Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

Tweede Kamer der Staten-Generaal

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

2. Eventuele A - punten De A - punten werden naar de middag ( Jeugd - deel) verschoven.

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 juli 2005 (OR. fr) 10752/05 ACP 92 FIN 238 PTOM 29 DEVGEN 135 ENV 334 OC 490

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Deze ontvangt u mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Paul Blokhuis.

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

IZ/BSB/2001/ De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (W.A. Vermeend) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Actuele EU-procedures in de commissies

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPEES PARLEMENT. Commissie politieke zaken

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Hierbij gaat voor de delegaties het bovengenoemde tijdschema, voorgelegd door het voorzitterschap en het aantredend voorzitterschap.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten

Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AANGENOMEN TEKSTEN. Follow-up en stand van zaken van de Agenda 2030 en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling

Betreft Verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 10 december jl.

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Committee / Commission CONT. Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS

Punten ter bespreking (II)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EERSTE CONCURRENTIEVERMOGENCHECK-UP IN VOORBEREIDING

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

Tweede Kamer der Staten-Generaal

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2012 (OR. en) 7909/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0052 ( LE) ACP 37 FI 217 PTOM 7

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE)

Actuele EU-procedures in de commissies

... /... van de voorwaarden voor vraag en aanbod ; hij is voorts van mening

Eerste Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 21 501-04 Ontwikkelingsraad Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMEN- WERKING Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 12 november 1996 Op grond van bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij aan te bieden de geannoteerde ontwerp-agenda van de Raad van Ministers voor Ontwikkelingssamenwerking die op 22 november 1996 in Brussel bijeen zal komen. De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, J. P. Pronk 6K3693 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 1996 Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-04, nr. 40 1

Hieronder volgt de geannoteerde agenda voor de Raad van de Ministers voor ontwikkelingssamenwerking van 22 november 1996. Naar verwachting geven geen van de agendapunten aanleiding tot een diepgaand debat 1. Gedachtenwisseling over de toekomstige betrekkingen EU met de landen van Afrika, de Stille Oceaan en het Caraïbisch gebied (ACS) Naar verwachting zal de Commissie aan de OS-Raad van 22 november het Groenboek over de toekomst van het Verdrag van Lomé presenteren. Het Groenboek is bedoeld als inbreng in de brede discussie over de toekomstige samenwerkingsrelaties na afloop van het Verdrag van Lomé IV tussen enerzijds de EU en anderzijds de ACS-landen. In het Groenboek zullen de opties worden beschreven voor de invulling van de toekomstige samenwerkingsrelaties. De formele onderhandelingen tussen de EU en de ACS-landen moeten uiterlijk in 1998 van start gaan. Voor die tijd zullen de EU-lidstaten een mandaat aan de Commissie moeten verstrekken. De Raad zal zich vermoedelijk beperken tot het aanhoren van de presentatie door de Commissie. 2. Resolutie over menselijke en sociale ontwikkeling en het ontwikkelingsbeleid van de EU Een prioriteit van het Ierse voorzitterschap was het opvolging te geven aan de Sociale Top van Kopenhagen van 1995. De Commissie heeft een paper gepresenteerd over menselijke en sociale ontwikkeling en het EU-ontwikkelingsbeleid, op basis waarvan in Raadskader een ontwerpresolutie is voorbereid. In de resolutie worden de volgende beleidsterreinen als prioriteit voor actie genoemd: good governance en een sterke civil society; het creëren van een faciliterende («enabling») economische omgeving met speciale aandacht voor een toename in de werkgelegenheid en arbeidsproduktiviteit; gezondheidszorg, waarbij ontwikkelingslanden gesteund moeten worden bij het formuleren van een eigen duurzaam gezondheidszorgbeleid; onderwijs en training, teneinde landen in staat stellen hun eigen onderwijsbeleid uit te voeren. In de resolutie worden de Commissie en de lidstaten opgeroepen menselijke en sociale ontwikkeling centraal in de ontwikkelingsinspanningen te plaatsen. Tot slot roept de Raad de lidstaten en de Commissie op om de in de resolutie beschreven beleidslijnen uit te dragen in de dialoog met ontwikkelingslanden en binnen de internationale fora. De Commissie dient in 1998 te rapporteren over de voortgang bij de implementatie van de betreffende resolutie. 3. Raadsconclusies over genderaspecten bij crisispreventie, noodhulpinterventies en rehabilitatie Het Iers voorzitterschap heeft met een eigen paper over dit onderwerp opvolging willen geven aan het Platform for Action document (hoofdstuk 4 E) van de vierde wereldvrouwenconferentie te Beijing. Daarnaast had het paper tot doel de resolutie over gender-aspecten (december 1995) te integreren met de Raadsconclusies over het continuüm noodhulprehabilitatie-ontwikkeling (mei 1996). De besprekingen van het paper hebben geleid tot een voorstel voor Raadsconclusies. In de conclusies wordt geconstateerd dat crisissituaties kunnen leiden tot een wijziging in de genderverhoudingen. Van belang is Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-04, nr. 40 2

het genderelement een belangrijk onderdeel te laten zijn van de inspanningen die liggen in het genoemde continuüm. Voorkomen moet worden dat noodhulpinterventies een negatief effect hebben op de inspanningen voor de langere termijn gericht op het opbouwen van een gender evenwichtige samenleving. Ook in het kader van crisispreventie moet gender mede m.h.o.o. de duurzaamheid een belangrijk onderdeel zijn van de voorbereiding en uitvoering van interventies, aldus de conclusies. Voorts wordt geconcludeerd dat bij noodhulpinterventies het respect voor de mensenrechten voor zowel vrouwen als mannen wordt gegarandeerd; dat wordt tegemoet gekomen aan de specifieke behoeften van vrouwen op het terrein van de gezondheidszorg; dat vrouwen gelijke toegang hebben tot onderwijs, training en inkomensgenererende activiteiten; en dat vrouwen deelnemen aan het besluitvormingsproces. Tot slot worden de Commissie en de lidstaten opgeroepen bij hun interventies rekening te houden met onderhavige Raadsconclusies. 4. Bestrijding van Anti Personnel Landmines (APL) In de conclusies van de OS-Raad van mei jl. over het continuüm noodhulp-rehabilitatie-ontwikkeling werd onder andere het probleem van de APL s belicht. De noodzaak werd toen onderstreept van een gezamenlijke, gecoördineerde aanpak. Op basis van een non-paper van de Commissie is in Raadskader terzake een ontwerp-resolutie opgesteld. In de resolutie wordt aanbevolen maatregelen te nemen op het vlak van het creëren van capaciteit voor het opruimen van mijnen, het stimuleren van bewustwordingscampagnes, het steunen van onderzoek, en het opvangen van slachtoffers. Voorwaarden voor interventies op het APL terrein zijn dat de begunstigde landen onmiddellijk stoppen met het gebruik of het handelen in APL s, stoppen met de produktie en opslag ervan, en het opruimen van mijnen steunen. In de tekst wordt tevens de Joint Action van 1 oktober jl. in herinnering gebracht. Daarin committeert de EU zich aan de doelstelling van de totale vernietiging van APL, mede door het bereiken van een internationale overeenkomst die dit soort wapens moeten uitsluiten. Voor wat betreft de coördinatie wordt de centrale rol van UN-DHA onderschreven. Wel wordt de formulering van een breed gesteunde internationale planningsstrategie aanbevolen. Op het niveau van de Gemeenschap wordt voorgesteld een specifiek mechanisme op te zetten dat zich richt op de coördinatie van de ontwikkelingsaspecten van de APL-kwestie. 5. Ontwerp-verordening voor de Noord-Zuid samenwerking in de campagne tegen drugs en drugsverslaving Nadat dit voorjaar een Commissievoordeel voor een ontwerpverordening was terugverwezen omdat het teveel aan de Derde Pijler kwesties raakte en te weinig ontwikkelingsrelevant was, presenteerde de Commissie een nieuw voorstel. Het nieuwe voorstel kwam echter onvoldoende tegemoet aan de eerder geuite bezwaren. Hierop besloot het voorzitterschap met een eigen voorstel te komen. Het doel van de verordening is het financieren van activiteiten met het oogmerk het terugbrengen van drugsproduktie, -handel, en -gebruik. Prioriteit zal worden gegeven aan die landen die om steun verzoeken bij het voorbereiden, in nauw overleg met UNDCP, van het nationaal «drug control master plan». Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-04, nr. 40 3

6. Ontwerp-verordening voor steun aan ontwikkelingslanden voor demografische maatregelen en programma s Met deze verordening wordt een juridische basis gegeven aan de activiteiten die de Commissie sinds 1990 financiert. Tevens wordt door middel van deze verordening inhoud gegeven aan de uitkomsten van de bevolkingsconferentie van Cairo en de Raadsresoluties terzake uit 1986 en 1992. De activiteiten voortvloeiend uit deze verordening zullen een aanvulling vormen op andere ontwikkelingssamenwerkingsinstrumenten in de sociale sectoren met het oog op het volledig integreren van demografische onderwerpen binnen de programma s van de Gemeenschap. De armste en minst ontwikkelde landen alsook de meest achtergestelde delen van de bevolking krijgen de hoogste prioriteit in de keuze van programma s. De activiteiten zullen zich richten op het verbeteren van de kwaliteit en de beschikbaarheid van de reproduktieve gezondheidszorg. Voorts zal er steun worden verleend aan informatie-, onderwijs-, en bewustwordingscampagnes onder meer op het terrein van family-planning. 7. Verordening betreffende herstel- en wederopbouwacties in ontwikkelingslanden De Raad zal zich in tweede lezing uitspreken over het aanvaarden van de verordening betreffende herstel- en wederopbouwacties in ontwikkelingslanden. Steun voor wederopbouw en sociaal herstel is een belangrijk onderdeel van de EU-ontwikkelingssamenwerking geworden. In 1993 hebben de Raad voor ontwikkelingssamenwerking en het EP dit onderstreept resp. in Raadsconclusies en in een resolutie. In 1994 werd hiertoe een algemene begrotingslijn ingevoerd, in aanvulling op de begrotingslijn die reeds bestond voor rehabilitatie in zuidelijk Afrika (samen in 1995 80 MECU). Hiermee beschikte de Gemeenschap over de instrumenten om in het continuüm «noodhulp ontwikkelingshulp» hulp te verlenen aan de bevolking in die landen die zich in de rehabilitatiefase bevinden. De verordening die nu voorligt zal leiden tot een samenvoeging van de begrotingslijnen voor rehabilitatie Zuidelijk Afrika en die voor rehabilitatie in het algemeen. Ofschoon de Commissie voor beide begrotingslijnen voorstellen voor verordeningen presenteerde, heeft de Raad in eerste lezing slechts de laatste in behandeling genomen teneinde het onwenselijk geachte voortbestaan van aparte begrotingslijnen te voorkomen. De tweede lezing heeft geleid tot opname in de tekst van een aantal amendementen van het EP. De amendementen betroffen kleine tekstaanpassingen en geen fundamentele wijzigingen. 8. Verordening Zuid-Afrika De Raad zal zich in tweede lezing uitspreken over het aanvaarden van de verordening inzake het OS-programma «European Programme for Reconstruction and Development in South Africa». De relatie tussen Europese Unie en Zuid-Afrika wordt vorm gegeven in drie fasen: (i) het uitvoeren van een aantal eenzijdige maatregelen, (ii) het sluiten van een vereenvoudigd bilateraal akkoord en (iii) het sluiten van een lange termijn akkoord. De eerste twee fasen zijn afgerond, thans wordt onderhandeld over het invullen van de derde fase. Deze fase behelst naast het sluiten van een handelsakkoord dat uiteindelijk dient te leiden tot een vrijhandelszone van de Gemeenschap met Zuid-Afrika, tevens het vaststellen van een bilateraal OS-programma met Zuid-Afrika. Het OS-programma met Zuid-Afrika bestaat reeds sinds 1986, maar functioneerde zonder juridische basis. Bij herhaling heeft de Raad zich in het verleden wel uitgesproken over de richting en inhoud van het Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-04, nr. 40 4

programma. De voorliggende verordening zal de OS-relatie van de Gemeenschap met Zuid-Afrika formeel normaliseren. De Gemeenschap heeft voor het «European Programme for Reconstruction and Development in South Africa» een bedrag van 500 MECU gereserveerd, gespreid over de jaren 1996 1999. Dit programma heeft als doel bij te dragen aan duurzame economische en sociale ontwikkeling van dit land, alsmede aan het ontwikkelen van een democratische maatschappij met respect voor de mensenrechten en fundamentele vrijheden. De tweede lezing heeft niet geleid tot wijzigingen in het eerder ingenomen gemeenschappelijk standpunt van de Raad. 9. Coherentie tussen de verschillende onderdelen van het EU-beleid Dit onderwerp is op verzoek van Denemarken geagendeerd. Er liggen geen voorstellen of rapportages van de Commissie. De OS-Raad van 1 juni 1995 heeft de Commissie verzocht om aandacht te blijven schenken aan coherentie en hierover te overleggen met de Directeuren-Generaal van de lidstaten belast met Ontwikkelingssamenwerking alsmede in dit verband voorstellen te doen. De Commissie heeft tot dusverre nog geen actie ondernomen. Denemarken bepleit de ontwikkeling van indicatoren waarmee op systematische wijze incoherent beleid kan worden vastgesteld en geanalyseerd. Nederland is altijd van mening geweest dat het toezicht op coherentie van EU-beleid een wezenlijke taak is van de Commissie en van de ministers voor Ontwikkelingssamenwerking in overleg met hun collega s in de betreffende vakgebieden. Met name de Commissie verkeert in een goede positie om coherentie van beleid te bewaken, c.q. incoherent beleid en de schadelijke effecten daarvan voor ontwikkelingslanden te signaleren. Nederland is daarom van mening dat de Commissie hierover regelmatig moet rapporteren aan de Raad. 10. Evaluatie van ECHO Dit onderwerp is op verzoek van Denemarken geagendeerd. Er liggen geen voorstellen of rapportages van de Commissie ter tafel. Tijdens de OS-Raad van 28 mei jl. is dit onderwerp besproken aan de hand van de vraag of een separate evaluatie van ECHO, dat in 1992 is opgericht, wenselijk is. De Raad wenste toen een dergelijke evaluatie niet uit te sluiten. Echter, omdat de Europese Rekenkamer een verslag over het functioneren van ECHO aan het voorbereiden was, werd het niet opportuun gevonden op dat moment reeds te besluiten tot een evaluatie. Besloten werd eerst de uitkomsten van het verslag van de Rekenkamer af te wachten om vervolgens te bepalen of een aanvullend evaluatief onderzoek nog noodzakelijk is. Het verslag van de Rekenkamer is tot op heden nog niet ontvangen. Naar is vernomen is de Commissie momenteel doende haar reactie op de bevindingen van de Europese Rekenkamer op te stellen waarna het aan de Raad kan worden aangeboden. 11. Diversen: Voorbereiding van de UNGASS (Speciale zitting van de Algemene Vergadering van de VN) 5 jaar na UNCED Dit onderwerp is op verzoek van Denemarken geagendeerd. Er zijn geen voorstellen of rapportages van de Commissies. De Algemene Vergadering (AV) van de VN besloot op 22 december 1992 om niet later dan in 1997 een speciale zitting van de AV te organiseren met als doel de follow-up van UNCED aan een evaluatie te onderwerpen. Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-04, nr. 40 5

Inmiddels is tentatief besloten de speciale zitting van de AV te houden op 23 27 juni 1997. De SG VN heeft in een voorstel beschreven waar de speciale zitting zich mee bezig zou moeten houden: identificatie van de kritieke elementen van duurzaamheid voor de komende jaren prioriteiten die daaruit voortvloeien voor de CSD organisatie en werkmethoden van de CSD institutionele follow-up tijdstip volgende review Nederlandse positie is gericht op het bevorderen van de verdere tenuitvoerlegging van Agenda 21. Een prioriteitsstelling voor de periode na 1997 dient plaats te vinden op basis van een gedegen inventarisatie van de sedert Rio bereikte resultaten. Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-04, nr. 40 6