CQ-Index GGZ Begeleid Zelfstandig Wonen Rapportage cliëntervaringsonderzoek Levantogroep Uitkomsten 2014 november 2014 ARGO BV
2
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. INLEIDING EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Uitvoering CQI meting... 5 1.3 Interpretatie van de uitkomsten... 5 1.4 Leeswijzer... 6 HOOFDSTUK 2. UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK ONDER CLIËNTEN BEGELEID ZELFSTANDIG WONEN... 7 2.1 Respons... 7 2.2 Beschrijving van de cliënten die aan het onderzoek hebben meegedaan.... 7 2.3 De resultaten samengevat: top 5 sterke punten en top 5 minder sterke punten... 9 2.4 Bereikbaarheid begeleider... 10 2.5 Informatie over de begeleiding... 11 2.6 Informatie over cliëntenrechten... 12 2.7 Inspraak en keuzevrijheid... 13 2.8 Bejegening (omgang met begeleider)... 15 2.9 Deskundigheid begeleiders... 16 2.10 Ervaren functioneren... 17 2.11 Maatschappelijke participatie... 18 2.12 Samenwerking tussen hulpverleners... 19 2.13 Algemeen oordeel... 20 2.14 Schaalscores... 22 3
4
HOOFDSTUK 1. INLEIDING EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK 1.1 Inleiding Deze rapportage bevat de uitkomsten van de cliëntenraadpleging met de CQ-Index GGZ Begeleid Zelfstandig Wonen bij Levantogroep. Het onderzoek brengt de ervaringen van cliënten met het begeleid zelfstandig wonen bij Levantogroep in kaart. Het onderzoek is uitgevoerd door ARGO BV. Met het onderzoek kunnen management, medewerkers en cliëntenraad aan de slag om de zorg- en dienstverlening nog beter te laten aansluiten op de wensen van cliënten die ondersteund worden bij het begeleid zelfstandig wonen. De CQ-Index staat voor Consumer Quality Index. Dit is een gestandaardiseerde systematiek voor het meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg. De CQ-Index voor de GGZ Begeleid Zelfstandig Wonen bestaat sinds 2011. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van versie 2.2. Het onderzoek bij Levantogroep is uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Kwaliteitsinstituut. ARGO BV bedankt de cliënten voor hun medewerking aan het onderzoek. 1.2 Uitvoering CQI meting De CQI GGZ Begeleid Zelfstandig Wonen geeft informatie over de kwaliteit van de begeleiding gezien vanuit het perspectief van de cliënt. De vragenlijst bestaat uit 57 items die de ervaringen van cliënten meten met GGZ begeleid zelfstandig wonen. Er wordt uitgegaan van een steekproef van 300 cliënten. Zijn er minder cliënten, dan worden alle cliënten benaderd. Het gaat om Begeleid Zelfstandig Wonen -cliënten van 18 jaar of ouder die in de voorafgaande 3 maanden aan het onderzoek minimaal 1 begeleidingscontact hebben gehad. De vragenlijsten zijn in groepsgewijze invulbijeenkomsten aan de cliënten overhandigd. 1.3 Interpretatie van de uitkomsten De CQI voor GGZ Begeleid Zelfstandig Wonen meet de beleving van cliënten: hoe ervaren zij de zorgverlening door Levantogroep. 5
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de uitkomsten weergegeven voor de totale CQI meting. De uitkomsten worden samengevat in het begin van het hoofdstuk; wat zijn de sterkste punten van Levantogroep, wat zijn de minder sterke punten. Deze twee Top 5 lijsten bieden belangrijke aangrijpingspunten voor verbetering. 6
HOOFDSTUK 2. UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK ONDER CLIËNTEN BEGELEID ZELFSTANDIG WONEN 2.1 Respons In tabel 1 is de respons weergegeven: hoeveel vragenlijsten zijn er verstuurd of uitgedeeld, en hoeveel vragenlijsten zijn er ingevuld teruggestuurd. Tabel 1. Respons steekproef omvang 365 aantal retour 142 respons 38,9 2.2 Beschrijving van de cliënten die aan het onderzoek hebben meegedaan. In tabel 2 zijn enkele achtergrondgegevens van de cliënten samengevat: geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Tabel 2. Achtergrond gegevens n % 49. geslacht man 71 52,2 vrouw 65 47,8 totaal 136 100,0 50. leeftijd 18 t/m 24 jaar 12 8,8 25 t/m 34 jaar 17 12,5 35 t/m 44 jaar 18 13,2 45 t/m 54 jaar 39 28,7 55 t/m 64 jaar 34 25,0 65 t/m 74 jaar 14 10,3 75 jaar of ouder 2 1,5 totaal 136 100,0 51. hoogst afgeronde opleiding geen opleiding 9 7,3 lager onderwijs 15 12,2 lager of voorbereidend beroepsonderwijs 25 20,3 middelbaar algemeen voortgezet onderwijs 31 25,2 middelbaar beroepsonderwijs en 13 10,6 beroepsbegeleidend onderwijs hoger algemeen en voorbereidend 16 13,0 wetenschappelijk onderwijs hoger beroepsonderwijs 8 6,5 wetenschappelijk onderwijs 5 4,1 anders 1,8 totaal 123 100,0 7
Aan de cliënten is gevraagd hoe zij in het algemeen hun lichamelijke en geestelijke gezondheid zouden noemen (grafiek 1). Ook hebben ze aangegeven hoe ze hun kwaliteit van leven ervaren op een schaal van 0-10 (tabel 3). Tabel 3. Ervaren kwaliteit van leven 48. Hoe ervaart u de kwaliteit van uw leven op een schaal van 0 tot 10. n % 0 erg slecht 1,8 1 0,0 2 3 2,3 3 8 6,0 4 11 8,3 5 18 13,5 6 28 21,1 7 42 31,6 8 16 12,0 9 4 3,0 10 uitstekend 2 1,5 totaal 133 100,0 8
2.3 De resultaten samengevat: top 5 sterke punten en top 5 minder sterke punten In de Top 5 lijsten is in één oogopslag te zien wat de sterke punten en wat de minder sterke punten zijn van Levantogroep volgens de cliënten. Voor het opstellen van deze Top 5 is per vraag het percentage altijd, meestal of ja of geen probleem, een klein probleem genomen. De Top 5 sterke punten bestaat uit de vragen waarop de meeste cliënten positief hebben geantwoord. Top 5 sterke punten % 1. 22. Luistert uw begeleider aandachtig naar u? 100,0 2. 23. Is uw begeleider beleefd tegen u? 99,3 3. 25. Houdt uw begeleider zich aan afspraken met u? 99,3 4. 24. Neemt uw begeleider u serieus? 98,5 5. 13. Legt uw begeleider u dingen op een begrijpelijke manier uit? 95,5 De Top 5 minder sterke punten bestaat uit de vragen waarop het minste aantal cliënten altijd, meestal of ja heeft geantwoord. Top 5 minder sterke punten % 1. 36. Spoort uw begeleider u aan om dagactiviteiten te ondernemen? 42,2 2. 14. Kunt u kiezen wie uw begeleider is? 45,4 3. 37. Spoort uw begeleider u aan om buitenshuis iets in uw vrije tijd te 63,3 doen? 4. 11. Heeft u informatie gekregen over de cliëntenraad? 68,2 5. 12. Heeft u informatie gekregen over de cliëntvertrouwenspersoon? 69,7 9
2.4 Bereikbaarheid begeleider De vragen in deze paragraaf gaan over de bereikbaarheid van de begeleider. In grafiek 2 is aangegeven of het geen, een klein of een groot probleem is om op enig moment de begeleider te spreken te krijgen. 10
2.5 Informatie over de begeleiding In grafiek 3 is weergegeven of cliënten informatie hebben gekregen over de aanpak en het te verwachten resultaat van de begeleiding. Ook is gevraagd of men informatie heeft gekregen hoe om te gaan met de klachten. 11
2.6 Informatie over cliëntenrechten Naast inhoudelijke informatie krijgen cliënten ook informatie over zaken als inzagerecht in het cliëntdossier en de klachtenprocedure. In grafiek 4 is te zien of cliënten aangeven deze informatie te hebben ontvangen. 12
2.7 Inspraak en keuzevrijheid Welke invloed hebben cliënten op hun begeleiding? In grafiek 5 is weergegeven of cliënten kunnen kiezen wie hun begeleider is en of familie wordt betrokken bij de begeleiding. 13
In tabel 4 is weergegeven of de cliënt zegt een begeleidingsplan te hebben. Aan de cliënten die een begeleidingsplan zeggen te hebben, zijn vervolgens een aantal vragen gesteld over dat plan (grafiek 6). Tabel 4. Begeleidingsplan n % 17. Heeft u een begeleidingsplan? nee 9 6,9 ja 121 93,1 totaal 130 100,0 14
2.8 Bejegening (omgang met begeleider) In deze paragraaf staat het contact van de cliënt met de (persoonlijk) begeleider centraal: heeft hij/zij genoeg tijd en aandacht voor de cliënt, is hij/zij beleefd, worden afspraken nagekomen (grafiek 7)? 15
2.9 Deskundigheid begeleiders Wat vinden cliënten van de kennis en kunde van de begeleider: begrijpt hij/zij de klachten, besteedt hij/zij ook aandacht aan de lichamelijke gezondheid (grafiek 8 en tabel 5)? Tabel 5. Effectiviteit aanpak 29. Is de begeleiding naar uw mening de juiste aanpak voor uw klachten? n % nee 4 3,1 ja 127 96,9 totaal 131 100,0 16
2.10 Ervaren functioneren Hebben cliënten het idee dat er het afgelopen iets is veranderd in hun functioneren? Kunnen ze beter omgaan met hun klachten (tabel 6)? 31. Vergeleken met 12 maanden geleden, hoe vindt u dat u nu functioneert? 32. Vergeleken met 12 maanden geleden, hoe vindt u dat u nu met uw klachten omgaat? 33. Vergeleken met 12 maanden geleden, hoe beoordeelt u nu uw klachten? Het gaat nu: n % veel minder goed 1,8 iets minder goed 12 9,1 ongeveer hetzelfde 36 27,3 een beetje beter 51 38,6 veel beter 32 24,2 totaal 132 100,0 veel minder goed 0,0 iets minder goed 5 3,8 ongeveer hetzelfde 42 31,6 een beetje beter 50 37,6 veel beter 36 27,1 totaal 133 100,0 veel minder goed 1,8 iets minder goed 12 9,0 ongeveer hetzelfde 45 33,8 een beetje beter 40 30,1 veel beter 35 26,3 totaal 133 100,0 17
2.11 Maatschappelijke participatie De vragen in tabel 7 en grafiek 9 hebben betrekking op de dagbesteding van de cliënt: heeft hij/zij betaald of vrijwillig werk, bezoekt hij/zij een activiteitencentrum? Vervolgens is gevraagd of de begeleider de cliënt voldoende stimuleert tot het vinden van activiteiten. Tabel 7. Maatschappelijke participatie. 34. Heeft u betaald of vrijwillig werk? 35. Neemt u deel aan dagactiviteiten (bijvoorbeeld op een DAC of zorgboerderij)? 38. Kunt u bij uw instelling een cursus volgen om aan uw herstel te werken? n % nee 84 62,2 ja, betaald werk 12 8,9 ja, vrijwillig werk 34 25,2 ja, beide 5 3,7 totaal 135 100,0 nee 99 73,3 ja 36 26,7 totaal 135 100,0 nee 72 56,7 ja 55 43,3 totaal 127 100,0 18
2.12 Samenwerking tussen hulpverleners Sommige cliënten krijgen ook nog hulp van andere begeleiders en/of behandelaars. De vragen in deze paragraaf gaan over de samenwerking tussen de verschillende betrokken behandelaren en begeleiders. Tabel 8. Hulp van andere hulpverleners 39. Krijgt u behalve hulp van uw begeleider ook nog hulp van één of meerdere andere hulpverleners? 40. Heeft uw begeleider toestemming gevraagd om informatie over u met deze hulpverleners te delen? n % nee 56 43,1 ja 74 56,9 totaal 130 100,0 nee 14 17,9 ja, eenmalig 31 39,7 ja, verschillende keren 33 42,3 totaal 78 100,0 # negatief geformuleerd item 19
2.13 Algemeen oordeel Tot slot is de cliënten gevraagd een totaaloordeel te geven over de begeleiding door de zorginstelling. Hoe beoordelen zij de begeleiding van de instelling in de vorm van een rapportcijfer (grafiek 11)? Het gemiddelde rapportcijfer is een 8,2. 20
Ook is de cliënten gevraagd of zij de instelling zouden aanbevelen bij andere mensen. De antwoorden zijn weergegeven in grafiek 12. 21
2.14 Schaalscores De CQI Begeleid Zelfstandig Wonen bevat 8 schalen / kwaliteitsdimensies. Over deze schalen kunnen schaalscores worden berekend (tabel 9). De schalen zijn berekend volgens de werkinstructie CQI Begeleid Zelfstandig Wonen (versie 2.1). De range voor schaal ervaren functioneren loopt van 1 tot 5, de overige schalen lopen van 1 tot 4. Tabel 9. Schalen CQI Begeleid Zelfstandig Wonen gem. n Bejegening 3,8 134 Informatievoorziening 3,2 135 Deskundigheid begeleiders 3,4 136 Keuzemogelijkheid 3,2 134 Informed consent 3,3 120 Samenwerking meerdere hulpverleners 3,1 77 Informatie over de begeleiding 3,6 135 Ervaren functioneren (1-5) 3,8 133 22