eck3-q9 Jc.&rkÇIQn PS 23-5-20cf 5teLLL provinsje fryslân provincie frys1ân rj) postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebalcsmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 1 1 Provinciale Staten van de Provincie Fryslan Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN www.fryslan.nl provincie@fryslan.nl www.twitter.com/provfryslan r-4 Leeuwarden, 23 mei 2014 Verzonden, 23ME1 2014 : 01137503 Afdeling : Stêd en Plattelân Behandeld door : J.J. Dicke /(058) 292 59 05 of j.j.dicke@fryslan.nl Uw kenmerk Bijlage(n) : 1 Onderwerp : antwoord van de minister op moties Tweede Kamer structuurvisie Windenergie op Land Geachte Statenleden, Op 22 mei 2014 ontvingen wij een brief van minister Kamp waarin hij aangeeft hoe hij om gaat met de motie die op 24 april door de Tweede Kamer is aangenomen. Een kopie van de brief treft u hierbij aan. Wij interpreteren het antwoord van de minister als volgt. De minister verwacht voor 1 juli een besluit van u over de wijze waarop de provincie Fryslân wil voldoen aan de in IPO-verband afgesproken 530,5 MW. Als dit besluit volgens de minister gebaseerd is op realistische alternatieven dan geeft de minister ons tot 1 januari 2015 om deze taakstelling planologisch in te vullen en vast te stel len. De minister zal dan tot die tijd geen ontwerp inpassingsplan voor windpark Fryslân ter inzage leggen. Het antwoord van de minister biedt volgens ons de mogelijkheid om het traject dat Fryslân foar de Wyn is gestart voor windmolens op het vaste land bij de besluitvorming over windmo lens in het IJsselmeer te betrekken. U heeft de structuurvisie Fryslân Windstreek 2014, IJsselmeer geagendeerd voor de verga dering van 18 juni. Op dat moment is Fryslân foar de Wyn nog bezig met de gebiedsge sprekken om het draagvlak voor de geselecteerde windparken te onderzoeken. Deze ge biedsgesprekken worden eind juni afgerond. Het advies van FFDW verwachten wij begin oktober. Het zal niet lukken om voor 31 december 2014 een structuurvisie voor het land vast te stellen. Als u van de gelegenheid gebruik wil maken om het traject van FFWD bij de besluitvorming te betrekken dan kan dat bijvoorbeeld op de volgende wijze. - 1/2 - Ons kenmerk: 01137503
provinsje fryslân provincie fryslân b «t t In juni stemt u in met de in IPO-verband afgesproken 530,5 MW. U wijst in het IJsselmeer een gebied aan voor windmolens conform de structuurvisie Fryslân Windstreek 2014, IJsselmeer. U bestempelt FFWD als een reëel alternatief op basis van de informatie die er dan is. De omvang van de invulling van dat gebied in het IJsselmeer stelt u echter afhankelijk van de uitkomst van het traject FFDW. Dit alles (wat het IJsselmeergebied betreft) met een mini mum van 250 MW en een maximum van 400 MW. Eind 2014 neemt u op basis van de dan bekende informatie over FFDW een definitief besluit over de verdeling tussen IJsselmeer en vaste land. Van belang is bij die besluitvorming is dat projecten op 1januari 2018 kunnen beginnen met de bouw. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Fryslân, 0 ) J.A. Jc voorzitter drs. A.J. van den Berg, secretaris H.M. van Gils, loco-secretaris -2/2 : 01137503
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Dun Haag Directoraat-generaal Energie, Telecom & Directie Energie en Duurzaamheid Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag lnek.: 22 MEI 7014 Class nr,: DOD, nr.: PROVIr4sJE FRYSL4N (beleids)documenten, in wet- en regelgeving en in afspraken tussen het kabinet aangenomen moties. Deze uitgangspunten komen overeen met hetgeen ik tijdens Algemeen kader voor windenergie plaatsgevonden in de Tweede Kamer. Tijdens de voortzetting van dit Algemeen Ministerie van Economische Zaken Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN voor kennlg aaienomeri, tel. afgedazn Datum 20 mei 2014 Betreft Moties VAO windenergie van 24 april 2014 Geacht College, Op 24 april 2014 heeft er een Algemeen Overleg over windenergie Overleg (VAO) is een aantal moties ingediend en aangenomen. Hieronder is ook een motie die specifiek betrekking heeft op een windpark in uw provincie. Graag informeer ik u hierbij op welke wijze ik gevolg geef aan deze motie en welke consequenties dat voor het windpark in uw provincie heeft. Het beleid en instrumentarium voor windenergie is vastgelegd in een aantal en de provincies. Ik acht mij gebonden aan deze zaken en hanteer op basis hiervan een aantal uitgangspunten bij de invulling van de door de Kamer het VAO van 24 april 2014 naar voren heb gebracht: 1. Doelstelling 14% hernieuwbare energie in 16% hernieuwbare energie in 2023: Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de Europese richtlijn Duurzame Groei. In het Energieakkoord wordt ter invulling van de doelstelling van l4 /o uitgegaan van de realisatie van 6000 MW windenergie op land in 2. Conform de Elektriciteitswet 1998 is de het tijdig realiseren van grootschalige windparken en daarmee het behalen van de doelstelling van 14% duurzame energie in 2020; 3. Structuurvisie Windenergie op land: Op 28 maart 2014 heeft het kabinet de mijn inzet ten aanzien van windparken groter dan 100 MW die van rechtswege 4. fp.rjenrnetprovincies: Op 31januari 2013 heeft het kabinet afspraken land in 2020. Daarbij is per provincie een resultaatafspraak gemaakt over de minimale hoeveelheid te realiseren windenergie. gemaakt met de provincies over de realisatie van 6000 MW windenergie op 2020; hernieuwbare energie (2009/28/EG) en vastgelegd in het Energieakkoord voor groter. De RCR zorgt voor een vereenvoudiging en versnelling van de vergunningprocedures en de ruimtelijke inpassing. De RCR is essentieel voor rijkscoördinatieregeling (RCR) van toepassing op windparken van 100 MW en Structuurvisie Windenergie op land vastgesteld. Dit is het beleidskader voor onder de rijkscoördinatieregeling vallen; Shdz,JPdl.louSfdjAfÏB EZ 5 Af dol 0 Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 ED Den Haag Overheidsidentificatienr 000000010037 11380000 T 070 379 8911 (algemeen) s k,ri RhnndeId door Ing. AM. Bruin T 070-379 7226 am.bruin@minez.nl DGETM-ED /14082019 Bij age ( n) Pagina 1 van 3
Duurzamheici Directie Energe en besluitvorming in het kader van de RCR voor windpark Fryslân. Als ik daarbij tot het oordeel kom dat er sprake is van realistische alternatieven, dan zal ik de geen ontwerp-inpassingsplan voor windpark Fryslin ter inzage leggen en zal ik bij het opstellen van het ontwerp-inpassingsplan rekening houden met de door de planologisch in te vullen en vast te stellen. In dat geval zal ik tot dat moment maximaal uitvoering aan deze motie. Daarmee geef ik, rekening houdend met mijn eerder genoemde uitgangspunten, provincie tot uiterlijk 1januari 2015 de ruimte geven om de totale taakstelling provincie vastgestelde planologische invulling van haar taakstelling. De resultaten die mij op 30 juni 2014 bereiken, zal ik betrekken bij de verdere Rijk-IPO dat uiterlijk op 1 januari 2018 wordt begonnen met de bouw. met realistische alternatieven. Voor deze alternatieven geldt conform de afspraken IJsselmeer (windpark Fryslân) te realiseren. Deze wens van de provincie is overgenomen in de Structuurvisie Windenergie op land. De provincie Friesland heeft binnen deze afspraken de mogelijkheid om uiterlijk 30 juni 2014 te komen inzet van de provincie Fryslân zelf om meer dan 250 MW windenergie in het Met uw provincie is een taakstelling van 530,5 MW afgesproken. Daarbij was de verzoekt de Kamer de regering om de voorbereiding van windpark Fryslân verzoekt de Kamer de regering om de provincie Fryslân de ruimte te geven om vooralsnog te beperken tot een omvang van maximaal 250 MW en daarbij te het platform Duurzaam Friesland. van het initiatief van het comité Hou Friesland Mooi, de Friese Milieufederatie en het resterende deel van de Friese taakstelling op land te realiseren door middel kiezen voor het gedeelte van het plangebied dat het verst van de kust ligt. Tevens nr. 29) over maximering van het windpark Fryslân op 250 MW. Met deze motie Voor uw provincie gaat het daarbij met name om de Motie De Vries c.s. (33 612, waarbinnen ik gevolg geef aan de door de Tweede Kamer aangenomen moties. Kamer in meerdere debatten onderschreven en vormen voor mij het kader De hiervoor genoemde vier uitgangspunten van mijn beleid zijn door de Tweede de doelstelling van l40 /o hernieuwbare energie in 2020 daarmee in gevaar 30 juni 2014 uiterst kritisch is. De provincies waren in diverse bestuurlijke van de molens 5 tot 7 jaar bedraagt. Dat betekent dat het tijdpad vanaf provinciale ruimtelijke visies. Deze deadline van 30 juni 2014 is vastgelegd komt. ruimte voor de niet hen afgesproken taakstellingen hebben vastgelegd in rekening houdend met het feit dat de gemiddelde doorlooptijd van de besluitvorming over een windpark van start tot aan uiteindelijke plaatsing overleggen van mening dat het naar achteren verplaatsen van de genoemde deadline van 30 juni 2014 niet aan de orde kan zijn, omdat het behalen van Conform de afspraken moeten de provincies uiterlijk 30juni 2014 voldoende DOETM-ED! 14082910 Pagna 2 van 3 Energie, Teiecom & Directoraat-generaal
DGETM-ED / 14082i319 Duurzaamheid rvnter van Economische Zaken m2/ / 7 Hoogachtend, Volledigheidshalve heb ik een afschrift van mijn brief aan de Tweede Kamer voor windenergie in uw provincie. bijgevoegd, zodat u ook kennis kunt nemen van de wijze waarop ik aan andere moties rond windenergie gevolg geef. Ik hoop u voor nu voldoende te hebben geinformeerd en wens u veel succes met het vaststellen van de ruimtelijke visie zullen worden aangeboden. gebruik maakt van de door mij geboden mogelijkheid, de realistische dan ook met belangstelling uit naar de provinciale ruimtelijke visies en, indien u en de afspraken tussen het Rijk en de provincies over windenergie op land. Ik kijk Ik hecht groot belang aan de uitvoering van de afspraken uit het Energieakkoord Vervolg alternatieven, zoals die conform de afspraken uiterlïjk 30 juni 2014 door u aan mij Pagina 3 van 3 Directie Enrgin en Energie, Telecom & Directoraat-general
2513 AA s-gravenhage Bezoek8dre3 Binnenhof 4 DLur7a05*Oi der Staten-Generaal Drecto Ennrgo De Voorzitter van de Tweede Kamer Energie Telecorn Directo raat-9eneraal Ministerie van Economische Zaken Pagina 1 van 7 minimale hoeveelheid te realiseren windenergie op land. van de doelen voor hernieuwbare energie. In het Energieakkoord wordt ter land in 2020. Daarbij is per provincie een resultaatafspraak gemaakt over de gesteund, waarbij diverse fracties hebben aangedrongen op tijdige realisatie gemaakt met de provincies over de realisatie van 6000 MW windenergie op 4. Afspraken met provincies: Op 31 januari 2013 heeft het kabinet afspraken (vergunning)procedures en de ruimtelijke inpassing. De RCR is essentieel voor onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR) vallen; mijn inzet ten aanzien van windparken groter dan 100 MW die van rechtswege rijkscoördinatieregeling (RCR) van toepassing op windparken van 100 MW en het tijdig realiseren van grootschalige windparken en daarmee voor het Structuurvisie Windenergie op land vastgesteld. Dit is het beleidskader voor 2. Rilkscoördiriatieregeling: Conform de Elektriciteitswet 1998 is de 3. Structuurvisie Win nar jeo land: Op 28 maart 2014 heeft het kabinet de hernieuwbare energie (2009/28/EG) en vastgelegd in het Energieakkoord voor groter. De RCR zorgt oor een vereenvoudiging en versnelling van de behalen van de doelstelling van 14 /o duurzame energie in 2020; MW windenergie op land in 2020; invulling van de doelstelling van 14% uitgegaan van de realisatie van 6000 Duurzame Groei. Een meerderheid van uw Kamer heeft het Energieakkoord in 2023: Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de Europese richtlijn 1. Doelstelling 14% hernieuwbare energie in 2020 en 16% hernieuwbareenegj. van 24 april 2014 naar voren heb gebracht: de moties. Deze uitgangspunten komen overeen met hetgeen ik tijdens het VAO Concreet hanteer ik daarom vier uitgangspunten waarbinnen ik gevolg geef aan aan gebonden bij de uitvoering van de door uw Kamer aangenomen moties. gelegenheden in meerderheid gesteund door uw Kamer. Ik acht mij hier dan ook (beleids)documenten alsook in wat- en regelgeving. Deze zaken zijn bij diverse Het beleid en instrumentarium voor windenergie is vastgelegd in een aantal Algemeen kader voor windenergie de wijze waarop ik gevolg geef aan de door uw Kamer aangenomen moties. Op 24 april 2014 hebben het AO en VAO windenergie plaatsgevonden. Met deze Geachte Voorzitter wwn.rgksonerond 51/00 Betreft Moties VAO windenergie op land op 24 april 2014 T 070 373 8931 (ncteo1) Datum 20 mei 2014 brief informeer ik u, mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu, over 02000001C0321s363030 Overheidsidentificatierir 2500 60 Don Hang Po1bus 16180 Factuuradres 2500 EK Den Haag Postbus 20401 Po5tadre% 2394 AC Dor hoog 6ozidenioutsewg 73 n R ourdrs Potbs 20401 2300 5K Don H0a3 DGETM-ED / 14081-108
DLrzamiie d Direbe Ener en Pagina 2 van 7 bezwaren toenemen, met vaak vertraging eis gevolg. zijn to Ten aanzien van alternatieven wordt vaak aangevoerd dat dnze snellor rehserer,, maar de praktijk hooft bij en aangetoond dat naarmate een beoogd project concreter en dichter besluitvorming komt, de weerstand onderzoek blijkt dat: Ik wil cle provincie de ruimte bieden om het alternatief te realiseren indien uit dit onderzoeken. Ik geef de provincie tot uiterlijk 1 september 2014 de tijd om dit onderzoek uit te voeren en de resultaten daarvan aan mij toe te sturen. buiten de in de SVWOL opgenomen locatie N33 ligt meer gedetailleerd De provincie Groningen wil een alternatieve locatie welke geheel of gedeeltelijk wordt begonnen met de bouw. alternatief geldt conform de afspraken Rijk-IPO dat uiterlijk op 1 januari 2018 dat de provincie daarbij alternatieven voor de locatie N33 in kaart brengt. Voor dit daarvoor benodigde ruimte in een ruimtelijke visie vast te leggen. Het is mogelijk provincie heeft de provincie Groningen tot uiterlijk 30 juni 2014 de tijd om de in 2020 afgesproken. Conform de gemaakte afspraken tussen het kabinet en de Met de provincie Groningen is een taakstelling van 855,5 MW windenergie op land beoogde windpark N33 en om de lopende RCR-procedure aan te houden totdat dit onderzoek is afgerond. realiseert, de ruimte te bieden voor onderzoek naar een alternatief voor het provincie Groningen, ander de voorwaarde dat deze haar taakstelling voor 2020 Met cle motie De Vries c.s. (nr. 27) verzoekt de Kamer de regering om de Motie De Vries c.s. (33 612, nr. 27) over windpark N33 Hieronder ga ik concreet in op de aangenomen moties. het IPO, uiterlijk 30juni 2014 ruimtelijk zijn vastgelegd. vallen buiten deze uitzondering en moeten, conform de bestuurlijke afspraken met betreffende moties. De andere gebieden in de Structuurvisie Windenergie op land licht van de vastgestelde Structuurvisie Wind op Land en de reeds gestarte RCR Kamer, zij het dat specifieke afspraken wel onder meer moeten passen in het procedures. Voor deze specifieke afspraken verwijs ik u naar de tekst onder de provincies specifieke afspraken te maken. Het kabinet volgt hierin de wens van dc meer ruimte te geven voor het verkennen van alternatieven en met deze De Kamer vraagt het kabinet in haar moties de provincies Groningen en Friesland energie in 2020 daarmee in gevaar komt. uiterst kritisch is. Het naar achteren verplaatsen van het tijdpad kan niet aan de windmolens S tot 7 jaar bedraagt. Dat betekent dat het tijdpad vanaf 30 juni 2014 orde kan zijn, omdat het behalen van de doelstelling van 14% hernieuwbare rekening houdend met het feit dat de gemiddelde doorlooptijd van de provinciale ruimtelijke visies. Deze deadline van 30juni 2014 is vastgelegd ruimte voor de met hen afgesproken taakstellingen hebben vastgelegd in besluitvorming over een wirdpark van start tot aan uiteindelijke plaatsing van de Conform de afspraken moeten de provincies uiterlijk 30 juni 2014 voldoende DGeTM-Eo/ 14SSNCS Energie, Telecom Directoraat-generaal
ûirectoraat-generaa Energie, Teecom E Mededing!ng Directie Energie er Dusr,rid 1. het alternatief op de in het MER voor wndpark N33 onderzochte criteria CGEr-ED/ 14C51405 wezenlijk beter scoort; 2. er overeenstemming is bereikt met de betrokken initiatiefnemers over een alternatief projectvoorstel dat aangemeld ken worden voor de RCR; 3. de betreffende initiatiefnemers beschikken over de voor het alternatief noodzakelijke grondposities. Ik verwacht daarbij van de provincie Groningen dat zij bereid is de gevolgen van een wijziging in de lopende RCR-procedure op zich te nemen. De resultaten van het onderzoek die mij op 1 september 2014 bereiken zal ik betrekken bij de verdere besluitvorming in het kader van de RCR voor windpark N33. Mocht op basis van de resultaten van het onderzoek de keuze vallen op een locatie buiten het in de SVWOL opgenomen gebied, dan dient de provincie voor 1 januari 2015 met een besluit van Provinciale Staten het betreffende gebied planologisch te hebben vastgesteld. aternatieve Daarmee geef ik, rekening houdend met mijn eerder genoemde uitqangspunten, maximaal uitvoering aan de motie. Motie De Vries en Dik-Faber (33 612, nr. 28) in de Veenkoloniëri Met de motie De Vries en Dik-Faber (33 612, nr. 28) verzoekt de Kamer de regering om bij het windpark in de Drentse Veenkoloniën de gebiedsvisie van de provincie als uitgangspunt te nemen, mits de provincie garandeert dat de taakstelling voor 2020 wordt gerealiseerd. Drentse over het windpark Ik heb uw Kamer op 7 januari 2014 geïnformeerd over hoe ik wil omgaan met de besluitvorming over RCRwindpark De Drentse Monden en Ik heb u toen tevens mijn brief van 20 december 2013 aan de Commissaris van de Koning van de provincie Drenthe gestuurd. In laatstgenoemde brief heb ik aangegeven dat het Rijk zich inspant om de drie gebieden uit de gebiedsvisie van de provincie Drenthe als eerste stap te verkennen. 2. Oostermoer Ik heb in dat kader de Rijksadviseur voor het landschap gevraagd om zijn landschappelijke visie te geven over de inpassing van windenergie in het plangebied van het windpark. De landschappelijke visie zal op korte termijn met betrokken partijen worden besproken in een bestuurlijk overleg. Met mijn geschetste lijn zoals verwoord in mijn brief aan de Commissaris van de Koning van da provincie Drenthe, alsmede de landschappelijke visie van de Rijksadviseur voor het landschap, waarin de drie gebieden uit de gebiedvisie als eerste stap zijn verkend, geef ik invulling aan de motie. Ti< 2013-2314, 31 239, er. 174. Pagna 3 van 7
Dwj za nt,ed Oret,e Enrge en geldt ook in het geval dat een omgevingsvergunning op grond van de Wet genoemde oorzaken, met name de bepalingen van een bestemmingsplan of een een inschatting van mogelijk te honoreren planschadeclaims. Deze verplichting van dat plan. Dit omvat in de praktijk ook de financiële uitvoerbaarheid, inclusief toelichting bij een bestemmingsplan inzicht wordt gegeven in de uitvoerbaarheid inpassingsplan. De Wro en daaronder liggende regelgeving vereist dat in een Planschade is gekoppeld aan een aantal in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) over mogelijke planschade. initiatiefnemers binnen de gebruikelijke procedures te verplichten bij windprojecten vooraf inschattingen te laten maken door erkende taxatiebureaus Met de motie De Vries en Jansen (nr. 30) verzoekt de Kamer de regering om mogelijke planschade Motie De Vries en )ansen (33612, nr. 30) over vooraf inschatten van maximaal uitvoering aan deze motie. Daarmee geef ik, rekening houdend met mijn eerder genoemde uitgangspunten, provincie tot uiterlijk 1januari 2015 de ruimte geven om de totale taakstelling provincie vastgestelde planologische invulling van haar taakstelling. het oordeel kom dat er sprake is van realistische alternatieven, dan zal ik de het opstellen van het ontwerp-inpassingsplan rekening houden met de door de geen ontwerp-inpassingsplan voor windpark Fryslén ter inzage leggen en zal ik bij planologisch in te vullen en vast te stellen. In dat geval zal ik tot dat moment besluitvorming in het kader van de RCR voor windpark Fryslân. Als ik daarbij tot De resultaten die mij op 30 juni 2014 bereiken, zal ik betrekken bij de verdere begonnen met de bouw. geldt conform de afspraken Rijk-IPO dat uiterlijk op 1 januari 2018 wordt 30 juni 2014 te komen met realistische alternatieven. Voor deze alternatieven De provincie Friesland heeft binnen deze afspraken de mogelijkheid om uiterlijk het IJsselmeer (windpark Fryslân) te realiseren. Deze wens van de provincie is overgenomen in de Structuur-visie Windenergie op land. was de inzet van de provincie Frysln zelf om meer dan 250 MW windenergie in Met de provincie Fryslén is een taakstelling van 530,5 MW afgesproken. Daarbij de Friese Milieufederatie en het platform Duurzaam Friesland. land te realiseren door middel van het initiatief van het comité Hou Friesland Mooi, Fryslén de ruimte te geven om het resterende deel van de Friese taakstelling op maximaal 250 MW en daarbij te kiezen voor het gedeelte van het plangebied dat voorbereiding van vindpark Fryslân vooralsnog te beperken tot een omvang van Met de motie De Vries c.s. (nr. 29) verzoekt de Kamer de regering om de op 250 MW het verst van de kust ligt. Tevens verzoekt de Kamer de regering om de provincie Mobe De Vries c.s. (33 612, nr. 29) over maxirneririg Wiridpark Fryslân Fa4.na 4 inn 7 Energie, Telecore & Di rectora at-genera at DGS]M-ED / 1405 1 115
D irectoraat-gen eraa Energie, Telecom & Drec:e Enrgn en DL urjarnheid algemene bepalingen omgevingsrecht wordt verleend, waarbij wordt afgeweken DGErr1-Eo / 14C8 1408 van een bestemmingsplan. Als ruimtelijke besluitvorming op verzoek van een initiatietnamer plaatsvindt, zal de onderbouwing van de financiële uitvoerbaarheid (deels) van de initiatiefnemer moeten komen. De initiatiefnemer zal dan een voorafgaande inschatting van de kosten moeten maken, vaaronder die voor planschade. in de praktijk is het - mede gezien de duur van ruimtelijke procedures - in dit stadium niet mogelijk om een volledig oordeel over planschade op te nemen, zoals de motie verzoekt. Dat is ook niet nodig, want de Wet ruimtelijke ordening kent een zelfstandige planprocedure die daarvoor moer geschikt is en die pas volgt na de ruimtelijke besluitvorming, waarbij op basis van een plarivergelijking wordt beoordeeld of er planschade is. In deze procedure worden onafhankelijke adviseurs ingeschakeld die de planschade beoordelen. Motie Mulder c.s. (33612, nr. 31) over de gedragscode zoals neergelegd in het Energieakkoord Met de motie Mulder c.s. (nr. 31) verzoekt de Kamer de regering om de regie te nemen in de totstandkoming van de gedragscode zoals neergelegd in het Energieakkoord en daarbij zowel de windsector en milieugroeperingen als omwonenden verenigd in de NLVOW te betrekken, en als Rijk en provincies deze code ook te ondertekenen. In het Bnergieakkoord is de totstandkoming van een gedragscode nadrukkelijk bij de sector neergelegd. Het Rijk vindt het van belang dat burgers kunnen participeren in windprojecten. Daarbij worden twee typen participatie onderscheiden: planparticipatie en financiële participatie. Planparticipatie is onderdeel van de RCR. Daarbij wordt ook aan andere overheden gevraagd planparticipatie te organiseren. Burgers financieel laten participeren is echter een zaak van de initiatiefnemers. Het Rijk kan en wil dit niet opleggen, maar stimuleren initiatiefnemers wel om dit te doen. Door financiële participatie ken de acceptatie voor windenergie worden vergroot. Gezien de diversiteit van de projecten en het maatwerk dat in samenwerking met publieke en private partijen nodig is, heeft het kabinet er niet voor gekozen om deze financiële participatie in een wet vast te eggen. Het kabinet is juist een voorstander van de gedragscode zoals neergelegd in het Energieekkoord in de vorm van zelfregulering door de sector. De private partijen hebben hier eigen verantwoordelijkheid genomen en zijn reeds voortvarend in gesprek om de gedragscode te realiseren. Ik heb uw Kamer in het AO van 24 april 2014 toegezegd dat ik er op zal toezien dat de gedragscode voor de zomer van 2014 gereed zal zijn. Ik zal daarbij het belang van het betrekken van alle relevante partijen nog eens duidelijk onderstrepen richting de sector (via de branchevereniging NWEA). Pagine 5 dan 7
Direcbora at-g en ere ei Ener9ie, Telecom E O,re:t,e Ener:ie s Orcavreheid Zoals aangegeven in reactie op de moons De Vries ce., 33 602, er. 27 er, 33 612, er. 29, ben ik bereid om voor de provincies Friesland en Oroninger, speclfïeka afspraken te maken. Energieakkoord in 2016. en de door uw Kamer gevraagde punten zal betrekken bij de evaluatie van het In het VAO van 24 april 2014 heb ik aangegeven dat ik deze motie zal uitvoeren reservelocaties per provincie te betrekken. de regering om bij de evaluatie van het Energieakkoord in 2016 de opgave van de Met de gewijzigde motie Verhoeven en Van Veidhoven (nr. 42) verzoekt de Kamer betrekken van reservelocaties bij de evaluatie van het Energieakkoord Gewijzigde motie Verhoeven en Van Veidhoven (33 612, nr. 43) over het maximaal uitvoering aan deze motie, Daarmee geef ik, rekening houdend met mijn eerder genoemde uitgangspunten, besluitvorming in het kader van de projecten die onder de RCR vallen. 3 mij op 30 juni 2014 bereiken, zal ik, voor zover relevant, betrekken bij mijn genoemde alternatieven in de ruimtelijke visies op te nemen. De resultaten die vastgelegd. Daarbij hebben de provincies de mogelijkheid om de in de motie benodigde ruimte voor de taakstelling van 6000 MVJ in ruimtelijke visies hebben Zoals hierboven aangegeven moeten de provincies uiterlijk 30juni 2014 de gezag zijn voor de ruimtelijke inpassing van deze windparken. Gelet op deze heeft op windparken kleiner dan 100 MW. Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu onder meer het bevoegd windparken van 100 MW en groter. Dat betekent dat de ministers van wettelijke bepaling interpreteer ik deze motie zodanig dat deze alleen betrekking Op grond van de Elektriciteitswet 1998 is de RCR automatisch van toepassing op en de bevoegdheid voor de keuze van de alternatieven bij de provincie te leggen. Met de motie Litjens en De Vries (nr. 37) verzoekt de Kamer de regering om windparken een kans geven Motie Litjens en De Vries (33 612, nr. 37) over alternatieven, voor grote concrete alternatieven voor grote windmolenparken serieus een kans te geven, aan de overwegingen achter deze motie. heb en de afspraken uit het Energieakkoord, in voldoende mate invulling te geven zomer aan uw Kamer te sturen. Hiermee meen ik, binnen de mogelijkheden die ik Ik streef ernaar om de definitieve gedragscode, voorzien van een reactie, voor de DGETMED / 14081478 Pagina 6 van 7
Directoraat-gen era al Energie, Telecom & Hededinging Directie tnerge ei Duurzaamha d Vervo g Parallel aan verzending van deze brief aan uw Kamer informeer ik de verschillende betrokken provincies over de consequenties van de aangenomen moties, imhet bijzonder daar waar het gaat om het vaststellen van de provinciale ruimtelijke visies voor de inpassing van windenergie op land en de lopende RCR prace,d ures. OOET-Eo 1 11Z51405 (/ ---41.G.J. Kamp Minister van Economische Zaken Paçira 7 aan 7