Onderwerp: Convenant Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe Voorgesteld besluit: 1. Instemmen met het Convenant Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe en het bijbehorende Reglement Gegevensverwerking/-uitwisseling Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe. 2. Het budget pilot Zuid 2010 ad. 33.500,= herbestemmen voor huiselijk geweld 2010. Genomen besluit (met datum): Parafen met datum Afdelingsmanager Beleidscoördinatie Financial control Juridisch control HRM-officer ICT-officer Datum : 3 november 2009 Afdeling : Mens & Werk Rapporteur : A. Overgoor Telefoon : 1467 Besluit en stukken openbaar? Zo ja : geen actie richting pers Zo nee, waarom niet? Programma: Hoogeveen Zorgt Programmabestuurder: A. Poutsma-nsen Overleg gevoerd met: Naam: Akkoord: A. Torenvlied R. Hendriks H. Klein Obbink A. Middelveld Aard voorstel: Strategisch > 50.000 Politiek gevoelig Regelgeving Risico s: Financieel risico Juridisch risico ICT-risico HRM-risico Ander risico, nl. Behandelen in raad Documentnaam: geweld drenthe Gegevens DIV Nee Hoog Laag Geen Nee advies convenant huiselijk Gerelateerd Corsa documentnr: I.09.11558 Archief Opmerkingen college akkoord bespreken Opmerkingen Burgemeester Weth. WvdZ Weth. AB Weth. KS Weth. APJ Secretaris
Onderwerp Convenant Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe Voorgesteld besluit 1. Instemmen met het Convenant Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe en het bijbehorende Reglement Gegevensverwerking/-uitwisseling Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe. 2. Het budget voor de WMO-pilot Zuid voor Elkaar 2010 ad. 33.500,= herbestemmen voor huiselijk geweld 2010. Beoogd resultaat Ervoor zorgen dat meer gezinnen waar sprake is van huiselijk geweld psychosociale hulp krijgen en dat bij meer gezinnen huiselijk geweld blijvend stopt. Inleiding Verzoek Drenthe kent een Regiegroep Huiselijk Geweld. In de regiegroep zijn de organisaties vertegenwoordigd die een bestuurlijke beleidsverantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de aanpak van huiselijk geweld in Drenthe. De regiegroep wordt voorgezeten door de VDG portefeuillehouder veiligheid. In bijgaande brief van 12 oktober jl. verzoekt de regiegroep uw college in te stemmen met het Convenant Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe en het bijbehorende Reglement Gegevensverwerking/-uitwisseling Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe. De ondertekening van het convenant is gepland op 11 november a.s. Achtergrond In 2009 is de Wet Tijdelijk Huisverbod ingevoerd die de burgemeester de bevoegdheid geeft om bij (dreigend) huiselijk geweld de dader tijdelijk uit huis te plaatsen. De komst van deze wet was aanleiding voor de Drentse centrumgemeente voor vrouwenopvang, Emmen, om een Visienota Huiselijk Geweld Drenthe op te stellen (zie bijlage). De visienota is opgesteld door Emmen in overleg met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) Drenthe van de GGD, de hulpverlenende instellingen in Drenthe (maatschappelijk werk, ggz, jeugdzorg, vrouwenopvang) en de reclassering. In voorliggend convenant spreken de Drentse gemeenten en de betrokken hulpverlenende instellingen, het Openbaar Ministerie, de politie en reclassering af om te handelen conform de visienota. Huidige situatie Bij ASHG kunnen slachtoffers, daders, betrokkenen en professionals huiselijk geweld melden, informatie en advies krijgen over huiselijk geweld en worden doorverwezen naar hulpverlening en politie. Bij kindermishandeling wordt naar het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) verwezen. Het ASHG coördineert en volgt het hulpverleningstraject '1e hulp bij huiselijk geweld', overeenkomstig het gelijknamige protocol. Het traject begint veelal met een melding bij de politie van huiselijk geweld tussen (ex- )partners. De politie houdt zo mogelijk de dader aan, stimuleert het slachtoffer tot het doen van aangifte en stimuleert dader en slachtoffer om hulpverlening te accepteren. Als zij beiden hulp accepteren, vraagt de politie hen een instemmingformulier te ondertekenen. Pagina 2 van 5
Partijen stemmen er dan mee in dat de betrokken instellingen informatie over hen uitwisselen. De politie faxt de gegevens naar het ASHG. Het ASHG zorgt ervoor dat de hulp op gang komt (algemeen maatschappelijk werk voor het slachtoffer en ambulante forensische psychiatrie voor de dader). Wanneer betrokkenen weigeren het instemmingsformulier te tekenen vindt er geen toeleiding naar het traject plaats. Zijn er minderjarige kinderen dan doet de politie rechtstreeks een zorgmelding bij het AMK. Als de verdachte niet instemt met hulpverlening, kan de rechter verplichte daderbehandeling opleggen. Dit valt niet onder het traject 1 e hulp bij huiselijk geweld, maar onder het reguliere aanbod van de forensische psychiatrie. In elke gemeente komen de uitvoerende medewerkers van de diverse organisaties eens per 8 weken bij elkaar. In deze werkgroepen worden de casussen besproken, de voortgang bewaakt en de aanpak afgestemd. Bij de helft van de gemelde incidenten bij de politie wordt hulpverlening geweigerd. Van degenen die wel hulp accepteren komt meer dan de helft uiteindelijk niet opdagen dan wel haakt gedurende het traject af. Slechts een kleine 25% doorloopt het hulptraject. Er is geen informatie over de resultaten van deze trajecten. De geringe deelname aan de hulpverleningstrajecten wordt onder meer toegeschreven aan het tijdverlies tussen de melding en het eerste gesprek met de hulpverlening. De methodiek 1 e hulp bij huiselijk geweld schiet ook in andere opzichten soms tekort. Zo is in het traject (nog) geen systematische aandacht voor kinderen. Verder lopen de trajecten van dader en slachtoffer veelal niet gelijk op. Terugkoppeling en tijdige afstemming met het ASHG en met de andere instellingen vindt niet altijd plaats. Visienota Huiselijk Geweld Drenthe In de Visienota Huiselijk Geweld Drenthe worden 10 ambities geformuleerd om de gebreken in de hulpverleningsketen te verlichten en om een geschikt hulpaanbod te realiseren voor de Wet Tijdelijk Huisverbod. Kern is, dat gewerkt gaat worden vanuit een systeemaanpak waarbij het kind centraal staat en het ASHG de ketenregie voert. In de gevallen waarin een huisverbod wordt opgelegd wordt bijzonder intensieve hulp geboden volgens het 10-dagen-model. Dat model gaat uit van directe intensieve hulp aan alle leden van het gezin in de 10 dagen na de uithuisplaatsing. Hierbij wordt de hulp aan de dader geleverd door de forensische psychiatrie en reclassering en de hulp aan de achterblijvers door het algemeen maatschappelijk werk. De hulpverlening wordt gecoördineerd door het ASHG. De hulp is gericht op ondersteuning van de gezinsleden, bewustwording over de oorzaken van het geweld, aanleren van een stopmethode en toeleiding naar vervolghulp. In bijgaand convenant spreken de gemeenten en de betrokken instellingen af om te werken conform de visienota inclusief toepassing van het 10-dagen-model bij huisverboden. Het convenant heeft een opzegtermijn van 1 jaar. Argumenten 1. Huiselijk geweld is de meest voorkomende geweldsvorm en heeft een grote en langdurige impact op het slachtoffer en de directe omgeving. Slachtoffers voelen zich onzeker in relaties, schamen zich, voelen zich schuldig, raken geïsoleerd en functioneren minder goed op het werk. Kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld lopen een groot risico op (ernstige) psychische gevolgen en een grote kans dat ze als Pagina 3 van 5
volwassenen dader of slachtoffer worden. 2. Huiselijk geweld stopt alleen door ingrijpen van buitenaf. Bewezen is dat in 90% van de gevallen waarin bemoeienis plaatsvindt het geweld stopt. 3. Bij de huidige aanpak 1 e hulp bij huiselijk geweld ontvangt uiteindelijk minder dan een kwart van de gezinnen hulp. Dit wordt toegeschreven aan de natuurlijke neiging van het gezin om zich te sluiten voor de buitenwereld. 4. Na een melding van huiselijk geweld is de ontreddering zo groot, dat het gezin heel even open staat voor de buitenwereld. Om van deze opening gebruik te maken moet het eerste hulpverleningscontact plaatsvinden binnen 24-uur. De hulpverlening moet in de eerste dagen na het incident intensief zijn om bij dader en slachtoffer het vertrouwen te wekken dat hulpverlening een oplossing kan bieden. 5. De Drentse burgemeesters hebben aangegeven alleen huisverboden op te leggen als de hulpverlening goed geregeld is en ook de politie heeft aangegeven het instrument alleen te willen inzetten als directe hulpverlening gegarandeerd is. Gezien het bovenstaande kan de bestaande aanpak 1 e hulp bij huiselijk geweld als onvoldoende worden beschouwd voor zware gevallen waar huisverboden aan de orde zijn. Er is immers geen sprake van onmiddellijke en intensieve hulpverlening. Als het 10-dagenmodel niet kan worden ingezet wordt het voor de burgemeester buitengewoon moeilijk de wet Tijdelijk Huisverbod goed uit te voeren. Kanttekeningen Kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld kunnen thans gebruik maken van een speciaal cursusaanbod voor het verwerken van de traumatische ervaringen. Dit hulpaanbod Kindspoor wordt thans bij wijze van proef voor een belangrijk deel gefinancierd uit incidentele gelden. Vanaf 2010 moet een andere financiering worden gevonden. De GGD is voornemens om voor 2010 en verder een subsidieverzoek in te dienen bij de gemeenten. De structurele kosten bedragen 1.223,= per kind. De verwachting is dat in Hoogeveen 36 kinderen van het aanbod gebruik zouden kunnen maken. Dat betekent, dat als er geen andere financieringsbron wordt gevonden, een bijdrage van de gemeente wordt gevraagd van ongeveer 44.000, =. In de visienota wordt ervoor gepleit om kinderen zo spoedig mogelijk toe te leiden naar Kindspoor (pagina 22). Het 10-dagen-model kan echter los van Kindspoor worden uitgevoerd en Kindspoor wordt ook niet expliciet genoemd in het convenant. De hulpverlening bij huisverboden is dus niet afhankelijk van Kindspoor, maar Kindspoor is wel een waardevolle aanvulling op die hulpverlening. Een eventueel subsidieverzoek voor Kindspoor kan dan ook separaat worden behandeld. Kosten, baten en dekking (kostensoort en kostenplaats) De bijdrage van de afzonderlijke gemeenten aan de bestaande aanpak '1e hulp bij huiselijk geweld' bestaat uit de inzet van reguliere formatie algemeen maatschappelijk werk. Vanaf 1 april jl. worden in Drenthe daadwerkelijk huisverboden opgelegd en wordt gewerkt met het 10-dagen-model. Het intensieve 10-dagen-model vraagt om extra inzet van het ASHG, het algemeen maatschappelijk werk, de forensische psychiatrie en reclassering. In 2009 wordt die extra inzet volledig gefinancierd door centrumgemeente Emmen uit deels eenmalige gelden. Na 2009 wordt de extra inzet van het ASHG gefinancierd door centrumgemeente Emmen. Voor de financiering van de extra inzet van Pagina 4 van 5
de overige instellingen wordt dan een beroep gedaan op de afzonderlijke gemeenten. De centrumgemeente gaat uit van 150 huisverboden per jaar in Drenthe. Voor Hoogeveen betekent dat ongeveer 16 huisverboden per jaar. Van april tot en met september zijn in onze gemeente echter daadwerkelijk maar 2 huisverboden opgelegd. Op dit moment wordt uitgezocht waarom het aantal huisverboden achterblijft bij de verwachting. De kosten voor de gemeenten van de extra inzet bedragen ± 3.500,= per huisverbod. In de begeleidende brief bij het convenant wordt de verbinding met de financiële paragraaf in de Visienota Huiselijk Geweld losgelaten. Ten aanzien van de financiën wil de regiegroep eerst de ervaringen van de instellingen afwachten. Dat betekent dus dat de kosten van het convenant voor Hoogeveen kunnen variëren van 14.000,= (4 huisverboden) per jaar tot 56.000,= (16 huisverboden) per jaar. Eind dit jaar wordt het 10-dagen-model geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten van deze evaluatie alsmede de ervaringen over een heel uitvoeringsjaar (1 april 2009 tot 1 april 2010) kan een meer nauwkeurige kosteninschatting worden gemaakt. Deze kosten worden opgevoerd voor de voorjaarnota 2011-2014. Voor 2010 moet overbruggingsfinanciering worden gevonden. We stellen voor om hiertoe het budget pilot Zuid 2010 in te zetten ad. 33.500,=. Het betreft eenmalige WMOgelden die door uw College bestemd zijn voor het integreren van de WMO-pilot Zuid voor Elkaar in de Smederijen naar aanleiding van het subsidieverzoek van de Bewonerskerngroep Zuid voor Elkaar van 30 oktober 2008. De bewonerskerngroep kon zich echter niet vinden in de subsidievoorwaarden en heeft haar activiteiten gestaakt. Dat betekent dat de gelden vrijvallen. Beleid ter bestrijding van huiselijk geweld behoort tot prestatieveld 7 van de WMO. Er blijft derhalve sprake van inzet binnen de WMO. Aanpak n.v.t. Monitoring en evaluatie Eind dit jaar wordt het 10-dagen-model geëvalueerd en afgezet tegen de bestaande aanpak '1e hulp bij huiselijk geweld'. arlijks vindt er in opdracht van het ministerie van BZK een monitoring plaats van de aanpak van huiselijk geweld in Drenthe uitgevoerd door het ASHG. Ook centrumgemeente Emmen voert periodiek een evaluatie uit. Communicatie n.v.t. Bijlagen - Brief van de Regiegroep Huiselijk Geweld Drenthe van 12 oktober 2009. - Convenant Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe. - Reglement Gegevensverwerking/-uitwisseling Aanpak Huiselijk Geweld Drenthe. - Visienota Huiselijk Geweld: Geweld in Afhankelijkheidsrelaties Drenthe. Pagina 5 van 5