Koninklijke Nederlandse Cricket Bond Tuchtcommissie Zaaknummer: 2003/01 Uitspraak van de Tuchtcommissie van de KNCB inzake: S. Gul 1. Aangifte Door de Bondsumpires P. Christiaans en Mubin is op 16 juni 2003 aangifte gedaan tegen S. Gul wegens (ernstige) mishandeling van een Bondsumpire, te weten P. Christiaans, en/of verbaal wangedrag ten opzichte van deze Bondsumpire, in ieder geval handelingen of gedrag waardoor de cricketsport ernstig in diskrediet is gebracht tijdens de wedstrijd tussen Punjab 1 tegen Ajax Leiden 1 (Overgangsklasse A). De heer Gul wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan (ernstige) mishandeling van een Bondsumpire, te weten P. Christiaans, en/of verbaal wangedrag ten opzichte van die Bondsumpire in ieder geval handelingen of gedrag waardoor de cricketsport ernstig in diskrediet is gebracht, welk gedrag en handelingen zouden hebben bestaan uit het (meermalen) slaan van P. Christiaans op diens hoofd met een cricketbat waardoor deze Christiaans (ernstig) letsel heeft opgelopen aan zijn hoofd. 2. Voorlopige voorziening De secretaris van de Tuchtcommissie heeft de heer Gul op 16 juni 2003 in kennis gesteld van de aangifte en hem direct de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie medegedeeld op grond waarvan hij op grond van artikel 14 lid 1 van het Tuchtreglement bij wege van een voorlopige maatregel, gezien de aard van de ten laste gelegde feiten en de daaraan ten grondslag liggende aangifte, met onmiddellijke ingang Gul het recht ontnomen heeft deel te nemen aan wedstrijden totdat in deze zaak definitief is beslist. 3. Vervolging 4. Kamer Op grond van de aangifte heeft de Tuchtcommissie besloten de heer Gul te vervolgen. De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft de behandeling van de zaak opgedragen aan een kamer bestaande uit F.J. Vos (Voorzitter), D.C.E. de Groot en P.P. Marijnen. R. Vermeulen trad op als griffier. 5. Kennisgeving Op 16 juni 2003 is de heer Gul in kennis gesteld van de aangifte en is hij in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen, hetgeen hij op 19 juni 2003 heeft gedaan. De mondelinge behandeling werd tevens reeds vastgesteld op 26 juni 2003 te 20.00 uur in het clubhuis van HCC. Naast de aangifte en het verweerschrift zijn voorts ontvangen: Een brief van Punjab CCR d.d. 16 juni 2003 waarin de toedracht van het incident wordt weergegeven;
Een brief van Ajax Leiden d.d. 16 juni 2003 waarin de toedracht van het incident wordt weergegeven. 6. Verweer Het verweer van Gul komt er zakelijk weergeven op neer dat hij: Hetgeen gebeurd is erkent; spijt heeft van hetgeen gebeurd is; onder grote spanningen gebukt gaat in de familiesfeer; excuses heeft aangeboden aan Christiaans nadat deze terug was gekomen van het ziekenhuis; in de 9 jaren dat hij in Nederland reeds cricket speelt, nimmer enige boeking of andere negatieve ervaring heeft gehad. De brieven van Ajax Leiden en Punjab geven beide, in grote lijnen hetgeen gebeurd is weer en wijken slechts op kleine detailles af. Waar Ajax ook spreekt van een vuistslag in het gezicht van Christiaans, spreekt Punjab slechts van slagen met een bat. Voor het overige benadrukken beide partijen de correcte sfeer waarin de wedstrijd tot dat moment was verlopen en het feit dat zij beide van mening zijn dat Punjab als team of vereniging geen enkel verwijt gemaakt kon worden van dit incident. Punjab maakt daarnaast kenbaar dat zij als vereniging Gul heeft geschorst voor de rest van het seizoen 2003 en hem een boete heeft opgelegd van 7. Mondelinge behandeling Tijdens de mondelinge behandeling van 26 juni 2003 te 20.00 uur waren de heren Gul, M. Din (bestuurder van Punjab en in deze tevens optredende als tolk voor de heer Gul) en de heer G. Abbenhuis, in deze optredende als vertrouwenspersoon van Punjab. Tijdens de mondelinge behandeling werden het hierboven gestelde uit het verweerschrift nogmaals herhaald. Naar aanleiding van vragen van de voorzitter, de heer Vos, antwoordde Gul als volgt: Hij was na de wedstrijd het veld in gerend; Hij was halverwege het veld Christiaans tegengekomen; Hij heeft Christiaans met een bat op zijn hoofd geslagen, niet met zijn vuist; Hij heeft hem twee maal geslagen, de derde keer werd voorkomen door de toegesnelde spelers van beide zijden; Hij had zijn bat in zijn hand omdat hij aan de kant aan het spelen was geweest met een aantal kinderen; Hij had de LBW beslissing die de wedstrijd had beslist in het voordeel van Ajax Leiden niet gezien; De reden voor zijn woede lag in zijn persoonlijke omstandigheden; Dat hij niettegenstaande deze persoonlijke omstandigheden toch was gaan cricketen en dat hij achteraf ziet dat dat wellicht niet verstandig was geweest; Hij zich ervan bewust is dat de verwondingen van Christiaans ernstiger hadden kunnen zijn; Dat hij ernstige spijt heeft van hetgeen hij gedaan heeft en dat hij daarvoor ook al bij Christiaans thuis was geweest om nogmaals zijn excuses aan te bieden; Hij een black out heeft gehad tijdens het incident.
Op vragen van de heer Marijnen, antwoordde Gul: Hij is sinds 1993 in Nederland Hij heeft nimmer problemen gehad; Hij heeft na de wedstrijd en het incident zich afgezonderd om tot rust te komen omdat het geheel hem teveel was geworden. Daarna is hij teruggekeerd om zijn excuses aan te bieden. Op vragen van de heer De Groot, antwoordde Gul: Hij vindt de door Punjab aan hem opgelegde straf zwaar en hoopt op clementie van de Tuchtcommissie. Cricket betekent veel voor hem. De heer Abbenhuis voerde namens de heer Gul het woord om diens zaak te bepleiten. Hij voorde daartoe aan: Er is door middel van zijn, Abbenhuis, bemiddeling contact geweest tussen Gul en Christiaans, waarbij excuses door Gul zijn aangebonden; Gul komt uit een cultuur waarin cricket een veel emotioneel geladener rol speelt, waardoor een verlies moeilijker te accepteren is en grotere emoties losmaakt; De persoonlijke omstandigheden van Gul waren bijzonder triest en leverden hem veel spanningen op; Punjab als vereniging treft geen enkele blaam; Gul een fikse straf verdient, doch dat daar een constructief element in moet zitten in de vorm van een deels voorwaardelijke straf; De KNCB een project Sfeerverbetering Allochtone verenigingen had gestart waarin Abbenhuis deelnam, doch dat dit project een stille dood was gestorven; De Spirit of the Game van belang is bij de beoordeling van dit geval; Dat incidenten in sommige gevallen te herleiden zijn tot slechte umpires, doch dat daarvan in dit geval geen enkele sprake was. 8. Oordeel De Tuchtcommissie acht bewezen dat S. Gul zich op 15 juni 2003 schuldig heeft gemaakt aan ernstige mishandeling van een Bondsumpire, te weten P. Christiaans, welke mishandeling bestond uit het toedienen van een tweetal slagen met een cricketbat op het hoofd van P. Christiaans, waardoor P. Christiaans ernstig (hoofd)letsel heeft opgelopen. Tevens heeft S. Gul door dit gedrag de Cricketsport ernstig in diskrediet gebracht. De Tuchtcommissie is van mening dat het hier een zeer ernstig en volstrekt onacceptabel incident betreft waarop een strenge straf moet volgen. Iedere vorm van geweld op sportvelden dient te worden uitgebannen. De Cricketsport vormt daarop geen uitzondering. Het geweld dat in het onderhavige geval werd gebruikt was buitengemeen ernstig en heeft zelfs tot ziekenhuisbehandeling geleid. Het moge een wonder heten dat geen meer blijvend letsel opgelopen is, hetgeen zeer wel denkbaar was geweest gezien de aard van het geweld. De heer Gul moet zich bewust blijven van de mogelijk ernstige gevolgen die zijn ongecontroleerde woede had kunnen hebben indien het letsel ernstiger was geweest. De Tuchtcommissie is van mening dat (de dreiging met) fysiek geweld tegen de Umpires, zeker op de wijze waarop dat door Gul gedaan is, volstrekt onacceptabel is en niet anders gezien kan
worden dan als minachting voor de (beslissingen van de) scheidsrechters. Het kan, in het algemeen, ook gezien worden als een gedraging die het spel bijzonder in diskrediet brengt. Ook dit incident is in de diverse media uitvoerig beschreven, waardoor, in combinatie met meest recente andere incidenten waarbij geweld plaatsvond op het cricketveld, de Cricketsport in Nederland nogmaals van haar slechtste kant werd belicht. De umpires dienen ieders respect te ontvangen. Hun beslissingen dienen geaccepteerd te worden; slechts de twee aanvoerders kunnen, doch slechts binnen de grenzen van de Wetten, de Geest van het Spel en de gewoonlijk binnen het spel noodzakelijke grenzen van redelijke communicatie, in overleg treden met de umpires over beslissingen of situaties die, naar hun mening, aandacht verdienen. Gul heeft door zijn gedrag alle grenzen van hetgeen in het algemeen maatschappelijk verkeer betamelijk is en hetgeen geaccepteerd wordt binnen de cricketsport, ver overschreden. De door Gul of diens vertrouwelingen aangevoerde verzachtende omstandigheden, te weten de persoonlijke omstandigheden en de cultuurverschillen, behoeven bespreking. De Tuchtcommissie heeft kennis genomen van de door Gul aangehaalde spanningen binnen zijn privé-leven. De Tuchtcommissie meent dat daarin wellicht een reden zit voor het gedrag van Gul en neemt deze verklaring ook mee in haar oordeel. De Tuchtcommissie meent echter dat in deze omstandigheden geen rechtvaardiging voor hetgeen gebeurd is te vinden is. Indien Gul daadwerkelijk onder zodanige spanningen leefde, was het wellicht beter geweest niet te spelen, doch wellicht slechts te kijken. De aangehaalde culturele verschillen neemt de Tuchtcommissie niet mee in haar overwegingen. In geen enkel cricketland is dergelijk gedrag acceptabel. Daarnaast dienen incidenten in Nederland beoordeeld te worden aan de hand van de in Nederland geldende maatstaven. De Tuchtcommissie laat in het voordeel van Gul meewegen dat hij oprecht berouw toont, dat hij daadwerkelijk excuses heeft aangebonden aan Christiaans en dat hij open en eerlijk erkent wat hij misdaan heeft. Hetgeen Gul gedaan heeft, is op geen enkele wijze te rechtvaardigen. Het siert Gul dat hij niet om de feiten heen draait en de gevolgen van zijn eigen handelen aanvaardt. 9. Beslissing De Tuchtcommissie komt, gezien het onder 8 overwogene, tot het oordeel dat het tenlastegelegde bewezen is en dat het de heer S. Gul verweten kan worden en legt hem de navolgende straf op: het ontzeggen van het recht tot het deelnemen aan wedstrijden voor de duur van 31 maanden ingaande op 26 juni 2003, derhalve tot 26 januari 2006, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar. Het onvoorwaardelijk deel van de straf eindigt derhalve op 26 januari 2005. Het resterende voorwaardelijke deel van de straf wordt slechts opgelegd indien S.Gul binnen de proeftijd wederom veroordeeld wordt voor soortgelijke vergrijpen.
10. Beroep Tegen deze beslissing kan beroep aangetekend worden bij de Commissie van Beroep. Het beroep dient op straffe van niet-ontvankelijkheid ingesteld te worden door het indienen van een gemotiveerd beroepschrift bij de secretaris van de Commissie van Beroep (p.a. Bondsbureau KNCB, Nieuwe Kalfjeslaan 21b, 1182 AA Amstelveen) binnen 10 dagen na dagtekening van de kennisgeving van de uitspraak waartegen beroep kan worden ingesteld. Het instellen van beroep schorst de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf niet. Hangende het beroep kan de voorzitter van de Commissie van Beroep op verzoek van de tuchtrechtelijk gestraften de door de Tuchtcommissie opgelegde straf geheel of gedeeltelijk schorsen. Aldus beslist op 26 juni 2003 door F.J. Vos (Voorzitter), D.C.E. de Groot en P.P. Marijnen. Voor afschrift: R. Vermeulen, secretaris