ICD patiënten dag 25 september 2015
Wie krijgt welke ICD? Mikael Kortz, cardioloog Flevoziekenhuis
Wie krijgt welke ICD? waarom heb ik deze ICD? Mikael Kortz, cardioloog Flevoziekenhuis
wie krijgt een ICD?
wie krijgt een ICD? Bij een hoog risico op plotselinge dood door een levensbedreigende hartritmestoornis
wie krijgt een ICD? Bij een hoog risico op plotselinge dood door een levensbedreigende hartritmestoornis ICD voorkomt plotselinge dood
wie krijgt een ICD? overlevers van een reanimatie
wie krijgt een ICD? overlevers van een reanimatie na een levensbedreigende ritmestoornis
wie krijgt een ICD? overlevers van een reanimatie na een levensbedreigende ritmestoornis bij een verhoogd risico hierop
wie krijgt een ICD? overlevers van een reanimatie: secundaire preventie = therapeutisch na een levensbedreigende ritmestoornis bij een verhoogd risico hierop: primaire preventie = profylactisch
plotselinge dood: meestal door kamerritmestoornis (VT of VF)
plotselinge dood: meestal door kamerritmestoornis (VT of VF) acute behandeling: reanimatie met defibrillatie
behandeling ventrikelfibrilleren (VF)
behandeling Ventrikel Fibrilleren (VF)
na succesvolle reanimatie: onderzoek naar oorzaak kamerritmestoornis (VT / VF) behandeling van oorzaak preventie plotse dood (ICD?) revalidatie controle
ESC Richtlijn voor de behandeling van patiënten met kamer-ritmestoornissen en de preventie van plotse dood
ESC Richtlijn voor de behandeling van patienten met kamer-ritmestoornissen en de preventie van plotse dood Europese vereniging van Cardiologie (ESC)
ESC Richtlijn voor de behandeling van patienten met kamer-ritmestoornissen en de preventie van plotse dood Europese vereniging van Cardiologie (ESC) vernieuwd in 2015 wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen
ESC Richtlijn voor de behandeling van patienten met kamer-ritmestoornissen en de preventie van plotse dood welk onderzoek naar oorzaak VT of VF na reanimatie? welke behandeling als oorzaak bekend is? wanneer is ICD behandeling wel of niet nodig?
wetenschappelijk onderzoek naar ICD s ICD s en / of medicijnen bij ritmestoornis bij hartfalen na hartinfarct
behandeling kamer-ritmestoornissen ICD en / of medicijnen: ICD verlaagt risico op plotselinge hartdood met 50%
behandeling kamer-ritmestoornissen ICD en / of medicijnen: ICD verlaagt risico op plotselinge hartdood met 50% Medicijnen tegen kamer-ritmestoornissen helpen niet ter preventie plotse dood
behandeling kamer-ritmestoornissen ICD en / of medicijnen: ICD verlaagt risico op plotselinge hartdood met 50% Medicijnen tegen kamer-ritmestoornissen helpen niet ter preventie plotse dood ICD s wel
Richtlijn voor de behandeling van patienten met kamer-ritmestoornis en de preventie van plotse dood Indicatie ICD (1): Secundaire preventie plotse hartdood overlevers van plotse hartdood levensgevaarlijke kamer-ritmestoornis
Richtlijn voor de behandeling van patienten met kamer-ritmestoornis en de preventie van plotse dood Indicatie ICD (2): Primaire preventie plotse hartdood afwezigheid van klachten maar wel verhoogde kans op plotse hartdood = statistische indicatie
Richtlijn voor de behandeling van patienten met kamer-ritmestoornis en de preventie van plotse dood Verhoogde kans plotse hartdood: 1. beschadigd en verzwakt hart (infarct) 2. hartspierziekte (cardiomyopathie) 3. elektrische hartziekte (o.a. Brugada, lang QT syndroom)
onderzoek naar oorzaak VF (na reanimatie)
onderzoek naar oorzaak VF (na reanimatie) < 30 jaar: meestal aangeboren hartaandoening
onderzoek naar oorzaak VF (na reanimatie) < 30 jaar: meestal aangeboren hartaandoening > 30 jaar: meestal aandoening van de kransslagvaten
onderzoek naar oorzaak VF (na reanimatie) < 30 jaar: meestal aangeboren hartaandoening Elektrische hartziekten: Brugada, lange QT-syndroom hartspierziekte > 30 jaar: meestal aandoening van de kransslagvaten Acuut hartinfarct. Litteken van oud hartinfarct Sterk verzwakt hart na hartinfarct(en)
VF bij acuut hartinfarct
VF bij acuut hartinfarct QuickTime en een -decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven.
wie krijgt een ICD? Indicatie volgens de richtlijnen
wie krijgt een ICD? Indicatie volgens de richtlijnen teambespreking
wie krijgt een ICD? Indicatie volgens de richtlijnen teambespreking wekelijkse EFO bespreking in het AMC, dagelijks ad hoc overleg
ICD s in het Flevoziekenhuis Plenaire patiëntenbespreking wekelijks in AMC Dagelijks ad hoc overleg AMC
welke ICD? is afhankelijk van hartziekte
welke ICD? is afhankelijk van hartziekte: moet ICD ook pacen? is er hartfalen?
welke ICD s bestaan er? 1 kamer ICD: tip in rechter kamer 2 kamer ICD: tips in rechter kamer en rechter boezem biventriculaire ICD: tips in rechter kamer, rechter boezem en tegen linker kamer subcutane ICD
welke ICD s bestaan er? 1 kamer ICD: tip van shock-elektrode in rechter kamer
welke ICD s bestaan er? 1 kamer ICD: tip van shock-elektrode in rechter kamer kan dus niet pacen in rechter boezem kan dit zo nodig wel in rechter kamer
welke ICD s bestaan er? 2 kamer ICD (1 tip in rechter boezem en tip van shocklead in rechter kamer)
welke ICD s bestaan er? 2 kamer ICD (1 tip in rechter boezem en tip van shocklead in rechter kamer) Bij ICD indicatie en trage of haperend hartslag als ook een pacemaker functie nodig is
welke ICD s bestaan er? biventriculaire ICD bij hartfalen
CRT QuickTime en een -decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven. tebewerken 45
subcutane ICD Alleen defibrilleren
Conclusies (1) Wie krijgt welke ICD? bij verhoogd risico op plotselinge dood door kamer-ritmestoornis als primaire of als secundaire preventie
Conclusies (1) Wie krijgt welke ICD? bij verhoogd risico op plotselinge dood door kamer-ritmestoornis als primaire of als secundaire preventie volgens richtlijnen ESC, wetenschappelijk onderbouwd
wie krijgt welke ICD? Conclusies (2) 1 kamer ICD: shock en zo nodig pacen in rechter kamer
wie krijgt welke ICD? Conclusies (2) 1 kamer ICD: shock en zo nodig pacen in rechter kamer 2 kamer ICD: shock in rechter kamer, pacen in rechter boezem en kamer
wie krijgt welke ICD? Conclusies (2) 1 kamer ICD: shock en zo nodig pacen in rechter kamer 2 kamer ICD: shock in rechter kamer, pacen in rechter boezem en kamer biventriculaire ICD: pacen in rechter boezem, synchroon in rechter en linker kamer en shock in rechter kamer.
wie krijgt welke ICD? Conclusies (2) 1 kamer ICD, shock en zo nodig pacen in rechter kamer 2 kamer ICD, shock in rechter kamer, pacen in rechter boezem en kamer biventriculaire ICD, pacen in rechter boezem, synchroon in rechter en linker kamer en shock in rechter kamer. subcutane ICD: geen pacing. Shock in rechter kamer
dank voor uw aandacht!