Samenvatting Ontwikkelingen en Trends Lelystad d.d. 5 september 2013 Deze voorliggende samenvatting geeft een korte schets van de ontwikkelingen in Lelystad en de maatschappelijke trends in de samenleving zoals verwoord in de volgende twee rapporten: Zicht op Lelystad, trendrapport 2013 van team Onderzoek & Statistiek, gemeente Lelystad (augustus 2013); de landelijke trendstudie van Platform 31 Steden in onzekere en turbulente tijden, trends, ontwikkelingen en uitdagingen 2014 e.v (juni 2013). Voor de samenvatting is aangesloten bij de thema s zoals die ook in het rapport Zicht op Lelystad worden gehanteerd. Voor bovenstaande rapporten zijn de meest recent beschikbare statistische - en onderzoeksgegevens gebruikt (veelal uit 2012). De ontwikkelingen in de samenleving gaan echter snel. De wereld is volop in beweging en aan het veranderen. Nieuwe inzichten komen tot ons en plaatsen mogelijk de onderstaande ontwikkelingen in een nieuw daglicht. Algemeen De lage economische groei van de afgelopen jaren duidt volgens Platform 31 op een trendbreuk met de hoge groeicijfers van de Nederlandse economie van vóór de economische crisis. Op de langere termijn is veel onzeker en zijn voorzichtige schattingen over groei raadzaam. De rijksbezuinigingen om de staatsschuld terug te dringen hebben direct gevolgen voor de gemeentelijke inkomsten en de samenleving. De gemeente staat voor een enorme opgave: minder rijksgeld en teruglopende gemeentelijke inkomsten gaan samen met een verzwaring van taken in het kader van het rijksdecentralisatiebeleid (met name de decentralisaties m.b.t. AWBZ, Jeugdzorg en Partcipatiewet). Lelystad maakt in toenemende mate deel uit van het daily urban systeem van de Metropool Regio Amsterdam (MRA). De ruimtelijke economische ontwikkeling van de stad wordt steeds meer op een regionaal schaalniveau bekeken, samen met Almere, in het kader van de MRA en in de toekomst mogelijk ook met Zwolle en de regio Utrecht. De laatste jaren is de samenwerking intensiever waarbij de welvaart en het welzijn van de bewoners van Lelystad centraal blijft staan. Bevolkingsontwikkelingen (1 januari 2013: 75.787 inwoners) De laatste 10 jaar is de stad met ruim 7.000 inwoners gegroeid. Volgens de huidige bevolkingsprognoses die een geleidelijke stijging van de woningbouwproductie veronderstelt van 130 in 2012 naar 400 in 2020 - telt Lelystad begin 2020 77.900 inwoners. De laatste jaren is de bevolkingsgroei hoofdzakelijk een gevolg van een geboorteoverschot oftewel een groei door natuurlijke aanwas. Vanaf 2005 is er geen sprake meer van een vestigingsoverschot. De huidige leeftijdsopbouw van Lelystad is evenwichtiger geworden in vergelijking met begin jaren 1980. Begin 2013 was 20% van de bevolking jonger dan 15 jaar, 13% ouder dan 65 en 67% tussen de 15 64 jaar (potentiële beroepsbevolking). In de toekomst krijgt Lelystad echter te maken met een snel vergrijzende bevolking, een langzame ontgroening (een afnemend aantal jongeren) en een op korte termijn dalende 'productieve' leeftijdsgroep (20 65 jaar). De groep 65 tot 75 jaar zal in de komende 10 jaar met 38% groeien, van 6.760 personen in 2013 naar circa 9.350 personen in 2022. De omvang van het aantal 75-plussers is in dezelfde periode kleiner, maar zal toch met 69% groeien, van 3.310 naar 5.610 personen. Na 2021 stopt de groei van de groep 65 t/m 74 jaar, terwijl de leeftijdsgroep 75+ jaarlijks nog flink zal blijven toenemen. Door de toename van het aantal 75-plussers zal de zorgvraag toenemen. 1
Het aantal eenpersoonshuishoudens zal de komende jaren in Lelystad sterk groeien, met name door de groei van alleenstaande senioren. Het gaat om ouderen die alleen achter blijven en zelfstandig in hun woning (willen) blijven wonen. Belangrijke vestigingsmotieven voor Lelystad zijn: relationeel (20%), ligging t.o.v. werk (18%) (centrale ligging), het suburbane karakter, woning (39%) en woonomgeving (12%) en de gunstige prijs- kwaliteit verhouding (qua woning en voorzieningen). Een grote groep instromers zijn de zogenaamde sociale stijgers vanuit de MRA (met name Amsterdam en Almere) (en onder hen veel niet-westerse allochtonen). Ook zien wij vanuit met name de provincies Flevoland, Noord-Holland, Gelderland en Overijssel vestigers naar Lelystad komen. Bovendien is er sprake van immigratie vanuit het buitenland (o.a. vanuit de MOElanden (Midden en OostEuropa), in het bijzonder Polen, Bulgarije, Turkije en Hongarije). Economische ontwikkelingen (in 2012 29.600 voltijds arbeidsplaatsen) Vanaf 2000 is de werkgelegenheid in Lelystad sneller gegroeid dan de beroepsbevolking. Sinds 2008 groeit het aantal banen meer dan elders in Flevoland, de MRA of gemiddeld in Nederland. Voor een belangrijk deel heeft deze banengroei plaats gevonden in de sectoren onderwijs, zorg en handel. Ondertussen bevindt circa 40% van de werkgelegenheid zich in de publieke sector, waaronder veel banen in de zorg- en overheidssectoren. Deze sterke afhankelijkheid van de publieke dienstverlening maakt de economie van de stad nog steeds kwetsbaar. De economische crisis eist vanaf 2009 zijn tol. Niet alleen in de bouwsector maar vooral ook in de zakelijke dienstverlening daalt de werkgelegenheid. Het aantal eenmansbedrijven (ZZP ers) is sterk toegenomen (tot 55% van het totaal aantal bedrijven in 2012). Bij aanhoudende rijksbezuinigingen zal de krimp zich met name in de zorg- en overheidssectoren inzetten. Heel voorzichtig en geleidelijk zien wij Lelystad van een forenzenstad in de richting van een werkstad veranderen (meer banen dan beroepsbevolking). Ondertussen komen er dagelijks meer mensen voor betaald werk de stad in, dan er inwoners voor banen elders uit gaan. De uitgaande pendel is evenwichtiger verspreid over de Randstad en de rest van NL. De komende decennia zal de mobiliteit van en naar Lelystad verder toenemen, zowel over de weg (toename van de automobiliteit) als over het spoor (groei van het aantal reizigerskilometers). Volgens de trendstudie van Platform 31 zullen bij investerings- en vestigingsbeslissingen ondernemers zich nog meer dan in het verleden laten leiden door aspecten als de beschikbaarheid van een goed gekwalificeerde beroepsbevolking en beroepsonderwijsinfrastructuur. Het Stadshart ontwikkelt zich als de centrale winkel- en kantoorlocatie; de waardering en de werkgelegenheid zijn geleidelijk toegenomen. Sinds 2011 staat de levendigheid van het stadshart echter onder druk door oplopende leegstand (vooral door de snelle stijging van internetkopen). Vanaf 2008 neemt ook het aantal banen in de horeca en ook breder in de toeristischrecreatieve sector snel toe. Bataviastad zorgt voor een grote stroom van bezoekers aan de stad. Vooralsnog zien wij dat andere toeristische attracties langs de kust hier nog weinig van profiteren. Zelfredzaamheid Sinds het begin van deze eeuw heeft het opleidingsniveau van de volwassenen zich verbeterd. Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking komt al redelijk overeen met het gemiddelde opleidingsniveau in Nederland. Steeds meer volwassenen hebben een startkwalificatie. Met name het aandeel vrouwen met een startkwalificatie is fors gestegen. De werkloosheid onder de beroepsbevolking stijgt vanaf 2009 snel, van 8% in 2009 naar 12% in 2013. De stijging gaat het snelst onder jongere Lelystedelingen en onder allochtonen. Binnen de MRA arbeidsmarkt groeit het aantal banen voor laagopgeleiden. Onder de werklozen bevinden zich steeds meer MBO- en hoger opgeleiden. 2
Vanaf 2009 zien wij de groep inwoners toenemen, die zich moeilijk alleen (zonder steun vanuit de overheid) kan redden. Er is een snelle stijging te zien van het aantal Lelystedelingen dat afhankelijk is van een uitkering. Anno 2012 is 18% van de inwoners (landelijk 14%) afhankelijk van een bijstandsuitkering (WWB), een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO of Wajong) of een werkloosheidsuitkering (WW). Zorgwekkend is dat het aantal jongeren onder de Wajong ook snel toeneemt. Onder de nieuwe Participatiewet zal een belangrijk deel van deze groep (ruim 1.200 Lelystedelingen) onder de verantwoordelijkheid van de gemeente komen te vallen (voor hen is sprake van een zekere mate van arbeidscapaciteit). Ook zien wij een toename van het aandeel huishoudens met een laag inkomen. Tussen 2007 en 2010 is het aandeel huishoudens in de laagste 10% van de Nederlandse inkomens gestegen van 8,5% naar 10,6%. Tegelijkertijd is het aandeel in de hoogste 20% van de Nederlandse inkomens gedaald van 18,5% naar 17,4%. Steeds meer Lelystedelingen behoren tot arme huishoudens, steeds minder tot de welgestelden van het land. Onder de groep inwoners, die zich moeilijk alleen kan redden, is het aandeel dat de eigen gezondheid als matig of slecht ervaart sinds 2010 aanzienlijk gestegen. Ook is een grote groep aan het vereenzamen; 13% van de Lelystedelingen zijn (zeer) ernstig eenzaam; 9% van de senioren zijn zeer ernstig eenzaam. Er is qua inkomen een groot verschil tussen de wijken in de stad (ruimtelijke segregatie). Het hoogste aandeel werkzoekende werklozen en de huishoudens met de laagste inkomens wonen in de Zuiderzeewijk, op de voet gevolgd door Atolwijk en de Schepenwijk. Sociaal-culturele ontwikkelingen Het bereik van de doelgroep voor voor- en vroegschoolse educatie is gestegen; het aantal zwakke tot zeer zwakke basisscholen is afgenomen en het aantal voortijdig schoolverlaters is gedaald (van 5,2% in 2005/2006 naar 4,3% in 2011/2012). Op onderwijsgebied blijven de volgende thema s aandacht vragen: o de beheersing van de Nederlandse taal, vooral van kinderen die met een taalachterstand naar de basisschool gaan. o De onderwijsopbrengsten zijn relatief laag. De meeste geslaagden verlaten het voortgezet onderwijs met een VMBO-diploma (in 2012 65% tegen 54% landelijk). Ook is het aandeel VWO leerlingen nog altijd relatief klein vergeleken met Nederland. Het ROC Flevoland heeft relatief veel opleidingen op de laagste twee niveaus (39% t.o.v. het landelijk gemiddelde van 31 %). o Relatief veel leerlingen worden beschouwd als zorgleerlingen of overbelasten. Het ROC Flevoland noemt cijfers als 1/3 van haar leerlingen. o Het aantal voortijdig schoolverlaters is gedaald naar 4,3% in 2011/2012, maar ligt nog steeds hoger dan landelijk (3,7%). De beroepsbevolking in Lelystad en Almere heeft in meerderheid een middenniveau (diploma van: VWO, Havo, MBO niveau 2,3 of 4). Door de polarisering op de arbeidsmarkt ontstaat een knelpunt voor middelbaar opgeleiden. Bovendien zullen zij, zeker in een periode van economische malaise, lager geschoolden verdringen. Op sociaal-cultureel gebied nemen wij een groot aantal positieve ontwikkelingen waar, zoals het hoge percentage volwassen bewoners dat aan kunst doet (49%) en gebruik maakt van de bibliotheek (52%). Veel inwoners zijn lid van een vereniging (68%). Er is een stijgende tevredenheid over culturele voorzieningen (de waardering voor de culturele diversiteit in de stad is hoog). Het beoefenen van een sport (68%) en het doen van vrijwilligerswerk (45%) is over de afgelopen jaren gelijk gebleven. Wonen en Wijkontwikkelingen De woningvoorraad groeit gestaag. Begin 2013 heeft Lelystad ruim 31.600 woningen. Er is een flinke slag gemaakt in kwaliteit en verscheidenheid aan woningen en woonmilieus. De kwaliteit en verscheidenheid aan woningen en woonmilieus is toegenomen, o.a. door in de nieuwbouw minder rijtjeshuizen en meer keuze voor appartementen en vrijstaande woningen te bieden. Het oordeel van de inwoners over hun eigen woning en woningomgeving blijft hoog. 3
De waardering van de leefomgeving door de bewoners is over de hele linie gestegen (behalve in Waterwijk en Lelystad-Haven). De economische crisis raakt de woningmarkt hard. Ook Platform 31 constateert dat de afgelopen twee jaar minder huishoudens zijn verhuisd, terwijl meer huishoudens dan ooit aangeven te willen verhuizen. De doorstroming (vooral in de koopsector) is sterk afgenomen. Het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen heeft een dieptepunt bereikt (130 in 2012). Van de koopwoningen stond in 2012 4,3% leeg. De nieuwbouwleegstand ligt iets hoger (6% in 2011). Daarnaast is er sprake van een daling van de gemiddelde verkoopprijs van de bestaande woningen en WOZ-waarde. De interne verhuisbewegingen zijn afgenomen. In de woonwijken van de 70- en 80er jaren met een dominant aanwezige voorraad van eengezinswoningen bestaat een overschot van kwalitatief verouderde eengezinswoningen. De versnipperde eigendomsvormen (huur/koop) (gespikkeld woningbezit) en de geringe financiële draagkracht van veel eigenaarbewoners maken de particuliere woningverbetering complex. Op basis van de wijkmonitor kan geconcludeerd worden dat alle acht stadswijken sinds 2009 vooruitgang geboekt hebben. De verschillen tussen de wijken op de vier hoofdthema s: persoonlijke capaciteiten, leefomgeving, participatie en sociale binding zijn echter groot. Negatieve uitspringers zijn Zuiderzeewijk (op persoonlijke capaciteiten, leefomgeving en participatie), Schepenwijk (op persoonlijke capaciteiten en participatie), Atolwijk (op persoonlijke capaciteiten in mindere mate en leefomgeving), Boswijk (op leefomgeving en sociale binding) en Lelystad-Haven (sociale binding). Opvallend is dat alleen de bewoners in Zuiderzeewijk in hun wijk de laatste jaren vooruitgang beleven. Er zijn geen eenduidige ontwikkelingen te constateren als wij het aandeel inwoners bekijken dat vrijwilligerswerk verricht, mantelzorg verleent en/of zegt een actieve bijdrage aan de leefomgeving te leveren. In de ene wijk is vooruitgang geboekt; in de andere wijk juist achteruitgang. Veiligheid Vanaf 2000 is met uitzondering van het jaar 2008 - een continue daling waar te nemen van het aantal misdrijven. Het misdaadrisico ligt intussen onder het landelijk gemiddelde. Geweldsdelicten dalen sinds 2006 geleidelijk. De beleving van bewoners hierover komt overeen met landelijke schattingen. Ook het aantal vermogensdelicten is flink gedaald sinds 2000 met intussen risicopercentages onder landelijke gemiddelden. Inwoners beschouwen dergelijke misdrijven nog altijd als een belangrijk buurtprobleem. Het aantal vernielingen en andere verstoringen van de openbare orde is geleidelijk gedaald. Lelystad heeft ten aanzien van andere grote steden relatief veel 'verdachten' onder de bevolking, maar ook dat aandeel daalt sinds 2008. Onder jongeren is het aandeel veelplegers en harde kern nog altijd verontrustend. De invloed van de sociale media op de veiligheidsbeleving en het gebruik van sociale media bij de opsporing zullen volgens Platform 31 een steeds grotere rol in het veiligheidsbeleid gaan spelen. Het aantal verkeersongevallen en slachtoffers is in de 21 ste eeuw drastisch gedaald. Ook de inwoners ervaren dat het verkeer veiliger is geworden; het rapportcijfer is weer terug op het niveau van 2003 (6,8). Bestuur en burger In de trendstudie van Platform 31 wordt geconstateerd dat - in de steeds complexer wordende samenleving - van de gemeente verwacht wordt op verschillende speelvelden andere rollen te spelen. Er wordt een onderscheid gemaakt in drie verschillende rollen: een traditionele/trekkende rol, een regisserende rol en een participerende rol. Per thema of opgave kunnen deze verschillende rollen afgewogen, geconcretiseerd en geoperationaliseerd worden en een kapstok geven in de kerntakendiscussie. Op welk terrein moet de gemeente welke rol spelen? Bijvoorbeeld een trekkende, meer traditionele rol op het gebied van belastingen en verkeer, een regisserende rol voor projecten op het gebied van welzijn, zorg en werk en ten aanzien van veiligheid en een participerende rol in het kader van de leefwereld 4
van de inwoners en het verbeteren van de leefbaarheid op buurtniveau of in het kader van grote infrastructurele projecten, zoals de ontwikkeling van de luchthaven. En wat betekent dat voor de gemeentelijke organisatie? De tevredenheid over de gemeentelijke dienstverlening is door de jaren heen vrij stabiel. De digitalisering van de dienstverlening ontwikkelt zich voortvarend. Bijna tweederde van de contacten betreft een bezoek aan de gemeentelijke website. In Lelystad kennen wij een lagere politieke betrokkenheid, dan landelijk het geval is. Het opkomstpercentage bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen was 49% tegen landelijk 54%. 5