8365/16 asd/gra/sl 1 DG E - 1C

Vergelijkbare documenten
13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

Radicalisering als maatschappelijk opvoedingsvraagstuk Een decennium pedagogisch onderzoek

8034/17 rts/pau/ln 1 DG E - 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 22 april 2015 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 december 2004 (03.01) (OR. fr) 15763/04 JEUN 95 EDUC 224 SOC 587

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 31 oktober 2012 (08.11) (OR. en) 15647/12 JEU 88 SOC 873 EDUC 319 CULT 138 RELEX 986

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, maart 2013)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

8760/19 tin/van/ev 1 TREE.1.B

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

9041/16 jwe/oms/as 1 DG E - 1C

8096/15 ons/cle/fb 1 DG E - 1 C

14434/15 DUI/hw 1 DG E - 1 C

Brussel, 6 november 2013 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 15591/13 EDUC 414 AUDIO 106 TELECOM 279 PI 147 RECH 494

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2017 (OR. en)

12671/17 van/asd/sp 1 DG D 2C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, I. INLEIDING

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 november 2014 (OR. en)

15312/16 NAF/ev 1 DG D 1B

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 april 2011 (29.04) (OR. en) 8064/11 JEUN 16 SOC 272

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C.

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2010 (20.10) (OR. en) 12847/2/10 REV 2 CORDROGUE 68

8808/19 van/gar/ev 1 TREE.1.B

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

8033/17 nuf/adw/sv 1 DG E 1C

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S17/2017. Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 december 2004 (03.01) (OR. fr) 15762/04 JEUN 94 EDUC 223 SOC 586

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

ONTWERP- NOTULEN. van de 2185e zitting van de Raad (JEUGDZAKEN) gehouden te Brussel op 27 mei 1999

10368/1/19 REV 1 DAU/cg 1 LIFE.2.B

ZITTING OP MAANDAG 22 MEI 2017 (10:00 UUR)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

7749/19 voo/pau/sp 1 TREE 1.B

9916/17 cle/van/oms/sv 1 DG D 2B

7875/15 nuf/las/as 1 DG E - 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2005 (13.06) (OR. en) 9803/05 SAN 99

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen

5776/17 dau/gar/ln 1 DG G 3 C

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en)

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Voor de delegaties gaat hierbij het mandaat van een internationale contactgroep over Venezuela, zoals goedgekeurd door de Raad op 30 januari 2019.

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

7834/18 mak/gra/sp 1 DG E 1C

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 november 2015 (OR. en)

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

VERKLARING VAN EUSKADI

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 juni 2012 (02.08) (OR. en) 9927/12 LIMITE PV/CONS 25 EDUC 108 JEUN 43 CULT 78 SPORT 34

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B

PARTICIPATIE VAN LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN EN/OF BEPERKINGEN AAN HET BEROEPSONDERWIJS BELEIDSSAMENVATTING

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2017 (OR. en)

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

9146/16 dui/sv 1 DG E - 1C

14890/09 gar/gar/sd 1 DG I

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2006 (17.02) (OR. en) 6199/06 LIMITE INF 33

NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

16435/14 jel/gra/hh 1 DG G 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

9641/16 ons/zr/as 1 DGE 1C

10111/16 GAR/cg 1 DG G 3 B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

8361/17 asd/jel/sl 1 DG B 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507

Jeugdzorg en sport. Niels Hermens (Verwey-Jonker Instituut & Wageningen Universiteit) nhermens@verwey-jonker.nl

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 mei 2016 (OR. en) 8365/16 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad JEUN 32 EDUC 121 SPORT 18 CULT 32 EMPL 127 JAI 330 het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad nr. vorig doc.: 8101/16 JEUN 29 EDUC 109 SPORT 13 CULT 29 EMPL 117 JAI 303 Betreft: De rol van jeugdbeleid en de jeugdsector in een geïntegreerde aanpak om jongeren te ondersteunen bij hun identiteitsontwikkeling - Oriënterend debat (Openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, ROR [voorstel van het voorzitterschap]) Na raadpleging van de Groep jeugdzaken heeft het voorzitterschap de bijgaande discussienota opgesteld, die als basis moet dienen voor het oriënterend debat dat tijdens de zitting van de Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport op 30 en 31 mei 2016 zal worden gehouden. Ter voorbereiding van het debat in de Raad heeft het voorzitterschap beste praktijken verzameld bij de lidstaten en is het voornemens ruimschoots vóór de zitting van de Raad een compendium van de ontvangen bijdragen te verspreiden onder alle delegaties. Zodoende zullen de lidstaten zich tijdens het debat kunnen focussen op het vinden van synergieën en mogelijkheden voor Europese samenwerking. 8365/16 asd/gra/sl 1 DG E - 1C NL

BIJLAGE Discussienota voor het oriënterend debat in de Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport op 30 en 31 mei 2016 over De rol van jeugdbeleid en de jeugdsector in een geïntegreerde aanpak om jongeren te ondersteunen bij hun identiteitsontwikkeling Inleiding De veranderingen die Europa momenteel doormaakt, brengen grote uitdagingen voor jongeren met zich mee. De Europese bevolking is steeds zichtbaarder gediversifieerd, de sociaal-economische situatie bemoeilijkt de toegang van jongeren tot de arbeidsmarkt, de legitimiteit van een verenigd Europa wordt in twijfel getrokken, en internationale conflicten soms aan de grenzen van Europa worden via confronterende beelden dichtbij gebracht. Dit zijn moeilijke identiteitskwesties voor Europa in zijn geheel, maar in het bijzonder ook voor jongeren in Europa. In de sessie over Jeugdzaken van de Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport van 23 november 2015 ging bijzondere aandacht uit naar het belang van een sectoroverschrijdende aanpak waarbij jeugdzaken, onderwijs, cultuur en sport zij aan zij moeten staan in het streven naar intercultureel bewustzijn en een inclusieve samenleving. In de sessie over Jeugdzaken van de Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport op 30 mei 2016 wil het Nederlandse voorzitterschap dit debat voortzetten door de manieren te bespreken waarop jeugdbeleid kan bijdragen aan het ondersteunen van de positieve ontwikkeling van kwetsbare jongeren op basis van een specifieke vorm van geïntegreerde en sectoroverschrijdende samenwerking tussen scholen, jeugdwerkcentra en jeugdzorgcentra, met inbegrip van de rol van jongeren zelf, hun familie, leeftijdsgenoten en informele lokale leiders. 8365/16 asd/gra/sl 2

Behoefte aan sterke en positieve identiteitsontwikkeling bij jongeren Identiteitsvorming is een belangrijk psychosociaal proces tijdens de adolescentie 1. Tijdens dit proces, dat gepaard gaat met grote onzekerheid, hebben jongeren te kampen met veel twijfels over zichzelf, hun positie ten aanzien van leeftijdsgenoten, de veranderende relaties met hun familie en het zich identificeren met de wereld. Dat is eigen aan het leven als jongere, maar het kan ook onvoorziene risico's inhouden. Tegenwoordig is een sterke en positieve identiteit nodig om succesvol deel te nemen aan het onderwijs, de arbeidsmarkt en de samenleving in het algemeen. Je weg vinden in deze sociale contexten, mét een positief gevoel over jezelf, is een voorwaarde om actief te kunnen bijdragen aan de samenleving. Die sterke en positieve identiteitsontwikkeling is tevens van essentieel belang voor democratisch burgerschap. Democratische burgerschap vereist niet alleen kennis over democratie en politieke participatie, maar ook een socialisatie van jongeren die ertoe leidt dat zij competente deelnemers aan een open en diverse democratische samenleving worden. Daarnaast is het vermogen, maar ook de moed nodig om aan zelfreflectie te doen, kritisch te leren denken, te leren omgaan met situaties en emoties die hun een onbehaaglijk gevoel bezorgen, en te leren onrecht vreedzaam te bestrijden 2. Positieve identiteitsontwikkeling is tevens nodig om weerbaar te worden tegenover antidemocratische invloeden en krachten. Het ontwikkelen van idealen, zelfs radicale idealen, is een essentieel onderdeel van de adolescentie 3. Een sterke en positieve ontwikkeling helpt er echter voor te zorgen dat die idealen niet "ontsporen", en dat jongeren niet geïsoleerd raken van de Europese samenlevingen 4. 1 2 3 4 Erikson, E. H. (1968, 1987). Identity: Youth and Crisis. London: Faber & Faber Sieckelink, S., Kaulingfreks, F. & De Winter, M. (2015). Neither villains nor victims. British Journal of Educational Studies, 63 (3), 329-343. Sieckelinck, S.M.A. & De Ruyter, D.J. (2009). Mad about ideals? Educating children to become reasonably passionate. Educational Theory, 59 (2), 181-196. De Winter, M. & Sieckelinck, S. (eds.) (2015) Formers and Families. The Hague: NCTV. 8365/16 asd/gra/sl 3

Voor een positieve identiteitsontwikkeling zijn vaardigheden nodig 5. Dat betekent verschillende soorten mensen ontmoeten, leren omgaan en zich te verstaan met hen, en op constructieve wijze opkomen voor je overtuigingen. Deze vaardigheden zijn met name moeilijk voor risicojongeren, die te kampen hebben met problemen in het gezin, op school (schoolverlaters) of in de samenleving (marginalisering). Deze jongeren ontbreekt het aan de geborgenheid en steun die nodig zijn voor een positieve identiteitsontwikkeling. Jongeren ondersteunen bij het ontwikkelen van deze vaardigheden lukt het best met een geïntegreerde aanpak waarbij jeugdbeleid, onderwijsbeleid en ander relevant beleid op elkaar worden afgestemd voor concrete en doeltreffende maatregelen. Geïntegreerde pedagogische netwerken voor positieve identiteitsontwikkeling Jongeren zijn in staat om redelijk onafhankelijk of met leeftijdsgenoten op te groeien, maar kunnen niet helemaal op eigen kracht een positieve identiteit ontwikkelen. Daarvoor hebben zij empathische aanmoediging, duidelijke grenzen en begeleiding nodig. Met name adolescenten die in die levensfase sterker geneigd zijn om binair te denken en sociale banden met leeftijdsgenoten te smeden 6 hebben bij wijlen ondersteuning en aanmoediging nodig om die vaardigheden te ontwikkelen. Om jongeren te ondersteunen bij hun identiteitsvorming moeten alle pedagogische actoren samenwerken, onder wie ouders, familie, sportcoaches, religieuze en andere informele leiders, jeugdwerkers en leraren. Geen enkele van die actoren kan dit zonder de hulp van anderen. Met name bij jongeren die gevoelig zijn voor exclusie en marginalisatie gaat de complexiteit van de invloedsfactoren de capaciteit van individuele ouders, jeugdwerkers en leraren te boven 7. Derhalve is een pedagogisch netwerk met een geïntegreerde aanpak nodig, die de positieve identiteitsontwikkeling van jongeren ondersteunt. Een dergelijk netwerk kan jongeren die opgroeien in deze wereld helpen om zich niet af te keren van het democratische project waaraan wordt gewerkt. 5 6 7 In de eerste plaats zijn cognitieve vaardigheden nodig, waaronder kritisch denken, zelfreflectie en mediageletterdheid. In de tweede plaats zijn emotionele en psychologische vaardigheden nodig, voor het omgaan met innerlijke conflicten en frustraties en het vermijden van stigmatiseren. In de derde plaats zijn sociale vaardigheden nodig. (Mann, L. et al. (2015) Indicators and manifestations of resilience of the Dutch population against extremist messages The Hague: WODC). Steinberg, L. (2010). Adolescence. New York: McGraw Hill De Winter, M. & Sieckelinck, S. (eds.) (2015) Formers and Families. The Hague: NCTV. 8365/16 asd/gra/sl 4

Dat netwerk moet er tevens naar streven op lokaal niveau vertrouwen op te bouwen in de maatschappij, en jongeren te ondersteunen bij het ontwikkelen van een sterke en positieve identiteit. Het dient te bestaan uit ouders, leeftijdsgenoten en andere individuele opvoeders. Deze geïntegreerde netwerken kunnen een effectieve rol spelen bij het ondersteunen van verschillende groepen jongeren die het risico lopen gemarginaliseerd te raken of het verkeerde pad op te gaan. Voorwaarden voor een succesvol geïntegreerd en sectoroverschrijdend netwerk Er bestaat geen twijfel over dat in jeugdbeleid een meer geïntegreerde en sectoroverschrijdende aanpak nodig is die focust op een positieve identiteitsontwikkeling bij jongeren. Voorbeelden van een sectoroverschrijdende aanpak vinden we onder meer in de geestelijke gezondheidszorg voor jongeren, waar ondersteuning wordt verleend, de toegang laagdrempelig is en beoogd wordt aan preventie te doen via open en kosteloze dienstverlening voor alle jongeren. Uit een recent onderzoek van de OESO ("Fit Mind, Fit Job") 8 blijkt evenwel dat een dergelijke aanpak niet wijdverbreid is en slechts in een aantal gevallen op nationale schaal wordt toegepast. Zeldzamer zijn de voorbeelden waarbij de jeugdsector betrokken is bij een dergelijke geïntegreerde of sectoroverschrijdende aanpak. Een dergelijke aanpak toepassen blijkt niet eenvoudig. Er moeten op verschillende niveaus verscheidene voorwaarden worden vervuld om dit mogelijk te maken. Op organisatorisch niveau is het volgende nodig: - duidelijkheid en consistentie van de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren; - elkaar informeren over problemen en uitwisselen van relevante informatie; - afstemming tussen activiteiten, samenwerking en soms zelfs harmonisatie van acties en maatregelen; - samenwerking met individuele opvoeders zoals ouders, leeftijdsgenoten, vrijwilligers en andere belangrijke lokale personen. 8 OECD (2015) Fit Mind, Fit Job: From Evidence to Practice in Mental Health and Work, Mental Health and Work, Paris: OECD Publishing. 8365/16 asd/gra/sl 5

Het vormen van succesvolle geïntegreerde of zogenoemde pedagogische netwerken is geen eenvoudige opdracht. Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar de wijze waarop, op politiek en jeugdbeleidsniveau, deze netwerken (kunnen) worden opgezet en bevorderd. Voor deze netwerken zijn weloverwogen initiatieven door geloofwaardige partijen nodig, ondersteund door beleidsmaatregelen, evenals sectoroverschrijdende samenwerking op alle niveaus. Beleidsmakers op lokaal en nationaal niveau moeten hun volledige steun verlenen en de juiste voorwaarden moeten worden geschapen. De administratieve en juridische problemen die zich voordoen bij samenwerking tussen verschillende sectoren moeten goed worden opgelost; de rol, relatie en verantwoordelijkheid van bijvoorbeeld vrijwilligersorganisaties voor (en door) jongeren en van ouders moeten duidelijk zijn; eerstelijnswerkers, zoals jeugdwerkers, dienen een aanvullende opleiding te krijgen om juist te handelen, met partners in de samenwerkingsverbanden. Het kan van groot belang zijn zich daarbij te inspireren op vergelijkbare nationale of buitenlandse projecten die steun op Europees niveau krijgen. Oriënterend debat Het Nederlandse EU-voorzitterschap wil ideeën en ervaringen uit verschillende lidstaten uitwisselen met betrekking tot allerlei (pedagogische) netwerken die een geïntegreerde aanpak hanteren. Het oriënterend debat zal zijn gewijd aan de rol van het jeugdbeleid, de samenwerking met ander jeugdgerelateerd beleid en de verschillende organisaties binnen en buiten de jeugdsector, bij voorkeur op basis van concrete goede praktijken. Het debat moet duidelijkheid scheppen over de steun die nodig is en welke voorwaarden moeten worden geschapen voor het toepassen van die netwerken rond jongeren. De volgende vragen geven aan welke thema's wij wensen te bespreken. 1. Welk soort voorwaarden en steun hebt u (of moet worden) geschapen in het kader van het nationale jeugdbeleid voor het toepassen van pedagogische netwerken met een geïntegreerde aanpak rond jongeren? Kunt u dit illustreren met concrete voorbeelden van praktijken en problemen die u ervaart bij het hanteren van een geïntegreerde aanpak in uw land? 2. Hoe kan de samenwerking tussen de lidstaten op EU-niveau zo worden georganiseerd dat deze het opbouwen van pedagogische netwerken met een geïntegreerde aanpak helpt aan te moedigen? 8365/16 asd/gra/sl 6

Het voorzitterschap zal één of twee gastsprekers uitnodigen om het debat in te leiden en hun ideeën en kijk op deze problematiek met de ministers te delen. De verzamelde goede praktijken in de lidstaten zullen het debat bevorderen via het uitwisselen van standpunten over concrete maatregelen en acties in het kader van nationaal jeugd- en jeugdgerelateerd beleid. 8365/16 asd/gra/sl 7