Bibliotheken in cijfers gevat

Vergelijkbare documenten
Bibliotheken in cijfers gevat

Bios2 Thema in de kijker Publieksbereik

Bios2 Thema in de kijker Activiteiten in de bibliotheek

Bios2 Thema in de kijker Publieksbereik

Bios2 Thema in de kijker Activiteiten in de bibliotheek

Bibliotheken in cijfers gevat

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek

Bios2 Thema in de kijker Bibliotheekinfrastructuur

BIJLAGE 6: BEZIT EN UITLENINGEN

BIJLAGE 6: BEZIT EN UITLENINGEN

Bibliotheken in cijfers gevat

Werkingsverslag Bibliotheek Bocholt. POB Bocholt Dorpsstraat Bocholt Pagina 1 van 11

Cultuurcentra in cijfers gevat

Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs

Kerncijfers 2012 van de bibliotheek

Decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid. Openbare bibliotheken in Vlaanderen. Vlaamse overheid

COLLECTIEBELEID Volwassenen: romans en informatief. Versie januari 2015 Pagina 1

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

BIOS 2 BIBLIOTHEEK INFORMATIE - en OPVOLGINGSSYSTEEM 2 GEGEVENS

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

Arbeidsmarkt Onderwijs

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Arbeidsmarkt Onderwijs

Wegwijs in de bib. Bibliotheek Maldegem. Bibliotheek Maldegem. Welkom in de Maldegemse bibliotheek, een plaats waar mensen

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Sinds 1 januari 2014 is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de dienstencheques aangekocht in Vlaanderen.

plage-lestijden onderwijzer

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Hoe vraag ik een boekenpakket aan. via de online catalogus?

Bijlage Voorbeeldvragen

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009

via de online catalogus?

Hypothecaire kredietverlening blijft op peil, ondanks afwachtende houding van de Vlaamse koper

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Hieronder vallen alle leners die actief lid zijn van de bibliotheek van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013

KNOKKE-HEIST BIBLIOTHEEK BIBLIOTHEEK SCHARPOORD BIBLIOTHEEK SCHARPOORD FILIAAL HEIST FILIAAL WESTKAPELLE

ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

GEMEENTELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK ASSENEDE

Arbeidsmarkt Onderwijs

Wegwijs. in Bibliotheek Maldegem

De geografische spreiding van de kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

NOTARISBAROMETER 2018

GEMEENTELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK DE PINTE

Bibliotheek Wevelgem Kerncijfers 2013

Bibliotheekstatistiek 2015

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

PERSBERICHT STADSMONITOR 2017 VERTROUWEN TERUGWINNEN GAAT LANGZAAM

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Noord-Limburg , , ,2

1algemeen overzicht deel van het anpcb

NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCHE FACTOREN. Barometer 35

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

Cijfermateriaal basisregistratie

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Kinderopvang cijfert 1. Het bezettingspercentage 2015

School en Bibliotheek

NOVEMBER 2014 BAROMETER

VR MED.0231/2

Collectief ontslag in de periode van januari 2011 tot en met maart 2011

De CVO s (centra voor volwassenenonderwijs) organiseren opleidingen voor volwassenen.

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

Sectorfoto PSC

Bios3. Handleiding gegevensregistratie openbare bibliotheken

Rapportage onderzoek meer dan boeken een onderzoek onder klanten naar het aanbod van overige materialen van de bibliotheek. Regiobibliotheek Z-O-U-T

Welkom in de Bib!

Arbeidsmarkt Onderwijs

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Transcriptie:

Bibliotheken in cijfers gevat FOCUS OP: BIBLIOTHEEKCOLLECTIES Gedrukte en audiovisuele materialen Vernieuwing in de collectie Uitleningen en gebruik JANUARI 2017

Het Departement Cultuur, Jeugd en Media verzamelt via de rapporteringstool Bios al geruime tijd cijfermateriaal over de openbare bibliotheken. Het verzameld cijfermateriaal is voor iedereen raadpleegbaar op www.kennisportaalccenbib.be. Deze website biedt bibliothecarissen en beleidsmakers tal van mogelijkheden om de bibliotheekwerking binnen hun gemeente en binnen het volledig Vlaamse landschap te analyseren. In de reeks Bibliotheken in cijfers gevat wordt één thema voor de volledige sector uitgelicht op basis van de verzamelde gegevens in Bios3. Wanneer nieuwe gegevens beschikbaar zijn, zullen de reeds gepubliceerde thematische nummers geactualiseerd worden zodat trends en ontwikkelingen blijvend in kaart gebracht worden. Ook volgende themanummers zijn beschikbaar: Focus op: Bibliotheekinfrastructuur Focus op: Personeel Focus op: Bibliotheekactiviteiten Focus op: Publieksbereik 1

Inleiding De collectie is een belangrijk onderdeel van de bibliotheekwerking. Zonder collectie, geen bibliotheek. In Bios3 worden heel wat gegevens rond collectie geregistreerd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de open kastcollectie (vrij raadpleegbaar in de bibliotheek) en de magazijncollectie, tussen de collectie gedrukte materialen (GM) en audiovisuele materialen (AVM) en tussen collectiematerialen voor de jeugd en collectiematerialen voor volwassenen. Van elk collectieonderdeel worden de basisgegevens geregistreerd: het totale bezit, de aanwinsten en het aantal uitleningen en verlengingen per jaar. We bekijken in dit overzicht diverse aspecten van de verschillende collectieonderdelen, al dan niet gegroepeerd, en het gebruik van die collecties. We analyseren daarnaast de evoluties vanaf 2006 of vroeger. Waar mogelijk worden de gegevens ook voorgesteld op de kaart van Vlaanderen. 2 Inleiding

1. De bibliotheken in Vlaanderen en Brussel op de kaart In totaal zijn er in 2015 314 bibliotheken in Vlaanderen en Brussel. De volledige lijst van bibliotheken kan worden teruggevonden op het kennisportaal. In Brussel richten alle negentien gemeentebesturen een Nederlandstalige bibliotheek in. De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) richt een grootstedelijke bibliotheek in (Muntpunt) met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als werkgebied. Een aantal gemeenten sloot een samenwerkingsverband met een aangrenzende gemeente voor de inrichting van een bibliotheek. 1 Daarnaast richten enkele gemeenten samen een bibliotheek in. 2 Het kaartje hieronder geeft de bibliotheken in Vlaanderen en Brussel weer volgens inwonertal van de gemeenten. Het merendeel van de bibliotheken is gelegen in gemeenten met 10.000 tot 20.000 en van 20.000 tot 50.000 inwoners. 3 Informatie over het aantal vestigingen per bibliotheek, kan worden gevonden in het Bibliotheken in cijfers gevat rapport over infrastructuur: http://www.kennisportaalccenbib.be/publicaties. Kaart 1.1 Spreiding van het aantal bibliotheken volgens inwonertal in Vlaanderen in 2015 < 10.000 inwoners >= 50.000 en < 100.000 inwoners >= 10.000 en < 20.000 inwoners >= 100.000 inwoners >= 20.000 en < 50.000 inwoners 1 Houthulst en Lo-Reninge, Sint-Truiden en Nieuwerkerken, Aalter en Ruiselede, Avelgem en Spiere-Helkijn, Poperinge en Vleteren en Blankenberge en Zuienkerke. 2 Hemiksem en Schelle (IveBIC) en Haacht en Boortmeerbeek (HaBoBIB). 3 Het overzicht met contact en adresgegevens van alle bibliotheken in Vlaanderen is te raadplegen op de start pagina van www.kennisportaalccenbib.be. 3 De bibliotheken in Vlaanderen en Brussel op de kaart

2. Totaal bezit GOED OM TE WETEN 21.050.667 gedrukte materialeen 4.033.184 audiovisuele materialen Grafiek 2.1 Evolutie van het aantal gedrukte en audiovisuele materialen in bezit van bibliotheken, in de periode 1998-2015 25.000.000 20.000.000 15.000.000 10.000.000 5.000.000 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Gedrukte materialen Audiovisuele materialen 4 Totaal bezit

Met de (totale) collectie bedoelen we de collectie in open kast en de magazijncollectie. Met de open kastcollectie bedoelen we de verzameling materialen van de hoofdbibliotheek en alle bedieningspunten en servicepunten, inclusief de eigen wisselcollecties, maar exclusief de magazijncollectie en de wisselcollecties van derden. Met de magazijncollectie bedoelen we de verzameling materialen die niet in de rekken staan, maar die zich in het magazijn bevinden. We beschikken al sinds 1998 over gedetailleerde gegevens over de collectie van bibliotheken. We zien in grafiek 2.1 dat het totaal aantal bibliotheekmaterialen tot 2010 sterk is toegenomen. Zowel het aantal gedrukte materialen (GM) als het aantal audiovisuele materialen (AVM) steeg. In 2011, 2012 en 2013 werd het totaalbezit iets kleiner. In deze jaren daalde zowel het aantal gedrukte als het aantal audiovisuele materialen. In 2014 en 2015 steeg het aantal gedrukte en audiovisuele materialen in de collecties opnieuw. Bibliotheken bezitten in 2015 meer dan 25 miljoen items. Een verklaring voor de stijging tussen 2013 en 2015 vinden we bij de Openbare Bibliotheek Hasselt: zij kreeg tussen 2013 en 2014 een schenking, waardoor het aantal collectie-items in deze bibliotheek steeg met 1 miljoen (van 454.755 gedrukte en 140.464 audiovisuele items in 2013 naar 1.351.681 gedrukte en 176.823 audiovisuele items in 2014). Grafiek 2.2 Verhouding van het aantal gedrukte (GM) en audiovisuele materialen (AVM) in 1998 Grafiek 2.3 Verhouding van het aantal gedrukte (GM) en audiovisuele materialen (AVM) in 2015 92,33% GM 83,92% GM 7,67% AVM 16,08% AVM In grafiek 2.1 valt de toename op van de hoeveelheid audiovisuele materialen: in 1998 hadden alle bibliotheken samen nog zo n 1,7 miljoen items audiovisuele materialen, in 2015 is het totaal aantal meer dan verdubbeld tot ruim 4 miljoen items. Verhoudingswijs is het aandeel audiovisuele materialen in de totale collectie geëvolueerd van 8% in 1998 naar 16% in 2015 (zie grafieken 2.2 en 2.3). 5 Totaal bezit

Kaart 2.1 Spreiding van het totaal aantal materialen in open kast in de Vlaamse gemeenten in 2015 4 tot 50.000 materialen in open kast 50.000 tot 100.000 materialen in open kast 100.000 tot 200.000 materialen in open kast 200.000 of meer materialen in open kast Op kaart 2.1 wordt de spreiding van het totaal aantal materialen in open kast weergegeven. Het merendeel van de bibliotheken bezit minder dan 50.000 of van 50.000 tot 100.000 collectie-items in open kast. Op enkele uitzonderingen na, bezitten de kleinere gemeenten minder items dan de grotere gemeenten. Voorts kunnen we afleiden uit kaart 2.1 dat er een gelijkmatige verdeling is over Vlaanderen van bibliotheken met relatief veel en bibliotheken met relatief weinig materialen in open kast. Interessant is ook de mogelijkheid om te benchmarken of te vergelijken tussen gemeenten onderling. Op het kennisportaal kan u bijvoorbeeld nagaan of uw gemeente in vergelijking met verglijkbare gemeenten (bv. op het vlak van inwonertal, aantal bibliotheekvestigingen) in verhouding veel of weinig materialen in de collectie gedrukte en audiovisuele materialen heeft. Via deze link naar het kennisportaal selecteert u links onderaan de optie vergelijk tussen gemeenten. U wordt dan automatisch naar de benchmarkomgeving geleid. Vervolgens klikt u op start en kan u aan de slag: u kan een jaartal, een afwijkpercentage en een criterium om vergelijkbare gemeenten te vinden, selecteren. In een tweede stap wordt dan uw vergelijkingsgroep automatisch samengesteld. In een derde stap kan u een concreet vergelijkingscriterium aanvinken. Meer informatie over de precieze werkwijze van benchmarking, vindt u hier. 4 Op het kaartje zijn de gemeenten in het wit gemeenten die een samenwerkingsverband sloten met een andere gemeente of gemeenten die samen een bibliotheek inrichtten met andere gemeenten. De hoofdbibliotheek is in dit geval in kleur weergegeven, de samenwerkende bibliotheek is wit. Het gaat om de gemeenten Houthulst en Lo-Reninge, Sint-Truiden en Nieuwerkerken, Aalter en Ruiselede, Avelgem en Spiere-Helkijn, Poperinge en Vleteren, Blankenberge en Zuienkerke, Hemiksem en Schelle (IveBIC) en Haacht en Boortmeerbeek (HaBoBIB). 6 Totaal bezit

3. Bezit gedrukte materialen open kast GOED OM TE WETEN 65,3% vrije tijd 34,7% informatief Gedrukte materialen zijn alle materialen op papier, namelijk strips, tijdschriften, kranten, fictie en non-fictie materialen. Onder fictie vallen proza, poëzie, toneelwerken, essays, Kamishibai vertelplaten en Fundels (inclusief bloemlezingen, grootletterboeken en omnibussen). Onder non-fictie vallen informatieve boeken, bladmuziek en taalcursussen. Fictie en strips vallen onder de vrijetijdscollectie. Non-fictie, bladmuziek en naslagwerken vallen onder de informatieve collectie. 7 Bezit gedrukte materialen open kast

Grafiek 3.1 Verhouding tussen de subsoorten gedrukte materialen in open kast in 2015 8,91% strips 4,25% tijdschriftnummers 53,65% fictie 33,19% non-fictie Grafiek 3.1 toont aan dat het overgrote deel van de gedrukte materialen in 2015 fictie en non-fictie is (87%), gevolgd door strips (8,91%) en tijdschriftnummers (4,25%). De cijfers tonen aan dat fictie meer dan de helft uitmaakt van de totale collectie gedrukte materialen in open kast (53,65%). Ongeveer één op drie gedrukte materialen is non-fictie (33,19%). Er zijn geen opmerkelijke evoluties in deze verhoudingen doorheen de jaren. 5 In een volgende stap maken we een onderscheid tussen gedrukte materialen gericht op jongeren (jeugdcollectie) en materialen gericht op volwassenen (collectie volwassenen). In de bibliotheeksector gebruikt men een internationale standaard om jongeren te definiëren: jongeren zijn alle personen jonger dan 15 jaar. Volwassenen zijn alle personen van 15 jaar of ouder. 5 De voorbije jaren is de vraagstelling naar de collectie gedrukte materialen gewijzigd in Bios. We presenteren daarom geen evolutiegrafiek. De cijfers kunnen afzonderlijk per jaar geraadpleegd worden op het kennisportaal in de rubriek aanbod Hoeveel materialen bezit de bibliotheek?. Aan de linkerkant van de pagina kan u verfijnen volgens jaartal. 8 Bezit gedrukte materialen open kast

Grafiek 3.2 Verhouding van de subsoorten gedrukte materialen in de jeugdcollectie in open kast in 2015 Grafiek 3.3 Verhouding van de subsoorten gedrukte materialen in de collectie volwassenen in 2015 14,71% strips 5,46% strips 64,18% fictie 50,23% fictie 21,12% non-fictie 44,31% non-fictie Grafieken 3.2 en 3.3 tonen dat de verhoudingen tussen de soorten gedrukte materialen verschilt naargelang de doelgroep waarop de materialen zich richten. In de jeugdcollectie zijn er in verhouding meer strips (14,71%) dan in de collectie gedrukte materialen gericht op volwassenen (5,46%), terwijl in de volwassenen collectie in verhouding meer non-fictie aanwezig is (44,31% versus 21,12% in de jeugdcollectie). Ongeveer één op twee gedrukte materialen in de collectie voor volwassenen is fictie. In de jeugdcollectie maakt fictie bijna 65% uit van de totale collectie gedrukte materialen voor jeugd in de open kast. Historisch gezien streven bibliotheken met hun collectie twee grote doelstellingen na. Enerzijds willen ze ontspanning aan hun publiek aanbieden. Anderzijds willen bibliotheken de burger informeren door gevarieerde, gediversifieerde en ruime informatieve collecties aan te bieden. Deze logica volgend, kunnen bibliotheekcollecties grofweg ingedeeld worden in twee luiken: een informatief luik en een vrijetijdsluik. Om de evolutie van de collectiesamenstelling nog iets beter te kunnen inschatten, hebben we de gedrukte informatieve collectie (non-fictie, bladmuziek en naslagwerken) en de vrijetijdscollectie (fictie en strips) gebundeld en de verhouding tussen de twee in de loop van de jaren bekeken. 6 Tijdschriften laten we buiten beschouwing aangezien die onder beide onderdelen kunnen vallen. Ook kranten laten we buiten beschouwing. 6 Vanaf 2014 (Bios3) worden bladmuziek en naslagwerken niet meer apart geregistreerd, maar worden deze collectie-items geteld onder non-fictie. 9 Bezit gedrukte materialen open kast

Grafiek 3.4 Evolutie van de verhouding tussen de gedrukte materialen in de vrijetijdscollectie en in de informatieve collectie, in de periode 2006-2015 100% 90% 80% 70% 60% 39,34% 39,06% 38,12% 37,43% 36,90% 36,24% 35,66% 35,27% 34,79% 34,67% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 60,66% 60,94% 61,88% 62,57% 63,10% 63,76% 64,34% 64,73% 65,21% 65,33% 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 vrijetijdscollectie informatieve collectie Grafiek 3.4 laat zien dat de vrijetijdscollectie een steeds groter deel van de totale collectie uitmaakt. In absolute aantallen zien we dat in 2015 bijna 11,5 miljoen items tot de vrijetijdscollectie en ruim 6 miljoen items tot de informatieve collectie behoren. Daar waar in 2006 de verhouding tussen de vrijetijdscollectie en de informatieve collectie nog ongeveer 60/40 was, is deze verhouding in 2015 65/35. De informatieve collectie slinkt dus, terwijl de vrijetijdscollectie aandikt. Deze evolutie is zowel merkbaar in de jeugdcollectie als in de collectie volwassenen. De cijfers over de onderverdeling tussen jeugd en volwassenen kunnen worden geraadpleegd op het kennisportaal, via de rubriek Aanbod Hoeveel materialen bezit de bibliotheek. Een verklaring voor deze dalende trend in het aantal bezittingen in de informatieve collectie kan worden gevonden in onze veranderende maatschappij, waar het ontspanningsaanbod exponentieel is toegenomen. Er zijn steeds meer alternatieven op de vrijetijdsmarkt voorhanden dan pakweg tien of zelfs vijf jaar geleden. Wat die informatieve rol van bibliotheken betreft, hebben we de voorbije jaren de bijzonder snelle opmars van digitale informatieverstrekkers gekend. Het internet is voor veel mensen de eerste bron van informatie geworden. 10 Bezit gedrukte materialen open kast

4. Bezit audiovisuele materialen open kast GOED OM TE WETEN De audiovisuele materialen zijn in opmars. Het lijkt ons daarom interessant na te gaan hoe de spreiding van deze materialen is en te kijken hoeveel audiovisuele materialen de bibliotheken afzonderlijk bezitten (kaart 4.1). Over het algemeen geldt dat de bibliotheken in grotere gemeenten meer audiovisuele materialen hebben dan bibliotheken in kleinere gemeenten. Er is een gelijkmatige verdeling over Vlaanderen van bibliotheken met relatief veel en bibliotheken met relatief weinig audiovisuele materialen. 11 Bezit audiovisuele materialen open kast

Kaart 4.1 Spreiding van het aantal audiovisuele materialen in open kast in Vlaanderen in 2015 7 tot 5.000 items 5.000 tot 10.000 items 10.000 tot 20.000 items 20.000 items of meer Op het kennisportaal bestaat de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken in de benchmark-omgeving. U kan bijvoorbeeld nagaan of uw gemeente in vergelijking met verglijkbare gemeenten (bv. op het vlak van inwonertal, aantal bibliotheekvestigingen) in verhouding veel of weinig materialen in de collectie audiovisuele materialen heeft. Via deze link naar het kennisportaal selecteert u links onderaan de optie vergelijk tussen gemeenten. U wordt dan automatisch naar de benchmarkomgeving geleid. Vervolgens klikt u op start en kan u aan de slag: u kan een jaartal, een afwijkpercentage en een criterium om vergelijkbare gemeenten te vinden, selecteren. In een tweede stap wordt dan uw vergelijkingsgroep automatisch samengesteld. In een derde stap kan u een concreet vergelijkingscriterium aanvinken. Meer informatie over de precieze werkwijze van benchmarking, vindt u hier. 7 Op het kaartje zijn de gemeenten in het wit gemeenten die een samenwerkingsverband sloten met een andere gemeente of gemeenten die samen een bibliotheek inrichtten met andere gemeenten. De hoofdbibliotheek is in dit geval in kleur weergegeven, de samenwerkende bibliotheek is wit. Het gaat om de gemeenten Houthulst en Lo-Reninge, Sint-Truiden en Nieuwerkerken, Aalter en Ruiselede, Avelgem en Spiere-Helkijn, Poperinge en Vleteren, Blankenberge en Zuienkerke, Hemiksem en Schelle (IveBIC) en Haacht en Boortmeerbeek (HaBoBIB). 12 Bezit audiovisuele materialen open kast

Grafiek 4.1 Verhouding tussen de subsoorten audiovisuele materialen in open kast in 2015 8,91% dvd 55,09% cd 0,39% games 1,81% Daisy-boeken 0,39% andere AVM De collectie audiovisuele materialen (AVM) bestaat uit verschillende materiaalsoorten (zie grafiek 4.1). Cd s maken verreweg het grootste deel van de collectie uit. Meer dan de helft (55,09%) van de audiovisuele materialen zijn cd s. Ook dvd s vormen een heel groot onderdeel (42,32%), terwijl het aandeel games en andere AVM (video s, lp s, etc.) relatief klein is (elk 0,39%). Ongeveer één op vijftig audiovisuele materialen betreffen Daisy-boeken. Daisy boeken (Digital Accessible Information System) zijn gesproken boeken op cd-rom met een navigatiestructuur, speciaal ontwikkeld voor personen met een leesbeperking. 13 Bezit audiovisuele materialen open kast

Grafiek 4.2 Evolutie van het bezit van cd s, dvd s en Daisyboeken, in de periode 2006-2015 4.000.000 3.500.000 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 dvd cd Daisy-boeken Als we in grafiek 4.2 de evolutie van de samenstelling van de collectie audiovisuele materialen voor de drie voornaamste onderdelen (cd s, dvd s en Daisy-boeken) bekijken, zien we een verschuiving in de loop van de tijd. In absolute aantallen zien we dat de collectie van cd s slinkt (1 miljoen 847.169 in 2015), terwijl het aantal dvd s en Daisy-boeken alsmaar toeneemt. De collectie dvd s is nu meer dan drie keer zo groot dan in 2006: 1.419.157 in 2015. Het aantal Daisy-boeken is in acht jaar tijd zelfs verzesvoudigd: van 9.691 in 2008 naar 60.757 in 2015. 8 Daar waar in 2006 de verhouding tussen cd s en dvd s ongeveer één op vijf was, is deze verhouding in 2015 ongeveer twee op vijf. 8 Er werd pas vanaf 2008 naar het aantal Daisy-boeken gepeild in de collectie audiovisuele materialen. 14 Bezit audiovisuele materialen open kast

Tabel 4.1 Aantal cd s, dvd s en Daisy-boeken in de collectie audiovisuele materialen in open kast in de periode 2006-2015 CD DVD DAISY-BOEKEN 2006 2.046.368 405.676 / 2007 2.108.115 544.332 / 2008 2.077.999 688.759 9.691 2009 2.103.725 823.462 20.499 2010 2.098.410 958.184 30.293 2011 2.044.799 1.087.288 35.091 2012 2.000.690 1.196.928 43.142 2013 1.978.558 1.296.995 49.032 2014 1.919.901 1.365.583 55.417 2015 1.847.169 1.419.157 60.757 5. Bezitscoëfficiënt Een goede indicator om de grootte van de collectie in te schatten is de bezitscoëfficiënt. De bezitscoëfficiënt zet het aantal collectie-items af tegen het aantal leners. Concreet verwijst de bezitscoëfficiënt dan naar het gemiddeld aantal items in de collectie per lener van de bibliotheek. 15 Bezitscoëfficiënt

Grafiek 5.1 Bezitscoëfficiënt van de gedrukte materialen (GM) jeugd, gedrukte materialen (GM) volwassenen, audiovisuele materialen (AVM) jeugd en audiovisuele materialen (AVM) volwassenen in 2015, per provincie Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0 5 10 15 20 25 GM jeugd GM volwassenen AVM jeugd AVM volwassenen In grafiek 5.1 wordt per provincie de gemiddelde bezitscoëfficiënt weergegeven voor zowel de collectie gedrukte materialen (GM) als de collectie audiovisuele materialen (AVM), opgesplitst in jeugd en volwassenen (t.o.v. respectievelijk jeugd en volwassen leners). De bezitscoëfficiënt verwijst dan naar het gemiddeld aantal collectie-items per lener in de groep van jeugd en volwassenen. De resultaten tonen aan dat de gedrukte materialen gericht op jongeren in alle provincies de grootste bezitscoëfficiënt vertegenwoordigen. Concreet betekent dit dat bibliotheken deze materialen in verhouding tot het aantal leners het meest in bezit hebben. Gedrukte materialen voor volwassenen hebben de op één na hoogste bezitscoëfficiënt, gevolgd door audiovisuele materialen voor volwassenen. Dit geldt voor alle provincies. Audiovisuele materialen gericht op jongeren hebben in alle provincies de laagste bezitscoëfficiënt. Dit betekent dat bibliotheken deze materialen het kleinste aandeel van de collectie uitmaken in verhouding tot het aantal leners. Bekijk via deze link naar het kennisportaal de details voor alle bibliotheken van uw provincie. Nadat u bovenaan Bibliotheken en nadien de rubriek aanbod selecteerde, kan u de vraag Hoeveel materialen bezit de bibliotheek? selecteren. Om te verfijnen naar provincie, kan u vervolgens links op het scherm onder Verfijn dit rapport het verfijningscriterium provincie selecteren. Wanneer u een provincie geselecteerd hebt, verschijnen op het dashboard automatisch de gegevens van de geselecteerde provincie. De verfijningscriteria laten u niet enkel toe de gegevens te verfijnen tot op het niveau van de provincie, maar u kan ook de cijfers van specifieke gemeenten raadplegen. 16 Bezitscoëfficiënt

6. Vernieuwing van de collecties Om de vernieuwing van een collectie(onderdeel) in beeld te kunnen brengen, maken we gebruik van de parameter vernieuwingsritme. Het vernieuwingsritme wordt bepaald door het aantal aanwinsten van één bepaald jaar af te zetten tegen het bezit van de collectie (open kast). Dat kan voor de totale collectie, maar evengoed voor elk collectieonderdeel. Op die manier krijgen we zicht op de jaarlijkse vernieuwing binnen de bibliotheekcollecties. Grafiek 6.1 Evolutie van het vernieuwingsritme per provincie, in de periode 2006-2015 14 12 10 8 6 4 2 0 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Antwerpen West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Oost-Vlaanderen Limburg Brussels Hoofdstedelijk Gewest Grafiek 6.1 toont dat het vernieuwingsritme is gestegen in alle provincies, ondanks enkele schommelingen. Dat betekent dat bibliotheken hun collectie steeds actueler houden. Dalingen kunnen zowel een gevolg zijn van een dalende aankoop van nieuwe materialen als van een stijging van het totale bezit. Het vernieuwingsritme is het grootst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en het laagst in de provincies West-Vlaanderen en Limburg. 17 Vernieuwing van de collecties

Via deze link naar de interactieve omgeving op het kennisportaal kan u onder Bibliotheken rubriek Aanbod de vraag Hoe verloopt de vernieuwing in de bibliotheek? terugvinden. U kan via dit dashboard vervolgens het vernieuwingsritme en de vernieuwingsaantallen van de collectie audiovisuele materialen en de collectie gedrukte materialen apart raadplegen, net als die van de gedrukte materialen voor de jeugd en voor volwassenen. Telkens kunnen ook de resultaten per gemeente opgevraagd worden via het verfijningscriterium links op het scherm. 7. Totaal aantal uitleningen en verlengingen Zowel cijfers over het aantal uitleningen als cijfers over het aantal verlengingen zeggen iets over het gebruik van de collectie-items. Om het gebruik van de collectie-items na te gaan, bestuderen we dus niet enkel hoe vaak items ontleend worden, maar ook hoe vaak items verlengd worden. De optelsom van het aantal uitleningen en het aantal verlengingen weerspiegelt, met andere woorden, het gebruik van de collectie-items. 9 Met uitleningen bedoelen we het aantal keer dat een materiaal is uitgeleend aan gebruikers in de loop van het jaar. Om het aantal verlengingen na te gaan, tellen we het aantal keer dat de oorspronkelijke uitleenperiode van een materiaal verlengd is in de loop van het jaar. 9 Daar waar we in dit rapport het aantal uitleningen en verlengingen bestuderen in functie van de collectie-items, gaan we in het themarapport over publieksbereik dieper in op het aantal leners: http://www.kennisportaalccenbib.be/publicaties 18 Totaal aantal uitleningen en verlengingen

Grafiek 7.1 Evolutie van het aantal uitleningen en verlengingen van de collectie gedrukte materialen en de collectie audiovisuele materialen, in de periode 1998-2015 60.000.000 50.000.000 40.000.000 30.000.000 20.000.000 10.000.000 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Gedrukte materialen Audiovisuele materialen Het totaal aantal uitleningen en verlengingen is in de loop van de jaren licht gestegen (zie grafiek 7.1): van bijna 50 miljoen in 1998 naar bijna 52 miljoen in 2015. Het aantal uitleningen van gedrukte materialen is echter lichtjes gedaald: van 44,8 miljoen in 1998 naar 43,3 miljoen in 2015. De stijging van het totaal aantal uitleningen is dus in hoofdzaak een gevolg van de toegenomen uitleningen van audiovisuele materialen. Die stegen opvallend van 5,2 miljoen in 1998 naar 8,4 miljoen in 2015. De laatste drie jaren is er hier een lichte daling merkbaar. Verhoudingsgewijs is het aantal uitleningen voor audiovisuele materialen gestegen naar 16% van het totaal van alle uitleningen (zie grafieken 7.2 en 7.3 hieronder). 19 Totaal aantal uitleningen en verlengingen

Grafiek 7.2 Verhouding van het aantal uitleningen en verlengingen gedrukte (GM) en audiovisuele materialen (AVM) in 1998 Grafiek 7.2 Verhouding van het aantal uitleningen en verlengingen gedrukte (GM) en audiovisuele materialen (AVM) in 2015 89,56% GM 83,74% GM 10,44% AVM 16,26% AVM Tot slot is het binnen dit onderdeel interessant om de verhouding tussen het aantal uitleningen en het aantal verlengingen te bestuderen. Grafiek 7.4 bevat informatie over deze verhouding voor de voornaamste gedrukte materialen (fictie en non-fictie) en de voornaamste audiovisuele materialen (cd s en dvd s). De cijfers tonen aan dat non-fictie het grootste aantal verlengingen kent: 30% van de gebruikscijfers gaat over verlengingen. Cd s worden vooral ontleend en minder verlengd: minder dan 20% van de gebruikscijfers gaat over verlengingen. Grafiek 7.4 Verhouding van het aantal uitleningen en verlengingen van gedrukte materialen non-fictie, gedrukte materialen fictie, cd s en dvd s dvd 83,17% 16,83% cd 82,44% 31,57% fictie gedrukt 71,71% 28,29% non-fictie gedrukt 68,43% 31,57% uitleningen verlengingen 0% 20% 40% 60% 80% 100% 20 Totaal aantal uitleningen en verlengingen

8. Gebruik van de collectie GOED OM TE WETEN Gemiddeld 2,49 uitleningen per item strips voor jongeren en dvd s op kop 5,25 3,99 Het is interessant na te gaan hoe vaak de collectie wordt gebruikt (=ontleend), rekening houdend met de totale collectie van materialen van de bibliotheek. Hiervan is de gebruikscoëfficiënt een goede indicatie. De gebruikscoëfficiënt geeft het aantal uitleningen en verlengingen ten opzichte van het totale bezit weer. Het resultaat hiervan is het gemiddeld aantal uitleningen per collectie-item. In 2015 wordt elk item in alle bibliotheekcollecties (open kast) gemiddeld genomen 2,49 keer uitgeleend. Dit verschilt heel sterk tussen de verschillende collectieonderdelen en tussen de verschillende provincies, en zeker tussen de verschillende gemeenten. In de provincies Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant worden in verhouding tot het bezit gemiddeld gezien meer gedrukte materialen dan audiovisuele materialen ontleend. In de andere provincies worden in verhouding tot het bezit meer audiovisuele materialen ontleend. In Antwerpen zijn er relatief hoge gebruikscoëfficiënten, terwijl de provincie Vlaams-Brabant op dit vlak minder goed scoort. 21 Gebruik van de collectie

Via deze link naar het kennisportaal kunnen deze cijfers per provincie geraadpleegd worden in de rubriek aanbod Hoe verloopt de vernieuwing in de collectie? Aan de linkerzijde van het dashboard kunnen de resultaten verfijnd worden volgens jaartal, provincie, inwonertal en gemeente. Grafiek 8.1 Overzicht van de gebruikscoëfficiënt van de gedrukte materialen en de audiovisuele materialen volgens inwonertal in 2015 6 5 4,83 4 3 2 1 1,89 1,39 2,15 2,38 1,85 2,01 2,84 3,67 3,24 0 < 10.000 inwoners >= 10.000 en < 20.000 inwoners >= 20.000 en < 50.000 inwoners >= 50.000 en < 100.000 inwoners >= 100.000 inwoners gedrukte materialen audiovisuele materialen De vergelijking tussen de bibliotheken in gemeenten met veel inwoners en bibliotheken met weinig inwoners levert interessante informatie op. Grafiek 8.1 toont aan dat de gebruikerscoëfficiënt stijgt naarmate de gemeente meer inwoners telt. Dit geldt voor zowel gedrukte als audiovisuele materialen. De collectiematerialen in grotere bibliotheken (i.f.v. inwonertal) worden dus verhoudingsgewijs meer uitgeleend dan de collectiematerialen in kleinere bibliotheken (i.f.v. inwonertal). We zien grote verschillen: in bibliotheken in gemeenten met minder dan 10.000 inwoners worden de gedrukte materialen gemiddeld gezien 1.89 keer en de audiovisuele materialen gemiddeld gezien 1.39 keer ontleend, terwijl de gedrukte materialen in bibliotheken in gemeenten met meer dan 100.000 inwoners gemiddeld gezien 3,24 en de audiovisuele materialen gemiddeld bijna 5 keer ontleend worden. Voorts leiden we uit grafiek 8.1 af dat in bibliotheken in gemeenten met veel inwoners audiovisuele materialen een grotere gebruikerscoëfficiënt hebben dan de gedrukte materialen, terwijl in de bibliotheken in gemeenten met weinig inwoners net het omgekeerde geldt. 22 Gebruik van de collectie

Grafiek 8.2 Overzicht van de gebruikscoëfficiënt van de soorten gedrukte materialen in 2015 tijdschrifnummers 1,67 boeken volwassenen strips volwassenen boeken jeugd strips jeugd 2,02 2,14 3,64 5,25 Grafiek 8.3 Overzicht van de gebruikscoëfficiënt van de soorten audiovisuele materialen in 2015 Daisy-boeken 0,62 cd s 1,4 andere AVM 1,8 dvd s 3,99 De gebruikscoëfficiënten binnen eenzelfde collectieonderdeel (GM of AVM) evolueren niet zoveel in de loop van de tijd, waardoor we enkel de cijfers van 2015 bekijken. Grafiek 8.2 toont de gebruikscoëfficiënt van de soorten gedrukte materialen, grafiek 8.3 visualiseert de gebruikscoëfficiënt van de soorten audiovisuele materialen. We zien sterke verschillen tussen de verschillende onderdelen van een collectieonderdeel. Binnen de gedrukte materialen worden strips voor jongeren in verhouding tot het bezit het vaakst ontleend (gebruikscoëfficiënt = 5,25), terwijl tijdschriften (1,67) en boeken voor volwassenen verhoudingsgewijs het minst worden ontleend (2,02). De opsplitsing fictie en non-fictie (niet opgenomen in de grafiek) leert ons dat fictie een groter gebruik kent dan non-fictie (gebruikscoëfficiënt voor fictie = 2,61, gebruikscoëfficiënt voor non-fictie = 1,60). Grafiek 8.3 onthult dat bij de audiovisuele materialen dvd s het vaakst ontleend worden (gebruikscoëfficiënt = 3,99), gevolgd door andere audiovisuele materialen (1,8) en cd s (1,4). Daisy-boeken worden het minst vaak ontleend (0,62), maar gezien de specifieke doelgroep van deze materiaalsoort is dit resultaat niet verrassend. 23 Gebruik van de collectie

Meer weten Hieronder vindt u een aantal verwijzingen naar websites met informatie rond de samenstelling en het beheer van bibliotheekcollecties: http://www.cultuurconnect.be/diensten/bibliotheekportalen/ Bibliotheekportalen is een samenwerkingsproject van de betrokken bibliotheken, Cultuurconnect, de provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Het maakt het voor alle Vlaamse openbare bibliotheken mogelijk om hun collecties, activiteiten en diensten online in de kijker te plaatsen. https://mijn.bibliotheek.be/ Op Mijn Bibliotheek kunnen materialen verlengd worden of kunnen items gereserveerd worden. http://www.ifla.org/library-collections Op de website van IFLA (International Federation of Library Associations) zijn internationale richtlijnen rond collectievorming terug te vinden. http://www.bibliotheekmonitor.nl/trends-bibliotheken/collectie/item35 In Nederland worden heel wat elementen van de collecties van de bibliotheken naderbij bekeken. Hier worden geen detailgegevens per bibliotheek besproken, maar geeft men algemene cijfers over de sector weer. Meer info bij dit document? Departement Cultuur, Jeugd en Media Afdeling Sociaal-cultureel werk Arenbergstraat 9 1000 Brussel www.sociaalcultureel.be An Adriaenssen 02 533 42 37 - an.adriaenssen@cjsm.vlaanderen.be Lynn Moerenhout 02 553 41 26 - lynn.moerenhout@cjsm.vlaanderen.be Maarten Vandekerckhove 02 553 42 29 - maarten.vandekerckhove@cjsm.vlaanderen.be Of bekijk onze rapporteringswebsite: www.kennisportaalccenbib.be 24 Meer weten