Nieuwjaarsreceptie vzw de Rand - 27 januari 2014 Toespraak van Eddy Frans, algemeen directeur Mijnheer de Gouverneur, geachte prominenten, geachte genodigden, collega s en vrienden van de Rand, Als algemeen directeur van vzw de Rand heet ik u allen van harte welkom op onze traditionele nieuwjaarsreceptie, die we ieder jaar de laatste maandag van januari in één van onze gemeenschapscentra organiseren. Van harte een fijn en gelukkig jaar gewenst aan eenieder van jullie. Dit jaar nodigden we u nog eens uit in de Boesdaalhoeve van Sint-Genesius-Rode, een van onze mooist gelegen centra, met een mooi park dat erbij aansluit. Aan wie hier al een hele tijd niet meer over de vloer kwam, vertel ik graag dat dit centrum de afgelopen jaren een ware facelift heeft ondergaan door een aantal technische ingrepen die de kwaliteit ervan gevoelig verbeterden. Ik denk hier aan de heraanleg van de binnenkoer en ook de verbouwing van het onthaal, ik denk ook aan de installatie van een uitschuifbare publiekstribune in deze grote schuur. Voor de toekomst staan er trouwens nog werken op het programma mbt technische uitrusting en isolatie van deze ruimte. Sint- Genesius-Rode lag trouwens nog om een andere reden in de bovenste schuif van de investeringspolitiek van de Vlaamse overheid in de Vlaamse Rand. Een vleugel van het stationsgebouw werd door ons verbouwd tot nieuwe stek voor het lokale jeugdhuis Animoro. Kortom, we zijn niet alleen inhoudelijk maar infrastructureel de voorbije jaren zeer actief geweest in deze prachtige faciliteitengemeente. Niet alleen hier hebben we hard gewerkt, ook in de andere faciliteitengemeenten en in de brede Vlaamse Rand was dat het geval. Op de nieuwjaarsreceptie blikken we traditioneel even terug maar ook vooral vooruit. Ik wil het wel vooral hebben over 2014, omdat er dit jaar heel wat bijzondere uitdagingen op ons afkomen.
Het voorbije jaar is onze basisopdracht zichtbaar gebleven en trouwens nog steeds even actueel : het Nederlandstalig karakter van de Vlaamse Rand rond Brussel ondersteunen en bevorderen. Voor die missie focust vzw de Rand vooral op de onderdelen die te maken hebben met sociale samenhang, gemeenschapsvorming, taalpromotie en eerstelijnswerk op het vlak van cultuur, jeugd en sport in de faciliteitengemeenten. Met voldoening kijk ik terug hoe we aan deze doelstellingen in 2013 hebben gewerkt. Het is een verhaal van grote continuïteit en voortdurend volhouden, daarin geruggensteund door talloze vrijwilligers en onze professionele medewerkers die ik hierbij van harte dank voor hun inzet. In 2013 was er voor de vzw de Rand uiteraard ook de eerste editie van het Gordelfestival, een nieuw evenement waarvoor de Vlaamse regering aan onze organisatie de coördinatie heeft toevertrouwd. Deze opdracht was een hele uitdaging, die we op een zeer korte tijd, eigenlijk een te korte tijd, moesten waarmaken, maar waar we met tevredenheid op terugblikken, zodat we vol vertrouwen nu werken aan een nieuwe editie voor 2014, samen met onze partners Bloso en de provincie Vlaams-Brabant. 2014, een jaar vol met uitdagingen en in ieder geval een aantal nieuwe invalshoeken. Dat we einde mei 2014 een nieuw Vlaams Parlement verkiezen, is u zeker niet onbekend. De nieuwe Vlaamse regering die nadien zal aantreden, zal ingevolge de zesde staatshervorming heel wat nieuwe bevoegdheden moeten opnemen. De bevoegdheid over en voor de Vlaamse Rand blijft uiteraard ook onverkort in de nieuwe legislatuur een uitdaging voor deze nieuwe regering. Dat er in de Vlaamse Rand op een aantal vlakken een versterkt beleid zal moeten worden gevoerd, is duidelijk. De uitdagingen voor het onthaal van nieuwe inwoners, onderwijs, integratiebeleid en gemeenschapsvorming zijn zeer groot, om nog maar te zwijgen over huisvesting, mobiliteit en ruimtelijke ordening. Misschien is zelfs een aangepast en specifiek bestuurlijk kader nodig om dit beleid met succes te kunnen voeren. Vzw de Rand is in elk geval klaar om binnen het kader van het toekomstige beleid Vlaamse Rand zijn rol en zijn opdracht op te nemen. Met het oog daarop moet vzw de Rand tegen de zomer van 2014 een nieuwe meerjarige beleidsnota opmaken waarin we onze prioriteiten moeten aangeven. Het is logisch dat we daarbij de decretale opdrachten die ons zijn toegewezen kritisch onder de loupe nemen. En nagaan op welke manier de volgende jaren hieraan best gewerkt wordt. We weten
dat vzw de Rand in de faciliteitengemeenten een eerstelijnsrol opneemt en in de brede Vlaamse Rand een tweedelijnsrol op het vlak van taalpromotie en informatie. Dit kan in de toekomst wat ons betreft zo blijven. We pleiten ervoor om in een sfeer van continuïteit vanuit onze gemeenschapscentra in de zes te werken rond ondersteuning van het Vlaams verenigingsleven, gemeenschapsvorming en taalsensibilisatie. Dat er daarbij sinds de laatste gemeenteraadsverkiezingen steeds meer openheid en ook bereidheid bestaat vanuit een aantal gemeentebesturen om samen te werken met de Vlaamse overheid en vzw de Rand is verheugend. Ik denk hierbij aan recente evoluties in Wemmel, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode. Dit neemt niet weg dat als een vorm van bewarende maatregel het Vlaams Parlement een decreet heeft gestemd dat vzw de Rand toelaat om in die gemeenten, die zelf niet intekenen op de beleidsprioriteiten jeugd en sport bij de Vlaamse overheid, in de plaats te treden van het gemeentebestuur. Het opmaken en uitvoeren van deze lokale jeugd- en sportbeleidsplannen vergen heel wat energie bij onze medewerkers, die van deze opdracht een prioriteit zullen moeten maken dit jaar en de volgende jaren. Dat in Wemmel (voor sport) en Sint-Genesius-Rode (voor sport en jeugd) het gemeentebestuur zelf de stap zet om het plan te maken en uit te voeren is hoopvol en eigenlijk de bestuurlijke logica zelf. De opmaak van ons nieuw beleidsplan willen we grondig aanpakken, met betrokkenheid van elk onderdeel van onze organisatie. We zijn er dan ook volop mee bezig. Ook binnen de sfeer van de gemeenschapscentra. De programmeringscommissies en verantwoordelijken van onze gemeenschapscentra werden hierbij de afgelopen maanden gecoacht door Locus, het Vlaams steunpunt voor lokaal cultuurbeleid. Deze coaching van buitenaf is bijzonder vruchtbaar gebleken. Met het resultaat ervan kunnen we een hele tijd verder. Ik dank Locus dan ook van harte voor dit traject. Voor de nabije toekomst en in het kader van de opmaak van onze meerjarige beleidsnota, wil ik nog twee van mijn bezorgdheden met u delen. Een eerst bezorgdheid betreft het behoud van de kwaliteit van het netwerk dat in Vlaams-Brabant en in de Vlaamse Rand in het bijzonder inzet op taalbeleid en taalpromotie. Ik denk hierbij aan de collega s van het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant en van het Provinciaal Integratiecentrum. Sinds een vijftal jaren
werken deze partners samen met ons aan een beleid op maat van elke gemeente in dialoog met de gemeentelijke integratiediensten. Met de reorganisatie van het integratiebeleid op Vlaams vlak en de komst van een nieuwe EVA die ook taalbeleid en taalpromotie in haar bevoegdheid heeft, is er een bezorgdheid omtrent de continuïteit van de expertise die opgebouwd is de voorbije jaren. Het zou bijzonder jammer zijn moest deze expertise verloren gaan in de energie en de tijd die met de herstructurering en de operationalisering van de nieuwe structuren gepaard gaan. Vzw de Rand hoopt ook dat de volgende regering de toegevoegde waarde van de taalpromotiepijler van vzw de Rand zal blijven valoriseren. Een bezorgdheid die daarbij aansluit, is er een van budgettaire aard. Het betreft een dubbele bezorgdheid. In het kader van het onthaal- en integratiebeleid en het beleid inzake taalpromotie en taalbeleid is het duidelijk dat de Vlaamse Rand veel meer noden en behoeften heeft dan dat er middelen uitgekeerd werden de voorbije jaren. Ik durf hopen dat de herstructurering van de integratiesector ook een stukje herverdeling van middelen tot gevolg zal hebben, ten gunste van de Vlaamse Rand en van Vlaams-Brabant. Op dit ogenblik kunnen immers te weinig nieuwkomers in de Rand actief benaderd worden met toeleiding naar taalpromotie-initiatieven. Mijn financiële bezorgdheid betreft ook echter de basisfinanciering van vzw de Rand zelf. Het lijkt me van groot belang dat we onze inspanningen van de voorbije 17 jaar kunnen verder zetten. Om dit te kunnen doen is een voldoende basisfinanciering nodig. De voorbije jaren heeft de vzw de Rand, voor een stuk ook met eigen middelen vanuit opgebouwde reserves in de beginjaren, de werking en uitstraling van de organisatie verzekerd en uitgebouwd. Deze reserves raken echter uitgeput, nu precies in een periode waar ook de Vlaamse regering geconfronteerd wordt mlet slinkende middelen dus moet besparen. Ik hoop dat de nieuwe Vlaamse regering en de minister die daarin de bevoegdheid Vlaamse Rand zal toegewezen krijgen, voldoende de meerwaarde van vzw de Rand zal kunnen inschatten om dit te vertalen in een correcte basisfinanciering. Deze zal in ieder geval hoger moeten zijn dan het huidige budget; zo niet zullen er deelwerkingen van onze organisatie onder druk komen te staan en zullen bepaalde onderdelen moeten afgebouwd worden. Dit beleidsverhaal moet zijn beslag krijgen in en na de zomer van 2014.
Het beleidsverhaal van vzw de Rand kan je natuurlijk niet los zien van de beleidsuitdagingen die de komende jaren in de Vlaamse Rand moeten worden aangepakt, zowel op federaal, Vlaams, provinciaal als gemeentelijk niveau. Die uitdagingen zijn talrijk en divers. Dames en heren, u zal in ons midden ongetwijfeld al de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant Lodewijk Dewitte herkend hebben. We hebben aan hem gevraagd om vandaag aanwezig te zijn en ons te vertellen wat hij als grote uitdagingen voor en in de Vlaamse Rand ziet de komende jaren. Als provinciegouverneur maar ook als voorzitter van het coördinatieplatform VSGB is hij een bevoorrecht getuige van de evoluties in de Vlaamse Rand, zowel op het terrein als op beleidsvlak. Na zijn toespraak zal ook onze voorzitter van vzw de Rand Jan De Craen u nog toespreken. Ik dank u alvast voor uw aandacht en geef nu graag het woord aan gouverneur Dewitte.