Addendum WFt Schadeverzekeringen particulier



Vergelijkbare documenten
Addendum PE Plus Adviseur Schadeverzekeringen zakelijk

Addendum WFt Schadeverzekeringen zakelijk

Addendum PE Plus Adviseur Schadeverzekeringen zakelijk

Addendum PE Plus Adviseur Schadeverzekeringen zakelijk

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Ik heb een persoonsgebonden budget (pgb)

Wet langdurige zorg (Wlz) 2015

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6

Ik woon in een zorginstelling

Op 1 januari 2015 verandert ons zorgstelsel. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt dan vervangen door vier wetten:

Medische zorg Wonen in Nederland, werken in België

De weg naar zorg Zorgkantoren Coöperatie VGZ

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Verzekering en zorg buitenland

SOORTEN PGB PGB- SERVICE UW BUDGET

Wonen in het buitenland: wat betekent dat voor uw ziektekostenverzekering?

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

H10 Verzekering tegen ziekte kosten Zvw, Wlz en Wmo

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

Factsheet. De overheid gaat de langdurige zorg anders organiseren. Wat betekent dat voor mijn pgb?

Hebt u langdurige zorg nodig? CZ zorgkantoor wijst u de weg

Hebt u langdurige zorg nodig? CZ zorgkantoor wijst u de weg

Ik heb een persoonsgebonden budget (pgb) Wat verandert er voor mij in 2015?

Wet langdurige zorg Informatieblad Ieder(in) Juni 2014

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

Wet maatschappelijke ondersteuning januari 2015

Langdurige zorg thuis. CZ zorgkantoor wijst u de weg

Heeft u zorg nodig? Dit zijn de mogelijkheden volgens de Wet langdurige zorg (Wlz) - 1 -

De Wet Langdurige Zorg- samenvatting gericht op de gevolgen voor mensen met chronische

Vier wetten, drie loketten en één overgangsjaar

Heeft u langdurige zorg nodig?

Bijlagen. Ga na wanneer de indicatie van de cliënt afloopt. Heeft hij recht op het overgangsrecht? Kan er een aanbod gedaan worden vanuit de gemeente?

Langdurige zorg thuis. CZ zorgkantoor regelt uw langdurige zorg

Niet alles verandert in de zorg

Eigen bijdrage Verblijf in een zorginstelling Persoonsgebonden budget Wlz Volledig of modulair pakket thuis Beschermd wonen

Wet maatschappelijke ondersteuning en overige wetten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Veel gestelde vragen overgangsrecht persoonsgebonden budget (PGB) Jeugd

INFORMATIE Eigen bijdrage Zorg met Verblijf

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO

Dat doen we voor u. Aarzel dus niet om onze adviseurs te bellen. Wij helpen u graag verder!

Medische zorg. Inhoud

Uw ziektekostenverzekering als u in het buitenland woont DVC 50069, ontwerp: BVH Communicatie-adviesbureau b.v., Rotterdam

Een Persoonsgebonden Budget bij de zorgverzekeraar

Hebt u langdurige zorg nodig? CZ zorgkantoren wijst u de weg

Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave

Aanvraag voorzieningen bij een terugtredende overheid

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Overzicht veranderingen persoonsgebonden budget verpleging en verzorging 2016

Wet Maatschappelijke ondersteuning Begeleiding

Hebt u langdurige zorg nodig? CZ zorgkantoor wijst u de weg

Wegwijzer naar de AWBZ

Zorgverzekeringswet. Duitsland

INFORMATIE Eigen bijdrage Zorg met Verblijf

Financiële regelingen voor personen met PWS

Wet langdurige zorg (Wlz) 2015

Eigen bijdrage Zorg met verblijf 2015

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Heeft u blijvend zorg nodig? Over de Wet langdurige zorg (Wlz)

Langdurige zorg nodig? Wet langdurige zorg - 1 -

Bent u ziekenfonds of particulier?

Nederlandse sociale zekerheid voor een Duitse zelfstandige

Handige Websites. ZorgbelangGelderland.nl Dè consumentenorganisatie voor gebruikers van zorg en welzijn.

3a 3a.1.24 Nee. 2a a.2.1

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

Verhuizen naar het buitenland en uw zorgverzekering

Informatiebrochure. Samenwerking huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde. Financiering met en zonder indicatie Wet langdurige zorg

Langdurige zorg thuis. CZ zorgkantoor wijst u de weg

Presentatie SBOG. Marijke Hempenius. 16 maart 2015

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Informatie over de algemene tegemoetkoming Wtcg 2012

Onafhankelijke cliëntondersteuning Wlz

Inhoud. 1 Inleiding 3. 2 Soorten zorg 5. 3 Bij wie vraagt u een indicatie aan 7. 4 Wat is uw eigen bijdrage? Wie kan u helpen?

Uitleg voorwaarden algemene tegemoetkoming Wtcg 2013

1. Wanneer mag, of moet, je je zorgverzekering opzeggen?

Als je zorg nodig hebt, wat dan.? Weet u hoeveel euro s de totale gezondheidszorg in 2014 in Nederland ongeveer heeft gekost?

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Zelf doen wat kan en ondersteuning waar moet.

Overgangsrecht van AWBZ cliënten en beleid Versie december 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Langdurige zorg thuis. CZ zorgkantoren wijst u de weg

Vergoeding van onze hulpmiddelen

Woordenlijst begrippen in de zorg

Eigen bijdrage Zorg thuis 2015

Zorg uit de Wlz en ondersteuning of jeugdhulp? Kan iemand met een Wlz-indicatie een beroep doen op de Wmo 2015 of op de Jeugdwet?

Hoe berekent het CAK uw eigen bijdrage? U leest het hier.

Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave

Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo INFORMATIE 2012

Hoe berekent het CAK uw eigen bijdrage? U leest het hier.

Het Persoonsgebonden Budget in de WlZ en de Wmo in 2016

In 2013 verandert het basispakket van de zorgverzekering als volgt:

Hebt u zorg nodig? Informatie over de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en het aanvragen van zorg

Medische zorg Wonen in Nederland, uitkering of pensioen uit België

Nieuwsmail Uitvoering Langdurige zorg Nr. 9, december 2014

Transcriptie:

Addendum WFt Schadeverzekeringen particulier Dit addendum is uitsluitend voor persoonlijk gebruik en het is niet toegestaan om het digitaal of in kopie door te sturen naar anderen. Met dit addendum heeft u een overzicht van de aanvullingen op de syllabus WFt Schadeverzekeringen particulier versie 220143. Wij wensen u succes met uw studie. 2015 Lindenhaeghe Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk fotokopie microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van Lindenhaeghe. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, aanvaarden de auteurs, redacteuren en Lindenhaeghe geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan. 220151/Addendum WFt Schade particulier 1

INHOUDSOPGAVE 1. AANVULLINGEN SCHADE PARTICULIER 3 1.1 Risico s die het vermogen rechtstreeks bedreigen (toegevoegd aan 2.2.3) 3 1.2 Verbeterde risicoklassenindeling 2014 voor woningen (vervangt 2.5) 3 1.3 Aansprakelijkheid voor gebrekkige roerende zaken (toegevoegd aan 3.5.1) 4 1.4 Bijzondere bromfietsen (vervangt 6.2.3.2) 5 1.5 Schadeafwikkeling op basis van totaal verlies (vervangt 6.2.6.3) 6 1.6 Premie pleziervaartuigverzekering (vervangt 10.5.2) 6 1.7 De Zorgverzekering (vervangt hoofdstuk 12) 7 1.7.1 Wat houdt het zorgverzekeringsstelsel in? 8 1.7.2 Wat houdt de Wlz in? 8 1.7.3 De Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (WMO 2015) 11 1.7.4 Wat houdt de Zorgverzekeringswet in? 12 1.7.5 Opzegging 21 1.7.6 Basispakket 2015 22 1.7.7 De premieonderdelen behorende bij de basisverzekering 26 1.7.8 Zorgtoeslag 28 1.7.9 Notaverwerking 28 1.7.10 Klachtenbehandeling binnen de zorg 38 1.7.11 Aanvullende verzekeringen 39 1.7.12 Regeling rond onverzekerden voor de basisverzekering 40 1.7.13 Regeling rond wanbetaling voor de basisverzekering 40 220151/Addendum WFt Schade particulier 2

1. AANVULLINGEN SCHADE PARTICULIER 1.1 RISICO S DIE HET VERMOGEN RECHTSTREEKS BEDREIGEN (TOEGEVOEGD AAN 2.2.3) Herman houdt van fietsen. Tijdens één van zijn zondagse fietstochten rijdt hij een oudere dame omver. De dame heeft letsel en bovendien kledingschade. Zij stelt Herman aansprakelijk voor de door haar geleden schade. Herman zal deze schade moeten vergoeden en dat gaat uiteraard ten koste van het gezinsvermogen. Herman en zijn gezinsleden lijden dus geen schade aan hun bezittingen en ook hun gezondheid is niet aangetast. En toch lijden zij vermogensverlies. Herman is het met de schadeclaim niet eens. Hij schakelt een advocaat in. Deze advocaat brengt echter een fors uurtarief in rekening. Ook hierdoor wordt het gezinsvermogen aangetast. 1.2 VERBETERDE RISICOKLASSENINDELING 2014 VOOR WONINGEN (VERVANGT 2.5) Om de risico s goed in kaart te kunnen brengen en daaraan gekoppeld de juiste preventiemaatregelen te kunnen treffen, maken verzekeraars al jaren gebruik van een risicoklassenindeling. Het is voor de praktijk van de verzekeringsadviseur belangrijk dat hij kennis heeft van de werking en de achtergrond van de risicoklassenindeling. Hij kan in de begeleiding van zijn cliënten tijdig bij hen bespreekbaar maken wanneer hij verwacht dat de verzekeraar preventie - eisen gaat stellen. De cliënten kunnen zich dan bij een beveiligingsspecialist alvast oriënteren op de mogelijkheden (en kosten) van de te nemen maatregelen. Het doe l van de Verbeterde risicoklassenindeling woningen en bedrijven (VRKI) is een praktisch uitvoerbare regeling te realiseren voor verzekerden, verzekeraars en bedrijven die gespecialiseerd zijn in beveiliging. Dit probeert men te bereiken door eenduidigheid en herkenbaarheid voor opdrachtgever en eisende partijen, zoals verzekeraars en het ontwikkelen van kwaliteitsdocumenten voor de uitgevoerde beveiligingsmaatregelen. In de bijlagen treft u een exemplaar van de risicoklassenindeling aan. Risicoklasse Er is een indeling gemaakt in vormen van maatregelen, die worden aangeduid met letters. Hieronder volgt de betekenis van een aantal van die letters. O: Organisatorische maatregelen; B: Bouwkundige maatregelen; C/M: Compartimentering/Meeneembeperkende maatregelen; E: Elektronische maatregelen; SP/DP: Alarmering ATS categorie; R: Reactie (alarmopvolging). 220151/Addendum WFt Schade particulier 3

Er is een document definities beveiligingsmaatregelen opgesteld. Hierin wordt omschreven welke maatregelen horen bij de genoemde letters. De O, B, E en R maatregelen worden in niveaus ingedeeld. Die worden aangeduid door een kleine letter of cijfer (1, 2, 3 of 4), die/dat aan de desbetreffende (hoofd)letter wordt toegevoegd. Op deze manier wordt door slechts een beperkt aantal letters en cijfers het complete pakket van (voor BORG-certificering minimaal vereiste) maatregelen weergegeven. Indeling naar attractiviteit van goederen Aan de risicoklassenindeling is een lijst toegevoegd, waarin de mate van attractiviteit van de goederen wordt aangegeven. In de bijlage is de zogenaamde VRKI-kaart opgenomen, aan de hand waarvan de verzekeringsadviseur kan bepalen welke attractiviteitscode van toepassing is en welke categorie beveiligingsmaatregelen moet worden getroffen. Voor een goed begrip van het systeem adviseren wij u het document in de bijlage aandachtig door te lezen. Hans en Marijke zijn gehuwd. Zij hebben sinds een erfenis twee maanden geleden van Marijke de volgende bezittingen: 10.000 aan audioapparatuur; 15.000 aan lijfsieraden; 60.000 aan schilderijen. De inboedel van Hans en Marijke valt in risicoklasse 2. De te treffen beveiligingsmaatregelen zijn O1 + B1 + E1 + (SP2 of DP1) + R1. Erik van Galen, de verzekeringsadviseur van Hans en Marijke, voert een onderhoudsgesprek met hen. Uit dit gesprek komt naar voren dat Hans en Marijke, sinds kort door een erfenis van Marijke, een totaal aan attractieve zaken in huis hebben van 85.000. Erik informeert (proactief) Hans en Marijke over de preventie-eisen die de inboedelverzekeraar gaat stellen, uitgaande van de VRKI-lijst 2014. Hans en Marijke kunnen dus nu al een offerte gaan opvragen bij een van de 550 PKVW -erkende beveiligingsbedrijven bij hen in de buurt voor die maatregelen (zoals aanleggen alarminstallatie) waardoor voldaan wordt aan de eisen die de verzekeraar gaat stellen. 1.3 AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEBREKKIGE ROERENDE ZAKEN (TOEGEVOEGD AAN 3.5.1) In de wet staat bezitter (en niet eigenaar). Meestal is de bezitter ook eigenaar, maar dat hoeft niet. Stel dat de buurman in de vorige voorbeelden de boormachine bij het groot vuil heeft gevonden. Hij is dan geen eigenaar (hij heeft niet voor de boormachine betaald), maar hij doet wel alsof hij de eigenaar is. Dan is hij wel bezitter. De bezitter is dus de eigenaar of diegene die zich ge draagt alsof hij de eigenaar is. 220151/Addendum WFt Schade particulier 4

1.4 BIJZONDERE BROMFIETSEN (VERVANGT 6.2.3.2) Een aantal motorvoertuigen, zoals de Segway (elektrisch aangedreven voertuigje met twee parallel geplaatste wielen), Stint (gemotoriseerde bolderkar), Trikke, Zappy 3 en Swing (d e laatste drie zijn elektrische driewielers), vallen onder de categorie bijzondere bromfietsen. Voor deze bromfietsen gelden de volgende regels er is geen rijbewijs nodig; er hoeft geen kenteken aangevraagd te worden; er hoeft geen helm gedragen te worden; de maximumsnelheid is 25 kilometer per uur; de minimumleeftijd van de bestuurder is 16 jaar; gehandicapten jonger dan 16 jaar mogen met een bijzondere bromfiets rijden. Voorwaarde is dat zij een OV-Begeleiderskaart, Valyspas of WMO-pas hebben; gehandicapten mogen op de stoep rijden. Voorwaarde is dat zij een OV -Begeleiderskaart, een Valyspas of een WMO-pas hebben. De maximumsnelheid is dan 6 kilometer per uur; verlichting is 's nachts en bij slecht zicht verplicht. Dit mag met losse lampjes. het voertuig moet altijd rode en witte/gele reflectoren hebben; het voertuig moet verzekerd worden; het voertuig moet een verzekeringsplaatje en een voertuigidentificatienummer hebben. Elobikes Voor zogenaamde elobikes (elektrisch aangedreven fietsen) geldt o p grond van de WAM geen verzekeringsplicht meer. De berijder van een elobike kan echter wel aansprakelijk zijn voor schade met die elobike veroorzaakt. Er is dan sprake van schade veroorzaakt met een motorrijtuig. Het Verbond van verzekeraars heeft de aansprakelijkheidsverzekeraars dan ook geadviseerd hun uitsluiting met betrekking tot schade veroorzaakt met motorrijtuigen aan te passen en wel dekking te bieden voor schade veroorzaakt met een elobike. Om een brommer, snorfiets of brommobiel te mogen besturen, moet men niet alleen minimaal 16 jaar oud zijn, maar ook beschikken over een geldig rijbewijs. Dit mag een motor - of autorijbewijs zijn. Heeft de bestuurder dat (nog) niet, dan zal hij een bromfiets rijbewijs (categorie AM) moeten hebben. Het bromfiets rijbewijs is in 2006 ingevoerd als opvolger van het zogenoemde bromfietscertificaat, dat in 1996 werd geïntroduceerd en waarvoor men - indien geboren na 1 juni 1980 - een theorie-examen af moest leggen. Het bromfietscertificaat kon tot 1 oktober 2009 worden omgewisseld voor een bromfietsrijbewijs en is inmiddels niet meer geldig. Wie nu alleen nog maar over een certificaat beschikt, mag zich dus niet meer met zijn brommer op de openbare weg begeven en zal eerst (weer) examen moeten doen om zijn bromfietsrijbewijs te halen 220151/Addendum WFt Schade particulier 5

1.5 SCHADEAFWIKKELING OP BASIS VAN TOTAAL VERLIES (VERVANGT 6.2.6.3) Hoe werkt het in de praktijk? Een handelaar of demontagebedrijf mag totaalverliesvoertuigen alleen kopen van verzekeraars als zij een certificaat van het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) hebben. Zij moeten aan strikte voorwaarden en gedragsregels voldoen om het certificaat te krijgen en te houden. Zo zorgt het VbV ervoor dat alleen opkopers die aan de gestelde eisen voldoen, aan het handelsproces kunnen deelnemen. Het VbV houdt ook streng toezicht op de handel in totaalverliesvoertuigen om te voorkomen dat deze voertuigen in het criminele circuit terechtkomen. De inhoud van bedrijfsregeling 16 heeft ook invloed op de polisvoorwaarden van bij het Verbond aangesloten leden. Zij (de verzekeraars) hebben afgesproken dat hun cascovoorwaarden de volgende tekst bevatten: Bij aanspraken op schadevergoeding door verzekerden in ge val van totaal verlies van het voertuig, heeft de verzekeraar het recht de restanten van het betrokken voertuig over te doen dra gen aan een door hem aan te wijzen partij. De uitkering van de schadepenningen zal in dat geval niet eerder plaatsvinden dan nadat de verzekerde de eigendom heeft overgedragen aan de verzekeraar.' In de praktijk betekent dit dat de verzekerde de sleutels en het voertuig (alle delen van het kentekenbewijs, inclusief het overschrijvingsbewijs) moet overdragen aan het VbV -gecertificeerde bedrijf. Dit is een voorwaarde voor een uitkering. 1.6 PREMIE PLEZIERVAARTUIGVERZEKERING (VERVANGT 10.5.2) De hoogte van de premie van de pleziervaartuigverzekering is primair afhankelijk van de volgende factoren (de bijboot is gratis meeverzekerd): de maximaal te bereiken snelheid van het vaartuig; het gekozen vaargebied; het aantal schadevrije jaren; de hoogte van het vrijwillig eigen risico; de ouderdom van het vaartuig. De grondslag waarover de premie wordt berekend, is bij nieuwe schepen de nieuwwaarde. Is het schip bij aanvang van de verzekering niet nieuw en is de maximum snelheid minder da n 30 km per uur, dan wordt de premiegrondslag bepaald door het gemiddelde van de dagwaarde en de nieuwwaarde. De minimum grondslag is echter altijd 70% van de nieuwwaarde. De maximaal te bereiken snelheid van het vaartuig Premietechnisch wordt een onderscheid gemaakt tussen zeilboten en motorboten met een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur en snellere vaartuigen. 220151/Addendum WFt Schade particulier 6

Het gekozen vaargebied Als vaargebied kan een keuze worden gemaakt uit: de Nederlandse binnenwateren (exclusief IJsselmeer, Markermeer en andere grote meren); Nederland (inclusief de grote meren); Europa (inclusief de Middellandse zee); zeedekking wereld zeedekking Europa Bij de dekking van Europese zeeën wordt er ook nog onderscheid gemaakt tussen klein vierkant en groot vierkant. Hiermee wordt de grootte van het vaargebied aangeduid. In het bovenstaande figuur wordt getoond, wat de omvang van beide vierkanten is. CLNI 2012 Als er overigens schade ontstaat in de Europese binnenwateren, dan kan men te maken krijgen met Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 2012). Het CLNI-verdrag vindt haar oorsprong in 1988 en regelt de beperking van de aansprakelijkheid in de Europese binnenwateren. Beperking van aansprakelijkheid door wetgeving is ontstaan uit de behoefte de scheepseigenaar te beschermen. Met de komst van CLNI 2012 is het vaargebied uitgebreid van Rijn (en de nevenvaarwegen) naar met name de Donau, Elbe, Oder en Sava. Daarnaast zijn de aansprakelijkheidsgrenzen verhoogd. Het Verdrag stelt de scheepseigenaren en hulpverleners alleen in staat hun aansprakelijkheid te beperken, als zij een speciaal fonds te vormen, waarvan de hoogte door het CLNI wordt bepaald. De gedupeerde kan dan vervolgens zijn schade hierop verhalen. De deelnemende landen aan dit verdrag zijn: België, Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Servië, Slowakije e n Zwitserland. 1.7 DE ZORGVERZEKERING (VERVANGT HOOFDSTUK 12) William van Dike is vanuit de Verenigde Staten in Nederland komen wonen en werken. U adviseert hem met betrekking tot zijn verzekeringen. Hij vraagt u uit te leggen hoe kosten van de gezondheidzorg in Nederland zijn verzekerd. Bent u hiertoe na bestudering van dit hoofdstuk in staat? Met betrekking tot verzekeringen op het gebied van gezondheidszorg is de afgelopen jaren veel veranderd en zal er in de toekomst nog meer veranderen. Ook op dit terrein trekt de overheid zich steeds verder terug en laat ze het verzekeren van kosten van zorg steeds meer over aan private verzekeraars. Door middel van wetgeving heeft zij een kader gemaakt wat betreft een minimale verplichte basisdekking en een maximale premie. Uitvoering geschiedt door private zorgverzekeraars. In dit hoofdstuk laten wij u zien hoe het zorgverzekeringsstelsel in ons land is opgezet. 220151/Addendum WFt Schade particulier 7

In dit hoofdstuk behandelen we de volgende onderwerpen: de Wlz; de Zorgverzekeringswet; de dekking van het basispakket; de soorten zorgverzekering; de premie; de zorgtoeslag; de klachtenbehandeling binnen de zorg; de aanvullende verzekeringen; de regeling met betrekking tot onverzekerden en wanbetaling. 1.7.1 Wat houdt het zorgverzekeringsstelsel in? In de Nederlandse Grondwet is bepaald dat de overheid maatregelen dient te treffen ter bevordering van de volksgezondheid. De overheid kan die verplichtingen op twee manieren realiseren: de zorg zelf beschikbaar stellen door het oprichten van een nationale gezondheidsdienst ; of door er voor te zorgen dat de medische zorg voor iedereen financieel bereikbaar is. In ons land is voor de tweede optie gekozen door het opzetten van een zorgverzekeringsstelsel bestaande uit twee volksverzekeringen en een sociale voorziening. De vol ksverzekeringen zijn de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (ZVW). De sociale voorziening is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). 1.7.2 Wat houdt de Wlz in? De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt zorg en verblijf voor mensen die 24 uur per d ag intensieve zorg en toezicht in de buurt nodig hebben. Het gaat bijvoorbeeld om kwetsbare ouderen, mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking, of mensen met een psychiatrische diagnose. Ook jongeren met ernstige beperkingen kunnen in aanmerking komen voor de Wlz-zorg. De Wet langdurige zorg is op 1 januari 2015 ingegaan en vervangt de AWBZ. Recht op Wlz-zorg Om in aanmerking te komen voor Wlz-zorg, moet de Wlz-indicatie worden aangevraagd. De aanvraag kan worden ingediend bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) aan de hand van een speciaal aanvraagformulier. Het CIZ bepaalt vervolgens of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van de wet. Uiteraard is een belangrijke voorwaarde dat de aanvrager toezicht nodig heeft of dat e r 24 uur per dag zorg dichtbij moet zijn. Wlz-indicatie In overleg met het CIZ geeft de aanvrager aan wat hij nog zelf wil en kan doen en welke hulp hij al krijgt van zijn familie, vrienden of buren. Op basis van deze informatie wordt door het CIZ een zorgprofiel vastgesteld. Daarin staat de aard, inhoud en globale omvang van de benodigde zorg. 220151/Addendum WFt Schade particulier 8

Dit wordt opgenomen in het indicatiebesluit en naar het zorgkantoor in de regio gestuurd. Het zorgkantoor neemt contact op met de zorgaanbieder, waarna de (inmidde ls) rechthebbende afspraken kan maken over de zorgverlening. Deze afspraken worden opgenomen in het zorgplan. Het sociale netwerk van de rechthebbende wordt ook betrokken bij de bespreking van het zorgplan. Wlz-zorgpakket Mensen die in de Wlz zitten, kunnen aanspraak maken op: verblijf in een instelling persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleging behandeling (specialistische en niet specialistische behandeling) vervoer naar begeleiding of behandeling woningaanpassing voor kinderen jonger dan 18 jaar (18-minners) huishoudelijke hulp die geleverd wordt door de instelling Financieringsvormen De zorg kan op vier manieren worden ontvangen: Zorg in Natura (ZIN); men woont in een instelling voor zorg met verblijf en betaalt een hoge eigen bijdrage aan het CAK. Volledig pakket thuis (VPT); men krijgt een volledig pakket thuis van een zorginstelling. Het gaat dan om alle zorg en ondersteuning waarvoor een Wlz -indicatie is afgegeven. Hierbij horen ook maaltijden, huishoudelijke hulp en uitstapjes. Modulair pakket thuis (MPT); een deel van de zorg wordt geleverd door een zorginstelling en het andere deel wordt zelf geregeld met het persoonsgebonden budget. Maaltijden en hulp bij het huishouden vallen niet onder het MPT. Persoonsgebonden budget (PGB); men organiseert zelf de zorg en kiest zelf voor de zorgverlener. De zorgverlener moet de zorg wel aan huis kunnen leveren. De Sociale Verzekeringsbank betaalt de rekening van de zorgaanbieder. Eigen bijdrage Als je een Wlz-indicatie hebt voor zorg met verblijf en meerderjarig bent, dan geldt er een eigen bijdrage. We kennen hier twee soorten eigen bijdragen: een lage en een hoge. De eerste zes maanden zien we meestal de lage eigen bijdrage. Daarna hangt het van de persoonlijke omstandigheden af, of u de lage eigen bijdrage overgaat naar de hoge. Het inkomen, het vermogen, de leeftijd en de gezinssamenstelling spelen daarbij een rol. Het CAK berekent de eigen bijdrage. Een speciaal rekenprogramma geeft een indruk van de hoogte hiervan. 220151/Addendum WFt Schade particulier 9

Overgangsregeling Wet langdurige zorg Voor mensen die een AWBZ-indicatie hebben die tot (en met) 2015 of 2016 doorloopt en die per 2015 onder de nieuwe Wlz vallen, geldt het volgende: Als zorgbehoevende in 2014 in een instelling woonde en hij had een AWBZ -indicatie voor verblijf, dan behoudt hij het recht om te verblijven in deze instelling. Had hij een indicatie met een hoog ZorgZwaartePakket (ZZP: indicatie voor intensieve zorg dichtbij) in 2014, dan verandert er niets. Hij voldoet dan aan de voorwaarden van de nieuwe Wlz. Hij kan thuis blijven wonen en heeft recht op een volledig pakket thuis (VPT), persoonsgebonden budget (PGB) of een modulair pakket thuis (MPT). Had de zorgbehoevende een AWBZ-indicatie met een laag ZZP in 2014, dan kon hij ervoor kiezen om in een instelling te gaan wonen of thuis te blijven wonen. Hij ontvangt dan dezelfde zorg. Als de indicatie (uiterlijk 31 december 2015) afloopt, dan kan hij terecht bij de gemeente en/of zorgverzekeraar. Als hij in 2014 in een kleinschalig wooninitiatief (GGZ -C) woonde, dan valt hij onder de Wlz en behoudt hij de rechten. Ontving de zorgbehoevende of zijn kind in 2014 intensieve zorg zonder verblijf (geen ZZP), dan ging deze zorg in principe per 2015 over naar de gemeenten en/of zorgverzekeraar. Als hij in aanmerking kwam voor het overgangsrecht, dan gaf het CIZ een Wlz-indicatiebesluit die geldig is tot eind 2015. Hij blijft dan recht houden op dezelfde zorg als in 2014. In 2015 zal het CIZ de situatie en de zorgbehoefte opnieuw evalueren en beoordelen, zodat er in 2016 rec ht is op de zorg die nodig is. Verzekerden Iedereen die voldoet aan de acceptatievoorwaarden zoals in de wet is omschreven, is Wlz -verzekerd. Daarbij is de vraag van belang in welk land men woont en in welk land men werkt. We spreken dan van een woon- en/of werkland. Nederland is woon- en werkland Wanneer iemand in Nederland woont en hier ook werkt, wordt in ons land premie voor sociale verzekeringen afgedragen. Men is dan automatisch verzekerd op grond van de Wlz. Nederland is alleen werkland Dit betekent dat iemand in een ander land woont, maar in Nederland werkt. Bijvoorbeeld een Duitser die in Nederland werkt. De betrokkene is verzekerd voor de Wlz en heeft in principe alleen recht op Wlz-zorg in Nederland. Nederland is alleen woonland Wanneer een Nederlander bijvoorbeeld in België werkt en in Nederland woont, draagt hij belasting en premie af in België. Hij is dan niet verzekerd op grond van de Wlz. Nederland is noch woon- noch werkland Dit doet zich voor wanneer iemand zich in het buitenland vestigt en noch in dát land, noch in Nederland werkt. hiervan zijn gepensioneerden, die zich blijvend in het buitenland vestigen. In dat geval is men dus niet verzekerd op grond van de Wlz. 220151/Addendum WFt Schade particulier 10

Het is dan ook tegen deze achtergrond dat de Zorgverzekeringswet (Zvw) tot stand is gekomen. De Zorgverzekeringswet regelt dat de noodzakelijke zorg voor iedereen toegankelijk is. Die zorg is wettelijk verankerd. Zorgverzekeraars zijn verplicht iedereen voor de zorgverzekering (ook wel basisverzekering genoemd) te accepteren. Zorgverzekeraars mogen ook geen hogere premies vragen aan oudere of zieke mensen. Er is één zorgverzekering voor noodzakelijke zorg voor in de plaats gekomen. Deze nieuwe zorgverzekering bestaat uit een basisverzekering. Dit basispakket komt grotend eels overeen met het vroegere ziekenfondspakket. De aanvullende verzekeringen zijn blijven bestaan. 1.7.3 De Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (WMO 2015) De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een wet die wordt uitgevoerd door gemeenten. Het doel van de wet is om mensen zo goed mogelijk in staat te stellen om deel te nemen aan de samenleving. Gemeenten zijn verplicht om de beperkingen die mensen hebben te compenseren door voorzieningen aan te bieden. Burgers hebben daarbij de keuze tussen hulp in na tura of een persoonsgebonden budget (pgb), waarmee zelf zorg of hulp kan worden ingekocht. De Wmo heeft drie doelen waarop de gemeente zich dient te richten: Het bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld; Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperki ng of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving; Het bieden van beschermd wonen en opvang. Hoe de gemeente de uitvoering van de Wmo exact vorm geeft, kan van gemeente tot gemeente verschillen. Maar als er een verzoek om ondersteuning wordt ingediend bij de gemeente, dan dient de gemeente onderzoek te doen naar de persoonlijke situatie van de zorgbehoevende. Bij het onderzoek wordt beoordeeld in hoeverre de zorgbehoevende nog in staat is voor zichzelf te z orgen. Als dit onvoldoende blijkt te zijn en de omgeving niet genoeg daarin kan bijdragen, dan is de gemeente verplicht ondersteuning te bieden. Dit wordt een maatwerkvoorziening genoemd. en van maatwerkvoorzieningen zijn: maaltijdvoorziening; vervoersvoorziening; individuele begeleiding; beschermde woonplek; dagbesteding op maat. 220151/Addendum WFt Schade particulier 11

Wmo-voorziening Steffan heeft een scootmobiel nodig om boodschappen te kunnen doen. Hij gaat naar het Wmo -loket van zijn gemeente. De gemeente beoordeelt dat Steffan inderdaad niet zonder scootmobiel kan. Hij kan kiezen hoe de scootmobiel moet worden geregeld. Hij kan er een van de gemeente in bruikleen krijgen of hij kan - als hij aan de voorwaarden voldoet geld krijgen van de gemeente om er zelf een te huren. Naast maatwerkvoorzieningen zijn er ook nog algemene voorzieningen. Deze voorzieningen zijn vrij toegankelijk zonder dat een uitgebreid onderzoek nodig is. De gemeente mag hiervoor een bijdrage vragen. en van algemene voorzieningen zijn: boodschappendienst; het steunpunt huiselijk geweld; een ontmoetingsruimte voor mensen die eenzaam zijn. De Wmo wordt niet gefinancierd door premies, maar door geld uit algemene middelen: belastinggeld. De Wmo en de Wlz vormen samen met de Zorgverzekeringswet (Zvw) het Nederlandse stelsel van zorg en welzijn. 1.7.4 Wat houdt de Zorgverzekeringswet in? De Zorgverzekeringswet bevat een aantal voorwaarden met betrekking tot de plicht tot verzekeren en de plicht tot acceptatie door een verzekeraar. 1.7.4.1 Verzekeringsplicht Vanaf 1 januari 2006 is iedereen die in Nederland woont of hier loonbelasting betaalt, verplicht een individuele zorgverzekering af te (laten) sluiten. Voor de Zorgverzekeringwet gelden dus de zelfde acceptatievoorwaarden als voor de Wlz. Kortom is men voor de Wlz verzekerd, dan bestaat er ook voor de ZVW verzekeringsplicht. Ouders moeten ook hun kinderen verzekeren. Voor kindere n tot 18 jaar is geen premie verschuldigd. De ouders moeten hun kinderen wel tijdig bij de verzekeraar aanmelden. Hierna gaan we in op de kring der verzekerden. 1.7.4.2 Kring der verzekerden Heeft iemand recht op Wlz-zorg, dan heeft hij of zij ook de plicht om een basisverzekering te sluiten in het kader van de Zvw. Dit is wettelijk vastgelegd door in de Zvw op te nemen dat iedereen die ingevolge de Wlz verzekerd is, verplicht is om een basisverzekering af te sluiten. De Zvw maakt hierop drie uitzonderingen: militairen, gemoedsbezwaarden en gedetineerden. Over deze groepen later meer. De groep van mensen die allemaal verzekerd mogen en moeten zijn voor een bepaalde verzekering noemen we de kring der verzekerden. De kring der verzekerden van de Zvw is dus de groep m ensen die het recht en de plicht hebben om bij een zorgverzekeraar een basisverzekering af te sluiten. Om te weten wie recht hebben op een basisverzekering moeten we weten wie ingevolge de Wlz verzekerd zijn. 220151/Addendum WFt Schade particulier 12

De Wlz zegt dat er in eerste instantie twee groepen verzekerd zijn: ingezetenen; en niet-ingezeten die in Nederland loonbelasting afdragen. Een ingezetene is iemand die rechtmatig in Nederland woont. Wat daar precies onder wordt verstaan, is te lezen in de volgende paragraaf. De Wlz is een volksverzeke ring, bedoeld voor iedereen die rechtmatig in Nederland woont. Dat Nederlands ingezetenen tot de kring der verzekerden behoren, ligt daarmee voor de hand. Naast Nederlands ingezetenen zijn ook niet - ingezetenen die in Nederland loonbelasting afdragen verzek erd. De reden hiervoor is dat zij Wlzpremie afdragen. Ze betalen mee aan de Wlz. Aangezien ze meebetalen mogen ze ook gebruik maken van het stelsel. Daarnaast zijn zij mogelijk uitgezonderd van volksverzekeringen in hun woonland omdat ze daar geen loonbelasting afdragen. en Francien woont en werkt in Nederland. Zij is Nederlands ingezetene. Zij is verplicht om een basisverzekering te hebben. Sjors woont in Duitsland en werkt in Nederland. Hij is een niet -ingezetene die in Nederland loonbelasting afdraagt. Hij is verplicht om een basisverzekering te hebben. Ingezetenschap Een ingezetene is iemand die rechtmatig in Nederland woont. Het alledaagse begrip wonen kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Hoe zit het bijvoorbeeld met mensen met twee huizen? Hoe zit het met mensen die veel reizen? En met mensen die zich pas in Nederland hebben gevestigd? In elk afzonderlijk geval moeten we beoordelen of iemand al dan niet in Nederland woont. Deze beoordeling gebeurt aan de hand van drie criteria: sociale binding; juridische binding; economische binding. Bij sociale binding speelt bijvoorbeeld een rol of je familie in Nederland woont. Tot juridische binding behoort bijvoorbeeld het hebben van de Nederlandse nationaliteit. Onder economische b inding valt bijvoorbeeld het hebben van betaald werk in Nederland. Tot voor kort raadpleegden zorgverzekeraars de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) om te beoordelen of iemand ingezetene is. Per januari 2014 is de GBA vervangen door d e Basisregistratie Personen (BRP). In de BRP kunnen ook niet -ingezetenen zijn geregistreerd die een relatie hebben met de Nederlandse overheid. Zorgverzekeraars moeten in de BRP dus niet alleen controleren óf iemand geregistreerd staat, maar ook hoe iemand geregistreerd staat. 1.7.4.3 Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 Tot nu toe hebben we gezien dat de kring der verzekerden van de Wlz, en daarmee ook die van de Zvw, uit twee groepen bestaat. De eerste groep zijn Nederlands ingezetenen, voor hen is de verzekering in het leven geroepen. De tweede groep bestaat uit niet -ingezetenen die in Nederland loonbelasting afdragen. Zij betalen mee aan het stelsel en mogen er dan ook gebruik van maken. 220151/Addendum WFt Schade particulier 13

Als dit de enige twee criteria zouden zijn om Wlz-recht en Zvw-verzekeringsplicht te beoordelen, dan zouden er onwenselijke situaties kunnen ontstaan waarin mensen bijvoorbeeld door twee landen tegelijk verplicht worden om een zorgverzekering af te sluiten of ineens onder het zorgstelsel va n geen enkel land meer vallen. Een deel van deze situaties wordt opgelost door het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999. Deze lange titel wordt soms afgekort tot BUB voor Besluit uitbreiding en beperking. Beter is om de officiële afkorting KB 746, voor Koninklijk Besluit 746, te gebruiken. De afkorting BUB gaat er aan voorbij dat er ook ooit een Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1976 (KB 557) was. Belangrijke vuistregels voor KB 746 zijn: overheidspersoneel behoudt de verzekering van het land waarvoor ze werkzaam zijn; studenten behouden doorgaans de verzekering van het land waar ze vandaan komen; iemand die alleen in een ander land meebetaalt aan sociale zekerheid en niet in Nederland, is uitgezonderd van de verzekeringsplicht. Uitbreidingen van de kring der verzekerden op grond van KB 746 zijn: Nederlandse ambtenaren en hun gezinsleden in het buitenland; Aart is ambtenaar op de Nederlandse ambassade in China. Op grond van KB 746 is hij verplicht om een basisverzekering te hebben. Nederlanders, in dienst van een publiekrechtelijke rechtspersoon en hun gezinsleden in het buitenland; Sem is in dienst van de provincie Zeeland. Hij gaat voor de provincie in h et buitenland wonen en werken aan een waterbouwproject. Hij is verplicht om een basisverzekering te hebben. rijdend, vliegend of varend personeel in het buitenland, in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever; Paul werkt voor RijTransport, een in Nederland gevestigde werkgever. Paul rijdt met zijn vrachtwagen van Spanje naar Zweden en terug. Hij woont in Zuid-Frankrijk. Paul is verplicht om een basisverzekering te hebben. de aan boord wonende gezinsleden van Nederlands varend personeel; Bert is schipper en is verzekeringsplichtig. Zijn vrouw Johanna en dochter Sophie wonen aan boord. Johanna en Sophie zijn ook verzekeringsplichtig. 220151/Addendum WFt Schade particulier 14

personen die arbeid in Nederland slechts tijdelijk onderbreken; Kurt woont in Duitsland en werkt in Nederland. Hij verandert van baan in Nederland. Tussen zijn oude en nieuwe baan is Kurt twee maanden werkloos. In die twee maanden bl ijft Kurt verzekeringsplichtig. tijdelijk buiten Nederland studerenden en verpleegden; Leonie is 24 jaar. Ze is Nederlandse en studeert een jaar in Duitsland. Ze werkt niet naast haar studie. Op grond van KB 746 is zij verplicht om een basisverzekering te hebben. niet in Nederland wonende zelfstandigen die in Nederland werken en winst genieten; Steven heeft een eigen bedrijf in Nederland. Hij woont in België. Steven is verzekeringsplichtig. vreemdelingen met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel; Indira komt uit Iran. Ze heeft asiel aangevraagd in Nederland. Ze heeft van de IND een verblijfsvergunning asiel gekregen voor vijf jaar. Indira is nu verzekeringsplichtig. vreemdelingen in Nederland wonend, in afwachting van een besluit op een aanvraag om voortgezette toelating. Indira komt uit Iran. Ze had van de IND een verblijfsvergunning asiel gekregen voor vijf jaar. Deze is inmiddels verlopen. Indira wacht nog op een besluit op haar aanvraag om de verblijfsvergunning te verlengen. Indira blijft in deze periode verzekeringsplichtig. Een vreemdeling is geen Nederlander, of zoals de Vreemdelingenwet 2000 (VW 2000) het definieert: ieder die de Nederlandse nationaliteit niet bezit en niet op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld (artikel 1 VW 2000). Een student blijft alleen verzekerd voor de AWBZ als de student jonger is dan 30 jaar en uitsluitend wegens studieredenen niet meer in Nederland woont. Dat wil zeggen dat de uitbreiding niet geldt als de student naast de studie betaald werk heeft. De beperkingen van de kring der verzekerden op grond van KB 746 zijn: mensen die wonen in Nederland en werken buiten Nederland; personeelsleden van ambassades en consulaten in Nederland en hun gezinsleden; personeelsleden in dienst van volkenrechtelijke organisaties en hun gezinsleden; overheidspersoneel verbonden aan de Nederlandse Antillen en Aruba; buitenlandse ambtenaren; rijdend, vliegend of varend personeel van een buiten Nederland gevestigde werkgever, in Nederland wonend; 220151/Addendum WFt Schade particulier 15

tijdelijk in Nederland werkzaam personeel van een buitenlandse instelling zonder winstoogmerk; musici, artiesten en sporters die niet in Nederland wonen; tijdelijk in Nederland studerenden; vreemdelingen, rechtmatig verblijf houdend in Nederland, die werken zonder tewerkstellingsvergunning terwijl dit wel vereist is. Ook hier geldt dat studenten jonger moeten zijn dan 30 jaar en uitsluitend wegens studieredenen in Nederland moeten wonen. Een buitenlandse student die in Nederland woont en naast de studie betaald werk verricht, is verplicht om een basisverzekering af te sluiten. Angela woont in Nederland en werkt in België. KB 746 bepaalt dat zij geen basisverzekering kan afsluiten. Michael komt uit Denemarken. Hij is langere tijd in Nederland om op te treden met een rondreizend circus. KB 746 bepaalt dat hij geen basisverzekering kan afsluiten. John komt uit de Verenigde Staten. Hij is 22 jaar. Hij studeert een jaar in Nederland. Hij werkt niet naast zijn studie. KB 746 bepaalt dat hij geen basisverzekering kan afsluiten. 1.7.4.4 Uitzonderingen In de Zvw staat dat die iedereen die ingevolge de Wlz van rechtswege verzekerd is, verplicht is om een basisverzekering te sluiten. Maar er zijn twee uitzonderingen: militairen en gemoedsbezwaarden. Daarnaast is er met de basisverzekering van gedetineerden iets bijzonders aan de hand. Militairen Het ministerie van Defensie is verantwoordelijk voor de geneeskundige verzorging van al het actief dienend militair personeel. Militairen in actieve dienst kunnen terecht bij de arts op de kazerne, op de vliegbasis of op het schip. Eventueel kan een militair door de arts worden doorverwezen naar het Centraal Militair Hospitaal (CMH) in Utrecht. Het CMH werkt nauw samen met het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Om te voorkomen dat militairen betalen voor een verzekering waar ze geen gebruik van kunnen maken, zijn zij uitgezonderd van de verzekeringsplicht. Gemoedsbezwaarden Mensen die bezwaren hebben tegen het principe van verzekeren vanwege hun levensovertuiging kunnen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) erkenning als gemoedsbezwaarde aanvragen. Zo kunnen ze zich laten uitsluiten van de kring der verzekerden van de Wlz en de Zvw. Zij betalen dan in plaats van premie een premievervangende belasting. Deze belasting wordt per gezin afzonderlijk geadministreerd bij het Zorginstituut. Gemoedsbezwaarden kunnen slechts een beroep doen op vergoeding van zorg voor zover hun eigen spaartegoed van premievervangende belasting reikt. 220151/Addendum WFt Schade particulier 16

Gedetineerden De minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor zorg aan gedetineerden. Als iemand in de gevangenis zit in het kader van de uitvoering van een rechterlijke uitspraak (dus niet een arrestant in een politiecel) dan worden de rechten en plichten van de Zvw opgeschort. Dit wil zeggen dat er geen premie is verschuldigd en dat er door de zorgverzekeraar geen zorgkosten worden vergoed. Dit is ook niet nodig, omdat alle noodzakelijk geneeskundige zorg wordt verzorgd door het ministerie van Veiligheid en Justitie. De gedetineerde of zijn verzekeringnemer is verplicht om aan de zorgverzekeraar te melden wanneer de periode van detentie begint en eindigt. 1.7.4.5 De Sociale Verzekeringsbank (SVB) Het kan in individuele gevallen best ingewikkeld zijn om vast te stellen of iemand nu verplicht is om een basisverzekering af te sluiten of niet. De Sociale Verzekeringsbank stelt op aanvraag vast of iemand van rechtswege verzekerd is op grond van de Wlz. Als er over de verzekeringsplicht onduidelijkheid is of er is een verschil van mening met een zo rgverzekeraar, dan kan de SVB vaststellen of iemand voldoet aan de voorwaarden voor de Wlz. 1.7.4.6 Verdragsgerechtigden Nederland is een lidstaat van de Europese Unie (EU). De EU schrijft lidstaten niet voor hoe ze hun sociale zekerheidsstelsel en hun zorgstelsel moeten inrichten. Elke lidstaat is daarin vrij. De EU is een lappendeken van verschillende stelsels. De EU probeert echter de sociale zekerheidsstelsels van haar lidstaten wel op elkaar af te stemmen, te coördineren. Bij het coördineren van stelsels van verschillende landen staan de vier vrijheden van de Europese Unie centraal: vrij verkeer van personen; vrij verkeer van goederen; vrij verkeer van diensten; vrij verkeer van kapitaal. Dit betekent dat het niet moet uitmaken waar iemand binnen de EU woont of werkt. In de praktijk zijn er twee situaties die met name voorkomen moeten worden: het mag niet zo zijn dat iemand verplicht aan twee lidstaten, dus dubbel, premies moet betalen; het mag niet zo zijn dat iemand in de EU woont en werkt, maar onder het st elsel van geen enkele lidstaat valt. Het moet voor iemand die in Nederland woont net zo eenvoudig of ingewikkeld zijn om in Duitsland te werken als voor iemand die in Duitsland woont. Er mogen geen extra eisen of kosten zijn puur omdat iemand in een andere lidstaat woont. Omgekeerd moet het voor iemand die in Duitsland woont net zo makkelijk of moeilijk zijn om in Nederland te werken als voor iemand die in Nederland woont. Dit wil niet zeggen dat er geen verschillen mogen zijn tussen lidstaten. Iemand die i n Nederland woont en in Duitsland werkt, moet als werknemer dezelfde rechten hebben als iemand die in Duitsland woont en in Duitsland werkt. Dat wil niet zeggen dat iemand die in Duitsland werkt dezelfde rechten moet hebben als iemand die in Nederland werkt. 220151/Addendum WFt Schade particulier 17

Fred komt uit Nederland. Hij wil in Kroatië (een EU-lidstaat) gaan wonen en werken. Fred moet veel regelen. De EU vindt dat het voor Fred net zo makkelijk (of moeilijk) moet zijn om in Kroatië te wonen en te werken als het is voor Goran, die in Kroatië geboren is. Als Goran in Nederland zou willen komen wonen en werken, dan moet dat voor hem net zo makkelijk (of moeilijk) zijn als voor Fred. Let op: dit wil geenszins zeggen dat de rechten en plichten van ingezetenen en werknemers in Nederland en Kroatië hetzelfde zijn. De coördinatie van sociale zekerheidsstelsels binnen de EU is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 883/2004 en zijn voorganger Verordening (EEG) nr. 1408/71. Europese verordeningen zijn bindend en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Tot op zekere hoogte voorziet de Nederlandse wetgeving al in de behoefte om stelsels te coördineren met KB 746, maar niet volledig. Europese verordeningen spelen vooral een rol bij grensarbeiders en bij tijdelijk verblijf. Grensarbeiders Iemand die in België woont en in Nederland werkt, is een voorbeeld van een grensarbeider. Deze grensarbeider is een niet-ingezetene die in Nederland loonbelasting afdraagt en is verplicht om in Nederland een basisverzekering af te sluiten. Maar de EU stelt dat het niet uit moet maken waar iemand woont of werkt. Het mag niet zo zijn dat iemand die in België woont en in Nederland werkt recht heeft op minder voorzieningen dan iemand die in België woont en in België werkt. Naast de Nederlandse basisverzekering heeft deze grensarbeider dan ook recht op een zogenaamd woonlandpakket. Het woonlandpakket biedt exact dezelfde voorzieningen die iemand zou krijgen die in België woont en werkt. Het verschil is dat Nederland de kosten ervoor betaalt, omdat in Nederland belasting en premies worden afgedragen. De grensarbeider kan dus twee verzekeringen hebben. De uitkeringen uit beide verzekeringen worden uiteindelijk door het werkland betaald. Kamiel woont in Brugge (BE) en werkt in Breskens (NL). Kamiel is een niet-ingezetene die in Nederland loonbelasting afdraagt. Hij is verplicht om een basisverzekering af te sluiten. Op grond van Europese regels heeft Kamiel ook recht op een woonlandpakket. Grensarbeid kan ook andersom plaatsvinden. Iemand die in Nederland w oont en in België werkt, is ook een grensarbeider. Deze grensarbeider heeft geen recht op een basisverzekering. Hij is Nederlands ingezetene, maar mensen die in Nederland wonen en werken buiten Nederland zijn uitgezonderd op grond van artikel 12 KB 746. Deze grensarbeider wordt geacht zich in België te verzekeren. Het mag echter niet zo zijn dat deze grensarbeider recht heeft op minder voorzieningen dan zijn of haar buurman, die in Nederland woont en werkt. Daarom is het voor deze grensarbeider mogelijk een woonlandpakket aan te vragen. Het Nederlandse woonlandpakket biedt exact de dekking die de Wlz en Zvw samen bieden. Het verschil is dat België uiteindelijk de kosten ervoor betaalt, omdat in België belasting en premies worden afgedragen. Het Nederlandse woonlandpakket wordt geadministreerd door zorgverzekeraar CZ. Zij voeren deze taak uit namens de overheid. Hoewel de dekking van het woonlandpakket hetzelfde is als de basisverzekering, is het juridisch geen basisverzekering. Daar heeft deze grensarbeider immers geen recht op. 220151/Addendum WFt Schade particulier 18

Sofie woont in Breskens (NL) en werkt in Brugge (BE). Sofie is Nederlands ingezetene, maar werkt buiten Nederland. Op grond van KB 746 is zij uitgesloten van de kring der verzekerden. Sofie verzekert zich in België. Op grond van Europese regels heeft zij ook recht op een woonlandpakket. Zij kan een woonlandpakket aanvragen bij zorgverzekeraar CZ. Het aanvragen van een woonlandpakket gaat met een formulier (E)106 of een document S1. Dit formulier of document kan worden aangevraagd bij de verzekeraar in het werkland. Met het formulier toont de grensarbeider in het woonland aan dat er recht is op een verzekering ten laste van het werkland. Gezinsleden van grensarbeiders In Nederland beoordelen we de verzekeringsplicht individueel. Van elk individu beoordelen we of het een ingezetene is en of de persoon misschien werkt buiten Nederland. Ook de verzekeringsplicht van kinderen beoordelen we individueel. In ons tweede voorbeeld zagen we Sofie die in Nederland woont en in België werk t. Nu wonen haar drie kinderen in Nederland. Zij werken niet, ze gaan nog naar school. Voor hen kan geen basisverzekering worden gesloten. Zij komen in aanmerking voor een woonlandpakket. In andere landen kan het zijn dat de deelname aan het zorg- en sociale zekerheidsstelsel niet individueel wordt beoordeeld, maar per gezin, door bijvoorbeeld gezinsleden dezelfde rechten en plichten te geven als de voornaamste kostwinner. Het is dan ook denkbaar dat kinderen van grensarbeiders die in Nederland werken onverzekerd raken. Ze hebben geen recht op een Nederlandse basisverzekering, want zij wonen of werken niet in Nederland. Het kan zijn dat ze geen recht hebben op voorzieningen in hun woonland, omdat de kostwinner dat ook niet heeft. Voor deze gezinsleden kan ook een woonlandpakket worden aangevraagd. Ze krijgen de voorzieningen van het woonland die worden betaald in en door het werkland van de kostwinner. Josje is elf jaar, zij woont in Duitsland. Haar moeder werkt in Nederland. Josje heeft geen recht op een Nederlandse basisverzekering, ze woont of werkt niet in Nederland. Josje heeft geen recht op Duitse voorzieningen, omdat haar moeder in Nederland werkt. Josjes moeder kan voor Josje in Duitsland een Duits woonlandpakket aanvragen. Duitsland brengt d e kosten voor dit pakket in rekening bij Nederland. Tijdelijk verblijf Dat alle Europeanen in dezelfde lidstaat dezelfde rechten moeten hebben, geldt niet alleen voor wonen en werken, maar ook voor tijdelijk verblijf. Onder tijdelijk verblijf verstaan we b ijvoorbeeld vakantie of werkbezoek. Gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden in het buitenland Binnen de EU zijn afspraken gemaakt over gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden. Het zou een financieel probleem voor lidstaten zijn wanneer mensen hun werkzame leven in de ene lidstaat werken en hier belasting en premies afdragen en zich als gepensioneerde of uitkeringsgerechtigde vestigen in een andere lidstaat en daar veel gebruik maken van zorg en voorzieningen. 220151/Addendum WFt Schade particulier 19

Zwart-wit gezegd krijgt de ene lidstaat dan de inkomsten en de andere lidstaat de kosten. Er is dan ook afgesproken dat gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden in het buitenland een woonlandpakket kunnen krijgen ten laste van het land waar zij gewerkt hebben. Nederland brengt hiervoor wel kosten in rekening. Deze kosten staan in verhouding tot het niveau van zorg in het woonland. Deze verhouding heet de woonlandfactor. Anton is met pensioen, hij heeft altijd in Nederland gewerkt. Nu woont hij in Spanje. Anton heeft een Spaans woonlandpakket. De woonlandfactor voor Spanje in 2014 bedraagt 0,4059. Anton betaalt voor zijn woonlandpakket ongeveer 40% van wat hij in Nederland voor een basisverzekering zou betalen. Hij betaalt deze bijdrage in Nederland aan het Zorginstituut. Achtergebleven gezinsleden Op dezelfde manier als gezinsleden van grensarbeiders onverzekerd kunnen raken wanneer lidstaten aan gezinsleden dezelfde rechten en plichten toekennen als aan de kostwinner, kunnen ook achtergebleven gezinsleden onverzekerd raken. Ook zij kunnen een woonlandpakket aanvragen. Een woonlandpakket voor achtergebleven gezinsleden kan worden aangevraagd met een formul ier (E)109 of een document S1. Maurice woont en werkt in Nederland. Zijn vrouw Françoise woont met twee schoolgaande kinde ren in Frankrijk. Françoise en de kinderen hebben geen eigen inkomen. Françoise en de kinderen kunnen in Frankrijk een woonlandpakket aanvragen ten laste van Nederland. Let op: ook voor Maurice geldt dat hij in Frankrijk een woonlandpakket kan aanvragen. Gedetacheerden De Nederlandse werkgever van mensen die in het buitenland worden gedetacheerd, kan een detacheringsverklaring aanvragen bij de SVB. Vanuit Nederland gedetacheerden met een detacheringsverklaring houden recht op hun basisverzekering. Het uitgangspunt is dat iemand verzekerd is in het land waar hij woont en werkt. In geval van detachering kan daar maximaal 24 maanden uitstel op worden verleend, waardoor de gedetacheerde recht houdt op de basis-verzekering. Omgekeerd zijn in Nederland gedetacheerden niet verzekeringsplichtig. Als de werkzaamheden uitlopen, dan is het mogelijk om de detacheringsverklaring te verlengen tot maximaal vijf jaar. Verdragslanden Nederland heeft met een aantal verdragslanden buiten de EU/EER afspraken gemaakt zodat mense n, afhankelijk van hun persoonlijke situatie, voor rekening van Nederland aanspraak kunnen maken op medische zorg in dat land. Verdragslanden buiten de EU/EER zijn bijvoorbeeld Turkije, Marokko en Australië. 220151/Addendum WFt Schade particulier 20