Statistisch vademecum van de banksector



Vergelijkbare documenten
Statistisch vademecum van de banksector

Statistisch vademecum van de banksector

Statistisch vademecum van de banksector 2004

Statistisch vademecum van de banksector

De banken in Individuele gegevens. de banken in individuele gegevens FEBELFIN

Statistisch vademecum van de banksector 2002

De banken in Individuele gegevens. Belgische Federatie van de financiële sector. de banken in individuele gegevens FEBELFIN

De banken in Individuele gegevens. Belgische Federatie van de financiële sector. de banken in individuele gegevens FEBELFIN

De banken in Individuele gegevens. Belgische Federatie van de financiële sector. de banken in individuele gegevens FEBELFIN

De banken in Individuele gegevens. Belgische Federatie van de financiële sector. de banken in individuele gegevens FEBELFIN

205 aspecten en documenten 201 BELGISCHE VERENIGING VAN BANKEN

De banken in 2005 Individuele gegevens

Statistisch vademecum van de banksector

Statistisch vademecum van de banksector 2005

Statistisch vademecum van de banksector 2003

ASPECTEN EN DOCUMENTEN

ASPECTEN EN DOCUMENTEN

ASPECTEN EN DOCUMENTEN

ASPECTEN EN DOCUMENTEN

Statistisch vademecum van de banksector 2000

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Zanders: Treasury and Finance Solutions 6-Nov-15 9:02 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 6-Jan-16 8:58 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 15-Jan-16 8:40 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 20-Jan-16 8:52 tel.:

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Zanders: Treasury and Finance Solutions 9-Feb-16 9:45 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 18-Feb-16 8:11 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 4-Jan-16 8:39 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 2-Mar-16 8:49 tel.:

Tarieven Europa: staffel 1

kennis en economie 2013 statistische bijlage

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

Arbeidsmarkt allochtonen

ASPECTEN EN DOCUMENTEN

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Instituut voor de nationale rekeningen

Tarieven Europa: staffel 1

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

facts & figures

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

FACTS & FIGURES

UCV UitwisselingsCentrum en Verrekening vzw

FACTS & FIGURES

Enkelvoudige jaarrekening

facts & figures

67,3% van de jarigen aan het werk

FINANCIËLE STATISTIEKEN

6 Financiële instellingen

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

FACTS & FIGURES

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

RIZIV-statuut - Arts / Tandarts / Apotheker / Kinesitherapeut

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

sectorfoto 2012 Financiële instellingen

Verslag Antwerpen, februari Guy Quaden Gouverneur

Hotels en gelijkgestelde inrichtingen

ASPECTEN EN DOCUMENTEN

INTEGRATIE VAN STATISTISCHE TABELLEN DIE VOORHEEN DOOR DE COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN WERDEN GEPUBLICEERD

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2013 FLUXYS BELGIUM

DE HERSCHIKTE EOR RICHTLIJN

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

FACTS & FIGURES

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen

Bijlage VMBO-GL en TL

Europese feestdagen 2019

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

Europese feestdagen 2018

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTRIJK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

16707/14 ADD 13 as 1 DG G 2A

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen OOSTENDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

De invloed van de btw op uw werkkapitaal

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

SECTORFOTO 2014 FINANCIËLE SECTOR

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2013-I

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ARDOOIE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen RUISELEDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

Europese feestdagen 2017

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

Transcriptie:

Statistisch vademecum van de banksector 20 0 Belgische Federatie van de financiële sector

Voorwoord Wie statistieken zoekt met betrekking tot de in België gevestigde banken, zal zijn gading vinden in dit vademecum. De meeste van de gebruikte gegevens werden ontleend aan de publicaties van de Nationale Bank van België (NBB) en de Financial Services & Markets Authority (FSMA) of aan de individuele verslagen van de banken. Sommige gegevens waren bij Febelfin de Federatie van de Belgische financiële sector zelf beschikbaar (o.a. als resultaat van bevragingen bij de bankenleden). Vele gegevens werden bewerkt door de Federatie. Het vademecum is uitsluitend elektronisch beschikbaar op de Febelfin-website. Eenmaal per jaar wordt een jaarversie opgemaakt met alle dertien hoofdstukken samengebundeld in één publicatie (pdf formaat). De individuele hoofdstukken worden bovendien doorlopend aangepast en eveneens op de website ter beschikking gesteld (excel formaat). Deze zevenentwintigste editie bevat vooral bijwerkingen voor 2010. In de tabellen met gegevens die verband houden met de Europese Unie (EU) en het eurogebied (EMU), dient onder EU en EMU te worden verstaan : i EU 15 landen voor gegevens t.e.m. 2003 (België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden) 25 landen voor gegevens van 2004 t.e.m. 2007 (15 landen plus Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië) 27 landen voor gegevens vanaf 2007 (25 landen plus Bulgarije en Roemenië) EMU 11 landen voor gegevens t.e.m. 2000 (België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje) 12 landen voor gegevens van 2001 t.e.m. 2006 (11 landen plus Griekenland) 13 landen voor gegevens over 2007 (12 landen plus Slovenië) 15 landen voor gegevens over 2008 (13 landen plus Cyprus en Malta) 16 landen 1 voor gegevens over 2009 en 2010 (15 landen plus Slowakije) 1 Estland is op 1 januari 2011 toegetreden tot de EMU.

HOOFDSTUK 1 : KENCIJFERS VAN HET BELGISCHE BANKWEZEN Tabel 1.1. Tabel 1.2. Tabel 1.3. Structuur van de banksector De bankbedrijvigheid (in miljarden EUR) Resultaten van de banken (in miljarden EUR) HOOFDSTUK 2 : DE BANKEN IN DE ECONOMIE De tertiaire sector en de banken binnen de economie Tabel 2.1. Aandeel van de tertiaire en de financiële sector in de Belgische economie Tabel 2.2. De monetaire financiële instellingen (MFI's) in Europa - aantal en aard Tabel 2.3. Belang van de banksector in de Belgische economie Tabel 2.4. Internationale vergelijking van het belang van de banksector in de economie Tabel 2.5. Verloop van de totale tewerkstelling in de Belgische financiële sector Het sparen binnen de economie Tabel 2.6. Internationale vergelijking van de spaarquote van de gezinnen Tabel 2.7. Financiële activa van niet-financiële sectoren in het eurogebied Tabel 2.8. Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen en particulieren, en financiële spaarquote Tabel 2.9. Samenstelling van het financieel sparen gevormd door de Belgische vennootschappen en particulieren Tabel 2.10. Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen, naar vorm Tabel 2.11. Financiële activa gevormd door de Belgische particulieren, naar vorm De kredietverlening binnen de economie Tabel 2.12. Financiële verplichtingen van de niet-financiële sectoren in het eurogebied Tabel 2.13. Beroep van de Belgische niet-financiële vennootschappen op externe financiering Tabel 2.14. Beroep van de Belgische gezinnen op krediet Tabel 2.15. Gewicht van de banken in de financiering van de Belgische overheidsschuld Het financieel vermogen van economische sectoren Tabel 2.16. Rekening van financieel vermogen voor België

HOOFDSTUK 3 : STRUCTUUR VAN DE BANKSECTOR Tabel 3.1. Tabel 3.2. Tabel 3.3.1. Tabel 3.3.2. Tabel 3.4.1. Tabel 3.4.2. Tabel 3.4.3. Tabel 3.4.4. Tabel 3.5.1. Tabel 3.5.2. Tabel 3.6. Tabel 3.7.1. Tabel 3.7.2. Tabel 3.8. Verloop van het aantal banken Belang van de groepen van banken Aantal contactpunten met de cliënteel Geografische verdeling van de contactpunten met de cliënteel Variaties in het kantorenbestand van de banken Kantoren van de banken volgens statuut van de medewerkers Opsplitsing van banken naar omvang van hun kantorennet Internationale vergelijking van het aantal bankkantoren Aantal gevolmachtigde agenten en hun plaats in het distributienet van de banken Opsplitsing van banken naar omvang van hun agentennet Diversificatie in het net van contactpunten met de cliënteel : self-banking eenheden Voornaamste in België gevestigde banken volgens het balanstotaal Voornaamste banken naar Belgisch recht volgens het totaal eigen vermogen Belang van de voornaamste instellingen binnen de banksector HOOFDSTUK 4 : HUMAN RESOURCES Tabel 4.1.1. Tabel 4.1.2. Tabel 4.2. Tabel 4.3.1. Tabel 4.3.2. Tabel 4.4.1. Tabel 4.4.2. Aantal personen tewerkgesteld in de banksector, per categorie Opsplitsing van het uitvoerend personeel, tewerkgesteld in de banksector, naar categorie Opsplitsing van de banken naar personeelsbestand Structuur van de werkgelegenheid in de banken volgens leeftijd, anciënniteit en geslacht Structuur van de werkgelegenheid in de banken volgens gewest, nationaliteit en individuele prestatieduur Opsplitsing van het bankpersoneel naar diploma Opsplitsing van de nieuw aangeworven medewerkers in de banksector, naar diploma HOOFDSTUK 5 : INVESTERINGEN Tabel 5.1. Bruto-investeringen in vaste activa van vennootschappen in België : verloop bij financiële instellingen en niet-financiële vennootschappen Tabel 5.2. Bruto-investeringen in vaste activa : spreiding in de Belgische financiële sector

HOOFDSTUK 6 : WERKMIDDELEN Tabel 6.1. Tabel 6.2. Tabel 6.3. Tabel 6.4. Tabel 6.5. Tabel 6.6. Tabel 6.7. De gezamenlijke werkmiddelen van de banken Structurele evolutie van de werkmiddelen en van de cliëntendeposito's van de banken Samenstelling van de cliëntendeposito's van de banken naar vorm Samenstelling van de cliëntendeposito's van de banken naar munt en geografisch Opsplitsing van in België ingezamelde cliëntendeposito's naar deposanten Evolutie en belang van de interbankverrichtingen Samenstelling van de interbankverrichtingen, naar munt en geografisch HOOFDSTUK 7 : KREDIETEN Algemeen verloop van de kredieten Tabel 7.1. Algemeen overzicht van de kredietverlening door de banken Tabel 7.2. Opsplitsing van de totale bankkredieten, naar munt en geografisch Tabel 7.3. Opsplitsing van de totale bankkredieten naar vorm Tabel 7.4. Opsplitsing van de totale bankkredieten naar begunstigden Kredieten aan de Belgische privésector en aan het buitenland Tabel 7.5. Vormen van bankkredieten aan de Belgische privésector en aan het buitenland Tabel 7.6. Opsplitsing van bankkredieten aan de Belgische privésector en aan het buitenland, naar begunstigden Tabel 7.7. Evolutie van de bankkredieten aan de Belgische vennootschappen Tabel 7.8. Bankkredieten aan de Belgische vennootschappen volgens bedrijfsgrootte Tabel 7.9.1. Evolutie van het consumentenkrediet bij alle kredietverstrekkers Tabel 7.9.2. Consumentenkrediet, naar kredietverstrekkers Tabel 7.10 Kredietverlening voor huisvesting, naar kredietverstrekkers Tabel 7.11. Evolutie van de totale leasingproductie Kredieten aan de Belgische overheid Tabel 7.12. Opsplitsing van de bankkredieten aan de Belgische overheid, naar vorm en munt Tabel 7.13. Omvang van de bankkredieten aan de overheidssector in enkele landen Kredieten aan België Tabel 7.14. Opsplitsing van de bankkredieten aan België tussen privésector en overheidssector Verbinteniskredieten Tabel 7.15. Verloop van de opgenomen verbinteniskredieten Effectenportefeuille Tabel 7.16. Samenstelling van de effectenportefeuille van de banken

HOOFDSTUK 8 : ACTIVITEITEN BUITEN BALANSTELLING Tabel 8.1. Tabel 8.2. Tabel 8.3. Evolutie van de belangrijkste rubrieken in de buiten balanstelling van de banken Evolutie van de voornaamste financiële instrumenten op rente en op vreemde valuta's van de banken Wereldmarkten van de voornaamste afgeleide financiële instrumenten HOOFDSTUK 9 : INTERNATIONALISATIE Open karakter van de bankactiviteit Tabel 9.1. Algemene balans van de in België gevestigde banken : geografisch en naar de munt Tabel 9.2. Nettokapitaalsaldo van de in België gevestigde banken t.a.v. het buitenland Tabel 9.3. Omvang van de internationale verrichtingen in de activiteiten van de in België gevestigde banken Tabel 9.4. Graad van openheid tegenover het buitenland van de banksector in de EMU-landen Tabel 9.5. Aandeel van de voornaamste landen in het totale volume van de bankvorderingen op het buitenland Internationale aanwezigheid Tabel 9.6.1. Aanwezigheid van België en van andere Europese landen in de wereldrangschikking van de voornaamste banken volgens het eigen vermogen Tabel 9.6.2. Rangschikking van de grootste Europese banken volgens het eigen vermogen Tabel 9.6.3. Plaats van de Belgische banken in de wereldrangschikking Tabel 9.7. Geografische verdeling van de buitenlandse vestigingen van de Belgische banken Tabel 9.8. Aanwezigheid van buitenlandse banken in België, volgens de nationaliteit van de moederbank of van de buitenlandse aandeelhouders Tabel 9.9. Belang van de buitenlandse banken in de bankbedrijvigheid in België Tabel 9.10. Aanmeldingen van banken, onder het Europees stelsel van vrije dienstverlening Tabel 9.11. Aantal buitenlandse banken gevestigd in enkele Europese landen Activiteit op de financiële markten in euro Tabel 9.12 Bruto-uitgiften van effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied Tabel 9.13 Internationale schuldtitels : uitstaande bedragen en netto-uitgiften HOOFDSTUK 10 : BETALINGSVERKEER Betaalinstrumenten Tabel 10.1. Nationale overschrijvingen via automatische weg, indeling naar aard Tabel 10.2. Aantal betaalkaarten in omloop, onderscheid naar functie Tabel 10.3. Betaalterminals en betalingen Banksys/Atos Worldline netwerk

Tabel 10.4.1. Tabel 10.4.2. Tabel 10.4.3. Tabel 10.5. Tabel 10.6. Tabel 10.7. Tabel 10.8. Tabel 10.9. Tabel 10.10. Tabel 10.11. Proton-verrichtingen - aantal kaarten Proton-verrichtingen - aantal betaalterminals Proton-verrichtingen - aantal laadbeurten Geldafhalingen aan bankautomaten Transactionele websites (internetbankieren) Girale betalingsverrichtingen Raming van het gebruik van betaalinstrumenten in België Verrichtingen door Belgen in het buitenland Grensoverschrijdende betalingen in EUR en in deviezen Gebruik van betaalinstrumenten - Internationale vergelijking Interbancaire verrekening Tabel 10.12. Aantal verrichtingen Tabel 10.13. Elektronisch debet Tabel 10.14. Elektronisch credit Tabel 10.15. Invorderingen via DOM'80 Tabel 10.16. CEMUC-systeem Tabel 10.17. ELLIPS : cliënten- en interbancaire transfers Tabel 10.18. ELLIPS : evolutie van de nationale en internationale verrichtingen Tabel 10.19.1 TARGET : daggemiddelden van de betalingen van België Tabel 10.19.2 Betalingen via TARGET : relatief aandeel van de Europese landen Tabel 10.19.3 TARGET : uitsplitsingen van de betalingen van België met andere Europese landen. S.W.I.F.T. Tabel 10.20. Verloop van het aantal uitgewisselde berichten en belang van de verschillende types berichten HOOFDSTUK 11 : BANCARISATIE Tabel 11.1. Tabel 11.2. Tabel 11.3. Tabel 11.4. Tabel 11.5. Tabel 11.6. Tabel 11.7. Tabel 11.8. Evolutie van het totaal aantal rekeningen bij de banken Aantal rekeningen bij de banken - Overzicht volgens het type van bankrekening Gemiddeld bedrag per bankrekening Belang van de grote banken in het totaal aantal bankrekeningen Opsplitsing van de bankrekeningen naar munt en geografisch Opsplitsing van de bankrekeningen van ingezetenen naar economische sectoren Samenstelling van de totale geldvoorraad in het eurogebied Ontwikkeling van het giraal geld in de voornaamste industrielanden en in het eurogebied

HOOFDSTUK 12 : RENDABILITEIT, SOLVABILITEIT, PRODUCTIVITEIT Rendabiliteit Tabel 12.1. Tabel 12.2. Tabel 12.3. Tabel 12.4. Tabel 12.5. Tabel 12.6. Tabel 12.7. Tabel 12.8. Tabel 12.9. Tabel 12.10. Resultaten van de banken Oorsprong van de ontvangsten van de banken Aanwending van de ontvangsten van de banken Fiscale en parafiscale lasten van de banken Rendabiliteitsratio's van de banken Rendabiliteitsspreiding in de banksector Rendabiliteit van de banken vergeleken met die in andere sectoren van de Belgische economie Internationale vergelijking van de oorsprong van de bankontvangsten Internationale vergelijking van de aanwending van de bankontvangsten Internationale vergelijking van het resultaat van de banken Solvabiliteit Tabel 12.11. Tabel 12.12. Solvabiliteit van de banken naar Belgisch recht Internationale vergelijking van de banksolvabiliteit Productiviteit Tabel 12.13. Productiviteitsratio's van de banken naar Belgisch recht

HOOFDSTUK 13 : ANDERE FINANCIËLE ACTIVITEITEN EN ONDERNEMINGEN Instellingen voor collectieve belegging (ICB) Tabel 13.1.1. Aantal instellingen voor collectieve belegging die in België openbaar worden verdeeld Tabel 13.1.2. Netto-inbreng bij de in België openbaar verdeelde ICB's naar Belgisch recht Tabel 13.1.3. In België verdeeld nettoactiva van de ICB's naar Belgisch en buitenlands recht Tabel 13.1.4. Beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging Beleggingsondernemingen Tabel 13.2.1. Aantal in België gevestigde beleggingsondernemingen Tabel 13.2.2. Bedrijvigheid en resultaten van de beleggingsondernemingen naar Belgisch recht : enkele hoofdkenmerken Pensioensparen Tabel 13.3. Evolutie van het pensioensparen en de pensioenverzekeringen TERMINOLOGIE BRONNEN

HOOFDSTUK 1 : KENCIJFERS VAN HET BELGISCHE BANKWEZEN Tabel 1.1. Tabel 1.2. Tabel 1.3. Structuur van de banksector De bankbedrijvigheid Resultaten van de banken

1.1. Structuur van de banksector Aantal banken 1993 2000 2005 2009 2010 naar Belgisch recht (1) 112 72 54 46 46 - uit België - 44 26 20 20 - uit overige EU-landen - 21 23 19 20 - uit niet-eu-landen - 7 5 7 6 naar buitenlands recht 39 47 50 56 59 - uit EU-landen 24 34 41 47 50 - uit niet-eu-landen 15 13 9 9 9 Totaal aantal in België gevestigde banken 151 119 104 102 105 Vertegenwoordigingskantoren 42 32 23 18 18 Banken aangemeld onder het Europees stelsel van vrije dienstverlening 115 345 495 574 602 Personeelsleden (2) 76.281 76.364 68.478 62.199 61.522 Kantoren (3) 17.757 12.751 8.945 7.977 7.690 - wv. kantoren van de bank 7.890 6.693 4.841 4.201 4.109 - wv. kantoren van de gevolmachtigde agenten Contactpunten uitgerust met self-banking (4) 11.998 7.086 4.104 3.776 3.581 1.592 4.982 4.259 4.467 4.497 Biljettenverdelers (5) 2.636 6.673 7.256 7.837 8.310 Betaalterminals (6) 34.010 64.471 84.188 100.660 106.037 Rekeningen (7) (in duizenden) Zichtrekeningen 9.863 12.225 13.197 15.833 16.633 Termijnrekeningen 1.949 1.648 833 956 944 Gereglementeerde spaarrekeningen 18.581 17.670 17.400 18.746 19.061 Totaal 30.392 31.543 31.430 35.535 36.638 Betalingsverkeer (aantallen) POS-verrichtingen (in duizenden) (8) n.b. 402.463 674.356 873.205 925.111 Proton-betalingen (in duizenden) n.b. 51.267 102.016 70.491 60.618 Geldafhalingen (9) (in miljoenen) 113,6 201,2 252,6 282,7 287,4 Uitgevoerde overschrijvingen (in miljoenen) 383,3 619,4 688,5 799,0 846,3 Kredietkaarten (in duizenden) (10) 1.997 2.745 3.008 3.285 3.365 Debetkaarten (in duizenden) (10) 6.071 8.371 10.719 12.697 13.136 Bron : Febelfin en Febelfin-berekeningen op gegevens NBB. Laatste bijwerking december 2011. (1) De banken naar Belgisch recht zijn verder onderverdeeld volgens nationaliteit van de meerderheid of sterkste participatie binnen het aandeelhouderschap (zie ook tabel 9.8.). (2) Raming voor alle banken (Febelfin-enquête bij de leden, aangevuld met gegevens uit de gepubliceerde rekeningen). (3) De cijfers m.b.t. kantoren van banken en van gevolmachtigde agenten zijn afkomstig uit een Febelfin-enquête bij de leden. (4) Self-banking in kantoren van de banken en in kantoren van de gevolmachtigde agenten. Aantal autonome selfbanking eenheden (2010 : 91) is niet in dit cijfer inbegrepen. (5) ATM's van Banksys/Atos Worldline, alsook privatieve ATM's. (6) Atos Worldline (Bancontact/Mister Cash). (7) Ramingen. (8) Vanaf 2000 : opladen van SIM-kaarten via Automated Teller machines (ATM) en GSM inbegrepen. (9) Geldafhalingen aan biljettenverdelers/atm's. (10) Vanaf 2007 : cijfers op basis van een Febelfin-enquête bij de leden.

1.2. De bankbedrijvigheid (1) (in miljarden EUR) Einde periode 1993 2000 2005 2009 2010 VOORNAAMSTE BALANSRUBRIEKEN Balanstotaal 562,9 778,4 1.123,4 1.217,8 1.163,1 Kredieten : Cliëntenkredieten (2) 193,0 301,3 411,2 450,6 405,4 (3) - aan België 162,9 216,2 245,3 271,2 272,2 - aan het buitenland 30,1 85,1 165,9 179,4 133,1 Kredieten a/d Belgische overheid (4) 108,2 95,0 65,2 52,5 57,3 Interbankvorderingen 183,0 178,1 310,3 284,3 299,7 Effectenportefeuille 52,3 151,2 235,5 270,5 243,3 Deposito's : Cliëntendeposito's 283,8 375,1 473,7 597,9 596,9 - zichtdeposito's 33,7 74,8 116,2 158,4 161,7 - termijndeposito's 95,8 108,2 131,6 143,0 135,0 - gereglementeerde spaardeposito's 48,5 94,1 158,8 188,7 214,8 - depositocertificaten 3,3 28,3 26,2 33,9 24,6 - kasbons en obligaties 96,3 64,2 33,2 58,7 46,5 - overige 6,2 5,5 7,8 15,1 14,3 Interbankschulden 223,7 261,5 412,1 295,8 258,8 Aansprakelijk vermogen (5) 22,3 55,1 57,7 83,4 85,9 - eigen vermogen (5) 15,4 32,1 34,5 51,9 54,6 - achtergestelde schulden 6,9 23,0 23,3 31,5 31,3 VOORNAAMSTE POSTEN BUITEN BALANSTELLING Toevertrouwde waarden en vorderingen 2.741,1 9.933,7 18.014,9 29.587,5 32.739,3 waarvan : open bewaargevingen 1.458,9 4.992,3 8.909,2 14.945,2 16.594,1 Termijnverrichtingen 902,2 2.411,9 5.289,0 7.742,3 6.579,2 Waarborgen 416,6 1.242,6 2.151,8 2.616,4 2.718,9 Betekende kredietlijnen 172,6 304,4 348,0 443,1 327,8 Contantverrichtingen in uitvoering 73,3 65,6 96,6 92,7 79,4 Opgenomen verbinteniskredieten 29,5 82,4 97,6 129,2 119,8 Overige rechten en verplichtingen 21,4 46,8 67,2 68,0 69,5 Vooraf gedekte opbrengsten en kosten 4,3 3,1 6,8 0,5 0,5 Bron : Febelfin-berekeningen op gegevens NBB. Laatste bijwerking december 2011. (1) Betreft gegevens op vennootschappelijke basis. (2) Inclusief de vorderingen op de Belgische overheid in de vorm van directe kredietverlening. (3) Kredieten aan de Belgische privé-sector, aan het buitenland en aan de Belgische overheid. De cijfers met betrekking tot de uitstaande bedragen van kredieten zijn in de jongste jaren negatief beïnvloed door bepaalde effectiseringsoperaties, o.a. voor hypothecaire leningen en kredieten aan ondernemingen. Sommige van deze operaties hadden betrekking op aanzienlijke bedragen. Ofschoon effectisering een negatieve weerslag heeft op de boekhoudkundige kredietcijfers, blijft de betrokken kredietfinanciering vanuit economisch oogpunt wel volledig intact. (4) Krediet aan de Belgische overheid in de vorm van obligaties en schatkistcertificaten, alsook het bij de centrale bank herfinancierbaar overheidspapier. (5) Fonds voor algemene bankrisico's inbegrepen.

1.3. Resultaten van de banken (1) Opbouw van de inkomsten (in miljarden EUR) 1993 2000 2005 2009 2010 Renteresultaat 6,9 8,1 8,6 10,7 10,1 Diverse inkomsten 4,0 8,9 7,1 9,0 10,7 Totaal (bankproduct) 10,9 17,0 15,7 19,7 20,8 Aanwending bankproduct en uitzonderlijk resultaat (2) (in miljarden EUR) Bedrijfskosten 7,7 11,9 11,4 15,0 14,3 Waardecorrecties m.b.t. de normale bankactiviteit (3) 1,4 1,0-0,3 5,5-0,6 Belastingen op het resultaat 0,6 1,3 0,7 0,5 0,5 Resultaat van het boekjaar 1,4 4,4 4,9-3,0 4,8 Rendabiliteits- en solvabiliteitsratio's Rentemarge (4) 1,29% 1,05% 0,84% 0,87% 0,87% Winstmarge (5) 0,26% 0,54% 0,46% -0,23% 0,39% Rendabiliteit eigen vermogen (6) 8,70% 12,94% 13,71% -5,95% 9,05% Solvabiliteitscoëfficiënt (7) 11,00% 11,90% 11,50% 17,30% 19,30% Bron : Febelfin-berekeningen op gegevens NBB. Laatste bijwerking december 2011. (1) De analyse van de resultaten van de banken is gebaseerd op de globalisaties van de gedetailleerde boekhoudstaten op vennootschappelijke basis en heeft betrekking op kalenderjaren. (2) Uitzonderlijk resultaat : 203 mio. in 1993; 1.538 mio in 2000; 1.021 mio in 2005; -1,746 mio in 2009 en -1,780 mio in 2010. (3) Waardeverminderingen op kredieten, op beleggingspapier en -effecten, voorzieningen voor andere risico's en kosten en toevoeging aan de voorzorgfondsen voor risico's. (4) Renteresultaat in verhouding tot de werkmiddelen van derden. (5) Resultaat van het boekjaar in verhouding tot de ingezette werkmiddelen. (6) Alleen banken naar Belgisch recht. (7) Gewogen risicocoëfficiënt; alleen banken naar Belgisch recht, op geconsolideerde basis (bron : NBB).

HOOFDSTUK 2 : DE BANKEN IN DE ECONOMIE De tertiaire sector en de banken binnen de economie Tabel 2.1. Tabel 2.2. Tabel 2.3. Tabel 2.4. Aandeel van de tertiaire en de financiële sector in de Belgische economie De monetaire financiële instellingen (MFI's) in Europa - aantal en aard Belang van de banksector in de Belgische economie n.u. Internationale vergelijking van het belang van de banksector in de economie Het sparen binnen de economie Tabel 2.6. Tabel 2.7. Tabel 2.8. Tabel 2.9. Internationale vergelijking van de spaarquote van de gezinnen Financiële activa van niet-financiële sectoren in het eurogebied Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen en particulieren, en financiële spaarquote (gegevens 2008) Samenstelling van het financieel sparen gevormd door de Belgische vennootschappen en particulieren Tabel 2.10. Tabel 2.11. Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen, naar vorm Financiële activa gevormd door de Belgische particulieren, naar vorm De kredietverlening binnen de economie Tabel 2.12. Tabel 2.13. Tabel 2.14. Tabel 2.15. Financiële verplichtingen van de niet-financiële sectoren in het eurogebied Beroep van de Belgische niet-financiële vennootschappen op externe financiering Beroep van de Belgische gezinnen op krediet Gewicht van de banken in de financiering van de Belgische overheidsschuld Het financieel vermogen van economische sectoren Tabel 2.16. Rekening van financieel vermogen voor België n.u. not updated

2.1. Aandeel van de tertiaire en de financiële sector (1) in de Belgische economie (in %) Jaar Bruto toegevoegde waarde (3) Werkgelegenheid (4) Beloning werknemers (5) Bruto-investeringen in vaste activa (6) A. Aandeel van de tertiaire sector (1) in de Belgische economie 1995 63,1 71,8 69,2 75,4 2000 63,7 74,0 71,5 75,2 2005 66,7 76,2 74,3 80,0 2009 68,9 77,4 76,2 77,8 2010 68,6 78,0 76,4 78,0 B. Aandeel van de verhandelbare diensten (1) in de Belgische economie 1995 43,5 40,8 37,5 64,3 2000 44,3 42,7 39,8 64,1 2005 46,4 43,2 40,2 70,3 2009 47,3 44,1 41,1 67,3 2010 47,1 44,4 40,9 67,5 C. Aandeel van de financiële sector (2) in de Belgische economie 1995 5,9 3,7 6,7 4,2 2000 5,5 3,5 6,5 4,7 2005 5,3 3,3 5,9 4,3 2009 5,5 3,1 5,5 3,9 2010 5,8 3,0 5,3 3,5 D. Aandeel van de financiële sector (2) in de verhandelbare diensten 1995 13,5 9,1 18,0 6,5 2000 12,4 8,3 16,2 7,4 2005 11,5 7,6 14,6 6,2 2009 11,6 6,9 13,4 5,7 2010 12,3 6,8 13,0 5,2 Bron : Febelfin-berekeningen op gegevens van het INR (gedetailleerde nationale rekeningen). Laatste bijwerking maart 2012. (1) Tertiaire sector : omvat het geheel van de verhandelbare en de niet-verhandelbare diensten. Bedrijfstakken die tot de verhandelbare diensten behoren : groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen; vervoer en opslag; verschaffen van accommodatie en maaltijden; uitgeverijen, audiovisuele diensten en uitzendingen; telecommunicatie; informaticadiensten en dienstverlenende activiteiten op gebied van informatie; financiële activiteiten en verzekeringen; exploitatie van en handel in onroerend goed; rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, hoofdkantoren, adviesbureaus, architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen; speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied; reclamewezen en marktonderzoek; overige gespecialiseerde wetenschappelijke en technische activiteiten; administratieve en ondersteunende diensten. Bedrijfstakken die tot de nietverhandelbare diensten behoren : openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen; onderwijs; menselijke gezondheidszorg; maatschappelijke dienstverlening; kunst, amusement en recreatie; overige diensten; huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik. (2) (3) (4) (5) Het betreft de branche financiële activiteiten en verzekeringen. Op basis van de gegevens over de bruto toegevoegde waarde per institutionele sector en bedrijstak, ramingen tegen lopende prijzen. Op basis van de gegevens over het aantal 'werkzame personen' per institutionele sector en bedrijfstak. Onder 'werkzame personen' wordt verstaan het geheel van de werknemers in loondienst en van de zelfstandigen. Op basis van de gegevens over de beloning van werknemers in loondienst per institutionele sector en bedrijfstak, ramingen tegen lopende prijzen. (6) Op basis van de gegevens over de bruto-investeringen in vaste activa per institutionele sector en bedrijfstak, ramingen tegen lopende prijzen.

2.2 De monetaire financiële instellingen (MFI's) in Europa - aantal en aard Einde 2010 Totaal aantal MFI's Centrale bank Indeling naar aard Kredietinstellingen Geldmarktfondsen Overige België 123 1 106 16 0 Cyprus 153 1 152 0 0 Duitsland 1.999 1 1.929 69 0 Finland 370 1 338 31 0 Frankrijk 1.206 1 686 518 1 Griekenland 83 1 62 20 0 Ierland 696 1 489 206 0 Italië 808 1 778 29 0 Luxemburg 602 1 146 455 0 Malta 32 1 26 5 0 Nederland 300 1 290 7 2 Oostenrijk 806 1 780 25 0 Portugal 164 1 160 3 0 Slovenië 28 1 25 2 0 Slowakije 43 1 29 13 0 Spanje 413 1 337 75 0 EU (1) 2 1 1 0 0 Totaal landen in Eurozone 7.828 17 6.334 1.474 3 Bulgarije 36 1 30 5 0 Denemarken 164 1 161 2 0 Estland 37 1 18 0 18 Hongarije 246 1 189 56 0 Letland 76 1 39 2 34 Litouwen 90 1 87 2 0 Polen 710 1 706 3 0 Roemenië 55 1 42 12 0 Tsjechië 67 1 55 11 0 Verenigd Koninkrijk 407 1 375 31 0 Zweden 205 1 173 30 1 Totaal andere EU-landen (2) 2.093 11 1.875 154 53 Totaal 9.921 28 8.209 1.628 56 Bron : ECB. Laatste bijwerking november 2011. (1) ECB en European Investment Bank. (2) Europese Unie (EU) van 27 landen.

2.3. Belang van de banksector in de Belgische economie Jaar BBP (1) (in miljarden EUR) Totale balans van de Belgische banksector in miljarden EUR in % t.a.v. het BBP Belgische balans van de banksector (2) in miljarden EUR in % t.a.v. het BBP 1995 207,9 616,1 296,3 362,7 174,5 2000 252,5 778,4 308,3 401,2 158,9 2005 303,4 1.123,4 370,3 476,4 157,0 2009 340,4 1.217,8 357,8 633,4 186,1 2010 354,4 1.163,1 328,2 616,3 173,9 Bron : Febelfin-berekeningen op gegevens NBB. Laatste bijwerking november 2011. (1) Tegen marktprijzen. (2) Gemiddelde van de activa en passiva op België, in EUR en deviezen. Tot 1995, BEF en deviezen.

2.4. Internationale vergelijking van het belang van de banksector in de economie (1) (totale activa in % van het BBP, einde 2009) Luxemburg 2.121 Cyprus 823 Ierland 810 Malta 720 Verenigd Koninkrijk 603 Zwitserland 498 Denemarken 496 Nederland 389 Oostenrijk 378 Frankrijk 375 België 343 EMU-16 (1) 334 Spanje 327 Zweden 319 Portugal 310 Duitsland 308 Italië 243 Finland 226 Griekenland 206 Slovenië 153 Slovakije 86 Bron : Febelfin-berekeningen op gegevens ECB, Banque Nationale Suisse (voor Zwitserland) en de NBB (wisselkoers CHF). Laatste bijwerking december 2010. (1) Gewogen gemiddelde 16 lidstaten behorend tot de EMU.

2.6. Internationale vergelijking van de spaarquote van de gezinnen (1) (in %) 1996 2000 2005 2009 2010 Duitsland 16,3 15,1 16,3 17,1 17,1 België 18,6 16,8 15,1 18,4 16,2 Slovenië 13,1 14,6 17,1 15,0 15,7 Frankrijk 14,6 14,1 14,4 16,2 15,6 Oostenrijk 14,3 14,1 14,5 15,7 13,5 Zweden 8,5 6,9 8,3 15,6 13,4 Ierland n.b. n.b. 9,6 14,7 13,4 Noorwegen 7,7 9,2 14,5 12,4 12,4 Italië 22,7 14,2 15,8 13,4 12,1 Finland 7,9 8,1 8,5 11,9 11,3 Nederland 17,4 12,1 12,3 13,0 10,9 Spanje n.b. 11,1 11,3 18,1 n.b. Denemarken 7,3 4,3 3,7 7,7 n.b. Verenigd Koninkrijk 9,4 4,7 4,0 6,0 n.b. Zwitserland 16,2 16,9 15,4 17,1 n.b. Bron : Eurostat. Laatste bijwerking november 2011. (1) Brutosparen van de gezinnen uitgedrukt in percentage t.a.v. hun beschikbaar inkomen. Voor Griekenland en Luxemburg zijn geen gegevens beschikbaar.

2.7. Financiële activa van niet-financiële sectoren in het eurogebied (uitstaande bedragen, in miljarden EUR) Einde periode 2009 2010 Totale financiële activa overheden 3.415,3 3.777,0 Chartaal geld en deposito's 655,7 700,0 Schuldtitels 382,8 544,0 wv. korte termijn 31,8 51,0 lange termijn 351,0 493,0 Leningen 453,4 521,0 wv. korte termijn 85,5 81,0 lange termijn 367,9 440,0 Aandelen 1.281,5 1.350,0 wv. genoteerde aandelen 287,8 262,0 niet-genoteerde aandelen 846,5 879,0 aandelen van beleggingsinstellingen 147,1 209,0 Verzekeringstechnische reserves 3,2 4,0 Overige tegoeden en financiële derivaten 638,8 657,0 Totale financiële activa niet-financiële ondernemingen 16.010,2 17.298,0 Chartaal geld en deposito's 1.784,4 1.794,0 Schuldtitels 344,9 401,0 wv. korte termijn 137,9 79,0 lange termijn 207,0 322,0 Leningen 2.941,3 3.316,0 wv. korte termijn 1.323,1 1.551,0 lange termijn 1.618,2 1.765,0 Aandelen 7.381,3 7.857,0 wv. genoteerde aandelen 1.310,0 1.596,0 niet-genoteerde aandelen 5.700,8 5.904,0 aandelen van beleggingsinstellingen 370,5 357,0 Verzekeringstechnische reserves 144,7 175,0 Overige tegoeden en financiële derivaten 3.413,5 3.755,0 Totale financiële activa gezinnen 18.073,6 18.864,0 Chartaal geld en deposito's 6.417,9 6.624,0 Schuldtitels 1.441,6 1.405,0 wv. korte termijn 11,5 33,0 lange termijn 1.430,1 1.372,0 Leningen 75,0 71,0 wv. korte termijn 17,6 19,0 lange termijn 57,4 52,0 Aandelen 4.174,3 4.535,0 wv. genoteerde aandelen 731,3 811,0 niet-genoteerde aandelen 2.054,1 2.283,0 aandelen van beleggingsinstellingen 1.388,9 1.441,0 Verzekeringstechnische reserves 5.478,6 5.706,0 Overige tegoeden en financiële derivaten 486,3 523,0 Bron : Febelfin-berekeningen en -voorstelling op basis van gegevens ECB. Laatste bijwerking november 2011.