vader van Sven vroeger ook werd geslagen en zich daarom zo gedraagt. Aan het einde van het boek krijgt Sven toch nog verkering met Roosmarijn en is alles weer opgelost. Het verhaal speelt zich in deze tijd af. De voornaamste plaatsen zijn bij Sven thuis en op de school van Sven en Roosmarijn. 3. Over de auteur. Slee is in 1949 in Amsterdam geboren en opgegroeid. Haar moeder is verstandelijk gehandicapt en dat was voor de jonge Carry niet eenvoudig: alles draaide in haar leven om haar moeder. Haar vader kon er niet mee omgaan en vluchtte in zijn werk. Toen ze op de lagere school bij andere kinderen thuiskwam, realiseerde ze zich dat het bij haar thuis anders was dan bij anderen. Zij droeg al jong veel meer verantwoordelijkheden dan de meeste kinderen. Carry Slee wilde daarom ook graag aan de werkelijkheid ontsnappen. Fantaseren en schrijven hielpen haar daarbij. Toen ze nog heel klein was schreef ze al korte verhaaltjes. Ze vouwde daar boekjes van en zette die in de boekenkast. Aan haar knuffels las ze de boekjes voor. Waar ze over gingen weet Slee niet meer, maar nog wel dat voorlezen erg leuk was. Achteraf vindt ze dat het ziek zijn van haar moeder haar ook iets goeds heeft opgeleverd. Door het verdriet van haar moeder is Carry's vermogen om zich in te leven in anderen goed ontwikkeld. In een interview zegt ze daarover: "Ik denk dat in die periode de kiem is gelegd voor mijn schrijverschap". Na haar middelbare school ging Slee naar de Academie van Expressie door Woord en Gebaar. In 1975 slaagde ze voor deze opleiding. Daarna werd ze dramadocent in het middelbaar beroepsonderwijs. Ze kon haar schrijverskwaliteiten daar goed gebruiken. Samen met haar leerlingen bedacht ze namelijk verhaallijnen, waar ze vervolgens zelf toneelstukken van maakte. Haar leerlingen voerden die vaak met groot succes op. Maar hoe leuk ze het lesgeven ook vond, het bevredigde haar niet echt. "Er spookten altijd zoveel verhalen door mijn hoofd", zegt ze later over die tijd. Carry Slee krijgt twee dochters, toen die klein waren vertelde ze aan hen verhaaltjes waarin "Keetje Karnemelk" de hoofdrol speelde. Haar dochters vonden die verhalen zo leuk, dat Slee ze opstuurde naar de Bobo. Ze werden meteen geaccepteerd en verschenen tweewekelijks. Ook schreef ze wel eens naar de rubriek Margriet weet raad. Slee was nu niet meer te stoppen en het ene verhaal na het andere borrelde op in haar hoofd.
4. Over het boek. A. Op de voorkant van het boek zie je Roosmarijn en Sven. Dit heeft met het verhaal te maken dat ze elkaar leuk vinden en op het einde verkering krijgen. B. Nee, het boek is aan niemand opgedragen. C. Sven is de hoofdpersoon. Dit kun je merken doordat alle om Sven draait. Je merkt dit doordat je veel over hem te weten komt, zoals zijn gevoelens en gedachtes. Positief: 1. Doorzetter: Hij gaat gewoon door met leven ondanks wat er thuis gebeurt en soms gaat hij ook tegen zijn vader in. 2. Beschermend: Hij wil Roosmarijn beschermen tegen haar wiskunde leraar door in de klas te schreeuwen dat hij van haar af moet blijven. Negatief: 1. Terughoudend: Hij vertelt niemand dat hij thuis door zijn vader geslagen wordt. 2. Onzeker: Dit komt doordat zijn vader hem slaat. D. De belangrijkste plaatsen in het boek zijn bij Sven thuis en op school. De schrijfster heeft voor deze plekken gekozen, omdat thuis de mishandeling van Sven altijd plaats vind en op school gaat Sven met Roosmarijn om. Ook gaat het op school over de wiskundeleraar die ongewild aan Roosmarijn zit. E. Het verhaar staat is een logische en chronologische volgorde. De trucs die de schrijfster gebruikt om het verhaal spannend te maken zijn: De enige truc die wordt gebruikt in het verhaal is een cliffhanger. Het verhaal staat op het punt dat er iets gaat gebeuren, en dan spring het verhaal over op een andere verhaallijn. Omdat je toch wilt weten wat er gaat gebeuren lees je toch verder. F. Dit verhaal is geschreven in het hij/zij perspectief. Dit kun je merken doordat je het verhaal steeds door de ogen van iemand anders ziet gebeuren. G. Dit verhaal heeft een gesloten einde, want je hoeft niks meer in te vullen want er blijven geen vragen meer over dus je hoeft zelf niks meer in te vullen.
5. Leeservaringen. Onderwerp. Het onderwerp van het verhaal spreekt mij wel aan want, ik hou er wel van als er een beetje actie in een boek zit. Het onderwerp heeft mij geen nieuwe kanten van het onderwerp laten zien. Dit komt omdat, ik er al veel over gehoord heb van andere mensen. Nee, het verhaal heeft mij niet aan het denken gezet. Ja, mijn verwachting over het verhaal is uitgekomen. Nee, ik ben niet anders gaan denken over bepaalde onderwerpen die in het verhaal besproken zijn. Het onderwerp is niet heel grondig uitgewerkt maar het is ook niet oppervlakkig. Het onderwerp is wel aan de voorspelbare kant uitgewerkt want, er zitten van die standaard dingen in die heel vaak in verhalen met dit onderwerp gebeuren. Alle kanten hebben genoeg aandacht gekregen want ik had geen vragen meer voor mezelf over het onderwerp en de gebeurtenissen in het boek. Dit is het eerste boek dat ik over dit thema heb gelezen. Gebeurtenissen. Ja, het verhaal bevat genoeg gebeurtenissen om boeiend te blijven tot het einde. Er zit genoeg tempo in het verhaal. Ik vind dat de nadruk in dit verhaal op de gebeurtenissen ligt. De gebeurtenissen bij Sven thuis hebben wel indruk gemaakt op mij. Dit komt omdat het soms best hevig is wat er gebeurt. Ik vind dat de gebeurtenissen geloofwaardig zijn. Ik vind de gebeurtenissen herkenbaar voor dit thema. Ik vind dat de gebeurtenissen wel een beetje voorspelbaar zijn. Ik heb zelf nog nooit iets mee gemaakt wat hier op lijkt en ik hoop ook dat ik dat nooit mee zal hoeven maken. In dit verhaal staan geen gebeurtenissen die ik mee zou willen maken.
Personages. De hoofdpersoon is wel iemand die voor mij gaat leven omdat, ik mij soms erg kan inleven in een verhaal. Ik kan mij goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaalpersonen. Ik zou wel op Sven willen lijken. Want hij laat niet zomaar over zich heen lopen en dat gebeurt mij wel is. Ik vind het gedrag en ideeën van de personen wel begrijpelijk als je kijkt naar de situaties waar ze in zitten. Nee, geen enkel verhaal persoon heeft mij beïnvloed. Nee, geen enkel gedrag, uitspraak of gedachte van een van de personages heeft mij aan het denken gezet. Ja, je komt genoeg van de personages te weten om ze te kunnen begrijpen. Je hoeft zelf niet veel in te vullen en daardoor kun je de personen goed begrijpen. De personen veranderen wel in het verhaal en dat is ook begrijpelijk. Ik vind geen enkele beslissing die genomen is vreemd. Bouw. Ja, de gebeurtenissen volgen elkaar logisch op. Het verhaal is wel spannend opgebouwd en dat komt door de cliffhangers in het verhaal. Het verhaal is niet ingewikkeld. Er zitten wel meerdere verhaallijnen in maar als je goed hebt opgelet in het verhaal dan is het verhaal niet moeilijk om te volgen. De verhaallijnen zijn goed met elkaar verbonden. Ze hebben de personen die er in voorkomen gemeen. Het verhaal bevat wel terugblikken en dat maakt het verhaal interessanter. Ik vind het een goed en plezierig slot. Want ik hou er niet van als ik niet weet hoe iets afloopt in een boek. Taalgebruik. Ik vind het boek makkelijk te lezen want er is geen moeilijk taalgebruik. De zinnen zijn makkelijk te lezen en het verhaal bevat weinig moeilijke woorden. Het verhaal bevat weinig beschrijvingen. Dit is wel prettig voor het leestempo. Er zitten niet zoveel dialogen in het verhaal. Ik vind dit soms prettig en soms niet.
6. Recensie. Het boek knalt er gelijk in, vanaf pagina 1. We maken kennis met Sven, net in elkaar geslagen door zijn vader. Hij bekijkt zijn opgezwollen gezicht in de spiegel en we krijgen door zijn gedachten gelijk de hoofdlijnen te weten. Een beetje cliché is het wel: verliefd op een meisje en problemen thuis. Veel tijd om daar meer over te weten te komen krijgen we niet, gezien de vader van Sven binnenstormt om zijn zoon de kamer, op een niet zo fijne manier, te laten zien. Goed gedaan mevrouw Slee, enerzijds lichtelijk vertellen waar het boek over gaat en anderzijds onze interesse wekken waardoor we blijven lezen. En dat gebeurt ook. Ondanks de voorspelbaarheid en eenvoudigheid van het boek, is het een succesvolle formule. Of is het misschien juist die voorspelbaarheid en eenvoudigheid die de formule zo succesvol maakt? Zoals bij een roman of detective? Hoe dan ook, het boek biedt precies de zaken die onderbouwleerlingen nodig hebben om toe te treden tot de wereld van de literatuur. Wat een grote plus is, is de verfilming van het boek. Hierdoor is het voor docenten ook zeer aantrekkelijk om te gebruiken in de les. Nadat je leerlingen het boek laat lezen, of gezamenlijk leest, laat je een stuk van de film zien. Hierdoor zien de leerlingen wat ze lezen en maak je automatisch het lezen aantrekkelijker. Al met al is Razend een vermakelijk boek over een hedendaags probleem in de samenleving dat door haar eenvoudige, doch boeiende, schrijfstijl zeer aantrekkelijk is voor de jeugd om te lezen. Ook voor docenten die leerlingen willen laten kennismaken met literatuur en dit aantrekkelijk willen maken, raad ik dit boek (vooral in samenhang met de film) zeker aan. Fijn: Hoort wel in het verhaal thuis want het verhaal is fijn om te lezen. Aantrekkelijk: Hoort wel in het verhaal thuis want als je het verhaal leest wil je alleen maar doorlezen. Boeiend: Hoort wel in het verhaal thuis want het verhaal blijft boeiend tot het einde. Eenvoudig: Hoort wel in het verhaal thuis want het is een eenvoudig boek. Vermakelijk: Hoort wel in het verhaal thuis want het boek blijft je vermaken tot het einde van het verhaal. Eigen mening. Ik vind dit een prettig boek om te lezen en ik zou het zeker aanraden aan andere kinderen om ook te gaat lezen.