Taalconferentie Regels en ruimte Beoordelen we wat beoordeeld moet worden? Anne-Marie Speijers Corien Stevens Joanne van Emmerik
Construeren van toetstaken Sinds november 2011 beschikbaar: Voorbeeldtoetsen MBO-NL en formats voor toetstaken: Schrijven 2F en Schrijven 3F Spreken 2F en Spreken 3F Gesprekken 2F en Gesprekken 3F
Inhoud formats - Informatie voor de toetsleider - Informatie voor de kandidaat - Informatie voor de beoordelaar Bij Gesprekken voeren Instructie Gesprekspartner De informatie moet voor alle betrokkenen helder zijn en niet tegenstrijdig. Kom kijken in: Cito-stand
Onderdelen van een toetstaak Beschrijving van de situatie Kader moet helder zijn Opdracht Helder en eenduidig. Mag niet tot verwarring, dus ongevraagd gedrag/uiting leiden Beoordeling Inhoudelijke kenmerken, puntsgewijs Taalspecifieke kenmerken (Referentiekader)
De opdracht: Teken een olifant
Knelpunten bij opdracht De opdracht is te eenvoudig niet compleet overgestructureerd onvoldoende uitdagend onduidelijk Leidt niet tot een taaluiting op het juiste niveau Dilemma voor beoordelaar
Opdracht 1 Maak tweetallen Bekijk de niveaukenmerken van een schrijftaak of een gesprekstaak Vul de ontbrekende beschrijvingen in van schrijftaak of gesprekstaak Maak hierbij gebruik van het referentiekader
Kenmerken van 2F en 3F: Schrijven 2F Onderwerp eenvoudig Gebruik de bronnen bij de taak. Maak gebruik van de lay-out bij de toetsopdracht. Maak een goede opbouw van het verslag met een duidelijk begin-, midden- en slotdeel. 3F Onderwerp complex Zoek en selecteer bronnen die bij de opdracht passen. Ontwerp zelf een bij doel en publiek passende lay-out. Maak een duidelijke opbouw in het verslag, gebruik juiste alinea indeling met kopjes en marges. Maak duidelijk waarom het verslag geschreven wordt. Stel eisen aan verzorgd (niet geheel foutloos) taalgebruik. Maak gedachtelijn duidelijk en zorg voor heldere verbanden. Stel eisen aan variatie en doeltreffendheid in woordgebruik, juiste verwijswoorden en correctheid van spelling, interpunctie en grammatica.
Kenmerken van 2F en 3F: gesprekken voeren 2F Informele of semi-informele situatie Eenvoudig onderwerp met één probleem /dilemma Opdracht om eigen mening te verwoorden en daarbij een of twee argumenten te geven Opdracht om (2) meningen met elkaar te vergelijken en daaruit een conclusie te trekken Eisen aan duidelijk taalgebruik 3F Formele (onbekende situatie) Complex onderwerp met meerdere dilemma s (hoger abstractieniveau) Opdracht om eigen mening te verwoorden en te onderbouwen, tevens te reageren op meningen van anderen en daarop te anticiperen. (sturend vermogen) Opdracht om anderen te overtuigen van eigen standpunt Eisen aan vloeiendheid, variatie en uitdrukkingsgemak
Opdracht 2 Ontwikkel een toetstaak voor 2F en 3F
Opdracht 2: Ontwikkel een toetstaak Situatie: Op je werk wordt een nieuwe werkwijze aangekondigd. De nieuwe aanpak heeft veel consequenties voor jou en je collega s. Je wilt deze consequenties bespreken in het eerst komende overleg met je leidinggevende. Opdracht: Lees de informatie over de nieuwe werkwijze en bereid jouw aandeel in het afdelingsoverleg voor. Inhoudskenmerken: Vertelt wat de bezwaren zijn Stelt vragen over invoeringsplannen
Opdracht 2 Vorm zes groepjes: Werk adhv de input een toetsopdracht uit voor 2F of 3F Gebruik het uitgedeelde format voor GE Gebruik hierbij het Referentiekader Taal (bijlage wordt uitgedeeld) Bewerk de opdracht en zorg dat hij: compleet is en het juiste taalniveau uitlokt
Feedback aan elkaar Bekijk de toetsopdracht van een ander groepje. Geef feedback: Is de taak compleet? Past de taak bij het te toetsen niveau?
..en morgen bij het koffieapparaat.vertel ik aan mijn collega s dat goede constructie vraagt om.. Succes
Vragen? Anne-Marie Speijers Anne-marie.speijers@cito.nl / 026 352 14 59 Corien Stevens Corien.stevens@cito.nl / 026 352 15 18 Joanne van Emmerik Joanne.vanemmerik@cito.nl / 026 352 10 80