ARCHIEF mum urn Corsa-nr. 2013.06488 Project i.a.a. Waterschap Peel en Maasvallei uw kenmerk: 65322329/RB2/FRE uw brief van: 26 oktober 2012 ons kenmerk: 2013.06488 Datum: 8 maart 2013 Klaverblad Rechtsbijstandstichting ta.v. mw. mr. F. Reith postbus 3012 2700 KV ZOETERMEER verzonden:. g M R ļ 2 0 1 3 onderwerp: schade Tongerlo 14 te 5993 NS Maasbree Geachte mevrouw Reith, Bij brief van 26 oktober 2012 heeft u gepleit voor een spoedige oplossing van het probleem bij de familie Van de Riet in Maasbree. Navolgend gaan we in op het probleem en de oplossing. Het project Herinrichting Elsbemden In 2005 en 2006 heeft het waterschap werkzaamheden uitgevoerd aan de Elsbemden in Maasbree. Dit heeft een structurele verhoging van de grondwaterstand tot gevolg. De verhoging van de grondwaterstand is een gevolg van het uitvoeren van een op zich rechtmatig bestuursbesluit: het vaststellen en uitvoeren van het project. In de voorbereidingsfase is niet voorzien dat de verhoging van de grondwaterstand zich ook zou manifesteren tot onder de woning van de heer en mevrouw Van de Riet met, zo blijkt later, schade tot gevolg. In de ontwerpfase van het herinrichtingsplan bestond er voor de heer en mevrouw Van de Riet geen aanleiding om een zienswijze te geven of later een bezwaar in te dienen. Het waterschap heeft immers toentertijd tijdens een informatieavond te kennen gegeven dat een vrees voor schade door grondwaterstijging ongegrond is. Tijdsverloop en perceelmaatregelen Mevrouw Van de Riet stelt, dat er ruim drie jaar zijn verstreken sinds de melding van waterlast, zonder dat dit heeft geleid tot het aanbieden van een passende oplossing. In 2010 heeft het waterschap maatregelen op perceelsniveau genomen in overleg met de bewoners nabij de Elsbemden. Het waterschap heeft de verhoging van de grondwaterstand op het perceel van de heer en mevrouw Van de Riet toentertijd gecompenseerd in de vorm van het aanleggen van een peilgestuurde drainage in combinatie met een geldelijke vergoeding. Die vergoeding is betaald als afkoopsom ter finale kwijting voor een minder efficiënt gebruik van het weiland (lagere opbrengsten, extra kosten en extra werkzaamheden). Het bedrag is in overleg met T 077-38 91 111 F 077-38 73 605
adviseur Geraedts van mevrouw Van de Riet bepaald op C 14.140,- incl. btw en is betaalbaar gesteld in maart 2011. Het feit dat ondanks alles nu sprake is van een 'nat perceel' vindt zijn oorzaak in het feitelijk gebruik van dat perceel. Het is algemeen bekend, dat wanneer een perceel als (paarden)wei wordt gebruikt en/of als rijbak, de doorlatendheid van de grond steeds minder wordt als gevolg van grondverdichting. Dit noodzaakt de perceelgebruiker tot extra maatregelen, wil het perceel blijvend als paardenwei en rijbak bruikbaar zijn. In alle redelijkheid kunnen zulke aanvullende maatregelen niet van het waterschap worden gevergd. Immers de grondverdichting/geringere doorlatendheid wordt veroorzaakt door het feitelijk gebruik van het perceel; niet door de hoogte van de grondwaterstand. Voor wat betreft de melding.dat bomen als gevolg van een hoge grondwaterstand omvallen of dreigen om te vallen, willen we opmerken dat nabij het heringerichte gebied, dat enkele meters lager ligt geen bomen zijn omgevallen. De oorzaak kan dan ook niet in de hoogte van de grondwaterstand gevonden worden. Vocht in woning Mevrouw Van de Riet meldt, dat zich in 2009 in de kelder waterlast/vocht manifesteert. De kelder blijkt niet waterdicht te zijn. Vervolgens blijkt er een oorzakelijk verband te bestaan tussen de verhoging van de grondwaterstand en de waterlast. Door vocht in de kelder is deze niet meer optimaal te gebruiken en is schade ontstaan aan wanden, vloer en inventaris. Mevrouw Van de Riet wijt de vochtproblemen elders in de woning op de begane grond en eerste verdieping ook aan de verhoogde grondwaterstand. Niet wordt betwist, dat er een oorzakelijk verband is tussen de problemen in de kelder en de grondwaterstand. We betwisten echter wel, dat vochtproblemen op de begane grond en zelfs bovenverdieping eveneens veroorzaakt worden door de grondwaterstand. Vanaf augustus 2010 wordt de grondwaterstand maandelijks gemeten via een peilbuis. Op basis van de meetgegevens blijkt dat de gemiddelde grondwaterstand in de periode augustus 2010 - januari 2013 zich bevindt op 27.17 m +NAP. Het maaiveld ter plaatse van de buis is 29.18 m + NAP. Er is dan ook een gemiddelde drooglegging van 2.01 meter onder maaiveld, zijnde 2.01 m onder het plafond van de kelder. Zulke drooglegging kan niet de oorzaak zijn van vochtproblemen op de begane grond of zelf op de eerste verdieping van de woning. Verwacht werd dat genoemde drainagemaatregelen ook een gunstig effect zouden hebben op de kelder. Afgesproken is toen dat na een periode van monitoring een evaluatie zou plaatsvinden. Eind 2011 is geconcludeerd dat aanvullende maatregelen nodig zijn, wil er sprake kunnen zijn van een permanent droge kelder. Na een uitgebreid onderzoek naar de
technische mogelijkheden hebben wij in november 2012 aangeboden om in de vorm van een technische drainagemaatregel de grondwaterstand onder de woning permanent te verlagen. Dit met name omdat mevrouw Van de Riet kenbaar had gemaakt, dat ze de voorkeur gaf aan een oplossing van het probleem en niet louter een financiële compensatie wenste waarna ze zelf het probleem zou moeten -laten- oplossen. Mevrouw Van de Riet heeft vervolgens het aanbod voor een technische oplossing niet geaccepteerd en per e-mail van 30 december 2012 te kennen gegeven dat ze toch de voorkeur geeft aan alleen een geldelijke compensatie. Desondanks bieden we navolgend nogmaals de mogelijkheid om een weloverwogen keuze te maken tussen beide varianten: een technische oplossing die onder regie van het waterschap wordt uitgevoerd en waarvoor een vaststellingsovereenkomst wordt aangegaan, dan wel louter een financiële compensatie ter finale kwijting. De oplossing: technische maatregel Het waterschap biedt aan om voor rekening van het waterschap een maatregel in het terrein uit te voeren zodat de grondwaterstand onder de woning wordt verlaagd. Dit op basis van een vaststellingsovereenkomst en ter finale kwijting. De grondwaterstand wordt dan permanent onder de woning verlaagd in de vorm van een drainage. Via een tijdelijke werkput naast de woning wordt vanuit de bodem van de put vanaf één kant van de kelder een stalen buis onder de keldervloer gedrukt tot de achterzijde van de keldervloer. Met een vijzel wordt vervolgens het zand uit de buis verwijderd. Nadat de stalen buis is verwijderd wordt op die plaats een geperforeerde omwikkelde drainagebuis geschoven. Dit proces wordt met telkens een afstand van een halve meter herhaald. De drainagebuizen worden onderling verbonden met een dichte drainagebuis die uitkomt in een verzamelput. Het grondwater verzamelt zich in de put en wordt weggepompt. Uiteraard wordt de tijdelijke werkput gedempt en de put met pomp afgewerkt. De effecten van de maatregel zullen snel zichtbaar zijn; de grondwaterstand daalt dan binnen twee weken. Met het aanbrengen van de drainage daalt de grondwaterstand onder de kelder tot de onderkant van de drainagebuizen in een gebied tot ongeveer 25 meter vanuit de voorziening. Aangezien de voorziening wordt aangebracht in het perceel van de heer en mevrouw Van de Riet, worden zij van rechtswege eigenaar van het drainagestelsel, put met dompelpomp en overige technische voorzieningen. Naast de fysieke maatregel bieden we C 1.000,- incl. b.t.w. ter finale kwijting aan als lumpsum/afkoopbedrag voor afschrijving van pomp, onderhoud, elektriciteit en herstel van de tuin waar de werkzaamheden worden uitgevoerd en C 1.000,- incl. b.t.w. ter finale kwijting aan als lump-sum/afkoopbedrag voor de geleden schade en herstel in de kelder. We zijn van mening dat daarmee in alle redelijkheid een passende oplossing voor de toekomst wordt geboden.
De oplossing: geldelijke compensatie Per e-mailbericht van 30 december 2012 meldt mevrouw Van de Riet, dat ze de voorkeur geeft aan een geldelijke oplossing. In de vorm van een geldelijke vergoeding ter finale kwijting, sans prejudice is het waterschap bereid om een compensatie aan te bieden ter grootte van C 17.100,-. Dit bedrag bestaat uit twee onderdelen: a. C 16.100,- inclusief b.t.w. als compensatie voor zelf te nemen maatregelen om de grondwaterstand te verlagen, inclusief C 1.000,-- als afkoopsom in de vorm van een lump-sum voor pompafschrijving, onderhoud, elektriciteit en tuinherstel. Het bedrag van C 15.100,- is gebaseerd op een offerte van een daartoe gespecialiseerd bedrijf. Met dat bedrag zijn alle kosten van een drainage-ingreep, put, pomp en aanleg stroomvoorziening te betalen. b. C 1.000,- incl. b.t.w. als afkoopsom/lump-sum ter compensatie voor geleden schade en herstel in de kelder. Overigens bleek de kelder op voorhand niet waterdicht. Zulk bouwkundig gebrek kan het waterschap niet met succes worden tegengeworpen. Desondanks bieden we voor de gevolgen door optrekkend vocht in de kelder deze compensatie aan. Zodra de grondwaterstand is gedaald, is uiteraard een goede ventilatie een eerste vereiste. Verordening nadeelcompensatie Als mevrouw Van de Riet beide opties, compensatie in natura of geldelijke compensatie, of een onderdeel daarvan niet acceptabel vindt, resteert alleen nog de mogelijkheid van een formeel verzoek tot een schadevergoeding in de vorm van nadeelcompensatie op basis van de verordening nadeelcompensatie van het waterschap. Binnen de formele procedure van nadeelcompensatie laat het dagelijks bestuur van het waterschap zich adviseren door de externe adviescommissie nadeelcompensatie. De commissie stelt een onderzoek in, houdt een hoorzitting en brengt in de regel een bezoek aan het betreffende perceel en de woning. Voor zover nodig wint de commissie elders een specifiek advies in. Op basis van alle informatie brengt de commissie een advies uit over een beslissing op het verzoek. Daarbij wordt ook een advies gegeven over het aandeel van de schade dat in alle redelijkheid ten laste van de verzoeker dient te blijven op basis van het beginsel van nadeelcompensatie en jurisprudentie. De commissie adviseert vervolgens het dagelijks bestuur van het waterschap, dat een uitspraak doet op het verzoek om nadeelcompensatie.
Keuze De heer en mevrouw Van de Riet zullen een keuze moeten maken: een herstel 'in natura' om toekomstige vochtschade te voorkomen of een financiële tegemoetkoming waarmee men eventueel zelf toekomstige schade kan voorkomen; daarnaast het al dan niet aanvaarden van het aanbod ter finale kwijting voor inmiddels geleden schade. Tot slot kan gekozen worden voor een formeel verzoek tot schadevergoeding in de vorm van nadeelcompensatie. Overigens kunnen wij ons vinden in het laatste verzoek van mevrouw Van de Riet om te kiezen voor de optie zoals beschreven onder "oplossing: geldelijke compensatie". Bij die variant staat het mevrouw Van de Riet geheel vrij om te kiezen op welke manier ze het probleem wenst op te lossen. Ons aanbod zoals in deze brief is verwoord geldt gedurende een periode van vier weken na verzending van deze brief. Als geen gebruik wordt gemaakt van de geboden opties, dan resteert alleen de mogelijkheid om een formeel verzoek in te dienen tot schadevergoeding op basis van de Verordening nadeelcompensatie Waterschap Peel en Maasvallei. Voor meer informatie kunt u contact met mij opnemen via het onderstaande telefoonnummer of e-mailadres. Met vriendelijke groet, namens het dagelijks bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei, J.P.G.M. (Jos) Geelen Adviseur bestuurlijke en juridische zaken telefoon: (077) 38 91 157 e-mail: jos.geelen@wpm.nl