METHODIEK BOR HUMANITAS



Vergelijkbare documenten
Begeleide Omgangsregeling (BOR Humanitas) Projectleider Michel Krijnsen. SAMENWERKINGSPROJECT HUMANITAS/ RvdK/Jeugdzorg/Rechtbank/ MW

Omgangscentrum Drenthe

BEGELEIDE OMGANGSREGELING VAN STICHTING DE WERING

Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018

- coördinator doorstart Eindhoven - consulent Humanitas district Zuid

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland

A-avond (v)echtscheiding en jeugd

Webinar. Thema: conflictscheiding

Gescheiden als partner, verbonden als ouder

WELKOM VRIJWILLIGER 1

Als ouders uit elkaar gaan

Echtscheiding en kinderen

Intake is standaard bij elk type begeleiding. Intake per ouder afzonderlijk gesprek 155euro. Intake ouders gezamenlijk gesprek 255euro

Intensieve Gezinsbegeleiding

GESCHEIDEN ALS PARTNER, VERBONDEN ALS OUDER INFORMATIE VOOR OUDERS

Week tegen de kindermishandeling. Thema: conflictscheiding

De school stelt het welzijn en de ontwikkeling van het kind voorop, is geen partij in een echtscheiding en blijft neutraal tegenover beide ouders.

Collectief aanbod Jeugd Houten

Kindspoor Fier Fryslân


Video Interactie Begeleiding (VlB) bij de omgangsregeling van verstandelijk beperkte ouders en hun kind(eren) in pleegzorg.

Stappenplan Taalcoach. Uitgangspunt: Hoe zet je een taalcoachproject op?

Methodiek doorstart. Inleiding

STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS DE GOUW

Pleegzorg doe je samen

Leerlingbegeleiding. WARTBURG COLLEGE locatie Revius

Leerlingbegeleiding. WARTBURG COLLEGE locatie Revius

PROTOCOL OMGAAN MET GESCHEIDEN OUDERS

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Vrijwilliger worden bij de Kindertelefoon?

Iedereen heeft een eigen verhaal

Aanbod van omgangsbegeleiding/ -bemiddeling in West Veluwe

INHOUDSOPGAVE MAATSCHAPPELIJKE HULPVERLENING VOOR GEZINNEN, JONGEREN EN VOLWASSENEN

PROTOCOL. School en echtscheiding

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS)

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Kampen. April 2017

De meldcode en de aandachtsfunctionaris. Tea Hol Coördinator Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling

Als ouders uit elkaar gaan

Checklist voor kwaliteit van de uitvoering van de groep Daar waar groep vermeld staat kan ook cursus of training gelezen worden.

Gezinsbehandeling (IOG) bij kinderen met gedragsproblemen Sterker in de samenleving.

PROTOCOL OMGAAN MET GESCHEIDEN OUDERS

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg

DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen

Inhoud. 2 Opzet van het boek Inleiding Onderzoek Scholieren en Gezinnen Indeling van het boek... 14

Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Pedagogisch beleid Lunchkids

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 6 Afsluiting en nazorg

Meer over ambulante zorg

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Als ouders niet meer samen zijn. Hulp aan kinderen (tot 16 jaar) van gescheiden ouders. Jeugd GGZ. Veelzijdige zorg

oudertraining contact & communicatie

Protocol meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling. OBS Prins Claus

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

Vrijwilligersondersteuning in het verzorgings- en verpleeghuis in de laatste levensfase 1

PROTOCOL OMGAAN MET GESCHEIDEN OUDERS

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

Beleid Informatieverstrekking en beslissingsrecht gescheiden ouders

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk

Aanbod vanuit Humanitas, voorafgaand aan de drie hoofdfasen van de escalatietrap van Glasl November 2015

Complexe scheidingen/ vechtscheidingen en het kind?

Mediation KIES POGO BOR

Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties

CURSUSSEN & TRAININGEN VOOR KINDEREN EN OUDERS

indertherapie oevorden Ellen Adema

Samenwerken met beide ouders. Do s en Don ts voor ouders en jeugdigen

Trainingen, workshops en coaching

24- uursbehandeling. [ intensieve persoonlijke begeleiding en behandeling ]

Complexe Scheidingen. Erika Holtjer GZ-psycholoog MfNgeregisteerd Mediator Forensich Mediator Coach Collaborative Divorce EMDR practitioner

Waarmee helpt Thuisbegeleiding?

om een scheiding respectvol, efficiënt waarin je behoeften en verwachtingen

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN KOBA

Vechtscheidingen: voor wie een zorg? Linda van Dijk, Youké en Inge Anthonijsz NJi

Kortdurend intensief verblijf

Uit elkaar, en hoe gaat het met de kinderen?

Talismanbulletin

Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling

Welkom bij IrisZorg. Informatie voor cliënten

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 7 Afsluiting en nazorg

Relatie & thuissituatie. Deel met ons je vragen of zorgen!

Ik sta er niet meer alleen voor!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

OUDERSCHAPSPLAN als. trait-d union

Training & themabijeenkomsten 2018

Doel van het protocol De school informeert u als ouders graag over de prestaties en het welbevinden van uw kind.

Gescheiden & uw kind in behandeling. Voor ouders

(V)echtscheidingen 7 S E P T E M B E R

Het psychosociaal kinderteam (PST)

Video-hometraining. Informatie voor ouders

Echtscheidingseducatie

Ed Spruijt Helga Kormos. Handboek scheiden en de kinderen

Relatie & thuissituatie. Deel met ons je vragen of zorgen!

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

Projectplan Meet en Connect

vooruitkomen OUDERS & OPVOEDERS

1 Inleiding: scheiden en de kinderen 11 2 Opzet van het boek 22 3 Cijfers en feiten over scheiden en kinderen 29

24- uursbehandeling. [ intensieve persoonlijke begeleiding en behandeling ]

Transcriptie:

METHODIEK BOR HUMANITAS Inleiding Het programma BOR Humanitas is ontwikkeld door Humanitas. Humanitas is licentiehouder. De meeste BOR-projecten worden lokaal uitgevoerd door Humanitas. Onder bepaalde voorwaarden kan het programma ook door derden worden uitgevoerd. Organisaties dienen hiervoor contact op te nemen met het expertisecentrum BOR. Tel 020-5231100 Zie ook www.borhumanitas.nl 1.Visie en uitgangspunten BOR Humanitas De veiligheid en het belang van het kind staan bovenaan. Daarom is het van belang dat gescheiden ouders na de scheiding hun onderlinge conflicten weten te beheersen en zich opstellen als ouders en niet als ex-partners. Omdat ouders de regie over hun eigen leven dienen te behouden is het gevolg hiervan dat zij zelf een omgangsregeling tot stand brengen. Als dit niet lukt kunnen zij tijdelijk steun krijgen van een vrijwilliger. Dit is een eigen keuze van de ouders en mag niet opgelegd worden door de hulpverlening of een rechter.als ouders kiezen voor BOR Humanitas moeten zij meewerken en hun afspraken nakomen. Humanitas kiest bewust voor vrijwilligers als ondersteuner van de ouders en kinderen, omdat een vrijwilliger gelijkwaardig is aan de deelnemer. De vrijwilliger gaat niet volgens een vast hulpverleningsplan te werk, maar bied vraaggerichte steun aan de deelnemer. De ondersteuning van BOR Humanitas wil voorkomen dat kinderen en ouders onnodig bij de zware hulpverlening terechtkomen. 2.Doel van de methodiek BOR Humanitas Hoofddoel: Gescheiden ouders komen tot hanteerbare afspraken over een omgangsregeling tussen kind en uitwonende ouder. Het kind behoudt op deze wijze contact met beide ouders. Subdoelen: Een kind heeft contact opgebouwd met beide ouders zonder geconfronteerd te worden met ouderlijke conflicten De uitwonende ouder voelt zich competent in de omgang met zijn kind De inwonende ouder heeft vertrouwen in de omgang tussen kind en uitwonende ouder Ouders kunnen met elkaar communiceren over de opvoeding van hun kind

3. Doelgroep van de methodiek BOR Humanitas Welke gezinnen komen voor steun door een vrijwilliger van BOR Humanitas in aanmerking? Gescheiden ouders dan wel scheidende ouders en hun kinderen 0-12 jaar Ouders die niet zelf tot een omgangsregeling kunnen komen/ ouders bij wie de omgangsregeling om wat voor reden dan ook is vastgelopen of verwaterd. Ouders die bereid zijn om zelf te werken aan de totstandkoming van een omgangsregeling. De ouder die met het kind samenwoont moet bereid zijn de uitwonende ouder een plek te geven in het leven van een kind.en vice versa. Hiermee worden de rechten van het kind gerespecteerd Ouders die hanteerbare en haalbare afspraken willen maken over een omgangsregeling. Deze afspraken moeten voor beide ouders uitvoerbaar blijken. Ouders moeten deze afspraken ook nakomen. Als ouders hun afspraken niet nakomen, kunnen ze niet bij BOR Humanitas blijven Welke gezinnen (ouders en kinderen) komen NIET in aanmerking? 1. Ouders die ernstige psychische of verslavingsproblemen hebben, die van invloed zijn op het pedagogisch handelen en dagelijks functioneren 2. Ouders en kinderen met ernstige (psychische) en gedragsproblemen die gevolgen hebben voor contact en die niet door een vrijwilliger gehanteerd kunnen worden. 3. Ouders in verharde conflicten of agressieve ouders, die elkaars ouderschap bestrijden, dat schadelijk is voor een kind 4. Ouders die hun kind in het verleden hebben mishandeld en daardoor nog steeds een gevaar voor het kind kunnen zijn. (Voor zover bekend bij de intake) Ongemotiveerde ouders (wel opgelegd door rechter of RvK). 4. Opzet BOR methodiek De BOR methodiek is opgebouwd in 10 stappen.. Stap 1 Intake ouders en kinderen Stap 2 Kennismaking tussen kind en vrijwilliger Stap 3 Eerste fase omgangscontact Stap 4 Eerste tussenevaluatie Stap 5 Tweede fase omgangscontact Stap 6 Tweede tussenevaluatie Stap 7 Derde fase omgangscontact Stap 8 Eindevaluatie begeleiding Stap 9 Afscheid tussen kind en vrijwilliger Stap 10 Nazorg ouders De duur van de methodiek is 3 tot 6 maanden De frequentie is 1 keer per week/ 1 x per 2 weken

De vrijwilliger verleent ondersteuning aan ouders en kind door zijn aanwezigheid en open houding. De vrijwilliger begeleidt de ouder in het proces om een omgangsregeling tussen uitwonende ouder en kind tot stand te brengen. De vrijwilliger brengt het kind van de ene naar de ander ouder. De professionele coördinator doet zowel de intake van ouders als vrijwilligers en koppelt vrijwilligers aan ouders en kind. Hij ondersteunt de vrijwilliger door: individuele coachingsgesprekken themabijeenkomsten intervisiebijeenkomsten 5. Inhoud BOR methodiek Stap 1: intake ouders Hulpverleners, rechters, advocaten, schoolleerkrachten enz kunnen ouders attenderen op het bestaan van BOR Humanitas. Ouders kunnen ook zelf reageren via via of naar aanleiding van een artikel in een lokale krant, een wervingsfolder of de website. Voorwaarde voor intake is aanmelding van beide ouders bij de coördinator. De coördinator deelt dit mede aan de ouder die zich als eerste aanmeldt. Advocaten of hulpverleners kunnen ook namens beide ouders aanmelden. Het is mogelijk dat een van beide ouders contact opneemt, terwijl de andere ouder nog niet van het bestaan van BOR afweet. De coördinator kan dan een rol spelen door contact op te nemen met de ander ouder en hem/haar informeren en hem/haar uitnodigen voor een gesprek (outreachende rol van coördinator) Aanmelding vindt telefonisch, via de website of via een formulier plaats bij de coördinator. Een telefoongesprek wordt gevoerd door de coördinator en is kort. Kernvragen die tijdens dit telefonisch gesprek worden gesteld, zijn: Kerngegevens gezin, leeftijd kinderen Wat is het probleem en de reden van aanmelding bij BOR? Hoe lang heeft de uitwonende ouder al geen omgang (gehad)? Of nog niet? Wilt u de uitwonende ouder mede verantwoordelijkheid geven in het leven van uw kind? (vraag aan de ouder bij wie het kind woont) Wilt u meewerken aan een omgangsregeling met uw kind en wilt u hier voldoende tijd aan besteden? De coördinator bepaalt aan de hand van de antwoorden of een intakegesprek mogelijk is) In dit intakegesprek tussen ouders, coördinator en vrijwilliger wordt door de coördinator een eerste match tussen de ouders en de vrijwilliger gemaakt. Voorwaarde is dat er een klik is tussen ouders/kind en vrijwilliger. De coördinator doet de intake met beide ouders apart, om mogelijke conflicten of verschil van inzicht tussen beide ouders in dit beginstadium te vermijden. Intakegesprek Het intakegesprek is bedoeld om (een deel van) de verantwoordelijkheid van de inwonende ouder voor het kind te delen met de vrijwilliger. De inwonende ouder moet vertrouwen krijgen in de vrijwilliger en de coördinator. Het moet een legitimatie geven dat de vrijwilliger de brug tussen kind en uitwonende ouder vormt. Ook wordt de inwonende ouder voorbereid op eventuele spanningsreacties die kunnen ontstaan na de eerste contactmomenten van het kind met de uitwonende ouder (b.v.

bedplassen, druk of teruggetrokken gedrag). Hiermee wordt inzicht gegeven en een kader geschapen zodat voorspelbaarheid en rust gecreëerd wordt bij de inwonende ouder. Tijdens het intakegesprek nemen de coördinator en vrijwilliger samen met de inwonende ouder eerst enkele vragen door. Dit zelfde gesprek wordt gevoerd met de uitwonende ouder. (zie IV) De vraagpunten tijdens de intake zijn: I Inleiding o Uitleg doel en globale inhoud intakegesprek o introductie en nadere uitleg BOR Humanitas II Hulpvraag a Voorinformatie o Informatie uit de aanmelding en eventuele aanvullingen o Voorgeschiedenis naar hulpvraag bij BOR Humanitas b Inventarisatie hulpvraag o Wensen inwonende ouder o Wensen uitwonende ouder o Beeld van het kind o Mogelijkheden/ beperkingen/ aandachtspunten/ randvoorwaarden III Begeleidingsaanbod BOR a Inventarisatie mogelijkheden begeleidingsaanbod b Voorstellen en afspraken opbouw omgang en evaluatie c Wat te verwachten van elkaar met betrekking tot de overdracht, omgang en vrijwilligers. De inwonen de ouder is verantwoordelijk om het kind voor te bereiden. IV Afronding/Vervolg Nadat het intakegesprek met de inwonende ouder heeft plaatsgevonden, vindt er een gesprek plaats met de uitwonende ouder. Bij voorkeur vindt dit gesprek nog diezelfde ochtend of middag plaats, zodat er aan het eind van de dag een lijst met contactmomenten (data en tijdstippen) is afgesproken. Hierdoor vindt in principe nog binnen 14 dagen na de intake het eerste contact tussen het kind en de uitwonende ouder plaats. NB de frequentie van de omgang (en van de ondersteuning van de vrijwilliger) bij jonge kinderen tot 2 jaar is hoger dan bij kinderen vanaf 2 tot 12 jaar. Bij jonge kinderen 1 x per week, bij oudere kinderen 1 x per 2 weken. Stap 2: Kennismaking tussen kind en vrijwilliger Deze stap heeft als doel het vertrouwen en het gevoel van veiligheid tussen kind, ouder en vrijwilliger op te bouwen. Het gaat er om de mogelijke angst en spanningen bij het kind te reduceren. Dit wordt gerealiseerd door het kind bekend en vertrouwd te maken met de locatie waar het omgangscontact in de eerste fase zal plaatsvinden en de vrijwilliger te introduceren.. In het intakegesprek is een afspraak gemaakt voor de eerste kennismaking tussen kind en vrijwilliger. Deze kennismaking kan eenmaal bij het kind thuis plaats vinden (dit is afhankelijk van de situatie en of dit wel mogelijk is) en eenmaal op een locatie

van BOR Humanitas, bij voorkeur een speelkamer of andere neutrale plek. In beide gevallen is de uitwonende ouder hierbij niet aanwezig. De vrijwilliger laat de ruimte zien en vraagt waar het kind mee zou willen spelen met de uitwonende ouder. Dit alles ter voorbereiding van het kind op het contact. Stap 3: Eerste fase omgangscontact Op basis van drie contactmomenten (intake, thuis, speelkamer) heeft de inwonende ouder een beeld van de vrijwilliger. Wanneer deze kennismaking goed verloopt en er vertrouwen is tussen kind en vrijwilliger en tussen ouders en vrijwilliger, vindt er driemaal in aanwezigheid van de vrijwilliger een contact tussen de uitwonende ouder met het kind plaats. Dit contact duurt maximaal één uur om het kind niet te overvragen. Het is nl mogelijk dat er maanden geen omgang is geweest met de uitwonende ouder. Tijdens deze contactmomenten vangt de vrijwilliger de uitwonende ouder een kwartier voor de feitelijke ontmoeting op en brengt hem/haar naar de speelkamer (=neutraal terrein) gebracht. De inwonende ouder brengt het kind en de vrijwilliger vangt beide op. De vrijwilliger kijkt of het kind vanzelf naar de speelkamer gaat, of wordt hiervoor door de vrijwilliger begeleid. Tijdens het uur kunnen er spelletjes worden gespeeld. De vrijwilliger verbindt de uitwonende ouder met het kind door voorbeelden aan te dragen of het gesprek op gang te helpen. De mate van ondersteuning die de vrijwilliger biedt is afhankelijk van: De sociale vaardigheden van de uitwonende ouder De rol die de uitwonende ouder in het verleden in het leven van het kind heeft gespeeld; Het kind zelf. De vrijwilliger sluit aan bij wat er gebeurt en blijft op de achtergrond: het kind staat immers centraal. Na het uur nemen kind en uitwonende ouder afscheid en wordt het kind door de vrijwilliger terug begeleid naar de inwonende ouder. De vrijwilliger vertelt de inwonende ouder dat het contact heeft plaatsgevonden en hoe dat is ingevuld.(activiteit) Bij bijzonderheden wordt een apart overlegmoment of telefonisch contact met de inwonende ouder ingelast om het kind niet onnodig te belasten met de eventuele spanning bij de inwonende ouder. De vrijwilliger spreekt daarna kort met de uitwonende ouder over het verloop van de omgang. De vrijwilliger informeert de coördinator aan de hand van werkaantekeningen, er wordt namelijk geen dossier bijgehouden. In de eerste fase van het omgangscontact vinden er drie van zoals hierboven beschreven contactmomenten plaats. De opzet is dat er geleidelijk meer contact komt tussen de uitwonende ouder en het kind, zodat de vrijwilliger steeds een stapje verder terug kan doen. Stap 4: Eerste tussenevaluatie De eerste tussentijdse evaluatie bestaat uit twee momenten:. 1. Een kort overleg tussen de coördinator en de vrijwilliger. Daarbij wordt teruggeblikt op de afspraken gemaakt in het intakegesprek, het verloop en de contactmomenten, die door de vrijwilliger zijn beschreven de werkaantekeningen.

De vraag die centraal staat is of ouders en het kind in staat zijn een volgende stap te zetten. Er wordt een beoordeling gemaakt die wordt voorgelegd in het gesprek met de ouders. 2. Gesprek tussen de ouders, de vrijwilliger en de coördinator. Het kind is bij deze tussenevaluatie niet aanwezig. Afhankelijk van de situatie vindt dit gezamenlijk of afzonderlijk met beide ouders plaats. De eventuele reacties die zijn ontstaan na de eerste contactmomenten van het kind met de uitwonende ouder, zoals slaap en/of eetproblemen, concentratieproblemen of andere gedragsuitingen, worden doorgesproken. Vragen : Wat gaat goed met het kind? Hoe verloopt het contact met de uitwonende ouder Wat vraagt extra aandacht van de uitwonende ouder? Kunnen er meer contactmomenten komen tussen kind en uitwonende ouder? De coördinator streeft in de vraagstelling om aanknopingspunten te vinden voor het vervolgtraject. Uitgangspunt is de draagkracht van het kind. Er wordt rekening gehouden met het tempo van ouders. Vervolgens maakt de coördinator met de ouders en vrijwilliger afspraken over de tweede fase van het omgangscontact. Indien deze stap nog niet kan worden gezet, wordt zo mogelijk de eerste fase (gedeeltelijk) herhaald om meer stevigheid te creëren voor de volgende stap. Stap 5: Tweede fase omgangscontact In deze stap wordt de omgang vervolgd en vindt er uitbreiding van de omgang plaats naar twee tot drie uur op een andere locatie. Daarmee wordt fysiek meer ruimte gegeven aan de uitwonende ouder. Met de inwonende en uitwonende ouder is in de eerste tussenevaluatie besproken wat bij het kind past en waar zijn of haar interesses liggen. Ook wordt stil gestaan bij eventuele moeilijkheden/draagkracht van de uitwonende ouder. Elk regionaal project van Humanitas heeft een map met voorzieningen in de regio waaruit gekozen kan worden. Uiteindelijk wordt een neutrale locatie gekozen, meestal speeltuin, kinderboerderij, bibliotheek, zwembad of schaatsbaan. Afhankelijk van de mogelijkheden brengt/haalt de inwonende ouder of de vrijwilliger het kind naar de neutrale locatie. Soms kan het ook de wens zijn van de vrijwilliger om het kind op te halen, zodat het kind (tijdens de reis) de ruimte krijgt om zijn of haar beleving over de omgang te kunnen aangeven. Stap 6: Tweede tussenevaluatie In de achtste stap vindt er nogmaals een tussenevaluatie plaats tussen de ouders, de vrijwilliger en de coördinator. Hetzelfde stramien wordt gevolgd als bij de eerste tussenevaluatie. Vragen : Wat gaat goed met het kind? Hoe verloopt het contact met de uitwonende ouder Wat vraagt extra aandacht van de uitwonende ouder? Kunnen er meer contactmomenten komen tussen kind en uitwonende ouder?

Aan de uitwonende ouder wordt expliciet de vraag gesteld of hij/zij in staat is een dag met het kind te kunnen vullen De coördinator zoekt op basis van de antwoorden op de vragen aanknopingspunten voor de derde fase van het omgangscontact. Is een omgangscontact van een dag zonder begeleiding mogelijk en soja in welke mate? Dit is een afweging en heeft te maken met de draagkracht van het kind en de vaardigheden van de ouders.. Aan het eind van het gesprek worden afspraken gemaakt over de derde fase van het omgangscontact. Stap 7: Derde fase omgangscontact In deze stap kan de omgang vervolgd worden bij de uitwonende ouder thuis. De vrijwilliger vervulde in de eerste fase van het omgangscontact een brugfunctie tussen het kind en de uitwonende ouder en in de tweede fase treedt de vrijwilliger wat meer op de achtergrond. In de derde fase probeert de vrijwilliger indien nodig alleen nog het overdrachtsmoment van het kind tussen de inwonende en uitwonende ouder te verzorgen. Het komt voor dat in de eerste afspraak de vrijwilliger nog het eerste en laatste halfuur van het omgangscontact aanwezig is. Dit wordt vervolgens in het tweede en derde contact van deze fase afgebouwd. De zelfstandige omgang loopt gemiddeld twee maanden. Stap 8: Eindevaluatie van de begeleiding In stap tien vindt er een eindevaluatie plaats tussen de ouders, de vrijwilliger en de coördinator. Vragen zijn: Hoe is het omgangscontact verlopen? Wat waren de eventuele moeilijkheden? Hoe gaat de omgangsregeling er definitief uitzien? De vrijwilliger en coördinator denken mee in de verdere opbouw van de omgang. Is een weekend of een overnachting gewenst/haalbaar? De gemaakte afspraken worden op papier gezet om misverstanden/conflicten te voorkomen. Dit stuk is bedoeld voor de ouders. Dit zijn de afspraken hoe de omgangsregeling vorm krijgt Ten slotte wordt stil gestaan bij de rol van de vrijwilliger en het project. Wat kan de vrijwilliger of coördinator nog leren? Wat kan BOR Humanitas anders doen? Stap 9: Afscheid tussen kind en vrijwilliger Op een apart moment neemt de vrijwilliger afscheid van het kind. De vrijwilliger heeft in een spannende levensfase van het kind een belangrijke rol gespeeld. Het doel van deze stap is het moment duidelijk te markeren en het kind niet op te zadelen met het gevoel dat het (weer) een belangrijk persoon in zijn of haar leven verliest. Meestal wordt er een klein cadeautje of uitje aangeboden, waarbij de vrijwilliger aankondigt dat het de laatste keer is dat het kind en de vrijwilliger elkaar ontmoeten. In sommige gevallen wordt het (mobiele) nummer van de coördinator achtergelaten in geval het kind bij behoefte contact op kan nemen. Coördinator kan dan contact opnemen met de vrijwilliger. Stap 10: Nazorg ouders In de laatste stap wordt na twee of drie maanden contact opgenomen met beide ouders om te vragen naar de actuele stand van zaken. Beide ouders worden uitgenodigd voor een terugkombijeenkomst waarin gezamenlijk wordt gekeken naar het functioneren van de omgangsregeling tot dan toe.

6.Voorwaarden voor uitvoering van de methodiek De methodiek kan alleen uitgevoerd worden als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 6.1 Een coördinator is geworven en aangesteld. De coördinator is een beroepskracht. De coördinator heeft de volgende taken Voeren van intake- en evaluatiegesprekken met ouders Werven, trainen en ondersteunen van vrijwilligers Koppelingen maken tussen de vragende ouders en de vrijwilligers Vraagbaak en luisterend oor aanbieden aan vrijwilligers en ouders Onderhouden van contact met verwijzers Rapporteren over de voortgang van het project aan de leidinggevende Bijdrage leveren aan de public relations Participeren in regionale en/of landelijke BOR Humanitas netwerken Eisen die aan de coördinator worden gesteld Afgeronde HBO opleiding in een sociaal-maatschappelijke richting Kennis en ervaring met de problematiek rondom (echt)scheiding en betrokkenheid met de doelgroep Ervaring en/of scholing op het gebied van mediation of conflicthantering Affiniteit met en ervaring in het ondersteunen van vrijwilligers Uitstekende communicatieve vaardigheden, inventiviteit en flexibiliteit Goede kennis van de sociale kaart in het werkgebied Kennis van de jeugdzorg Affiniteit met visie en waarden van Humanitas 6.2 Vrijwilligers Intake van vrijwilligers Vrijwilligers melden zich via informele netwerken, worden geattendeerd door de hulpverlening, reageren naar aanleiding van een artikel in een lokale krant, naar aanleiding van een wervingsfolder of de website. Na de werving van de vrijwilligers volgt de intake. De coördinator heeft met elke vrijwilliger 1 of meer gesprekken. De coördinator kan hierbij gebruik maken van een aanmeldformulier voor vrijwilligers. Aan de vrijwilligers worden de volgende eisen gesteld: enthousiasme en belangstelling voor (de leefwereld van) kinderen en affiniteit met de doelgroep enige levenservaring en empathisch vermogen bereidheid om op basis van gelijkwaardigheid met gezinnen om te gaan bereidheid en in staat is om kinderen (en hun opvoeders) te ondersteunen de waarden en uitgangspunten van Humanitas, zoals gelijkwaardigheid, regie over eigen leven, verantwoordelijkheid en vraaggerichtheid onderschrijven.

goede sociale vaardigheden (goed luisteren, goed contact kan leggen en onderhouden, grenzen kan aangeven) stressbestendig zijn en om kunnen gaan met conflicten ervaring met het ouderschap of opvoeding van kinderen zorgvuldigheid in het kunnen omgaan met privacy gevoelige gegevens verplicht tot het volgen van voorbereidingscursus/training en regelmatig gehouden groepsbijeenkomsten openstaan voor feedback en begeleiding verslag uitbrengen over zijn/haar werkzaamheden voor BOR Humanitas ongeveer een dagdeel per 2 weken beschikbaar zijn een verklaring Omtrent het gedrag (VOG) leveren Naast leeftijd, opleidingsniveau, ervaring met soortgelijke werkzaamheden, is de belangrijkste vereiste de betrouwbaarheid van de vrijwilliger als begeleider van kinderen. Wanneer bij de coördinator ook maar de geringste twijfel bestaat of de kinderen bij een bepaalde kandidaat of vrijwilliger veilig zijn, moet deze afgewezen worden. Vrijwilligers van BOR Humanitas hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel bij het omgaan met kinderen. Na aanname van de vrijwilligers volgen zij een training Training van de vrijwilligers Elke vrijwilliger krijgt een training van 6 tot 8 dagdelen aangeboden, alvorens hij /zij aan de slag gaat. De thema s die behandeld worden zijn: Kennismaking met elkaar, de coördinator, het programma en Humanitas. Motivatie en positie vrijwilliger. Doelgroep. De impact van scheiding op kinderen. Vertrouwelijkheid. Humanitaswaarden (de Humanitaswaarden vertalen in de praktijk van BOR) Communicatie (vrijwilligers leren luisteren en praten met ouders en kinderen oppverschillende niveaus, maar ook leren zij onderling met de vrijwilligers ervaringen uit te wisselen) Grenzen (een vrijwilliger leert waar zij grenzen liggen, hij is nimmer een hulpverlener, maar werkt vraaggericht voor de ouders) Neutraliteit (een vrijwilliger dient altijd partij te kiezen voor een kind en nooit voor één van beide ouders, inzoverre blijft hij neutraal) Agressie (vrijwilligers leren om te gaan met mogelijke agressie van ouders of andere familieleden) Veiligheid (vrijwilligers dienen te kunnen signaleren als de veiligheid van het kind in het geding is, Humanitas heeft hier protocollen voor) Materiaal dat beschikbaar moet zijn voor vrijwilligers na afloop van de training: Samenvatting vrijwilligersbeleid Gedragscode vrijwilligers die met minderjarigen werken (bijlage bij vrijwilligersbeleid) Gedragscode hoe om te gaan na seksueel misbruik (idem) Protocol signalering huiselijk geweld en kindermishandeling (idem)

Vrijwilligersovereenkomst (idem). Trainingsmap (map met achtergrondmateriaal dat aansluit bij thema s training) Deskundigheidsbevordering gedurende het traject van ondersteuning De vrijwilligers worden voortdurend bijgeschoold. Daarvoor zijn drie verschillende instrumenten beschikbaar: Themabijeenkomsten. Regelmatig wordt een inhoudelijk thema behandeld. Intervisiebijeenkomsten. Regelmatig komt de hele groep bij elkaar en bespreekt op een gestructureerde manier een casus. De coördinator begeleidt deze bijeenkomsten Coachingsgesprekken en individuele begeleiding van de vrijwilligers door de coördinator Permanente begeleiding en deskundigheidsbevordering is een vorm van waardering en erkenning voor vrijwilligers. Het is belangrijk hieraan aandacht te besteden. De themabijeenkomsten kunnen ook open staan voor andere groepen vrijwilligers of professionals. Het opstellen van een interessant bijscholingsprogramma kan Humanitas- breed worden aangepakt en aangeboden, maar er kan ook aansluiting worden gezocht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin.. Een goede optie is dan om met de eigen BOR- vrijwilligers na afloop een half uur met elkaar door te praten over de inhoud van de themabijeenkomst. Dat komt de inhoudelijke verwerking van een ieder ten goede en vergroot de verbondenheid. 6.3 Consulent Maatschappelijk activering.(ma-consulent) Een beroepskracht werkzaam in een district. Deze ondersteunt de professionele coördinator en de afdelingsbesturen. 6.4 Expertisecentrum BOR Humanitas. Vertegenwoordigers uit districten (vooral MA consulenten) en de programmaleider van de programmalijn Elk kind telt die zorgdragen voor licentieovereenkomsten, productontwikkeling, borging, kwaliteitsbewaking, uitwisseling van kennis en expertise, laten uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. 7. Onderbouwing methodiek Op 1 maart 2009 is de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding in werking getreden. De wet beoogt vooral een bijdrage te leveren aan de vermindering van problemen rond scheiding en omgang. Ouders moeten een ouderschapsplan maken. Onderdeel hiervan zijn afspraken over verdeling van zorg en opvoedtaken en uitwisselen van informatie. Dit wordt ook wel een omgangsregeling genoemd. Ongeveer de helft van de gescheiden ouders lukt het om zelf een regeling tot stand te brengen en uit te voeren; een kwart belandt in een vechtscheiding en behoeft professionele hulp. Een kwart van de ouders is wel min of meer gemotiveerd, maar lukt het zelf niet om een regeling tot stand te brengen. (bron Ed Spruijt scheiden en de kinderen)

De methodiek van BOR Humanitas helpt ouders zelf een omgangsregeling tot stand te brengen. Ca 75 % van de bij BOR Humanitas aangemelde ouders komt zelf tot een regeling. Ed Spruijt heeft aangetoond dat ouderlijke conflicten grote schade veroorzaken bij kinderen zowel op korte als op lange termijn. Beheersing van ouderlijke conflicten is derhalve noodzakelijk. Het doel van BOR Humanitas is dat ouders zelf op een zakelijke wijze leren een regeling treffen en onderhouden en hun conflicten zoveel mogelijk te beheersen in het belang van het kind. In het BOR traject worden ouders stapje voor stapje begeleid en leren zij ook weer respect voor elkaar op te brengen. (Ed Spruijt en Helga Kormos, Scheiden en de kinderen, 2010) Uit onderzoek van B&A (begeleide omgangsregeling Twente, Anker voor kinderen, Knipping en Waaijenberg, 2009) blijkt het maatschappelijk rendement van BOR a) Voor kinderen. Kinderen worden door een goede omgangsregeling minder snel blootgesteld aan het loyaliteitsconflict. De prestaties op school zijn beter, kinderen kennen minder gedragsproblemen en voelen zich psychisch en emotioneel beter dan wanneer er geen goede omgangsregeling aanwezig is. Hun zelfbeeld is beter en ze weten sociale relaties beter aan te gaan en te behouden. b) Voor ouders: het herstel van het contact met het kind geeft ouders vertrouwen. Ouders maken zich minder vaak zorgen over de emotionele en gedragsproblemen van hun kinderen c) Baten voor het professionele veld Minder kinderen met problemen en problematisch gedrag leidt tot een minder beroep op professionele organisaties. Ook leiden de trajecten van BOR Humanitas tot minder en minder intensieve onderzoeken door de Raad voor de kinderbescherming. Onderzoek scholieren en gezinnen, 2010: Het is voor kinderen belangrijk om ook na de echtscheiding een band met de uitwonende ouder te blijven houden. Hoe sterker de band tussen kind en vader, hoe minder problemen Positief zijn; stimuleren door de inwonende ouder, weinig ouderlijke conflicten, betrokkenheid ouders. Vaderbinding is een belangrijke beschermende factor tegen negatieve effecten van echtscheiding. Waarom werkt BOR Humanitas met vrijwilligers? Een van de waarden van waaruit Humanitas werkt is de gelijkwaardigheid. Vrijwilligers zijn geen hulpverleners, staan naast de ouders, er is geen hiërarchische relatie tussen vrijwilliger en ouder, vrijwilligers hebben geen eigenbelang. Hun belang is dat het doel wordt behaald. Omdat vrijwilligers gelijkwaardig zijn aan de ouders kunnen ze het vertrouwen krijgen van de ouders. Ze zijn geen partij, ze rapporteren niet en maken geen verslagen voor derden. Ouders die zelf geen omgangsregeling kunnen maken willen niet altijd object van hulpverlening zijn, maar gesteund worden in het proces. Dat kan door familie of vrienden of door een getrainde vrijwilliger van BOR Humanitas. Humanitas heeft meer dan 65 jaar ervaring met het inzetten van vrijwilligers die deelnemers ondersteunen.