5. Vaders en hun kind: maar wie is nu de vader? En wie heeft er recht op informatie en contact?

Vergelijkbare documenten
Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder

Verlies van een partner - Verwerking - Kinderen

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Je vrienden kan je kiezen, je familie niet. Misschien ben jij de oudste thuis of heb je een oudere broer of jongere zus. Ook al heb je soms ruzie en

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt

Minderjarigheid in het recht

Als ouders uit elkaar gaan

met minderjarige ouders

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Een statuut voor pleegouders. april 2017

1 Tijdstip verwekking

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak C. De rechtsleer D. De gewoonte E. De algemene rechtsbeginselen...

1. Het adres van inschrijving in de bevolkingsregisters van een niet-ontvoogde minderjarige:

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

t Zitemzo... met het informed consent & minderjarige patiënten

Als ouders niet meer samen zijn

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

Als ouders niet meer samen zijn

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier.

uitgave december 2011 beroepsgeheim

Als ouders niet meer samen zijn

Werkstuk Maatschappijleer Curatele, mentorschap en bewindvoerschap

Ouders, kinderen & scheiding. Mie Jacobs VCOK

Cliëntoverleg Integrale Jeugdhulp (IJH) Gedragscode voor deelnemers aan het cliëntoverleg ALGEMENE BEPALINGEN: WIE HEEFT BEROEPSGEHEIM?

Ouderschap, gezag en scheiding

.1.Wat de bevoegdheid van de vrederechter betreft. .2.Wat de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel betreft

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

voorlopige hechtenis kinderbijslag spaarrekening ... als je minderjarig bent bioscoop identiteitskaart beroepsvereniging deeltijds onderwijs dancing

Als ouders niet meer samen zijn Informatie over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIE. Zaal 058/

2. Rechtsbekwaamheid en handelingsbekwaamheid

Trefdag Thuislozenzorg

Als ouders niet meer samen zijn

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord 3

Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal

Vertegenwoordiging Bij vertegenwoordiging zal de bewindvoerder - al dan niet in overleg zelf de beslissingen nemen voor de beschermde persoon.

Beleid Informatieverstrekking en beslissingsrecht gescheiden ouders

WGBO bij kinderen. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst

met het beroepsgeheim

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Juridische bescherming van de goederen en de persoon. Martine De Moor Kenniscentrum persoonsgerichte bewindvoering Ieper/22 november 2017

Rechterlijke beschermingsmaatregelen - bewindvoering. Wet van 17 maart2013

Gezag, omgang en informatie

SAMEN KINDEREN VLEUGELS GEVEN. Een statuut voor pleegzorgers.

Pleegzorgers: opvoedingsverantwoordelijken en instemming in de Integrale Jeugdhulp. 1 december 2017

Schoolbeleid

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

De nieuwe wet bestaat uit een gerechtelijk en een buitengerechtelijk luik.

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders

Meemoederschap, afstamming en naam

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Beroepsgeheim in beweging : Informatie-uitwisseling tussen jeugdhulp en justitie.

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders

Als ouders niet meer samen zijn

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Als u tijdelijk voogd wordt over een jongere. uit het Caribische deel van het Nederlandse Koninkrijk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Adoptie van een kind in Nederland

I.T. 113 BEWINDVOERDER / VOOGD

De familie- en jeugdrechtbank

Mter. Toon VANCOILLIE Mter. Karen VERHOLLEMAN

Definities van de gehanteerde termen:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Protocol gescheiden ouders Tevens niet-samenwonende ouders

Tel.: 011/ Vrederechter Hasselt kanton 1 / 2 Fax: 011/ Naam:.. Voornaam:... Beroep: Adres:... Tel.:...GSM.:... .:...

Artikel 1240 van het Gerechtelijk Wetboek

Echtscheiding: algemeen - begrippen in verband met scheiding

Materiële hulp voor kinderen die illegaal verblijven

Gescheiden & uw kind in behandeling. Voor ouders

Gezag, omgang en informatie

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II

30 DECEMBER Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

Gezag, omgang en informatie. Ministerie van Justitie

Decreet Rechtspositie van de Minderjarige in de Integrale Jeugdhulp. Een gids voor ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Als ouders niet meer samen zijn. Hulp aan kinderen (tot 16 jaar) van gescheiden ouders. Jeugd GGZ. Veelzijdige zorg

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

Beoordeling Bevindingen

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers

GERAARDSBERGEN-LIERDE

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T


Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders

Transcriptie:

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 117 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM 5. Vaders en hun kind: maar wie is nu de vader? En wie heeft er recht op informatie en contact? Auteurs: Ellen Demey Jurist bij Agentschap Jongerenwelzijn Annemie Van Looveren Jurist bij Steunpunt Jeugdhulp 1. Vader van mijn kind? Tinny werd geboren toen haar mama Marie nog met Joz gehuwd was. Joz en Marie hadden al lang geen relatie meer. Tinny heeft Joz nooit gekend maar toch wordt hij altijd vernoemd als haar vader. Eigenlijk wil Tinny niets te maken hebben met Joz. Marie weet dat Joz niet de echte papa is maar wel Gino, de man waarmee ze destijds een affaire had. Tinny heeft Gino nooit gekend. Het is de huidige partner van mama, Leo, die al haar hele leven voor haar zorgt. Zij beschouwt Leo dan ook als haar papa. Nu daagt Gino op en wil hij contact met Tinny. Heeft hij dat recht? Een vrouw is volgens de wet niet verplicht om de vader in te lichten over de zwangerschap of over de beslissing tot abortus. Op dat punt ben je als biologische vader dus volledig afhankelijk van de goodwill van de moeder. Wanneer je wel weet dat je de biologische vader bent, zijn nog niet alle problemen van de baan. Complexe gezinssituaties waarin meer dan één vaderfiguur voorkomt, komen vaak genoeg voor. Om duidelijkheid te krijgen over de rechten van iedere vader moet er eerst gekeken worden naar de juridische positie van de verschillende mannen. Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 1

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 118 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM 1.1. Het biologische, feitelijke en juridische vaderschap Voor het biologische vaderschap is de biologische realiteit bepalend. De verwekker van het kind is de biologische vader van het kind. Bij het feitelijke vaderschap wordt er gekeken naar de sociale realiteit. Wie gedraagt zich tegenover het kind als vader en wie ziet het kind als vader. Het juridische vaderschap is het vaderschap dat bij wet werd vastgesteld en dat rechten en plichten met zich meebrengt. Hierdoor wordt de afstammingsband bepaald, wat een band voor het leven met zich meebrengt. Vaak is het zo dat het biologische, feitelijke en juridische vaderschap bij één persoon ligt. Het vaderschap komt, in tegenstelling tot het moederschap, niet automatisch vast te staan. Het is mogelijk dat, zoals in de casus, het biologische vaderschap bij één persoon ligt en het juridische en het feitelijke vaderschap bij anderen. Hoewel Leo voor Tinny zorgt en ze hem papa noemt, is Gino de biologische vader en zal Joz de juridische vader zijn die het ouderlijk gezag over Tinny uitoefent. Daarnaast kunnen nog andere vaderfiguren een rol spelen in het leven van een kind: grootouders, een pleegouder of stiefouder, Zij zijn geen juridische ouders en dragen geen ouderlijk gezag maar kunnen wel een rol vervullen naar het kind toe. Zo is een pleegouder een vrijwillige hulpverlener en tegelijk ook een opvoedingsverantswoordelijke. Ook een stiefouder kan een opvoedingsverantwoordelijke zijn, die in die hoedanigheid betrokken wordt in de jeugdhulpverlening, en bijvoorbeeld instemming moet geven met de hulpverlening die ook hem raakt, Een adoptie-ouder wordt door de adoptie de juridische ouder van het kind. Op deze aparte verhoudingen met het kind gaan we in deze tekst niet in. 1.2. Hoe zorg ik er voor dat ik de juridische vader van mijn kind wordt? Alleen de man die juridisch gezien de vader is, heeft rechten en plichten tegenover zijn kind. Het is de juridische vader die het ouderlijk gezag uitoefent, beslissingen kan nemen met betrekking tot het kind, een onderhoudsplicht heeft, Er zijn verschillende manieren waarop de afstamming langs vaderszijde kan worden vastgelegd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 2 Afl. 13 oktober 2015

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 119 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM vaststelling van het vaderschap voor kinderen die binnen of buiten een huwelijk zijn verwerkt en/of geboren. Een man kan op de volgende drie manieren juridisch vader worden: 1. Het kind wordt geboren tijdens of kort na het huwelijk met de moeder 2. De man erkent het kind voor de ambtenaar van de burgerlijke stand 3. De rechter bevestigt dat iemand de juridische vader van het kind is. 1.2.1 Binnen het huwelijk: De vaderschapsregel Als de moeder gehuwd is ten tijde van de geboorte of het kind kort na het huwelijk geboren wordt, geldt het vermoeden van vaderschap of de vaderschapsregel. Volgens dit principe heeft een kind dat geboren wordt binnen een huwelijk of binnen de 300 dagen na ontbinding of nietigverklaring van een huwelijk, de echtgenoot van de moeder als vader. Dit is voor een man de enige manier waarop hij automatisch de juridische vader van een kind kan worden. Uitzonderingen Er bestaan een aantal uitzonderingen op het vermoeden van vaderschap. Zo geldt dit vermoeden niet wanneer er een juridisch vermoeden van afwezigheid wordt vastgesteld en blijkt dat een kind meer dan 300 dagen na de verdwijning van de echtgenoot geboren werd. Daarnaast zijn er vier situaties waarin de vaderschapsregel niet geldt. Wanneer een kind geboren wordt meer dan 300 dagen nadat echtgenoten toestemming kregen van de rechter om apart te wonen in het kader van een procedure tot echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting Wanneer een kind geboren wordt meer dan 300 dagen nadat een verzoekschrift tot echtscheiding door onderlinge toestemming werd neergelegd. Wanneer een kind geboren wordt meer dan 300 dagen nadat echtgenoten op verschillende adressen zijn ingeschreven volgens het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het wachtregister. Dit op voorwaarde dat ze nadien niet opnieuw zijn ingeschreven op hetzelfde adres. Een kind dat geboren wordt meer dan 300 dagen nadat de familierechtbank toestemming heeft gegeven aan de echtgenoten om apart te wonen in het kader van dringende voorlopige maatregelen en minder dan 180 dagen nadat deze maatregel is verstreken of nadat de echtgenoten feitelijk herenigd zijn. Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 3

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 120 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM In deze vier situaties wordt de echtgenoot van de moeder niet automatisch als vader van het kind aangeduid, tenzij vader en moeder bij de aangifte van de geboorte een gemeenschappelijke verklaring tot handhaving van de vaderschapsregel afleggen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. 1.2.2. Buiten het huwelijk: 2 mogelijkheden Wanneer het kind buiten een huwelijk is geboren, zijn er twee manieren om het juridische vaderschap vast te leggen: de vaderlijke erkenning en het gerechtelijke onderzoek naar het vaderschap. Er zijn ook situaties waarin een erkenning of een vordering tot onderzoek naar het vaderschap niet mogelijk is zonder toestemming van de moeder. Wanneer tegen de vermoedelijke vader een procedure loopt wegens verkrachting van de moeder in de periode waarin het kind wettelijk gezien verwekt kan zijn, moet er gewacht worden tot er een uitspraak is in de verkrachtingszaak. Wanneer de vermoedelijke vader schuldig wordt bevonden, dan zal hij het kind niet kunnen erkennen en zal zijn verzoek om toestemming tot erkenning of onderzoek naar het vaderschap worden verworpen. A. Vaderlijke erkenning Wanneer het kind niet binnen een huwelijk geboren wordt, moet het vaderschap vastgesteld worden. Dit kan via erkenning. Erkenning is de handeling waarbij een man, zowel minder- als meerderjarig, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand aangeeft dat hij een bepaald kind als het zijne erkent. Dit kan zowel voor als na de geboorte gebeuren, mits voldaan wordt aan de voorwaarden. Een kind erkennen voordat het geboren is kan pas vanaf het moment dat de moeder 6 maand zwanger is. Om een kind voor de geboorte te kunnen erkennen is het dan ook vereist om een attest van de gynaecoloog waarin dit bevestigd wordt, voor te leggen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De moeder van het kind moet ook haar toestemming geven voor de erkenning. Ook om een kind na de geboorte te erkennen is er toestemming nodig. Zolang het kind minderjarig is, moet de moeder steeds toestemmen met de erkenning. Van zodra het kind 12 jaar is, moet ook het kind zijn toestemming geven. Als het gaat om de erkenning van een meerderjarig of een ontvoogd minderjarig kind, is alleen de toestemming van het kind vereist. Als de moeder overleden is of niet bekend, kan nog steeds een erkenning plaatsvinden, ook al heeft de vermoedelijke vader geen contact met het kind. Deze erkenning gebeurt voor de ambtenaar van de burgerlijke 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 4 Afl. 13 oktober 2015

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 121 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM stand van de gemeente waar het kind geboren is. Het kind dat ouder is dan 12 jaar en de wettelijke vertegenwoordiger kunnen hier voorafgaandelijk hun toestemming voor geven maar dat is niet noodzakelijk. Wanneer de toestemming niet gegeven werd, moet de ambtenaar van de burgerlijke stand het kind dat ouder is dan 12 jaar en de wettelijke vertegenwoordiger op de hoogte brengen van de erkenning. Zij hebben dan 6 maand de tijd om de vernietiging van de erkenning te vorderen. Het is mogelijk dat de moeder, het kind of de wettelijk vertegenwoordiger van het kind- weigert toe te stemmen met de erkenning. Wanneer het gaat om de erkenning van een meerderjarig of een ontvoogd minderjarig kind, kan de vermoedelijke vader geen stappen meer ondernemen. Het meerderjarige kind beschikt immers over een vetorecht. Wanneer het gaat om de erkenning van een minderjarig kind kunnen er wel gerechtelijke stappen ondernomen worden. De vermoedelijke vader dagvaardt dan de personen die hun toestemming weigeren te geven. De rechtbank zal dan de partijen horen en proberen te verzoenen. Wanneer die verzoeningspoging mislukt dan zal de vader moeten bewijzen dat hij de biologische vader is, waarna de rechtbank een uitspraak doet. Wanneer het gaat over de erkenning van een kind dat op het ogenblik dat het verzoek werd ingediend één jaar of ouder was, zal de rechtbank naast de bewijzen van het biologische vaderschap ook rekening houden met het belang van het kind. Er is geen termijn voorzien waarbinnen de erkenning moet gebeuren of de vordering om te mogen erkennen zonder toestemming moet ingesteld worden. De vermoedelijke vader kan dus jaren na de geboorte het kind nog erkennen of jaren na de toestemmingsweigering nog een vordering instellen bij de rechtbank. B. Het gerechtelijke onderzoek naar het vaderschap Wanneer het kind buiten het huwelijk werd geboren en niet werd erkend kan een procedure tot onderzoek van het vaderschap gestart worden door de vermoedelijke vader maar ook door de moeder of door het kind. Deze procedure kan enkel gevoerd worden als er geen juridische vader is. Als er wel een juridische vader is, moet eerst diens vaderschap betwist worden. Joz is de juridische vader van Tinny. Als Gino erkend wil worden als juridische vader dan moet eerst het juridisch vaderschap van Joz betwist worden en pas daarna kan de juridische vaderschapsband tussen Gino en Tinny bevestigd worden. Deze procedure tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap kan tot dertig jaar na de geboorte van het kind of nadat de vaderrol niet langer Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 5

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 122 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM feitelijk wordt opgenomen, gestart worden. Het kind heeft zelfs 48 jaar de tijd om deze procedure te starten, aangezien deze termijn wordt opgeschort tijdens de minderjarigheid. Er is wel een mogelijkheid voor de moeder of het kind om verzet aan te tekenen tegen deze procedure. Wanneer een meerderjarig of ontvoogd minderjarig kind verzet aantekent, dan zal de procedure worden afgewezen. Het meerderjarig of ontvoogd minderjarig kind beschikt immers over een vetorecht. Wanneer de moeder of het minderjarige kind ouder dan twaalf jaar verzet aantekenen, dan zal dit pas aanvaard worden door de rechtbank wanneer het gaat om een kind dat ouder is dan 1 jaar en de vaststelling van het vaderschap in strijd is met de belangen van het kind. Afstamming wordt binnen een procedure tot onderzoek van het vaderschap bewezen door aan te tonen dat er bezit van staat is ten aanzien van de vermoedelijke vader. Bezit van staat is een abstract begrip en houdt in dat de vaderrol al lang feitelijk wordt opgenomen: zoals bv. door Leo die al lang voor Tinny zorgt en door Tinny als haar papa aanzien wordt. Hier wordt veel belang aan gehecht, omdat de zekerheid die het kind daardoor gekregen heeft niet mag worden onderuitgehaald. Wanneer er geen bezit van staat kan worden vastgesteld, wordt de afstamming bewezen door alle wettelijke middelen. Van alle middelen is het genetisch onderzoek echter het meest betrouwbaar. Een DNA-test toont aan dat iemand de biologische vader van het kind is. Op zich is dergelijke test niet altijd voldoende om ook de juridische vaderschapsband te vestigen. De rechter gaat immers na of er geen andere vaderschapsband voor het kind gevestigd is en of daarin geen sprake is van bezit van staat. Bovendien moet men ook rekening houden met de betrouwbaarheid van dergelijke testen, zeker als ze niet door medisch geschoold personeel uitgevoerd werden. Met betrekking tot het genetisch onderzoek en minderjarigen is de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren van oordeel dat een arts dit alleen kan uitvoeren binnen een gerechtelijke procedure, dus wanneer het opgelegd wordt door een rechter. Er wordt dan ook geadviseerd aan artsen om geen genetisch onderzoek uit te voeren wanneer dit gevraagd wordt door de ouder van een minderjarig kind. Als het een meerderjarig kind betreft en de nodige schriftelijke toestemmingen werden verkregen, dan kan de arts wel een dergelijk onderzoek uitvoeren. Toch kunnen eenvoudig verkrijgbare tests soms wel de ruimte bieden om het gesprek tussen partijen aan te gaan of duidelijkheid te creëren zonder dat juridische procedures gevoerd moeten worden. Het is dan wel nodig dat de partijen er zelf mee instemmen (het gaat hier immers om een 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 6 Afl. 13 oktober 2015

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 123 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM medische handeling) en de test betrouwbaar is. De bewijswaarde ervan in een latere juridische procedure zal echter slechts gering zijn. Zelfs als een genetisch onderzoek het biologisch vaderschap aantoont, zal er bovendien nog een uitspraak van de rechter nodig zijn om de juridische vaderschapsband vast te leggen. Een genetische test op zich, al dan niet uitgevoerd door een arts, legt dus nog geen juridisch vaderschap vast. 1.3. Ik ben de juridische vader maar niet de biologische vader, wat nu? Zowel het vaderschap dat vastligt door de vaderschapsregel als door erkenning kan betwist worden, tenzij er sprake is van bezit van staat tussen het kind en de juridische vader. Bezit van staat betekent eigenlijk dat die man ook daadwerkelijk al geruime tijd die vaderrol opneemt en het in het belang van het kind is dat die stabiele relatie behouden blijft. Een vordering tot betwisting van het vaderschap kan, afhankelijk van de situatie, ingesteld worden door verschillende personen. Een vordering tot betwisting van het vaderschap van de echtgenoot kan ingesteld worden door de moeder, de echtgenoot, de man die het vaderschap opeist en het kind. Een vordering tot betwisting van een erkenning kan ingesteld worden door de moeder, de man die het kind heeft erkend, de man die het vaderschap opeist en het kind. 1.4. De mee-vader. Vaak hebben homoseksuele koppels een kinderwens. Binnen een relatie van twee mannen staat enkel de mogelijkheid tot adoptie open om ten aanzien van beide partners een juridische band met het kind te vestigen. Adoptie door 2 personen van gelijk geslacht is mogelijk. Beide partners, of als er één reeds juridisch ouder is kan de mee-vader, het kind adopteren en door adoptie juridische ouder van het kind worden. Indien dit niet wordt gedaan blijft de mee-vader juridisch een vreemde voor het kind. 2. Wat brengt het juridisch vaderschap met zich mee? Het juridische vaderschap brengt de rechten en plichten van het ouderschap met zich mee. Het maakt niet uit of iemand thuisloos of dakloos is, in de gevangenis zit, onderhoudsgeld betaalt of niet, betrokken is op het Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 7

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 124 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM kind of niet Wanneer die persoon de juridische vader is, dan heeft hij rechten en plichten ongeacht de praktische bezwaren die zijn situatie met zich kan meebrengen behoudens wanneer een rechter in het belang van het kind hierover andere uitspraken deed. Belangrijk om rekening mee te houden is wel dat binnen het gehele juridische ouderschap niet de rechten en plichten of het belang van de ouder centraal staat. Alles draait om het belang van de minderjarige en hoe je daar als ouders over waakt en toe bijdraagt. 2.1. Het ouderlijk gezag 2.1.1. Wat betekent het ouderlijk gezag? Het ouderlijk gezag neemt een aanvang bij de geboorte of vanaf de juridische vaststelling van het vaderschap en eindigt op het moment dat het kind 18 jaar wordt. Het omvat de rechten en plichten die ouders hebben tegenover hun minderjarige kind en zijn goederen. Ouders hebben dus niet alleen rechten maar ook plichten, zij moeten hun minderjarige kind immers laten opgroeien, begeleiden en opvoeden tot zelfstandige, onafhankelijke volwassenen en zij moeten hierbij het belang van hun kind vooropstellen. Het belang van het kind is een zeer abstract gegeven en kan op verschillende manieren worden ingevuld, afhankelijk van de omgeving waarin men opgroeit, de cultuur waarin men opgroeit, De relatie tussen ouder en kind die een hulpverlener voor ogen heeft kan verschillen van die ouderkind relatie die bij hun cliënten bestaat. Partijen moeten dan ook voor ogen houden dat het belang van het kind op een verschillende manier kan ingevuld worden en hiervoor open staan en begrip voor opbrengen. Het ouderlijk gezag houdt in dat ouders beslissingen kunnen nemen om hun minderjarige kinderen te laten opgroeien tot zelfstandige en onafhankelijke volwassenen. Het gaat bv. om schoolkeuze, medische beslissingen, dagelijkse zorg en opvoeding van hun kind, Het ouderlijk gezag is doelgebonden en moet er toe leiden dat ouders het belang en de ontwikkeling van hun kinderen op de eerste plaats zetten. Het ouderlijk gezag is ook uitdovend. Hoe ouder en matuurder het kind wordt, hoe meer kinderen immers zelf beslissingen kunnen nemen. De invloed van de ouders neemt dus geleidelijk aan af met het matuurder worden van hun kind, tot het uiteindelijk meerderjarig wordt en het ouderlijk gezag een einde neemt. 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 8 Afl. 13 oktober 2015

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 125 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM Ouders hebben onder het ouderlijk gezag onder meer de volgende rechten: Het recht en de plicht om hun kind op te voeden en te verzorgen Het recht op informatie over de opvoeding van hun kind Het recht om hun kind bij zich te houden Het recht om de goederen van hun minderjarige kind te beheren en het ouderlijke genotrecht. Dit wil zeggen dat de ouders de goederen van hun kind moeten beheren in het belang van hun kind maar dat zij de opbrengsten daarvan zelf mogen gebruiken. Hierop zijn een aantal uitzonderingen zoals het geld dat het kind verdient met een vakantiejob, de goederen die het geschonken krijgt : dit blijft enkel van het kind zelf. Wie het recht heeft om de goederen van het minderjarige kind te beheren en aan wie het ouderlijke genotrecht toekomt wordt bepaald door wie het ouderlijk gezag uitoefent. Het kan dus toekomen aan beide ouders of slechts aan één van de ouders. Het recht om hun kind wettelijk te vertegenwoordigen. Kinderen zijn principieel handelingsonbekwaam, zij kunnen hun rechten vaak niet zelf uitoefenen. Kinderen hebben nood aan een vertegenwoordiger, die in hun plaats juridisch geldige handelingen kunnen stellen zoals een rechtsgeding inleiden, contracten ondertekenen, Voor een aantal handelingen in naam van de minderjarige kinderen, moeten ouders machtiging vragen aan de Familierechter. Daarnaast hebben ouders verschillende plichten ten aanzien van hun kind Ouders moeten respect hebben voor hun kind Ouders moeten voorzien in het levensonderhoud, de opvoeding en de opleiding van het kind Ouders zijn aansprakelijk voor hun kind wanneer het schade veroorzaakt Ook kinderen hebben plichten ten aanzien van hun ouders. Zo wordt het kind verondersteld naar de ouders te luisteren en zich neer te leggen bij hun inzichten, zo lang deze in het belang van het kind zijn. Zodra kinderen zelf volwassen zijn, kunnen zij ook aangesproken worden om in het onderhoud van hun behoeftige ouders te voorzien. Uitzonderingen Het ouderlijk gezag eindigt in principe wanneer het kind meerderjarig wordt. Hier zijn echter een aantal uitzonderingen op. Wanneer het kind zijn opleiding nog niet heeft afgerond op het ogenblik dat het meerderjarig wordt, ben je verplicht te voorzien in onderhoud en opleiding tot het kind zijn opleiding heeft afgerond en in zijn eigen onderhoud kan voorzien. Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 9

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 126 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM Een minderjarig kind kan vanaf de leeftijd van 15 jaar ontvoogd worden. Het is de rechter die hierover uitspraak doet. Ontvoogding wil zeggen dat het kind niet meer onder de bewaring en het toezicht van de ouders valt en dat het ouderlijk gezag dus niet meer speelt. De ontvoogde minderjarige neemt zelf de beslissingen over zijn persoon en zijn vermogen, mits controle door een curator en de rechter. Ouders kunnen geheel of gedeeltelijk ontzet worden uit het ouderlijk gezag in 3 situaties. Vader en/of moeder is veroordeeld tot een criminele of correctionele straf omdat ze een feit gepleegd hebben op of met behulp van een van hun kinderen. Vader en/of moeder hebben de gezondheid, veiligheid of zedelijkheid van hun kind in gevaar gebracht. Vader en/of moeder trouwt met iemand die ontzet geweest is uit het ouderlijk gezag over de eigen kinderen Ontzetting uit het ouderlijk gezag is een zeer extreme maatregel die tot gevolg heeft dat een ouder alle rechten ten aanzien van zijn kind verliest. De ouder oefent het ouderlijk gezag niet meer uit, maar verliest ook het recht om levensonderhoud te vorderen van het kind en diens afstammelingen en het recht om te erven van het kind en dienst afstammelingen. De ouders blijven echter wel de plicht hebben om te voorzien in onderhoud, opvoeding en opleiding voor het kind en ze blijven aansprakelijk wanneer het minderjarige kind schade veroorzaakt. De ontzetting kan enkel uitgesproken worden door een rechter en die bepaalt daarbij of het gaat om een gehele of gedeeltelijke ontzetting en kan deze beslissing eventueel op een later tijdstip ook terugdraaien. 2.1.2 Wie oefent het ouderlijk gezag uit? De juridische ouders dragen samen het ouderlijk gezag. Dat betekent dat zij samen de beslissingen met betrekking tot de opvoeding van hun minderjarige kind tot een zelfstandige en onafhankelijke volwassene nemen. Om samen het ouderlijk gezag uit te oefenen is niet vereist dat ouders samenwonen of nog een relatie hebben met elkaar. Als het kind slechts één ouder heeft, oefent die het ouderlijk gezag alleen uit. Stel dat Marie overlijdt, dan is Joz de enige juridische ouder van Tinny en zal hij het ouderlijk gezag over Tinny verder alleen uitoefenen, ook al is hij nooit betrokken geweest op Tinny. Bij een gezamenlijke uitoefening van het ouderlijke gezag, ongeacht of de ouders samenleven of niet, speelt het vermoeden van instemming. Dit vermoeden stelt dat wie de toestemming krijgt van één ouder, mag ver- 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 10 Afl. 13 oktober 2015

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 127 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM onderstellen dat de andere ouder met deze beslissing instemt. Dit vermoeden geldt slechts ten aanzien van mensen die niet wisten of hadden moeten weten dat de andere ouder niet akkoord gaat met de genomen beslissing. Het is niet ondenkbaar dat ouders het oneens zijn over de opvoeding van hun kind. Ouders hebben dan de mogelijkheid om naar de familierechtbank te stappen, waar een rechter een beslissing kan nemen waarbij het belang van het kind centraal staat of waarbij een voogd wordt aangesteld om het ouderlijk gezag of een bepaald element ervan van hen over te nemen (zie hierover Wat als ouders het ouderlijk gezag niet kunnen uitoefenen). In het verhaal van Tinny wordt het ouderlijk gezag uitgeoefend door Marie en Joz, ook al kent Tinny Joz niet. Marie neemt alle beslissingen met betrekking tot Tinny en er mag overeenkomstig het vermoeden van instemming, verondersteld worden dat Joz met deze beslissingen instemt. Alles kan echter veranderen wanneer Joz tevoorschijn komt en Marie wil laten voelen dat hij meetelt. Bv. Joz gaat niet akkoord met de school die Marie gekozen heeft voor Tinny. Het schoolbestuur dat weet dat Joz hier niet mee akkoord gaat, kan niet uitgaan van het vermoeden van instemming bij de inschrijving van Tinny en moet zowel de instemming van Joz als Marie hebben om Tinny te kunnen inschrijven. Als Joz en Marie er samen niet uitkomen kan een zaak gestart worden bij de familierechtbank. De rechter zal dan een beslissing nemen in plaats van de ouders of een voogd aanstellen die het belang van Tinny centraal zal stellen bij het nemen van een beslissing. De gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag heeft slechts zin als de ouders ook eensgezind kunnen beslissen over de opvoeding en de goederen van het kind. Als dit niet zo is, kan één van de ouders zich tot de familierechtbank wenden om het exclusief ouderlijk gezag te krijgen. De rechter kan dan verschillende beslissingen nemen, afhankelijk van de situatie. Als het gaat over één aspect van de opvoeding dan kan de rechter zelf de beslissing nemen, in de plaats van de ouders, of een voogd ad hoc aanstellen om die beslissing in de plaats van de ouders te nemen. De uitoefening van het ouderlijk gezag kan door de rechtbank echter ook exclusief aan één van de ouders worden toegekend. De ouder die het exclusief ouderlijk gezag heeft oefent het ouderlijk gezag alleen uit. De andere ouder heeft wel het recht om toezicht te houden op de opvoeding en het beheer van de goederen. Zo kan deze ouder nog steeds informatie inwinnen over het kind bij de andere ouder en alle belangrijke personen bv. de onderwijsinstelling, Ook hulpverleners kunnen informatie geven over het kind aan deze ouder maar zullen hier wel de grenzen van hun beroepsgeheim moeten respecteren bv. geen informatie over de andere ouder of derden, enkel over het kind en best bespreken ze ook met het kind welke informatie Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 11

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 128 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM wordt doorgegeven aan wie met oog op een gezond behoud van de vertrouwensrelatie met het kind. Deze ouder kan zich ook tot de rechtbank wenden bij twijfels of de opvoeding en het beheer van de goederen wel in het belang van het kind gebeuren. De ouder die niet het ouderlijk gezag in handen heeft behoudt ook nog het recht op contact met het kind. Als de ouders het niet eens zijn over hoe dat contact verloopt, dan is het aan de rechter om een beslissing te nemen met betrekking tot de omgangsregeling. De ouder die het ouderlijk gezag heeft moet dan het kind voorbereiden en aanmoedigen in de omgang met de andere ouder. 2.1.3. Wat als de ouders het ouderlijk gezag niet kunnen uitoefenen? In principe oefenen de juridische ouders het ouderlijk gezag uit. Soms zijn er geen ouders meer, of oefenen zij het ouderlijk gezag in feit niet uit (ze zijn niet betrokken op het kind of nemen hun rol niet op) of ze oefenen het niet uit in het belang van het kind. Dan is het belangrijk dat er andere personen worden aangesteld om dat ouderlijk gezag of bepaalde aspecten of handelingen erin, over te nemen in het belang van het kind. Soms zal de rechter zelf in een vervangende machtiging een beslissing nemen in plaats van de ouders maar vaak zal men overgaan tot de aanstelling van iemand die de belangen van het kind zal behartigen. Er bestaan diverse vormen van voogdij: gewone voogdij, provoogdij, voogd ad hoc, OCMW-voogdij, pleegvoogdij (opgelet: dit is niet hetzelfde als pleegzorg!),. Vanaf de leeftijd van 15 jaar is het ook mogelijk dat de rechter beslist tot ontvoogding waarbij de jongere nog wel in een zekere bescherming geniet voor de kwetsbaarheid als minderjarige maar niet meer onder ouderlijk gezag uitgeoefend door zijn ouders of voogd staat. De rol van de ouders, de inhoud van de voogdij, zal verschillend zijn naar gelang de vorm van de voogdij. Voogdij is een burgerrechtelijke regeling die het ouderlijk gezag vervangt. Het is steeds een rechter die een voogd aanstelt. De regeling is van toepassing op minderjarige kinderen en jongeren. De voogdijregeling is niet iets waar je vrijwillig voor kiest. Ouders kunnen niet vragen om ontlast te worden van het ouderlijk gezag en vragen om een voogd aan te stellen. Minderjarigen kunnen ook niet vragen om hun ouders te vervangen door een voogd. Vrijwillige overdracht van het ouderlijk gezag kan enkel in het kader van 'pleegvoogdij' of afstand ter adoptie. De voogdij eindigt als de taak beëindigd is ( bv. voor een voogd ad hoc) of bij de meerderjarigheid, de ontvoogding of het overlijden van het kind. Ook wanneer er een afstammingsband met een ouder tot stand 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 12 Afl. 13 oktober 2015

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 129 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM komt of de onmogelijkheid tot gezagsuitoefening door de ouder niet meer bestaat, wordt de voogdij vervangen door het ouderlijk gezag. Het is de rechter die beslist wie als voogd aangesteld zal worden. Hij neemt daarbij het belang van het kind als belangrijk afwegingspunt. Ouders kunnen bij de notaris bij testament of bij verklaring voor de vrederechter laten optekenen wie zij als voogd voor hun kind zouden willen zien mocht de voogdij openvallen. De rechter kan daar echter van afwijken als die aanstelling niet in het belang van het kind zou zijn of de betrokken persoon die rol niet wil aanvaarden. Bij voorkeur is de voogd iemand van de naaste familieleden. De vrederechter houdt rekening met de concrete omstandigheden en het belang van de minderjarige. Als de voogd een bloed- of aanverwant langs moederskant is, wordt de toeziende voogd bij voorkeur uit de familie van vader gekozen en vice-versa. De vrederechter moet de minderjarige die ouder dan 12 jaar is, horen ( maar moet niet noodzakelijk diens mening volgen). A. Ouders onbekend, overleden of in de voortdurende onmogelijkheid het ouderlijk gezag uit te oefenen: voogdij en OCMW-voogdij. Als de minderjarige geen ouders (meer) heeft ( bv. beide ouders zijn onbekend of overleden) of vastgesteld wordt door de rechter dat de ouders in de voortdurende juridische of feitelijke onmogelijkheid zijn om het ouderlijk gezag uit te oefenen, valt de voogdij open. Men spreekt dan van de gewone voogdij. Vooraleer sprake kan zijn van een feitelijke onmogelijkheid tot uitoefening van het ouderlijk gezag moet een procedure gevoerd worden voor de rechter. Voorbeelden kunnen zijn bv. dat een gevangenisstraf, internering, een langdurige verdwijning de uitoefening van het ouderlijk gezag onmogelijk maken. Opgelet: een gewone tijdelijke verhindering van de ouder volstaat niet. Het loutere feit dat de ouder in de gevangenis verblijft of zelf niet over een woonst beschikt, of langdurig in het buitenland verblijft, betekent op zich niet noodzakelijk dat de ouder niet betrokken kan zijn op het kind en mee beslissingen kan nemen in het kader van het ouderlijk gezag. Het feit dat een ouder minderjarig is, verhindert ook niet dat hij niet zelf zijn ouderlijk gezag over het kind kan uitoefenen. Bij gewone voogdij worden de voogd en toeziende voogd benoemd door de Vrederechter van de verblijfplaats van de minderjarige. De voogd is verantwoordelijk voor de zorg voor de persoon en de opvoeding, evenals de goederen van de minderjarige en heeft beslissingsrecht net zoals de ouders. Hij moet nochtans de minderjarige niet onderhouden en is ook niet burgerlijk aansprakelijk voor schade toegebracht door de minderjarige. Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 13

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 130 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM Wanneer er niemand is die het ouderlijk gezag of de voogdij over de minderjarige kan uitoefenen of wanneer de minderjarige door de Jeugdrechtbank of het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg aan het O.C.M.W. wordt toevertrouwd, kan de O.C.M.W. voogdij worden ingericht. De Raad van het O.C.M.W. duidt dan iemand van zijn leden aan die de taak van voogd opneemt en iemand die de taak van toeziende voogd vervult. De materiële opvang gebeurt dan door andere professionelen, meestal binnen de Bijzondere Jeugdzorg. Dit zien we vaak gebeuren voor vondelingen. B. Belangentegenstelling tussen ouders en kind: voogd ad hoc. Ouders moeten hun ouderlijk gezag uitoefenen met het belang van het kind voorop. Soms oefenen ouders dat ouderlijk gezag niet uit of hebben ze daarbij niet het belang van het kind voor ogen. Wanneer er een belangentegenstelling rijst tussen ouders en kinderen, kan op verzoek van de Procureur des Konings ( bv. naar aanleiding van een brief van de minderjarige of een betrokken derde) of ambtshalve door de rechter een voogd ad hoc voor de minderjarige worden aangesteld. De taak die de voogd ad hoc op zich neemt is beperkt tot de handeling/beslissing die de rechter hem opdraagt. Alle andere aspecten van het ouderlijk gezag blijven ondertussen bij de ouders liggen. C. Pleegvoogdij. Dat is een (notarieel) contract tussen ouders en een pleegvoogd, waarbij de pleegvoogd een aantal taken van de ouders overneemt. Een rechter moet dat contract homologeren. Dit komt zeer zelden voor. Een persoon of een echtpaar neemt vrijwillig de belangrijkste ouderlijke verplichtingen over. De pleegvoogd(en) moet(en) het minderjarig kind onderhouden, het opvoeden en het de mogelijkheid geven zelf in zijn onderhoud te voorzien. Pleegvoogdij lijkt als woord sterk op pleegzorg, maar juridisch gezien staan beide volledig los van elkaar. Bij pleegzorg blijven de ouders het ouderlijk gezag volledig dragen maar wordt de dagelijkse zorg en opvoeding al dan niet voor beperkte periode in handen gegeven van een pleegzorger. Pleegzorg kan zowel vrijwillig als opgelegd door de rechter. De juridische band tussen de ouders en het kind blijft behouden. Pleegvoogdij is ook géén speciale vorm van gewone voogdij. Het ouderlijk gezag blijft nog wel bij de ouders, terwijl de pleegvoogd een aantal aspecten ervan op zich neemt. Zo heeft een pleegvoogd wel een bewaringsrecht en het recht van dagelijkse zorg als het kind bij hem verblijft. Een pleegvoogd beheert het vermogen van het kind en vertegenwoordigt het in alle burgerlijke handelingen. De pleegvoogd neemt ook de onderhoudsverplichting van de ouders over, maar niet de burgerlijke aansprakelijkheid. 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 14 Afl. 13 oktober 2015

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 131 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM Pleegvoogdij komt tot stand door een overeenkomst tussen een kandidaat-pleegvoogd en de minderjarige zelf van 15 jaar of ouder. De minderjarige jonger dan 15 wordt door de ouders vertegenwoordigd. Beide ouders, of de enige ouder, moeten met de pleegvoogdij instemmen. De authentieke akte wordt opgesteld voor de Vrederechter of de notaris. Daarna moet de Jeugdrechtbank de overeenkomst nog bekrachtigen. D. Ontzetting uit de ouderlijke macht: provoogdij. Provoogdij wordt ingericht als een ouder door de Jeugdrechtbank uit het ouderlijk gezag werd ontzet. Als slechts één van de twee ouders wordt ontzet, wijst de Jeugdrechtbank de andere ouder aan als provoogd. De provoogd oefent die bevoegdheden uit, waaruit de ouder is ontzet. Hij is niet onderhoudsplichtig en ook niet aansprakelijk voor schade die door de minderjarige wordt veroorzaakt. Voor het beheer van de goederen, legt de provoogd verantwoording af aan de Jeugdrechtbank. E. Ontvoogding van de minderjarige. Ontvoogding is een manier om de gevolgen van de minderjarigheid (gezagsuitoefening, handelings- en procesonbekwaamheid) gedeeltelijk af te schaffen. Door een ontvoogding kan de minderjarige volledig vrij beslissingen nemen ten aanzien van zijn persoon (bvb. schoolkeuze, beroepskeuze). Ten aanzien van zijn goederen is de ontvoogde minderjarige slechts gedeeltelijk handelingsbekwaam. In het vonnis dat de Jeugdrechter uitspreekt, wordt een curator aangeduid. Voor bepaalde handelingen heeft de ontvoogde minderjarige bijstand van deze curator nodig. De ontvoogde minderjarige is dus niet volledig handelingsbekwaam. De bijstand van de curator betekent niet dat hij de minderjarige vertegenwoordigt. Het is de ontvoogde minderjarige die het initiatief tot de handelingen neemt en de handelingen stelt. Wel is bij een aantal handelingen de bijkomende handtekening van de curator nodig. Ook de ouders blijven een beperkte rol spelen. Zij blijven onderhoudsplichtig over het ontvoogde kind maar zijn wel niet meer burgerrechtelijk aansprakelijk voor de schade die het kind eventueel zou veroorzaken. De minderjarige kan zelf geen verzoek tot ontvoogding instellen. Dat moet gebeuren door zijn ouders of voogd of de procureur des Konings kan hierin stappen zetten na bv. een brief van de minderjarige. Het is de rechter die over een eventuele ontvoogding beslist rekening houdend met het belang en de maturiteit van de minderjarige. De ontvoogding kan ook altijd terug ongedaan gemaakt worden indien de minderjarige toch niet voldoende matuur zou blijken en dan komt hij terug onder het ouderlijk gezag uitgeoefend door ouders of voogd. Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 15

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 132 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM 2.2. Uitwisseling van informatie in de relatie tussen juridische ouders en het kind. 2.2.1. Kan ik informatie krijgen over mijn kind? Als ouder heb je heel wat taken ten aanzien van je kind, ook al is je rol als ouder beperkt. Soms hebben ouders niet daadwerkelijk de uitoefening van het ouderlijk gezag bv. als de uitoefening ervan exclusief is toevertrouwd aan de andere ouder, maar behouden ze wel de mogelijkheid om toezicht uit te oefenen of de opvoeding wel in het belang van het minderjarige kind gebeurt. Om deze taken te kunnen uitoefenen heeft elke ouder recht op informatie over het minderjarige kind. Dit recht loopt ten einde samen met het ouderlijk gezag en ten laatste op het ogenblik dat het kind meerderjarig wordt. Over een meerderjarig kind krijg je dan ook geen informatie meer, tenzij het meerderjarige kind daarmee instemt. Net zoals het ouderlijk gezag is ook het recht op informatie uitdovend, waardoor je reeds voor het kind meerderjarig wordt over bepaalde aspecten geen informatie meer zal krijgen. Het gaat over die zaken waarvan de minderjarige reeds in staat is om er zelf een beslissing over te nemen. Ouders hebben een recht op informatie op basis van hun ouderlijk gezag dat ze moeten uitoefenen in het belang van het kind (doelgebonden). Als ze de informatie niet zouden gebruiken in het belang van het kind, kan dat een reden zijn om de informatie te weigeren. Dit moet wel goed gemotiveerd worden en elke situatie moet individueel beoordeeld worden. Er moeten steeds opnieuw afwegingen gemaakt worden over het al dan niet geven van informatie. Bv. Het niet geven van informatie over het feit dat een tiener zwanger is, omdat ze verwachten dat de tiener hierdoor op straat zal gezet worden of te maken zal krijgen met agressie. Met andere woorden, wanneer hulpverleners verwachten dat het geven van de informatie negatieve gevolgen zal hebben voor de tiener. Bv. Vader die in de gevangenis zit wegens een veroordeling voor seksueel misbruik vraagt foto s van zijn kinderen en het is duidelijk dat hij niet geïnteresseerd is in de leefwereld van zijn kinderen maar die foto s enkel wil voor zijn eigen genot. Hier kan geweigerd worden om de foto s te geven maar dit wil niet zeggen dat de man geen recht op informatie meer zou hebben. Bv. Moeder is met de kinderen weggelopen bij vader vanwege geweld. De vader heeft recht op informatie over waar zijn kinderen verblijven. Wanneer hij om de informatie vraagt dan moet ze hem gegeven worden, tenzij het tegen het belang van de kinderen zou zijn. Als door het geven van de informatie de veiligheid van personen in het gedrang kan komen, moeten er 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 16 Afl. 13 oktober 2015

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 133 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM maatregelen genomen worden. Let wel, deze maatregelen kunnen andere zijn dat het onthouden van informatie aan de vader. Dankzij dit recht kan een ouder bv de school, betrokken hulpverleners, aanspreken om informatie te krijgen over zijn kind. Het gaat hier wel om een actief recht (de ouder moet actie ondernemen), waardoor er geen informatie zal gegeven worden als de vraag naar informatie niet gesteld wordt. Ook al heb je als ouder recht op informatie, toch zal er steeds moeten afgewogen worden wat er precies kan verteld worden. Zo moeten sommige partijen zoals een dokter of hulpverlener zich houden aan hun beroepsgeheim en hebben kinderen in de jeugdhulpverlening een gemotiveerd verzetsrecht of kunnen mensen dingen hebben toevertrouwd aan hulpverleners met de vraag de informatie of de bron vertrouwelijk te houden. Er zal dus steeds een evenwicht gezocht moeten worden tussen het recht op informatie van de ouder en al deze elementen om te kunnen bepalen welke informatie je als ouder krijgt. Ook het kind zelf heeft iets te zeggen. Ook kinderen hebben recht op privacy en respect voor het beroepsgeheim In sommige regelgeving wordt dat ook expliciet bevestigd. Als een ouder informatie vraagt en daar recht op heeft, mag hij of zij verwachten van de hulpverleners dat ze met het kind bespreken dat een ouder informatie gevraagd heeft en ook wat de reden hiertoe kan zijn bv. dat je die informatie nodig hebt om een beslissing te kunnen nemen in het belang van je kind en welke informatie ze de ouder gaan geven. Als hulpverleners informatie delen met een ouder, dan moeten ze het er eerst met het kind over gehad hebben tenzij ze menen dat het kind nog niet klaar is om zelf die informatie te verwerken. In de jeugdhulpverlening heeft een minderjarige op basis van het decreet rechtspositie minderjarige een gemotiveerd verzetsrecht en kan hij vragen om bepaalde informatie niet door te vertellen bv. omdat hij de relatie met de ouders niet nog meer wil vertroebelen of uit angst voor agressie. Hulpverleners moeten dan een evenwicht zoeken. Ze proberen de vraag van de minderjarige te respecteren maar proberen wel toe te werken naar informeren van de ouders toe, bij voorkeur door de jongere zelf eventueel ondersteund door de hulpverleners, rekening houdend met de rechten van de ouders en de rol die ze nog moeten opnemen naar de minderjarige. Indien die informatie gerapporteerd moet worden naar de jeugdrechter, zullen de ouders de informatie wel kunnen zien in het dossier op de griffie van de jeugdrechtbank. Daar geldt het gemotiveerd verzetsrecht niet. Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 17

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 134 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM Als het gaat om medische informatie zal de arts beoordelen of het kind al voldoende bekwaam is om zelf beslissingen te nemen omtrent de medische handelingen en of hij dan zelf of enkel met instemming van het kind de ouders kan informeren. Elk kind in de jeugdhulpverlening heeft recht op een dossier. Er kan ook informatie verkregen worden via het dossier van het kind. Ouders hebben immers recht op inzage van het dossier van hun kind in de hulpverlening. Het recht op inzage is wel niet absoluut. Zo mogen ouders het dossier inkijken als vertegenwoordiger van hun kind maar van zodra dit kind zelf bekwaam geacht wordt (vermoeden vanaf 12 jaar) dan wordt het recht op inzage van het dossier uitgeoefend door de minderjarige zelf. Tot op dat moment kunnen ouders in plaats van hun kind het dossier inkijken en alle informatie zien die het kind betreft en henzelf in relatie tot het kind, henzelf in relatie tot de context. Bij een belangenstegenstelling tussen ouders en kind zal het kind niet door de ouders maar wel door een vertrouwenspersoon bijgestaan kunnen worden bij inzage in zijn dossier. Ouders mogen ook nooit het gehele dossier lezen, er zijn stukken die zullen afgeschermd worden omdat ze anderen betreffen, vertrouwelijk zijn of omdat het stukken voor de gerechtelijke overheid betreft. Deze laatste documenten kunnen de ouders wel inkijken op de griffie van de jeugdrechtbank. Nadat het kind zelf voldoende bekwaam wordt geacht, is de informatie die ouders kunnen lezen in het dossier beperkter tenzij het kind ermee instemt dat ze ook de informatie die puur het kind betreft nog mogen lezen. Ouders hebben wel steeds toegang tot die gegevens uit het dossier die henzelf betreffen of henzelf in relatie met het kind of de context. Joz heeft dus een recht op inzage van het dossier van Tinny. Wanneer Tinny bekwaam is om dit recht zelf uit te oefenen dan mag Joz alleen die gegevens inzien die zichzelf betreffen of hemzelf in relatie met Tinny of hemzelf in relatie met bv. Marie. Hij mag dus niet de gegevens inzien die enkel Marie betreffen of Marie in relatie met Gino of Leo. Wanneer deze gegevens samen in het dossier zijn opgenomen, dan zal de toegang tot de gegevens niet door inzage verleend worden maar door rapportage of verslag. Soms zal de informatie-niet rechtstreeks aan de ouders worden doorgegeven. Ouders die uit de ouderlijke macht ontzet zijn, vragen de informatie via de provoogd die is aangesteld voor de kinderen. Die kan beoordelen welke informatie in het belang van de kinderen kan worden doorgegeven naar de uit de ouderlijke macht ontzette ouder. 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 18 Afl. 13 oktober 2015

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 135 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM 2.2.2. Kan mijn kind informatie krijgen over mij? Als een ouder informatie toevertrouwt aan een hulpverlener, dan valt dit ook onder het beroepsgeheim van de hulpverlener. Ook al hebben kinderen vragen over hun ouders of zijn ze nieuwsgierig naar hun ouders, hulpverleners mogen niet zomaar informatie geven aan het kind. Een kind heeft immers geen recht op informatie over het persoonlijke leven van de ouder wanneer het niet raakt aan de relatie tussen ouder en kind. Hulpverleners kunnen wel praten met de ouders om hen duidelijk te maken hoe belangrijk het is voor een kind om de familiegeschiedenis te kennen of bepaalde informatie over de ouders te hebben. Jeugdhulpverleners zijn zelfs verplicht om een kind in die zoektocht te ondersteunen, maar kunnen natuurlijk niet voorbijgaan aan hun beroepsgeheim. Een ouder kan wel de hulp inroepen van een hulpverlener om zijn kind(eren) in te lichten over bepaalde moeilijke persoonlijke zaken. Met instemming kunnen hulpverleners daarin ondersteunen of dat op zich nemen. Het kind kan enkel informatie krijgen over de instemmende ouder, niet over andere personen die ook betrokken zijn zoals bv. de andere ouder of een partner van de ouder Een kind heeft geen recht tot inzage van het dossier van zijn ouders. Inzage in een dossier van een meerderjarig persoon kan alleen met toestemming van deze meerderjarige tenzij het puur informatie betreft die enkel het kind betreft. Ieder heeft recht op die informatie die zichzelf betreft. Wanneer de ouder geen toestemming geeft kunnen hulpverleners weinig doen, aangezien zij, ook na het overlijden van de betrokkene, gebonden zijn door hun beroepsgeheim. Informatie die derden betreft: vrienden van de ouder, diens partner, stiefbroers- zussen kunnen hulpverleners enkel geven als die betrokkenen daar ook mee instemmen. Stel dat Tinny na het overlijden van Joz toch nieuwsgierig wordt. Marie vertelt haar dat Joz als kind in een opvanghuis verbleef en ze beslist om daar haar licht te gaan opsteken. Als Joz de hulpverleners niet heeft aangegeven dat hij wil dat Tinny informatie krijgt, zullen de hulpverleners Tinny niets kunnen vertellen over haar vader. Als Tinny informatie wil over haar biologische vader Gino, geldt hetzelfde. De hulpverleners kunnen haar enkel informatie geen als Gino instemt. Tinny kan wel in een dossier over Joz of Gino die informatie lezen die over haarzelf gaat. Afl. 13 oktober 2015 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 19

01_Geintegreerde aanpak.fm Page 136 Thursday, October 8, 2015 12:55 PM 2.2.3. Ik wil de hulpverleners van mijn kind informatie geven zodat ze goede zorg aan mijn kind kunnen geven, maar wat doen ze met die informatie? Kan een vader alles toevertrouwen aan de hulpverlener? Hulpverleners hebben beroepsgeheim. Dit betekent dat zij in principe geen informatie met anderen delen tenzij zij daarvoor een rechtvaardigingsgrond hebben. Dit betekent dat papa aan de hulpverlener moet kunnen toevertrouwen wat er in het gezin daadwerkelijk gebeurd is of dat hij bv. voortvluchtig is, of bepaalde daden gesteld heeft. Hulpverleners hebben die informatie soms nodig om goede hulpverlening te kunnen verzorgen voor het gezin, de vader of het kind op zich. Enkel wanneer bv. er nog een gevaar is of verontrusting over de veiligheid van het kind, zal de hulpverlener dergelijke informatie toch delen met politie of parket of andere derden ( noodsituatie, artikel 458bis SW). Zij doen dit dan in hoofdzaak om een gevaar te voorkomen, niet om iemand gestraft te zien. Ook als een rechter hen bepaalde informatie vraagt, zullen hulpverleners die kunnen geven maar ze maken daar wel een afweging rond het belang van het beroepsgeheim ( vertrouwensrelatie, belang van het kind, ) en op die basis beslissen ze of ze al dan niet informatie kunnen geven aan de rechter. Aan de politie kunnen ze in principe geen informatie geven tenzij er sprake is van een noodsituatie. 2.3. De juridische ouder en zijn recht op contact met het kind. 2.3.1. Welke ouder heeft recht op contact met het kind? Een juridische ouder heeft recht op contact met zijn kind. Soms kan dat contact praktisch beperkt zijn bv. bij een verblijf in de gevangenis maar dat neemt op zich niet het recht op contact weg. Dit contact ( de omgang met het kind) kan op verschillende manieren geregeld worden, zowel tussen de ouders onderling als door tussenkomst van de rechtbank. Joz en Marie oefenen samen het ouderlijk gezag uit over Tinny aangezien zij de juridische ouders zijn en er nooit anders over beslist werd door een rechter. Wanneer zij niet samenwonen, zullen zij een regeling moeten treffen met betrekking tot het verblijf van Tinny en de omgang die zij met haar ouders heeft. Joz en Marie kunnen hier samen een regeling over treffen en dit laten homologeren door de rechter. Wanneer zij echter geen beslissing kunnen nemen, dan beslist de rechter welke regeling er zal worden toegepast. Als er aan Joz een contactrecht wordt toegekend, dan moet Marie er voor zorgen dat dit wordt nageleefd. Wordt de regeling niet nageleefd, dan kan Joz naar de rechter stappen om een andere regeling te vragen, dwangmaatregelen of 1. Geïntegreerde aanpak Beleid en regelgeving 5 / 20 Afl. 13 oktober 2015