Wat is de beste behandeling voor een medicatieovergebruikshoofdpijn?

Vergelijkbare documenten
Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT)

Hoofdpijn bij kinderen. THEMA dagen 2010 Drs. M.C.G. Beeren. Kinderarts H.C. Stael. Semi-arts St. Anna ziekenhuis, Geldrop

Samenvatting van de standaard Hoofdpijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap

Hoe vaak komt SUNCT voor bij kinderen? SUNCT komt zelden voor op kinderleeftijd, het komt vaker voor bij volwassenen.

Kinderneurologie.eu. Hypnic headache.

Flowchart chronische hoofdpijn. 1)Medicatie afhankelijkehoofdpijn (MAH) 2)Chronische migraine (CM) 3)Hemicrania continua (HC)

Kinderen met hoofdpijn

Nederlandse samenvatting. Chapter 11

Kinderneurologie.eu. Medicatie afhankelijke hoofdpijn.

Paramedisch OnderzoekCentrum

Hoofdpijn Blijf er niet mee lopen. Rob Bernsen en Marian van Zagten, neurologen Namens overige leden Multidisciplinaire Hoofdpijnpoli

Thursday, March 29, 2018

Gevalsbespreking 39-jarige vrouw. migraine zonder aura vanaf de menarche. progressieve toename in hoofdpijn frekwentie sedert 1 jaar

Voorlichtingsavond CWZ 9 juli Cluster hoofdpijn. Een bijzondere vorm van hoofdpijn. J. Poelen Neuroloog CWZ

Hoofdpijn huisartsen nascholing 10 sept 2013

Inhoud. Voorwoord Verschillende soorten hoofdpijn Epidemiologie 19

Nieuwe migraine medicatie vanuit de CGRP hoek

Verschillende soorten hoofdpijn

Samenvatting richtlijn Diagnostiek en behandeling chronisch recidiverende hoofdpijn zonder neurologische afwijkingen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

huisartsennascholing 10 sept 2013

OVERGEBRUIK VAN PIJNSTILLENDE MEDICATIE ALS BRON VAN MEER HOOFDPIJN

Praktijk. Pijn mechanisme ! Martini Hospital Groningen - innovation in desig! 1! Multidisciplinaire behandeling van hoofdpijn

Nederlandse samenvatting

Chronische migraine. Afdeling neurologie

Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen

Migraine en andere hoofdpijn

Verdenking clusterhoofdpijn of andere TAC

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

E.G.M. Couturier J.A. Carpay VEEL GESTELDE VRAGEN OVER HOOFDPIJN-MIGRAINE

Aurasymptomen bij clusterhoofdpijn

Hoofdpijn Achtergronden bij casusschetsen Inleiding

Migraine met aura. Migraine Tension-type headache: 1 jaar prevalentie Tension-Type Headache. flimpje 1. filmpje 2.

Symptomen bij hoofdpijn

Trigeminusneuralgie Multidisciplinaire aanpak en behandeling

Acknowledgements. Acknowledgements

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael

M I G R A I N E A P OT H E E K. N L

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein

Wat is clusterhoofdpijn

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date:

Disclosures. GON-blokkades: Uitvoering en effect bij clusterhoofdpijn. Casus. Outline. Gebruikelijke behandeling. Enquete

Hoofdpijn. Hoofdpijn MIGRAINE

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Organogram Werkgebied

5-jaars Follow-up van de FAME studie

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis

PDPH: overzicht en analyse van 9 maand registratie. Vrijdag 19 april 2013 Co-assistent: Astrid Barbé Promotor: Dr. Johan De Coster

Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd

Spanningshoofdpijn. Afdeling neurologie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Paracetamol Mylan 500 mg tabletten Paracetamol

Als een donderslag bij heldere hemel

Informatiefolder Hoofdpijn

HALDOL tabletten en drank

Wat kunt u zelf doen?

Occipitale Zenuwstimulatie biedt een perspectief voor refractaire hoofdpijn.

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

Propylhexedrine. Eventin. Postfach Ludwigshafen DE Germany. Lid-Staten Registratiehouder Naam van het geneesmiddel

* Deze brochure is enkel bedoeld voor de behandeling van pijn en koorts bij volwassenen. Dafalgan is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic

Spanningshoofdpijn. Afdeling neurologie Locatie Eindhoven

Kort & Krachtig behandelprotocollen. Pharmacotherapy for depressive and/or anxiety disorders [in Dutch]

Volwassenen met licht traumatisch hoofd-/hersenletsel

01 07 SEPT MIGRAINE IS MEER DAN HOOFDPIJN. Adviseer uw klanten.

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol)

WAT IS HOOFDPIJN WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN VRIJ VERKRIJGBARE MEDICIJNEN

Stoppen met pijnstillers bij medicatie-afhankelijke hoofdpijn

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier

MIGRAINE OF HOOFDPIJN MIGRAINE IS MEER DAN HOOFDPIJN.

Slaapstoornissen in de psychiatrie: het belang van behandeling

Case Record Form. cerebral venous thrombosis. D-dimer and factor XIII activation peptide. Studie nummer: Initialen:

Door dwang gegijzeld. (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen. Roos C. van der Mast

Nederlandse samenvatting

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS

Hoofdpijn bij kinderen: Dokter, het is toch geen tumor? Katrien Vanrykel Symposium Kindergeneeskunde in de praktijk GZA 7 maart 2015

RICHTLIJNEN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING CHRONISCH RECIDIVERENDE HOOFDPIJN ZONDER NEUROLOGISCHE AFWIJKINGEN 1 ste herziening, 2007

Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Aspirine 500 Bruis, 500 mg, bruistabletten Acetylsalicylzuur

Advies bij hoofdpijn door medicatieovergebruik

Flavoxaat G04BD02, december 2018

Volwassenen met licht traumatisch hoofd / hersenletsel

Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Migraine hoofdpijn behandeling. rkz.nl

Hoofdpijn Casus-schetsen Schets 1 jan98 7 pag

Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum

BIJSLUITER 1. WAT IS DAFALGAN VOLWASSENEN 600 MG EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

Informatie voor patiënt, ouders en/of verzorgers van de patiënt

Nederlandse samenvatting

Heleen Boven Voorzitter HNN Eerste lijn, manueeltherapeut Tweede lijn, diagnostisch fysiotherapeut hoofdpijncentrum MZH Lid werkgroep Hoofdpijn

Hoofdpijn bij kinderen

Karakteristieken hoofdpijn in aanvallen in aanvallen duur 4-72 uur 15 minuten-3 uur frequentie 6-8/maand 8/dag

Transcriptie:

B E W E Z E N P R A K T I J K E N? Wat is de beste behandeling voor een medicatieovergebruikshoofdpijn? E.G.M. Couturier Medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) is een van de belangrijkste vormen van chronische dagelijkse of frequente hoofdpijn (CDH), maar wordt vaak onderkend. Het herkennen ervan is van groot belang, omdat de behandeling dan relatief eenvoudig is. Voordat de diagnose van een primaire hoofdpijnvorm kan worden gesteld, moeten secundaire oorzaken worden uitgesloten. CDH is geassocieerd met overgebruik van symptomatische medicatie bij ongeveer 50% van de CDH-patiënten, zodat de prevalentie van MOH wereldwijd ongeveer 1-2% of meer bedraagt. In Nederland zou dat neerkomen op ruim 200.000 patiënten met MOH. Een definitieve diagnose kan in principe alleen retrospectief, na het onttrekken van de medicatie, worden gesteld. Zodra deze vorm van hoofdpijn zich heeft ontwikkeld, is snel ingrijpen van groot belang. De langetermijnprognose hangt af van de duur van het overgebruik. De essentie van de behandeling is het volledig staken van de overgebruikte medicatie. Bij een aanzienlijk aantal patiënten zal dit leiden tot forse onttrekkingsverschijnselen; vaak een toename van de hoofdpijn. Om de onttrekking te vergemakkelijken, kan verschillende medicatie worden gebruikt, onder andere corticosteroïden en amitriptyline. Kortdurende klinische onttrekking wordt aanbevolen bij recidive, barbituraat- of opiaatverslaving, of ernstige comorbiditeit. Ondersteunende psychotherapie is soms nodig. Na de onttrekking is aandacht nodig voor de behandeling van de onderliggende vorm van hoofdpijn. Ten slotte is het belangrijk om strikte afspraken te maken over toekomstig beperkt gebruik van acute medicatie. (Tijdschr Neurol Neurochir 2007;108:369-74) Inleiding Medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) is een van de belangrijkste vormen van chronische dagelijkse of frequente hoofdpijn (CDH), maar wordt vaak onderkend. Het herkennen ervan is van groot belang, omdat de behandeling dan relatief eenvoudig is. CDH wordt gedefinieerd als hoofdpijn op meer dan 15 dagen per maand en die aanwezig is sinds 3 maanden. CDH is geen diagnose, maar een categorie die meerdere primaire en secundaire vormen van hoofdpijn bevat (zie Tabel 1). 1 Secundaire oorzaken moeten eerst worden uitgesloten, voordat de diagnose van een primaire hoofdpijnvorm kan worden gesteld. Toename in ernst en stijgen van de frequentie van hoofdpijn binnen een periode van 3 maanden, neurologische symptomen, focale of lateralisatieverschijnselen, papiloedeem, toe- of afname van hoofdpijn door zitten of liggen, hoofdpijn die geprovoceerd wordt door intrathecale drukverhoging zoals hoesten of niezen, systemische symptomen of koorts, of een anamnese van hoofdpijn met een plotseling begin of begin na de leeftijd van 50, vereisen snel nadere diagnostiek met zonodig geëigend beeldvormend onderzoek. Secundaire oorzaken die nauwkeurige aandacht en uitsluiting behoeven, zijn onder meer cervicogene hoofdpijn (pijn gerefereerd aan een bron in de nek en gevoeld in een of meer regio s van het hoofd, gezicht of beide), intracraniële hyper- of hypotensie, intracraniële infectie (meningitis of sinusitis), ruimte-innemende laesies, posttraumatische Auteur: dhr. drs. E.G.M. Couturier, neuroloog, Medisch Centrum Boerhaave, Johannes Vermeerstraat 31, 1071 DL Amsterdam, tel: +31 (0)20 305 00 51, e-mailadres: emilecouturier@dds.nl Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Ontvangen 20 maart 2007, geaccepteerd 10 oktober 2007. 369 VOL. 108 NR. 8-2007 T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E

Tabel 1. Differentiaaldiagnose van de meest voorkomende oorzaken van chronische dagelijkse hoofdpijn (CDH). 1 Type Man-vrouw- Prevalentie Kenmerken ratio Langdurige hoofdpijnvormen (4 uur of langer) getransformeerde migraine 1:3 2% migraine met of zonder aura >15 dagen per maand, sinds >3 maanden chronische spanningshoofdpijn 1:1 2-3% mild tot matige ernst; geen migrainesymptomen; bilateraal medicatieovergebruikshoofdpijn 1:3 1-2% mild tot matige ernst; geen migrainesymptomen; bilateraal; overgebruik symptomatische medicatie nieuwe dagelijkse persisterende vaker bij zeldzaam bilateraal, persisterend, matig ernstig; hoofdpijn vrouwen lijkt op migraine of spanningshoofdpijn hemicrania continua vaker bij zeldzaam zeldzaam, unilateraal, en constante vrouwen exacerbaties van ernstige hoofdpijn; craniale autonome symptomen; ijspriempijn; respons op indomethacine Kortdurende hoofdpijnvormen (minder dan 4 uur) clusterhoofdpijn 3:1 0,4% perioden duren 4-8 weken, 1-3 keer per jaar; dagelijks, vaak s nachts, 1-8 per dag, gemiddeld 1 uur, extreem pijnlijk, peri-orbitaal/temporaal, onrust; autonome symptomen slaaphoofdpijn 1:2 bij 0,07% dagelijks alleen tijdens de slaap; ouderen bilateraal 1 uur durend; geen autonome symptomen paroxysmale hemicrania 1:2 zeldzaam als clusterhoofdpijn, maar vaker (>5-24 per dag) en kortere duur (8-25 min); respons op indomethacine short-lasting, unilateral, neuralgi- 3:1 zeldzaam aanvallen lijken op clusterhoofdpijn form headache with conjunctival en paroxysmale hemicrania; veel vaker injection and tearing (SUNCT) (30-100 per dag) en veel kortere duur (20-120 sec); kan worden verward met trigeminusneuralgie, alleen pijn is strikt peri-orbitaal (V1) met craniale autonome verschijnselen hoofdpijn, arteriële dissectie, veneuze sinustrombose, en reuscelarteriitis. Ongeveer 3-5% van de wereldpopulatie en 70-80% van de patiënten die een hoofdpijnkliniek bezoeken hebben CDH. 2-7 De invaliditeit die hierdoor wordt veroorzaakt, is aanzienlijk en omvat een verminderde kwaliteit van leven met betrekking tot lichamelijke en mentale gezondheid, als ook een verminderd fysiek, T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E VOL. 108 NR. 8-2007 370

sociaal en werkgerelateerd functioneren. CDH is geassocieerd met een overgebruik van symptomatische medicatie bij ongeveer 50% van de CDH-patiënten, zodat de prevalentie van MOH ongeveer 1-2% of meer bedraagt. 8-10 In Nederland zou dat neerkomen op ruim 200.000 MOH-patiënten. Een definitieve diagnose kan alleen retrospectief, na het onttrekken van de medicatie, worden gesteld. Hierbij gaat het om analgetica (vooral die in combinatie met cafeïne), opiaten, ergotamine of triptanen, of een combinatie van deze. MOH wordt beschreven in hoofdstuk 8.2 van de nieuwe International Headache Society (IHS)-criteria. Het wordt hier gedefinieerd als hoofdpijn op meer dan 15 dagen per maand, bij een maandelijkse medicatie-inname op 10 dagen voor opiaten, ergotamine of triptanen, of 15 dagen voor de overige acute medicatie, die langer dan 3 maanden bestaat en die over moet gaan binnen 2 maanden na het stoppen van het medicatieovergebruik. 9,11 MOH is waarschijnlijk de derde meest frequente vorm van hoofdpijn, na spanningshoofdpijn en migraine, en de belangrijkste te voorkomen vorm. Niet alleen volwassenen maar ook jongeren kunnen hieraan lijden. 12 Bij clusterhoofdpijn kan het tot een verdere verergering van de aandoening bijdragen. 13 Medicatieovergebruik resulteert niet alleen in chronische hoofdpijn, maar kan ook leiden tot verslaving (opiaten), gastrointestinale ulceratie (NSAID, aspirine), nierinsufficiëntie (combinatiepreparaten), of slaapstoornissen (cafeïne). Migraine, spanningshoofdpijn en MOH zijn de frequentst voorkomende vormen van CDH. In deze bijdrage wordt uitsluitend MOH besproken. Aangezien er geen placebogecontroleerd, dubbelblind, gerandomiseerd onderzoek bestaat, berust het wetenschappelijke bewijs vooral op niet-vergelijkend onderzoek en de mening van deskundigen. Medicatieovergebruikshoofdpijn MOH, een chronisch dagelijks hoofdpijnsyndroom, is een aggravatie van een voorheen primaire vorm van hoofdpijn (migraine of spanningshoofdpijn) door chronisch overgebruik van juist die medicatie die wordt genomen om de hoofdpijn te bestrijden. Alle acutehoofdpijnmedicatie kan dit effect veroorzaken. 14-16 Frequentie, regelmaat en duur van de inname zijn belangrijke bepalende factoren. Uit een retrospectief onderzoek bleek de tijd tussen frequente inname van hoofdpijnmedicatie en het ontwikkelen van dagelijkse hoofdpijn het kortste voor de triptanen (1,7 jaar), langer voor ergotalkaloïden (2,7 jaar) en het langst voor pijnstillers (4,9 jaar). 16 Met de anamnese kan een beeld worden geschetst van toenemend frequente hoofdpijnepisodes, met toegenomen gebruik van acute medicatie, over maanden of jaren. Niet zelden zijn er in de loop der tijd nog verschillende preventieve medicijnen aan de lijst toegevoegd. Medicatieovergebruikshoofdpijn: is geassocieerd met: - het gebruik van eenvoudige analgetica op 15 dagen per maand - het gebruik van opiaten, ergotamine of triptanen, of een combinatie van deze, op 10 dagen per maand - >3 maanden regelmatig overgebruik; komt dagelijks of bijna dagelijks voor; treedt -en vaak op zijn ergst- op bij het wakker worden; wordt erger bij pogingen om de medicatie te staken; wordt vaak geassocieerd met psychiatrische comorbiditeit, zoals angst en depressieve stoornissen. 17 Behandeling van medicatieovergebruikshoofdpijn Zodra MOH zich heeft ontwikkeld, is snel ingrijpen van groot belang. De langetermijnprognose hangt af van de duur van het overgebruik. Aangeraden wordt om de levensstijl aan te passen, ook al is de wetenschappelijke ondersteuning hiervoor gering. Het gaat hierbij om aandacht voor het verminderen of staken van cafeïne, voor regelmatige fitnesstraining, het regelmatig nuttigen van de maaltijden en een regelmatig slaapritme. Depressie, angst en slaapstoornissen moeten worden behandeld. 18 Training in relaxatietechnieken en biofeedback kunnen nuttig zijn. 19 De essentie van de behandeling is het volledig staken van de overgebruikte medicatie. Bij een aanzienlijk aantal patiënten zal dit leiden tot onttrekkingsverschijnselen, zoals tijdelijke verergering van de preexistente hoofdpijn, nausea, vomitus, gespannenheid, overgeïrriteerdheid, tachycardie, en zweten. Gerandomiseerde klinische trials of ander vergelijkend onderzoek zijn schaars. Een meta-analyse liet zien dat 81% van de patiënten een afname in ernst of frequentie van de hoofdpijn vertoonde van minstens 50% na 2 maanden, en 61% een dergelijke verbetering nog na 1-4 jaar had. 20 De meeste patiënten hebben langdurige (soms psychologische) ondersteuning nodig. 20-22 Migrainepatiënten die ergotamine of triptanen overgebruiken, kunnen onttrekkingsverschijnselen ontwikkelen die lijken op een zware en verlengde 371 VOL. 108 NR. 8-2007 T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E

Kader 1. Behandelprincipes voor medicatieovergebruikshoofdpijn. Cruciaal voor het succes van de behandeling is een duidelijke en realistische uitleg dat de behandeling die de patiënt heeft voor de hoofdpijn, precies ook de oorzaak ervan is. Met een goede uitleg wat de patiënt kan verwachten, wordt het onttrekken het beste abrupt gedaan. Opname is zelden nodig. 23,24 Het gebruik van een hoofdpijndagboek om de symptomen en het medicatiegebruik op te schrijven, wordt sterk aangeraden. De onttrekking leidt aanvankelijk tot een toename van de hoofdpijn. De onttrekkingsperiode zou moeten worden gepland om onnodige verstoring van de levensstijl te voorkomen. Een ziekteverlof van 1-2 weken is soms geïndiceerd. 25 Na 1-2 weken vertoont de hoofdpijn meestal een verbetering na de aanvankelijke verergering. Het herstel verloopt langzaam in weken tot maanden en is sneller bij het staken van triptanen dan bij het staken van analgetica. 16,26,27 Poliklinische controle na 2-3 weken is aan te bevelen om te verzekeren dat de onttrekking is geslaagd, met vervolgens een vroege follow-up om terugval te voorkomen. Bij de meeste patiënten keert de originele hoofdpijnvorm binnen 2 maanden weer terug (migraine of spanningshoofdpijn). Deze moet opnieuw worden beoordeeld en naar behoren worden behandeld. 28 Profylaxe is hierbij een mogelijkheid wanneer de frequentie omhoog mocht gaan. De overgebruikte medicatie mag zonodig opnieuw worden voorgeschreven, met expliciete restricties voor het gebruik ervan na 2 maanden. Zoals de rantsoeneerinstructie : acute medicatie slechts gedurende 2 dagen en daarna 7 dagen in het geheel niet ( de regel van 2 op 7 ). migraineaanval. Voor de behandelprincipes voor medicatieovergebruikshoofdpijn zie Kader 1. Medicatie bij onttrekking Om de onttrekking te vergemakkelijken, kan verschillende medicatie worden gebruikt. De mogelijkheden worden hier beschreven en berusten qua bewijs eveneens op niet-vergelijkend onderzoek en op de mening van deskundigen. Er komen steeds meer data beschikbaar over een gunstig effect van een korte stootbehandeling met corticosteroïden: prednisolon 60 mg/dag gedurende 2 dagen, 40 mg/dag gedurende 2 dagen, en 20 mg/dag gedurende 2 dagen samen met ranitidine (300 mg/dag gedurende 6 dagen). 24,26,29,30 Deze stootbehandeling moet onmiddellijk gestart worden na het abrupt staken van het overgebruik. Men dient de bekende bijwerkingen en contra-indicaties voor steroïden in acht te nemen. Neuroleptica, zoals chloorpromazine, kan in een dosering van 50-100 mg drie- à viermaal per dag gebruikt worden tijdens klinische onttrekking en is in zetpillen van 25 en 100 mg verkrijgbaar. 31 Een langwerkend NSAID, zoals naproxen, kan, mits niet al overgebruikt, als tijdelijke overgang bij de onttrekking van analgetica gebruikt worden tijdens zowel een poliklinische als klinische behandeling. Geadviseerd wordt om naproxen oraal tot een dosis van 1.000 mg/dag te geven. Dit kan in 1 gift, in 2 giften van 500 mg of 3 keer per dag 250 mg met zonodig een extra 250 mg. NSAID s worden wel gecombineerd met amitriptyline 10 mg en tizanidine. 32,33 Intraveneus natriumvalproaat bleek in 1 studie bij 80% van de patiënten een verbetering te geven; oplaaddosering van 15 mg/kg in 30 minuten, gevolgd door 5 mg/kg in 15 minuten iedere 8 uur. 34 Ook zijn er gunstige effecten bij zowel poliklinische als klinische onttrekking beschreven van anti-emetica 35, intraveneus tricyclische antidepressiva (clomipramine) en acamprosaat. Intraveneus lidocaïne wordt gebruikt bij de onttrekking van hoge dosering opiaten, 2 mg/min gedurende 7-10 dagen. 36,37 Dit moet worden ingezet T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E VOL. 108 NR. 8-2007 372

als laatste redmiddel, onder voortdurende tensie- en ECG-bewaking. Een dergelijke behandeling dient op CCU of IC te worden verricht. Klinische onttrekking Bij recidive, barbituraat- of opiaatverslaving, ernstige comorbiditeit of psychiatrische aandoeningen is klinische onttrekking geïndiceerd. 20 Soms is een langzamere onttrekking noodzakelijk, zoals bij barbituraten en opiaten. De klinische behandeling verloopt verder zoals bij Medicatie bij onttrekking is beschreven. 38 In de praktijk zal klinische onttrekking niet vaak nodig zijn. Conclusie Overgebruik van hoofdpijnmedicatie (analgetica, triptanen en ergotamine) en cafeïnegebruik zijn vaak de oorzaak van chronische hoofdpijn. Het is belangrijk bij iedere hoofdpijnpatiënt naar het medicatie- en cafeïnegebruik te informeren. Het gebruik van een hoofdpijndagboekje is een nuttig hulpmiddel hierbij. De behandeling berust op een goede uitleg van en voorlichting over deze aandoening, onmiddellijke onttrekking en snelle poliklinische follow-up voor begeleiding en ter voorkoming van recidive. Analyse van de eventueel terugkerende oorspronkelijke hoofdpijnvorm noopt soms tot het voorschrijven van profylaxe tegen migraine of spanningshoofdpijn. Strikte afspraken voor toekomstig gebruik van acute medicatie is dan nodig. Referenties 1. Dodick DW. Clinical practice. Chronic daily headache. N Engl J Med 2006;354:158-65. 2. Scher AI, Stewart WF, Liberman J, Lipton RB. Prevalence of frequent headache in a population sample. Headache 1998;38:497-506. 3. Castillo J, Munoz P, Guitera V, Pascual J. Epidemiology of chronic daily headache in the general population. Headache 1999;39:190-6. 4. Pascual J, Colas R, Castillo J. Epidemiology of chronic daily headache. Curr Pain Headache Rep 2001;5:529-36. 5. Lanteri-Minet M, Auray JP, El Hasnaoui A, Dartigues JF, Duru G, Henry P, et al. Prevalence and description of chronic daily headache in the general population in France. Pain 2003;102:143-9. 6. Wiendels NJ, Knuistingh Neven A, Rosendaal FR, Spinhoven P, Zitman FG, Assendelft WJ, et al. Chronic frequent headache in the general population: prevalence and associated factors. Cephalalgia 2006;26:1434-42. 7. Mathew NT, Reuveni U, Perez F. Transformed or evolutive migraine. Headache 1987;27:102-6. 8. Diener HC, Limmroth V. Medication-overuse headache: a worldwide problem. Lancet Neurol 2004;3:475-83. 9. The International Classification of Headache Disorders (2nd edition). Cephalalgia 2004;24(Suppl 1):1-160. 10. Paemeleire K, Crevits L, Goadsby P, Kaube H. Practical management of medication-overuse headache. Acta Neurol Belg 2006;106:43-51. 11. Headache Classification Committee, Olesen J, Bousser MG, Diener HC, Dodick D, First M, Goadsby PJ, et al. New appendix criteria open for a broader concept of chronic migraine. Cephalalgia 2006;26:742-6. 12. Wang SJ, Fuh JL, Lu SR, Juang KD. Outcomes and predictors of chronic daily headache in adolescents: a 2-year longitudinal study. Neurology 2007;68:591-6. 13. Paemeleire K, Bahra A, Evers S, Matharu MS, Goadsby PJ. Medication-overuse headache in patients with cluster headache. Neurology 2006;67:109-13. 14. Couturier EG, Hering R, Steiner TJ. Weekend attacks in migraine patients: caused by caffeine withdrawal? Cephalalgia 1992;12:99-100. 15. Katsarava Z, Diener HC, Limmroth V. Medication overuse headache: a focus on analgesics, ergot alkaloids and triptans. Drug Saf 2001;24:921-7. 16. Katsarava Z, Fritsche G, Muessig M, Diener HC, Limmroth V. Clinical features of withdrawal headache following overuse of triptans and other headache drugs. Neurology 2001; 57:1694-8. 17. Juang KD, Wang SJ, Fuh JL, Lu SR, Su TP. Comorbidity of depressive and anxiety disorders in chronic daily headache and its subtypes. Headache 2000;40:818-23. 18. Verri AP, Proietti Cecchini A, Galli C, Granella F, Sandrini G, Nappi G. Psychiatric comorbidity in chronic daily headache. Cephalalgia 1998;18 (Suppl 21):45-9. 19. Holroyd KA, O'Donnell FJ, Stensland M, Lipchik GL, Cordingley GE, Carlson BW. Management of chronic tensiontype headache with tricyclic antidepressant medication, stress management therapy, and their combination: a randomized controlled trial. Jama 2001;285:2208-15. 20. Freitag FG, Lake A, 3rd, Lipton R, Cady R, Diamond S, Silberstein S. Inpatient treatment of headache: an evidencebased assessment. Headache 2004;44:342-60. 21. Fritsche G, Eberl A, Katsarava Z, Limmroth V, Diener HC. Drug-induced headache: long-term follow-up of withdrawal therapy and persistence of drug misuse. Eur Neurol 2001;45:229-35. 22. Pini LA, Cicero AF, Sandrini M. Long-term follow-up of patients treated for chronic headache with analgesic overuse. Cephalalgia 2001;21:878-83. 23. Hering R, Steiner TJ. Abrupt outpatient withdrawal of medication in analgesic-abusing migraineurs. Lancet 1991;337:1442-3. 373 VOL. 108 NR. 8-2007 T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E

Aanwijzingen voor de praktijk 1. Medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) is een veel voorkomende en onderschatte aandoening. 2. MOH is met een gerichte anamnese en een hoofdpijndagboek/-kalender goed op te sporen. 3. Uitvoerige uitleg en opstellen van een gestructureerd plan van onttrekking zijn essentieel. 4. Onttrekking moet abrupt gebeuren en is in de regel poliklinisch goed te doen. 5. Farmacologische ondersteuning bij zwaardere gevallen kan nodig zijn en middelen die daarbij gebruikt kunnen worden, zijn onder andere corticosteroïden en amitriptyline. 6. Bij recidive, barbituraat- of opiaatverslaving, of ernstige comorbiditeit wordt kortdurende klinische onttrekking aanbevolen. 7. Ondersteunende psychotherapie is bij onttrekking soms nodig. 8. Na onttrekking is aandacht nodig voor de behandeling van de onderliggende vorm van hoofdpijn. 9. Regel van 2 op 7 : maak strikte afspraken over toekomstig beperkt gebruik van acute medicatie. 24. Krymchantowski AV, Moreira PF. Out-patient detoxification in chronic migraine: comparison of strategies. Cephalalgia 2003;23:982-93. 25. Linton-Dahlof P, Linde M, Dahlof C. Withdrawal therapy improves chronic daily headache associated with long-term misuse of headache medication: a retrospective study. Cephalalgia 2000;20:658-62. 26. Krymchantowski AV, Barbosa JS. Prednisone as initial treatment of analgesic-induced daily headache. Cephalalgia 2000;20:107-13. 27. Mathew NT, Kurman R, Perez F. Drug induced refractory headache--clinical features and management. Headache 1990;30:634-8. 28. Silberstein SD, Goadsby PJ. Migraine: preventive treatment. Cephalalgia 2002;22:491-512. 29. Boe MG, Mygland A, Salvesen R. Prednisolone does not reduce withdrawal headache: a randomized, double-blind study. Neurology 2007;69:26-31. 30. Diener HC. How to treat medication-overuse headache: prednisolone or no prednisolone? Neurology 2007;69:14-5. 31. Evans RW, Young WB. Droperidol and other neuroleptics/ antiemetics for the management of migraine. Headache 2003;43:811-3. 32. Smith TR. Low-dose tizanidine with nonsteroidal antiinflammatory drugs for detoxification from analgesic rebound headache. Headache 2002;42:175-7. 33. Suhr B, Evers S, Bauer B, Gralow I, Grotemeyer KH, Husstedt IW. Drug-induced headache: long-term results of stationary versus ambulatory withdrawal therapy. Cephalalgia 1999;19:44-9. 34. Schwartz TH, Karpitskiy VV, Sohn RS. Intravenous valproate sodium in the treatment of daily headache. Headache 2002;42:519-22. 35. Diener HC, Dichgans J, Scholz E, Geiselhart S, Gerber WD, Bille A. Analgesic-induced chronic headache: long-term results of withdrawal therapy. J Neurol 1989;236:9-14. 36. Kaube H, Hoskin KL, Goadsby PJ. Lignocaine and headache: an electrophysiological study in the cat with supporting clinical observations in man. J Neurol 1994;241:415-20. 37. Williams DR, Stark RJ. Intravenous lignocaine (lidocaine) infusion for the treatment of chronic daily headache with substantial medication overuse. Cephalalgia 2003;23:963-71. 38. Amato L, Davoli M, Ferri M, Gowing L, Perucci CA. Effectiveness of interventions on opiate withdrawal treatment: an overview of systematic reviews. Drug Alcohol Depend 2004;73:219-26. T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E VOL. 108 NR. 8-2007 374