Vragen en antwoorden. Recht op en hoogte van de koopkrachttegemoetkoming

Vergelijkbare documenten
B en W. nr d.d

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VASTGESTELDE BELEIDSREGELS

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nota van B&W. onderwerp Eenmalige koopkrachttegemoetkoming lage inkomens. Portefeuilehouder drs. Ap Reinders

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Aan burgemeester en wethouders ingekomen: J" IMi /U14 reg.nr.:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Adviesnota aan B en W

Oplegvel Collegebesluit

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

BELEIDSREGELS UITVOERING WET EENMALIGE KOOPKRACHTTEGEMOETKOMING LAGE INKOMENS GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2014

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

Langdurigheidstoeslag 2013

Koopkrachttegemoetkoming aanvragen

Verordening Welzijnsfonds Boxtel De raad van de gemeente Boxtel. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Boxtel

Verordening langdurigheidstoeslag. gemeente Veendam

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsregel vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; B E S L U I T : DE VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE MENTERWOLDE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

wordt de draagkracht berekend over middelen waarover belanghebbende daadwerkelijk de beschikking

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014

De Raad van de gemeente Ede,

Betreft : RAADSVOORSTEL - Vaststelling Verordening langdurigheidstoeslag

GEMEENTEBLAD. Nr Artikel 1 Begripsbepalingen

Verordening. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Toelichting op de verordening individuele inkomenstoeslag

Gemeente Den Haag. rv 126. Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van vervallen huishoudtoets.

GEMEENTE BOEKEL. Raadsbesluit Z/ AB/ De raad van de gemeente Boekel;

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013

TOELICHTING VERORDENINGEN WERK EN INKOMEN GEMEENTE HATTEM Bijlage bij raadsvoorstel

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Overbetuwe 2009

d. voor gehuwden met ten laste komende kind(eren) van 12 tot en met 17 jaar: 39 % van de norm gehuwden, vermeerderd met een bedrag van 240,- euro.

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151;

b. WTOS: de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

Langdurigheidtoeslag Verordening. Verordening Langdurigheidtoeslag 2012 ex artikel 36 WWB

In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 april 2013

besluit vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag 2017 gemeente Harderwijk.

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân

Toelichting. Algemeen

Beleidsregels uitvoering langdurigheidstoeslag gemeente Deventer

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

Raadsvoorstel 4 juli 2012 AB RV

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening individuele inkomenstoeslag

B Sociale Verzekeringsbank Voorzitter Raad van Bestuur

Raadsstuk GEWIJZIGD EXEMPLAAR. 081/ april 2009 SZW/BB 09/ Verordening Langdurigheidstoeslag Aan de Raad der gemeente Haarlem

Officiële naam regeling Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013 Citeertitel Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG 2012/25698 WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag 1 / 5

Uitkeringsbedragen per 1 juli Nieuwsbericht

Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012.

Uitvoeringsregeling -

Gemeente Heerlen - Verordening Langdurigheidstoeslag 2014

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand

gemeente Steenbergen

Artikel 6: Nadere regels Het college stelt nadere regels voor de individuele inkomenstoeslag in beleidsregels.

Verordening persoonlijk participatiebudget Roerdalen 2014.

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en sub b, en tweede lid, van de Participatiewet. b e s l u i t :

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Nr.: 8.3 Onderwerp: Aanpassing Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

CVDR. Nr. CVDR28457_1. Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2009

Verordening sociale en culturele activiteiten 2012

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

Gemeente Albrandsuuaard

Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een Sociaal Medische indicatie Boxtel b e s l u i t :

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Beverwijk Documentnummer INT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2015;

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013

Bijzondere bijstand voor. chronisch zieken, gehandicapten. en ouderen

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

Verordening langdurigheidstoeslag WWB ISD Bollenstreek 2012

Adviesnota Bestuur datum: 31 oktober 2014

b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang Boxtel 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2014;

Voorstel aan de Raad. Onderwerp : De Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Raadsvergadering : 26 juni 2013 Agendapunt :

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet; b e s l u i t :

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 juni 2015;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Gemeente Dalfsen. Gemeenteraad

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Het Dagelijks Bestuur van ISD BOL. Vast te stellen de Beleidsregels Boete ISD BOL In te trekken de Beleidsregels Boete ISD BOL 201 5

- Alleenstaanden en alleenstaande ouders krijgen dezelfde norm voor inkomenstoeslag, namelijk 436,- ;

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 GR Ferm Werk

Bijlage 1 Maatregelen terugdringen niet-gebruik in de afgelopen periode

Transcriptie:

Vragen en antwoorden Recht op en hoogte van de koopkrachttegemoetkoming Wie heeft recht op een Recht op een koopkrachttegemoetkoming in 2014 hebben personen van 18 jaar of ouder met een inkomen van ten hoogste 110% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm. Voor de vaststelling van het recht op en de hoogte van de koopkrachttegemoetkoming geldt als peildatum 1 september 2014. Dit betekent dat deze datum bepalend is voor de vaststelling van onder andere de leeftijd van de belanghebbende en de huishoudsituatie (gehuwd, alleenstaande ouder of alleenstaand). Ook is deze datum bepalend voor de vaststelling van de woonplaats, zodat duidelijk is tot welke gemeente de betrokkene zich dient te wenden voor een aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming. Voor de bepaling van de hoogte van het inkomen, ter vaststelling of een persoon tot de doelgroep van rechthebbenden behoort, geldt als peilmaand september 2014. Bij de vaststelling van het recht op de koopkrachttegemoetkoming wordt vermogen buiten beschouwing gelaten. Overige voorwaarden: woonachtig en rechtmatig verblijvend in Nederland; Nederlander, of daarmee gelijkgesteld. Geen recht op een koopkrachttegemoetkoming hebben: gedetineerden; personen jonger dan 18 jaar; personen jonger dan 27 jaar die door het Rijk bekostigd onderwijs kunnen volgen (en die in verband hiermee al dan niet aanspraak hebben op studiefinanciering); personen van 18, 19 of 20 jaar die in een inrichting verblijven. Wat zijn de inkomensgrenzen voor het recht op een Personen komen in aanmerking voor een koopkrachttegemoetkoming indien hun inkomen over de maand september 2014 niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. De hier bedoelde bijstandsnorm is de norm, bedoeld in Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 van de WWB, verhoogd met de maximale toeslag, bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de WWB. Voor het recht op een koopkrachttegemoetkoming gelden de volgende netto inkomensgrenzen. Inkomensnormen koopkrachttegemoetkoming 2014, netto bedragen, inclusief vakantiegeld (peildatum: 1 september 2014) Leefsituatie en leeftijd bijstandsnorm (100%) Inkomensgrens : maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm Personen van 18, 19 of 20 jaar, zonder kind(eren) alleenstaande 234,88 258,37 gehuwden, beide 18, 19 of 20 jaar 469,76 516,74 1

gehuwden, één 21 jaar of ouder 914,63 1.006,09 Personen van 18, 19 of 20 jaar, met kind(eren) alleenstaande ouder 506,78 557,46 gehuwden, beide 18, 19 of 20 jaar 741,66 815,83 gehuwden, één 21 jaar of ouder 1.186,53 1.305,18 Personen van 21 jaar tot pensioengerechtigde leeftijd alleenstaande 951,64 1.046,80 alleenstaande ouder 1.223,54 1.345,89 gehuwden, beide hebben pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt 1.359,49 1.495,44 Personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt alleenstaande 1.044,01 1.148,41 alleenstaande ouder 1.313,82 1.445,20 gehuwden, één of beide hebben pensioengerechtigde leeftijd bereikt 1.437,02 1.580,72 Personen in een inrichting (21 jaar of ouder) alleenstaande 340,26 374,29 alleenstaande ouder 340,26 374,29 gehuwden 552,58 607,84 Wat is de hoogte van de De hoogte van koopkrachttegemoetkoming bedraagt: 100 euro voor gehuwden; 90 euro voor een alleenstaande ouder; 70 euro voor een alleenstaande. De koopkrachttegemoetkoming wordt belastingvrij verstrekt. Ambtshalve verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming en verstrekking op aanvraag Waartoe zijn gemeenten verplicht in het kader van de aanvraag over de 2

De enige wettelijke verplichting is dat het college van B&W regels bekend maakt over de wijze van aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming (o.g.v. artikel 2, vijfde lid, van het Besluit koopkrachttegemoetkoming lage inkomens). Er bestaat gemeentelijke beleidsvrijheid ten aanzien van de wijze waarop de aanvraagprocedure wordt ingericht. Op verzoek van het Uitvoeringspanel gemeenten wordt gemeenten uitdrukkelijk geadviseerd een uiterste datum vast te stellen tot wanneer een aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming mogelijk is. Hiermee wordt voorkomen dat gemeenten in het jaar 2015 of later nog aanvragen voor de koopkrachttegemoetkoming 2014 in behandeling dient te nemen. Welke regels dient het college vast te stellen? De gemeente heeft beleidsvrijheid ten aanzien van de inhoud van de vast te stellen nadere regels. Het verdient aanbeveling het volgende op te nemen: de grondslag: artikel 2, vijfde lid, van het Besluit koopkrachttegemoetkoming lage inkomens; aan welke groep de eenmalige koopkrachttegemoetkoming ambtshalve wordt verstrekt, bijvoorbeeld aan: - personen met een WWB-, IOAW of IOAZ-uitkering; - de overige belanghebbenden waarvan bij de gemeente bekend is dat zij naar verwachting een inkomen hebben van ten hoogste 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. welke groep (namelijk de overige belanghebbenden met een inkomen van ten hoogste 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm) de koopkrachttegemoetkoming kan aanvragen via een door college van B&W vast te stellen aanvraagformulier; dat de aanvragen kunnen worden ingediend tot een door het college van B&W vastgestelde datum. datum van inwerkingtreding, eventueel met terugwerkende kracht. datum van vervallen van de regels. Verstrekking op schriftelijke aanvraag of ambtshalve? Het college kan het recht op koopkrachttegemoetkoming vaststellen op schriftelijke aanvraag of indien de relevante getoetste inkomensgegevens van de rechthebbende bij de gemeente bekend zijn- ambtshalve. Het ligt voor de hand dat de gemeente zoveel mogelijk tot ambtshalve verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming overgaat. Dit is niet alleen klantvriendelijk, maar leidt ook tot de minste uitvoeringskosten voor de gemeente. In aanmerking voor ambtshalve verstrekking komen: personen met een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering; personen waarvan de getoetste inkomensgegevens bij de gemeente bekend zijn, bijvoorbeeld in het kader van de bijzondere bijstand, het gemeentelijk minimabeleid of de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming vindt plaats door middel van een afzonderlijk uitkeringsproces met afzonderlijke beschikkingen, mogelijkheid van bezwaar en beroep en verplichte terugvordering bij fraude. Op welke datum dient de gemeente de koopkrachttegemoetkoming uit te betalen? De gemeente heeft beleidsvrijheid ten aanzien van de betaaldatum. Hierover is in de wet en in het besluit niets geregeld. Wel is in de Wet koopkrachttegemoetkoming lage inkomens opgenomen dat de betaling nog in het kalenderjaar 2014 dient plaats te vinden. Voorlichting aan de doelgroep Hoe worden rechthebbenden gewezen op hun recht op een Het ministerie van SZW zal begin oktober 2014 een landelijke voorlichtingscampagne starten waarin personen met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm worden gewezen op hun recht op een koopkrachttegemoetkoming in het jaar 2014. Belanghebbenden zullen daarbij voor meer informatie worden verwezen naar hun gemeente. Het is dus van belang dat de gemeente vanaf oktober 2014 voorbereid is op vragen. Over de vormgeving van deze voorlichtingscampagne wordt nog overlegd met de VNG. Daarnaast is het van belang dat de gemeente zelf een voorlichtingscampagne start waarin de gemeente haar inwoners met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm wijst op hun recht op een koopkrachttegemoetkoming in het jaar 2014 en hen informeert over de wijze waarop deze koopkrachttegemoetkoming kan worden aangevraagd. 3

Het verdient aanbeveling de personen aan wie de koopkrachttegemoetkoming ambtshalve wordt verstrekt, zo spoedig mogelijk hierover te informeren. Hiermee kunnen onnodige aanvragen zoveel mogelijk worden voorkomen. Waartoe zijn gemeenten verplicht in het kader van de voorlichting over de Er bestaat gemeentelijke beleidsvrijheid ten aanzien van de wijze waarop de gemeente de potentiële rechthebbenden voorlicht over het recht op koopkrachttegemoetkoming en over de wijze waarop deze koopkrachttegemoetkoming kan worden aangevraagd. Bekostiging van de koopkrachttegemoetkoming Hoeveel geld is er beschikbaar voor de uitkerings- en uitvoeringskosten? Het kabinet heeft een bedrag van 70 miljoen beschikbaar gesteld voor de verstrekking van een eenmalige koopkrachttegemoetkoming voor de laagste inkomensgroepen in het jaar 2014. Binnen het beschikbare budget van 70 miljoen is 60 miljoen voorzien voor de uitkeringslasten en 10 miljoen voor de uitvoeringskosten. Voor de uitvoering van de koopkrachttegemoetkoming is een bedrag van 66 miljoen beschikbaar voor de gemeenten. Het betreft een (ongedeeld) bedrag voor zowel de te verstrekken koopkrachttegemoetkomingen als de uitvoeringskosten. Een bedrag van 4 miljoen is beschikbaar voor de SVB ten behoeve van de (ambtshalve) verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming aan Aio-gerechtigden. Hoe wordt het voor gemeenten beschikbare budget van 66 miljoen beschikbaar gesteld aan gemeenten? Het voor gemeenten in 2014 beschikbare budget van 66 miljoen wordt door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegen toegevoegd aan het gemeentefonds. Het macrobedrag van 66 miljoen wordt vervolgens door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over gemeenten verdeeld naar rato van het aantal huishoudens met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum per 1 januari 2012, waarbij om te voorkomen dat de kleinste gemeenten vanwege het afgeronde karakter van deze cijfers geen budget ontvangen het minimum aan een college toe te kennen bedrag is gesteld op 2.500. Met deze maatstaf wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de daadwerkelijk te verwachten uitkeringslasten en uitvoeringskosten per gemeente. Als gegevensbron voor de verdeling is gebruikgemaakt van de op dit moment meest actuele informatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Over de keuze voor een decentralisatie-uitkering en de daarbij te hanteren verdeelmaatstaf is overlegd met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Eigen aan financiering via het gemeentefonds is dat gemeenten zich niet aan het Rijk behoeven te verantwoorden over de besteding van deze gelden. Hoeveel bedraagt het voor onze gemeente beschikbare budget? Gemeenten zijn over het toe te kennen bedrag per gemeente geïnformeerd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de septembercirculaire gemeentefonds 2014, die is gepubliceerd op 16 september 2014. Is het voor de gemeente beschikbare budget toereikend? In beginsel is het aan de gemeente toegekende budget toereikend, waarbij ervan wordt uitgegaan dat circa 30% van de personen die de koopkrachttegemoetkoming moeten aanvragen, geen gebruik zal maken van de regeling. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat personen met een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering de koopkrachttegemoetkoming niet hoeven aan te vragen, maar ambtshalve krijgen uitgekeerd (0% niet-gebruik). Vragen en antwoorden Recht op en hoogte van de koopkrachttegemoetkoming Heeft de gemeente beleidsvrijheid ten aanzien van de keuze voor de doelgroep van de Neen. Personen met een inkomen van ten hoogste 110% van de toepasselijke bijstandsnorm hebben een wettelijk recht op een koopkrachttegemoetkoming in 2014. Er bestaat ook geen ruimte om het vermogen van een belanghebbende in aanmerking te nemen bij het bepalen van het recht op een koopkrachttegemoetkoming. 4

Hebben alleen uitkeringsgerechtigden recht op een Neen. Alle personen met een inkomen van ten hoogste 110% van de toepasselijke bijstandsnorm hebben recht een koopkrachttegemoetkoming. Dit geldt dus niet alleen voor uitkeringsgerechtigden, maar uitdrukkelijk ook voor werkenden met een laag inkomen. Wel is het zo dat alle personen die op 1 september 2014 recht hebben op een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering, alsmede alle personen die op 1 september 2014 recht hebben op een toeslag op grond van de Toeslagenwet, vanwege de hoogte van hun inkomen per definitie ook recht hebben op een koopkrachttegemoetkoming in 2014. In de memorie van toelichting op het oorspronkelijke wetsvoorstel wordt gesproken over een wettelijk recht op een koopkrachttegemoetkoming voor alleen personen met een WWB-, IOAW- en IOAZ-uitkering. De Tweede Kamer heeft het Wetsvoorstel koopkrachttegemoetkoming lage inkomens echter geamendeerd, waardoor in de door het parlement aanvaarde Wet koopkrachttegemoetkoming lage inkomens alle personen met een inkomen van ten hoogste 110% van de toepasselijke bijstandsnorm recht hebben op een koopkrachttegemoetkoming. Bedraagt de minimale leeftijd voor het recht op een koopkrachttegemoetkoming 18 jaar of 21 jaar? Het recht op een koopkrachttegemoetkoming kan bestaan vanaf de leeftijd van 18 jaar. In de memorie van toelichting op het oorspronkelijke wetsvoorstel wordt weliswaar gesproken over zelfstandige huishoudens waarvan de belanghebbende 21 jaar of ouder is, maar in de door het parlement aanvaarde Wet koopkrachttegemoetkoming lage inkomens zijn 18-, 19- en 20-jarigen niet uitgesloten van het recht op een koopkrachttegemoetkoming. Ook zijn personen vanaf 21 jaar die verblijven in een inrichting, niet uitgesloten van het recht op een koopkrachttegemoetkoming. Hebben gemeenten beleidsruimte bij het vaststellen van de hoogte van de Neen. De hoogte van koopkrachttegemoetkoming is wettelijk vastgelegd en bedraagt 100 euro voor gehuwden, 90 euro voor een alleenstaande ouder en 70 euro voor een alleenstaande. In de memorie van toelichting op het oorspronkelijke wetsvoorstel wordt gesproken over een mogelijkheid om een lagere koopkrachttegemoetkoming vast te stellen. In de door het parlement aanvaarde Wet koopkrachttegemoetkoming lage inkomens bestaat geen beleidsruimte voor gemeenten om lagere (of hogere) bedragen te verstrekken. Komen personen met een toeslag op grond van de Toeslagenwet altijd in aanmerking voor de Ja. Het feit dat een persoon recht heeft op een toeslag op grond van de Toeslagenwet betekent per definitie dat deze persoon valt binnen de doelgroep van personen met een inkomen van ten hoogste 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. Bij de vaststelling van het recht op de koopkrachttegemoetkoming wordt eventueel vermogen buiten beschouwing gelaten. Komen personen met alleen een AOW-uitkering altijd in aanmerking voor de Ja. De hoogte van de AOW-uitkering is zodanig dat alle personen met alleen een AOW-uitkering (dus zonder aanvullend pensioen) vallen binnen de doelgroep van personen met een inkomen van ten hoogste 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. Bij de vaststelling van het recht op de koopkrachttegemoetkoming wordt eventueel vermogen buiten beschouwing gelaten. Waarom kan de koopkrachttegemoetkoming 2014 belastingvrij worden verstrekt? Dat de koopkrachttegemoetkoming 2014 belastingvrij kan worden verstrekt vormt geen onderdeel van de Wet koopkrachttegemoetkoming lage inkomens, maar van een afspraak met de Belastingdienst. Belastingvrije verstrekking van de eenmalig koopkrachttegemoetkoming 2014 is mogelijk, omdat deze geen periodieke uitkering betreft, zoals bedoeld in afdeling 3.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Een eenmalige uitkering kan onbelast worden verstrekt mits op voorhand vaststaat dat de uitkering geen onderdeel kan zijn van een reeks uitkeringen en geen onderdeel vormt van een complex van rechten en verplichtingen. Dat is bij onderhavige koopkrachttegemoetkoming het geval. Waarom is gekozen voor een grens van 110% van de toepasselijke bijstandsnorm? Er is gekozen voor de boven grens van 110% van de toepasselijke bijstandsnorm om zo huishoudens met een inkomen net boven het sociaal minimum ook een tegemoetkoming te kunnen bieden. Met de bovengrens van 110% wordt aangesloten bij de huidige centrale inkomensnormering van de categoriale bijzondere bijstand en de langdurigheidstoeslag in de WWB, waarvoor dezelfde bovengrens is gesteld. De ondersteuning van de koopkracht is daarbij niet alleen gericht op uitkeringsgerechtigden, maar ook op werkenden met een laag inkomen. 5

Ambtshalve verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming en verstrekking op aanvraag. Is de gemeente verplicht de koopkrachttegemoetkoming ambtshalve te verstrekken aan personen met een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering? Neen. Het ligt echter wel heel erg voor de hand dat de gemeente overgaat tot ambtshalve verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming aan de personen die op 1 september 2014 recht hadden op een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering, omdat dit meest klantvriendelijke en meest efficiënte wijze van verstrekking is. Kan de koopkrachttegemoetkoming ook worden aangevraagd bij de Sociale verzekeringsbank? Neen. De Sociale verzekeringsbank (SVB) is alleen verantwoordelijk voor de ambtshalve verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming aan personen die op 1 september 2014 recht hebben op een bijstandsuitkering in de vorm van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen. Deze personen krijgen de koopkrachttegemoetkoming in oktober 2014 automatisch uitgekeerd door de SVB. Alle overige pensioengerechtigde personen kunnen, indien hun inkomen niet hoger is dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm, een koopkrachttegemoetkoming aanvragen bij de gemeente (en dus niet bij de SVB). Voorlichting aan de doelgroep Op welke wijze kan de doelgroep van personen met een inkomen van ten hoogste 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm worden bereikt? Gemeenten weten zelf het beste hoe de potentiële doelgroep binnen hun gemeente kan worden bereikt. Gemeenten kunnen hierbij gebruikmaken van hun ervaringen bij het bereiken van de doelgroep in het kader van de uitvoering van de bijzondere bijstand en het gemeentelijke minimabeleid. Verschil met de doelgroep van de bijzondere bijstand en het gemeentelijke minimabeleid is wel dat bij de doelgroep van de koopkrachttegemoetkoming eventueel vermogen buiten beschouwing wordt gelaten. Enige suggesties ten aanzien van de voorlichting: - persbericht; - website van de gemeente; - voorlichting in gemeentelijke publicaties; - voorlichting via huis-aan-huisbladen; - voorlichting via instellingen die veel met de doelgroep te maken hebben (bijvoorbeeld zorginstellingen, migrantenorganisaties, voedselbank, het UWV (als uitvoerder van de toeslag op grond van de Toeslagenwet) e.d. Op welke wijze worden gemeenten door het ministerie van SZW ondersteund bij de voorlichting aan de doelgroep? Ter ondersteuning van gemeenten bij de voorlichting aan de doelgroep van de koopkrachttegemoetkoming heeft het ministerie van SZW verschillende communicatiemiddelen voor gemeenten ontwikkeld. Het betreft een zogenaamde digitale toolkit, die uiterlijk 9 oktober 2014 beschikbaar zal zijn. De digitale toolkit bestaat uit: - nieuwsbericht en beeld voor website of in gemeentelijke krant; - teksten voor brieven; - flyers en posters die gemeenten zelf kunnen printen/afdrukken; - veel gestelde vragen voor beleidsadviseur; - twitter-berichten; - banners voor website; - schermafbeeldingen voor wachtruimten klantbalies; - tekst voor informeren intermediairs van gemeente. Daarnaast benadert het ministerie van SZW intermediairs die contacten onderhouden met de doelgroep om hun achterban te informeren. Ook wordt er vanaf half oktober geadverteerd, o.a. op de radio. Bekostiging van de koopkrachttegemoetkoming Hoeveel huishoudens hebben recht op een De doelgroep van de koopkrachttegemoetkoming bestaat naar verwachting uit circa 874.000 6

huishoudens met een inkomen van ten hoogste 110% van het sociaal minimum. Deze groep bestaat uit : - circa 393.000 huishoudens met een WWB-uitkering (tot pensioengerechtigde leeftijd); - circa 16.000 huishoudens met een IOAW- of IOAZ-uitkering; - circa 46.000 huishoudens met een Aio-uitkering (pensioengerechtigde leeftijd); - circa 419.000 huishoudens met een inkomen van ten hoogste 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, maar zonder bijstandsuitkering. Hoe is de raming van het bedrag van 60 miljoen voor de door gemeenten uit te betalen koopkrachttegemoetkomingen tot stand gekomen? Bij de raming van de 60 miljoen is ervan uitgegaan dat aan de circa 455.000 huishoudens met een WWB-, IOAW- of IOAZ uitkering in 100% van de gevallen de tegemoetkomingen ambtshalve zal worden verstrekt. Voor de overige huishoudens geldt dat deze zichzelf bij de gemeenten moeten melden. Een ervaringsfeit is dat bij (incidentele) regelingen met zelfmelding een bepaald percentage niet-gebruik optreedt. Rekening houdend met eerdere ervaringen is het niet-gebruik voor deze regeling geschat op 30%. Uitgaande van 419.000 huishoudens waar circa 30% nietgebruik zal optreden zullen 293.000 huishoudens zichzelf daadwerkelijk bij de gemeenten melden. Gemiddeld zal er daarmee op de totale doelgroep 14% niet-gebruik optreden. In de ramingen ontvangen derhalve circa 748 duizend huishoudens de eenmalige tegemoetkoming. In totaal leidt dit tot circa 60 miljoen aan uitkeringslasten. Gemeenten krijgen hiermee voldoende middelen om aan alle huishoudens die zich naar verwachting bij de gemeente zullen melden, een koopkrachttegemoetkoming te verstrekken. Wat gebeurt er als de gemeente tekort komt aan het aan de gemeente toegekende budget? Indien blijkt dat de kosten van de toegekende koopkrachttegemoetkomingen hoger zijn dan het door het Rijk aan de gemeente toegekende budget, dan dient de gemeente dit budgettekort zelf aan te vullen. Andersom, indien blijkt dat de kosten van de toegekende koopkrachttegemoetkomingen lager zijn dan het door het Rijk aan de gemeente toegekende budget, dan mag de gemeente dit budgetoverschot zelf houden. Een eventueel budgetoverschot is vrij besteedbaar voor de gemeente. Kan het aan de gemeente toegekende budget worden teruggevorderd door het Rijk? Neen. Eigen aan financiering via het gemeentefonds is dat de aan gemeenten beschikbaar gestelde gelden niet zijn geoormerkt. Hieruit volgt ook dat gemeenten zich niet aan het Rijk behoeven te verantwoorden over de besteding van deze gelden en dat deze gelden in geen geval worden teruggevorderd van de gemeente. Dient de gemeente in het kader van de statistiek gegevens bij te houden over het aantal verstrekte koopkrachttegemoetkomingen? Vanwege het eenmalige karakter van de koopkrachttegemoetkoming en met het oog op beperking van de administratieve lasten voor gemeenten, zal niet worden gemonitord aan hoeveel huishoudens met een inkomen van ten hoogste 110% van het sociaal minimum een koopkrachttegemoetkoming is verstrekt. Overig Heeft de ontvangst van een koopkrachttegemoetkoming gevolgen voor de hoogte van de bijstandsuitkering? Neen. In de WWB (artikel 31, tweede lid) is geregeld dat de ontvangst van een koopkrachttegemoetkoming voor de belanghebbende geen gevolgen heeft voor het recht op en de hoogte van de bijstand. Ook heeft de ontvangst van een koopkrachttegemoetkoming geen gevolgen voor het recht op en de hoogte van een IOAW- of IOAZ-uitkering. Is de koopkrachttegemoetkoming vatbaar voor beslag? Neen. In de WWB (artikel 46, tweede lid) is geregeld dat de koopkrachttegemoetkoming niet vatbaar is voor beslag. Hoe wordt voorkomen dat gemeenten meer dan één koopkrachttegemoetkoming aan één persoon verstrekken? Om te voorkomen dat gemeenten meer dan één koopkrachttegemoetkoming aan een persoon verstrekken, is een peildatum vastgesteld, namelijk de datum van 1 september 2014. Hiermee wordt voorkomen dat een persoon zich tot meer dan één gemeente kan wenden voor de aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming. Immers, een persoon kan op de datum van 1 september 7

2014 maar bij de GAB van één gemeente ingeschreven staan. Gemeenten hebben via Suwinet-Inkijk en via het Inlichtingenbureau inzicht in de personen aan wie de SVB per 1 september 2014 een Aio-uitkering verstrekt, waarbij gemeenten ervan uit mogen gaan dat de SVB aan deze personen ook daadwerkelijk een koopkrachttegemoetkoming verstrekt. Hoe weet de gemeente dat de SVB aan een persoon een koopkrachttegemoetkoming heeft toegekend? Een aparte informatiestroom ten aanzien van de personen met een Aio-uitkering aan wie de SVB een koopkrachttegemoetkoming heeft verstrekt, is niet voorhanden en ook niet nodig. Eer is bij de gemeente namelijk wel bekend aan welke personen de SVB per 1 september 2014 een Aiouitkering heeft toegekend, waarbij de gemeente ervan uit mag gaan dat de SVB aan deze personen ook een koopkrachttegemoetkoming heeft toegekend. De informatie of de SVB aan een persoon een Aio-uitkering heeft toegekend, is via twee wegen beschikbaar. Ten eerste heeft de gemeente via Suwinet-Inkijk inzicht in de personen aan wie de SVB een Aio-uitkering heeft verstrekt. Ten tweede kan de gemeente via het Inlichtingenbureau inzicht krijgen in de personen aan wie de SVB een Aio-uitkering heeft verstrekt. De gemeente kan bij het Inlichtingenbureau verzoeken om een bestand met de personen in de desbetreffende gemeente aan wie de SVB een Aio heeft toegekend. Dit verzoek kan worden gedaan door de contactpersoon van uw gemeente die is geautoriseerd om in te loggen op de portaal van het Inlichtingenbureau. In de regel is dat een applicatiebeheerder of inkomensconsulent. Welke bewijsstukken dient de gemeente aan de belanghebbende te vragen bij een aanvraag van een Er bestaan geen voorschriften ten aanzien van de door de gemeente op te vragen bewijsstukken als onderdeel van de aanvraag van de koopkrachttegemoetkoming. Het verdient aanbeveling hierbij aan te sluiten bij wat in de gemeente gebruikelijk is bij een aanvraag van bijzondere bijstand of bij een aanvraag in het kader van het gemeentelijk minimabeleid (waarbij bij de aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming geen bewijsstukken worden gevraagd ten behoeve van de vaststelling van het vermogen van belanghebbende). Hoe dient de gemeente te handelen indien de aanvrager bij een aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming onjuiste informatie heeft verstrekt? De artikelen in de WWB die van toepassing zijn bij de schending van de inlichtingenplicht bij de aanvraag van bijstand, zijn ook van toepassing bij de aanvraag van de koopkrachttegemoetkoming. Uitgangspunt is dat van de belanghebbende die een beroep doet op een specifieke overheidsvoorziening, kan worden verlangd dat hij correcte gegevens en inlichtingen verstrekt, die nodig zijn om het recht op die overheidsvoorziening te kunnen beoordelen. Indien door de belanghebbende verwijtbaar onjuiste informatie wordt verstrekt met het doel een koopkrachttegemoetkoming te krijgen, is het passend dat het college de maatregelen treft waarin de WWB voorziet, namelijk de terugvordering en de bestuurlijke boete. Indien de belanghebbende bij zijn aanvraag om een koopkrachttegemoetkoming niet alle gegevens verstrekt die het college nodig heeft om het recht op die tegemoetkoming te beoordelen, kan het college - nadat de aanvrager in de gelegenheid is gesteld zijn verzuim te herstellen - besluiten om de aanvraag buiten behandeling te stellen. Hoe dient de gemeente te handelen indien bij een ambtshalve verstrekte koopkrachttegemoetkoming aan een WWB-, IOAW- of IOAZ-gerechtigde achteraf blijkt, dat door de uitkeringsgerechtigde onjuiste informatie is verstrekt? Als achteraf blijkt dat er geen recht op WWB, IOAW of IOAZ bestond, dient de gemeente in geval van overtreding van de inlichtingenplicht door de uitkeringsgerechtigde de onverschuldigd betaalde koopkrachttegemoetkoming terug te vorderen, evenals de onverschuldigd betaalde WWB-, IOAWof IOAZ-uitkering. Een overtreding van de inlichtingenplicht in het kader van de koopkrachttegemoetkoming 2014 betekent als gevolg van de ambtshalve verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming - ook een overtreding van de inlichtingenplicht in het kader van de WWB/IOAW/IOAZ. Omdat in dergelijke gevallen niet twee keer voor dezelfde overtreding een boete kan worden opgelegd, kan de gemeente n voorkomende gevallen alleen een boete opleggen voor het overtreden van de inlichtingenplicht in het kader van de WWB/IOAW/IOAZ. Van schending van de inlichtingenplicht in het kader van de WWB/IOAW/IOAZ kan pas sprake zijn indien sprake is van feiten en omstandigheden, die van belang zijn voor de uitkering en die redelijkerwijs duidelijk moeten zijn voor betrokkene. Staat een afwijzend besluit op een aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming open voor bezwaar en beroep? 8

Ja. Indien de gemeente besluit om een individuele aanvraag om een koopkrachttegemoetkoming af te wijzen, dan heeft in dat geval de betrokkene indien deze meent toch recht te hebben op een koopkrachttegemoetkoming - de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen het afwijzende besluit. Is de koopkrachttegemoetkoming bijzondere bijstand? Neen. Hoewel artikel 36a van de WWB over de koopkrachttegemoetkoming is opgenomen in paragraaf 4.1 Bijzondere bijstand, is de koopkrachttegemoetkoming geen bijzondere bijstand. Dit kan worden afgeleid van de wettekst. Het artikel 36a over de koopkrachttegemoetkoming is in het meest passende hoofdstuk van de WWB geplaatst over aanvullende inkomensondersteuning. Komt er in het jaar 2015 weer een koopkrachttegemoetkoming voor mensen met een laag inkomen? Neen, er komt in het jaar 2015 geen koopkrachttegemoetkoming voor mensen met een laag inkomen. 9