Hoofdstuk 2. Aanwijzing van meldingsplichtige handelingen met toepassing van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Vergelijkbare documenten
BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

Melding van handelingen in of aan gebouwen met toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke Ordening en Zorgwonen. Maandag 12 december 2016 Roland Nackaerts

ruimtelijke ordening en zorgwonen Dinsdag 9 mei 2017 Roland Nackaerts

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGSPLICHT

Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

VOORBEELDDOSSIER. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Bouwen van een carport

VOORBEELDDOSSIER. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Bouwen van een garage

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING

VR DOC.1080/2BIS

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

VR DOC.0637/2BIS

Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

meldings- en vergunningsplicht

Zorgwonen Deze informatiebrochure maakt u wegwijs in het zorgwonen.

1. Vergunningsplicht. 2. Vergunningsaanvraag: - procedure - indiening. 3. Vergunbaarheid

TOELICHTING BIJ HET INVULLEN VAN DE MELDING VAN STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN OF DE EXPLOITATIE VAN EEN INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING, MELDING EN VRIJSTELLING

stedenbouwkundige vergunning, melding en vrijstelling

Meldingsplicht en vrijstellingen van stedenbouwkundige vergunning

Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan.

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

Verslag van de omgevingsambtenaar

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING, MELDING EN VRIJSTELLING

Provinciaal RUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen deel 2 gemeente Rotselaar

zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

Wijzigen van het aantal woongelegenheden

ART. 7 OVERDRUK ZONEVREEMDE WONINGEN AANSLUITEND OP GEREALISEERD WOONLINT B Categorisering van gebiedsaanduiding 4: landbouw

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Huisvestingsgids Vlaams Brabant / versie februari Voor u ligt een geactualiseerde versie van de Huisvestingsgids Vlaams-Brabant.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

ZORGEN. voor een. THUIS regelgeving over zorgwonen in GENT

Verslag van de omgevingsambtenaar

Huisvestingsgids Vlaams Brabant / versie februari Voor u ligt een geactualiseerde versie van de Huisvestingsgids Vlaams-Brabant.

stedenbouwkundige voorschriften

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES. (meer info vindt u op

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

Regelgeving over zorgwonen in GENT

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

MOBIEL ZORGWONEN EN RUIMTELIJKE ORDENING

Hoofdstuk 1: Definities

meldings- en vergunningsplicht

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 december 2014

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening parkeerplaatsen buiten openbare weg (versie 2)

besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is

college van burgemeester en schepenen Zitting van 4 oktober 2013

Stedenbouwkundige verordening. inzake oppervlaktenormen voor meergezinswoningen. Vrijheid 29 B-2370 Arendonk

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

De verduidelijking in de rechterkolom behoort niet tot de vastgestelde verordening en heeft als dusdanig geen rechtskracht

Uittreksel uit het vergunningenregister

VR DOC.0003/2

Wat betekent eraan palen/die palen aan?

Een eigen thuis in een gedeeld huis

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Verslag van de omgevingsambtenaar

3. Soepele meldingsprocedure vervangt de vergunningsaanvraag soms...3

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

Workshop kwaliteitsvolle woningopsplitsing en zorgwonen 13/03/2017

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

Stedenbouwkundige voorschriften. Artikel 1: Zone voor hoofdgebouwen

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

college van burgemeester en schepenen Zitting van 6 februari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011

Stedenbouwkundige verordening. Gemeente Knesselare

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 september 2016

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voor inplanting van gebouwen (Vastgesteld door de gemeenteraad dd. 20/02/2017)

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

Verslag van de omgevingsambtenaar

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

Bestaand regionaal bedrijf

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

Transcriptie:

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Gewijzigd 15-07-2016. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 achtergevel: gevel die geen voorgevel of zijgevel is; 2 achtertuin: tuingedeelte van het goed dat geen voortuin of zijtuin is; 3 het goed: het kadastrale perceel of de kadastrale percelen waarop de handelingen betrekking hebben, of, voor de percelen zonder kadastraal nummer, de grond of de gronden waarop de handelingen betrekking hebben; 4 industriegebied in de ruime zin: elk gebied, bestemd voor industrie en ambacht, ook als het onderworpen is aan bijzondere voorwaarden; 5 voorgevel: elke gevel gericht op de voorliggende weg, met uitzondering van garagewegen of voetwegen; 6 voorgevellijn: de lijn die gevormd wordt door de voorgevel of voorgevels door te trekken tot op de zijgrenzen van het goed; 7 voortuin: gedeelte van het goed dat voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw ligt; 8 zijgevel: gevel aan de zijkant van het hoofdgebouw; 9 zijtuin: gedeelte van het goed dat ter hoogte van een zijgevel gelegen is. 10 achteruitbouwstrook: tussen de rooilijn en de bouwlijn gelegen deel van het terrein. AANDACHT! Een melding kan pas indien voldaan is aan de vermelde voorwaarden, zoals afstand tot de perceelgrens, oppervlakte, hoogte, aantal woongelegenheden, Art. 2, 3 en 4 enkel van toepassing binnen woongebied in de ruime zin, in principe dus steeds binnen de 50 m zone vanaf de voorliggende weg. Hoofdstuk 2. Aanwijzing van meldingsplichtige handelingen met toepassing van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Art. 2. Voor handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden binnen in hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen: geheel of gedeeltelijk herbouwen of vervangen van dragende binnenmuren, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is: 1 er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd; 2 het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd. Art. 3. Voor handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden aan zijgevels, achtergevels en daken van hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen: geheel of gedeeltelijk herbouwen of vervangen van buitenmuren, zelfs met recuperatie van de bestaande stenen, vervangen van het dakgebinte of dragende balken van het dak, wijzigen van raam- en/of deuropeningen, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1 er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd; 2 het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd; 3 het fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd. AANDACHT! Voor het wijzigen van voorgevels en werken ter hoogte van de voortuin blijft de vergunningsplicht bestaan, met uitzondering van de relevante bepalingen in het besluit tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is. Voorwaarde voor de melding is dat het bouwvolume ongewijzigd blijft. Hiermee wordt niet het mathematische bouwvolume bedoeld, maar het werkelijke, fysisch aanwezige bouwvolume. Men kan dus geen gebouwonderdelen afbreken om elders bij te bouwen via de melding. Men kan ook geen nieuwe trappen of balkons of terrassen melden. Wat bijvoorbeeld wel kan is via een melding raam- en deuropeningen wijzigen die tevens de stabiliteit van het gebouw beïnvloeden. 1

Art. 4. Voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is. 1 er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd; 2 het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd; 3 de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen: afdak, bijkeuken, carport, garage, overdekt terras, veranda, bedraagt maximaal 40 vierkante meter; 4 de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen; 5 de hoogte is beperkt tot 4 meter. In afwijking van het eerste lid, 4, mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet. Voor de toepassing van dit artikel worden als bijgebouwen beschouwd: de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw. Art. 5. 1. Voor de plaatsing van constructies wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan al de volgende voorwaarden voldaan is: 1 het betreft geen gebouwen of verhardingen; 2 de constructies staan in functie van de bestaande industrie en bedrijvigheid; 3 de constructies worden opgericht binnen een straal van vijftig meter van een hoofdzakelijk vergund of vergund geacht gebouw of hoofdzakelijk vergund of vergund geachte verharding; 4 de constructies zijn niet hoger dan twintig meter; 5 de van vergunning vrijgestelde en gemelde constructies samen zijn niet groter dan 300 vierkante meter; 6 de constructies liggen op minstens: a) dertig meter van een woongebied in de ruime zin en van een ruimtelijk kwetsbaar gebied, niet zijnde parkgebied; b) vijf meter van alle perceelsgrenzen; 7 de bereikbaarheid voor hulpdienstvoertuigen met inbegrip van brandweerwagens mag niet verminderd worden. 2. Voor het aanleggen of uitbreiden van verhardingen wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan al de volgende voorwaarden voldaan is: 1 de verhardingen staan in functie van de bestaande industrie en bedrijvigheid; 2 voor de plaats waar de verhardingen worden aangelegd bestaat een bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan; 3 de verhardingen worden opgericht binnen een straal van vijftig meter van een hoofdzakelijk vergund of vergund geacht gebouw of hoofdzakelijk vergund of vergund geachte verharding; 4 de grondoppervlakte van de van vergunning vrijgestelde en gemelde verhardingen samen is niet groter dan 500 vierkante meter en maximaal 100 percent van de reeds vergunde grondoppervlakte van de verharding; 5 de verhardingen liggen op minstens: a) tien meter van een woongebied in de ruime zin en van een ruimtelijk kwetsbaar gebied, niet zijnde parkgebied; b) drie meter van alle perceelsgrenzen. 3. Voor het oprichten van gebouwen wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan al de volgende voorwaarden voldaan is: 1 het gebouw heeft de functie industrie en bedrijvigheid, staat in relatie tot de bestaande industrie en bedrijvigheid en betreft geen bedrijfswoning; 2

2 voor de plaats waar het gebouw wordt opgericht bestaat een bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan; 3 het gebouw ligt binnen een straal van vijftig meter van een hoofdzakelijk vergund of vergund geacht gebouw; 4 in het geval het gebouw aangebouwd wordt aan een bestaand, vergund geacht of vergund gebouw, blijven de voorwaarden met betrekking tot brandcompartimentering van toepassing; zoniet bedraagt de afstand tussen het gebouw en andere gebouwen minstens vijf meter; 5 de grondoppervlakte van de vergunningsvrije en gemelde gebouwen samen is niet groter dan 500 vierkante meter en maximaal 100 percent van de reeds vergunde grondoppervlakte van de gebouwen; 6 het gebouw ligt op minstens: a) dertig meter van een woongebied in de ruime zin en van een ruimtelijk kwetsbaar gebied, niet zijnde parkgebied; b) vijf meter van alle perceelsgrenzen; 7 het gebouw is niet hoger dan één bouwlaag en dan twintig meter; 8 de bereikbaarheid voor hulpdienstvoertuigen met inbegrip van brandweerwagens mag niet verminderd worden; 9 de brandbelasting van het gebouw bedraagt minder dan 350 MJ/m2. 4. De regeling, vermeld in de paragrafen 1, 2 en 3, geldt alleen als de handelingen voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1 ze liggen binnen de grenzen van de zeehavens van Oostende, Zeebrugge, Gent en Antwerpen, zoals afgebakend in een ruimtelijk uitvoeringsplan of bij gebrek daaraan, afgebakend conform artikel 3 van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens; 2 ze liggen niet voor de rooilijn; 3 ze gaan niet gepaard met een ontbossing; 4 ze zijn niet strijdig met stedenbouwkundige voorschriften. Art. 5/1. 1. Voor het opsplitsen van een woning of voor het wijzigen in een gebouw van het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, ongeacht of het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al dan niet gemeubileerde kamer, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan al de volgende voorwaarden voldaan is: 1 in een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd; 2 de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid; 3 de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt maximaal één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning; 4 de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van: a) hetzij asielzoekers en vluchtelingen die op grond van artikel 6, 1, vierde lid, en artikel 8, 1, van de wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen van 12 januari 2007 de opvang van Fedasil moeten verlaten; b) hetzij burgers wiens woning onbewoonbaar is geworden door onvoorziene omstandigheden; 5 de huisvesting is tijdelijk voor een totale duur van maximaal drie jaar per goed; 6 de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen. 2. Het beëindigen van het opsplitsen van een woning of het wijzigen in een gebouw van het aantal woongelegenheden, bedoeld in paragraaf 1, is eveneens meldingsplichtig. Art. 5/2. Voor het tijdelijk plaatsen van verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt en voor het tijdelijk plaatsen van verplaatsbare constructies die aan deze bewoning aanverwante functies herbergen, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: 1 de plaatsing gebeurt door of in opdracht van de overheid met het oog op het huisvesten van: a) hetzij asielzoekers en vluchtelingen die op grond van artikel 6, 1, vierde lid, en artikel 8, 1, van de wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen van 12 januari 2007 de opvang van Fedasil moeten verlaten; b) hetzij burgers wiens woning onbewoonbaar is geworden door onvoorziene omstandigheden; 2 de plaatsing is tijdelijk voor een totale duur van maximaal: a) drie jaar per goed als het goed bestemd is als militair domein of als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; b) twee jaar per goed in alle andere gevallen; 3

3 de verplaatsbare constructies hebben een gezamenlijke maximale oppervlakte van: a) 1000 vierkante meter per goed als het goed bestemd is als militair domein of als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; b) 500 vierkante meter per goed in alle andere gevallen; 4 de plaatsing gebeurt niet in ruimtelijk kwetsbaar, erosiegevoelig of effectief overstromingsgevoelig gebied; 5 de afstand tot de perceelsgrenzen bedraagt minimaal tien meter. Art. 6. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen die strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of verkavelingsvergunningen, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van stedenbouwkundige vergunningen, met behoud van de toepassing van de andere regelgeving die van toepassing is. De melding kan dus NIET gebruikt worden voor werken aan zonevreemde gebouwen, gelet op de strijdigheid met de voorschriften van het gewestplan. In de Vlaamse Codex RO is er daarvoor een aparte regelgeving uitgewerkt: Hoofdstuk IV, Afdeling 2. Basisrechten voor zonevreemde constructies, art. 4.4.10 en volgende. Voor deze werken blijft de vergunningsplicht gelden, waarbij de toetsing aan de basisrechten voor zonevreemde constructies door de vergunningverlener moet gebeuren. Voor handelingen die uitgevoerd worden voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook (zeer belangrijk langs de Grote Steenweg N3, Zoutleeuwse steenweg en Stationsstraat) kan GEEN gebruik gemaakt worden van de melding. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen, te verrichten op percelen waarop voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermde cultuurhistorische landschappen, in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische sites. Voor Zoutleeuw kan van het meldingsinstrument geen gebruik gemaakt worden voor werken aan gebouwen binnen de beschermde stadskern met diverse monumenten, de Bolwerken of citadel van Zoutleeuw, de OLV kerk van Bos, de Boswinning en onmiddellijke omgeving, de Sint-Odulphuskerk met pastorij en onmiddellijke omgeving in Booienhoven, het kasteel van Dormaal en onmiddellijke omgeving, de watermolen en onmiddellijke omgeving te Dormaal, de Sint-Martinuskerk met pastorij, kosterwoning en onmiddellijke omgeving te Dormaal, de Sint-Laurentiuskerk en onmiddellijke omgeving te Helen en uiteraard voor werken aan beschermde monumenten en voor werken aan gebouwen grenzend aan deze monumenten. Voor werken aan dergelijke gebouwen is immers steeds het advies van Ruimte & Onroerend Erfgoed vereist. Bovendien is er voor werken aan beschermde monumenten en voor werken aan gebouwen grenzend aan deze monumenten steeds een openbaar onderzoek noodzakelijk. Zie ook website www.zoutleeuw.be, rubriek bouwen en wonen, vergunningenbeleid, onroerend erfgoed. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen die uitgevoerd worden in een afgebakende oeverzone als vermeld in artikel 3, 2, 43, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen die uitgevoerd worden voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook. Hoofdstuk 3. Indienings- en betekeningswijze van de melding Art. 7. 1. De melding, vermeld in artikel 2, 3 en 4, wordt gedaan met het formulier, gevoegd als bijlage I bij dit besluit. De melding, bedoeld in artikel 5, wordt gedaan met het formulier, gevoegd als bijlage II bij dit besluit. De melding, bedoeld in artikel 5/1 en artikel 5/2, wordt gedaan met het formulier, gevoegd als bijlage III bij dit besluit. In afwijking van het eerste en het tweede lid, kan de melding ingediend worden via het omgevingsloket, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 houdende de digitalisering van het ruimtelijke vergunningenbeleid conform de bepalingen van het voormelde besluit. 4

2. Het dossier van de melding bevat één exemplaar van de stukken, voorgeschreven door het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, met uitzondering van het aanvraagformulier. Zorgwonen Vlaamse Codex RO Art. 4.2.4. 1. In zoverre de verwezenlijking van een ondergeschikte wooneenheid met het oog op de creatie van een vorm van zorgwonen vergunningsplichtig is, wordt deze vergunningsplicht van rechtswege omgezet in een meldingsplicht (Meldingsformulier inzake zorgwonen), op voorwaarde dat de ondergeschikte wooneenheid verwezenlijkt wordt binnen het bestaande bouwvolume van de woning. Het beëindigen van de zorgsituatie, vermeld in artikel 4.1.1, 18, d), is eveneens meldingsplichtig. 2. Indien een bestaande zorgwoning, na het beëindigen van de zorgsituatie, aangewend zal worden voor de huisvesting van meerdere gezinnen of alleenstaanden, is daartoe een voorafgaande stedenbouwkundige vergunning voor het opsplitsen van een woning vereist. Hoofdstuk 4. Slotbepalingen Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is gemachtigd om de bijlagen bij dit besluit te wijzigen. Art. 9. Dit besluit treedt in werking op 1 december 2010. Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit. AANDACHT! Als aan een bestaand gebouw wordt aangebouwd, dan mogen de bouwwerken noch de oplossing van een constructieprobleem met zich meebrengen, noch de stabiliteit van de aanpalende gebouwen wijzigen. Dat geldt ook voor binnenverbouwingen! De verbouwings- en inrichtingswerkzaamheden binnen een gebouw of de werkzaamheden voor de geschiktmaking van lokalen mogen noch de oplossing van een constructieprobleem met zich meebrengen, noch de stabiliteit van het gebouw wijzigen. Is dat wel het geval (dus ook voor binnenverbouwingen met stabiliteitswerken ) dan is steeds de medewerking van een architect vereist!!! Een melding wordt verricht per beveiligde zending. Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de meldingen en ziet er op toe dat zij ingeschreven worden in het vergunningenregister. De gemelde handelingen mogen worden uitgevoerd de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte. De gemelde handelingen kunnen niet meer worden aangevat indien twee jaar na de datum van de melding verstreken zijn. 5

TOELICHTING Voortuin Zijtuin Achtertuin 6