Provinciefonds. Septembercirculaire 2016

Vergelijkbare documenten
Provinciefonds. Decembercirculaire 2016

Provinciefonds. Septembercirculaire 2017

Nr C Jaarverslag en slotwet Provinciefonds 2016 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Provinciefonds. Meicirculaire 2017

Provinciefonds. Maartcirculaire 2018

Provinciefonds. Septembercirculaire 2015

Provinciefonds. Decembercirculaire 2014

CIRCULAIRE PROVINCIEFONDS van 3 maart 2011

Provinciefonds. Meicirculaire 2014

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

MEMORIE VAN TOELICHTING. De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Provinciefonds. Decembercirculaire 2017

Provinciefonds. Meicirculaire 2015

Provinciefonds. Meicirculaire 2018

CIRCULAIRE PROVINCIEFONDS van 6 december 2010

Provinciefonds. Decembercirculaire 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

rj) 0 3 JULI 2014 provinsje fryslân provincie fryslân b iiiiiiil Provinciale Staten van de Provincie Fryslân Postbus HM LEEUWARDEN

Provinciefonds. Septembercirculaire 2013

bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering

Provinciefonds. Meicirculaire 2019

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rijksbegroting 2017 c Provinciefonds

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Algemene uitkering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Decembercirculaire 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Meicirculaire 2018 gemeentefonds

Tweede Kamer der Staten-Generaal

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

Provinciefonds. Decembercirculaire 2018

bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

Septembercirculaire 2015

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

Inleiding Op 31 mei 2016 is de meicirculaire verschenen, in dit advies worden de gevolgen voor de gemeente Krimpen toegelicht.

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

OXT.?W III III MUI MUI INI II Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

Provinciefonds. Meicirculaire 2013

Raadsinformatiebrief 73

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

herijkingsonderzoek BDuR en het meerjarenperspectief. Omschrijving

CIRCULAIRE GEMEENTEFONDS van 16 maart 2004

Voorts geven wij ook inzicht in de voorlopige financiële consequenties van de ontwerp-najaarsnota 2015.

datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING OPLOSSINGSRICHTINGEN

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017

1. Kennis te nemen van de maart- en meicirculaire en de (financiële) gevolgen daarvan

Raadsinformatiebrief 81

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsinformatiebrief1

, provincie h groningen

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

a cc groningen - 5 JAN. 201 i IdU Aan Provinciale Staten

provincie groningen -2 OKI ^ % Gedeputeerde Staten Aan Provinciale Staten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

- gedeputeerde staten van de provincies - dagelijks bestuur van het Interprovinciaal Overleg

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1 e Bestuursrapportage 2014 & Kadernota 2015

Bijlage 1 bij de raadsmededeling meicirculaire 2017 gemeentefonds

- = voordeel (bedragen x 1.000)

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage 2 -

Bijlage 5 - Algemene Uitkering (AU) gemeentefonds

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Collegebesluit. Onderwerp: Septembercirculaire 2013 Gemeentefonds Reg. Nummer: CS/CC 2013/ 1. Inleiding

Collegevoorstel. Zaaknummer Decembercirculaire 2016 gemeentefonds

Uw brief van: Ons kenmerk: Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: adres: Datum: 19 juni 2017

Ten opzichte van de kadernota ontwikkelt de algemene uitkering zich als volgt in de meicirculaire: [zie volgende pagina]

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 juni 2018 U Lbr. 18/030. Hoofdpunten meicirculaire 2018.

gemeentefonds bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Raadsbesluit. Heemstede. Raadsvergadering: 8 en 9 november ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

Postbus AA Bezoekadres Stadsplein LZ IBAN: NL49 BNGH BIC: BNGHNL2G

Datum 12 oktober 2016 Behandeld door Ruud Bosmans

Economisch hart van de Kempen

Memo Reg.nr.: O-FIN/2014/519 / RIS

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 7 ONDERWERP

circulaires Sjanneke Vernooij Bert van der Wees Ministerie van BZK Ministerie van Financiën

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord.

Samen meer bereiken. Thema s FAMO. Winterbijeenkomst Annelies Kroeskamp. Interbestuurlijk Programma: belicht vanuit het Rijk

Gemeentefonds. Maartcirculaire 2018

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2014.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Transcriptie:

Provinciefonds Septembercirculaire 2016

- Gedeputeerde Staten van de provincies - Dagelijks bestuur van het Interprovinciaal Overleg DGBW/ Bestuur en Financiën Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon eventuele vragen per e-mail postbus.gf@minbzk.nl Datum 20 september 2016 Kenmerk 2016-0000586099 Onderwerp septembercirculaire provinciefonds 2016 bekendmaking van beleid en het geven van informatie Doelstelling Juridische grondslag Relaties met andere circulaires meicirculaire 2016 (2016-0000307156); decembercirculaire 2015 (2015-0000737419); septembercirculaire 2015 (2015-0000532753); meicirculaire 2015 (2015-0000299204) Ingangsdatum 20 september 2016 Geldig tot 1 juli 2017

Septembercirculaire provinciefonds 2016

Voorwoord Via de meicirculaire 2016 zijn provincies over de financiële kaders voor hun begrotingen geïnformeerd. De septembercirculaire 2016 geeft een actueel beeld, gebaseerd op de Miljoenennota van het Rijk. De politiek-bestuurlijke zaken zijn in hoofdstuk 1 uitgelicht. De circulaire is in belangrijke mate een financieel-technisch document. De latere hoofdstukken richten zich op de doelgroep van financieel specialisten. Ik wens u bij al uw taken en verantwoordelijkheden veel succes. Mede namens de staatssecretaris van Financiën, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Plasterk septembercirculaire provinciefonds 2016

Septembercirculaire provinciefonds 2016

Inhoudsopgave 1 Hoofdpunten... 1 2 Algemene uitkering... 3 2.1 Inleiding... 3 2.2 Omvang en verdeling... 3 1. Accres... 4 2. Plafond BTW-compensatiefonds... 5 3. Landelijk Meldpunt Afval... 5 2.3 Bedragen per eenheid, vaste bedragen ontwikkeltaken en uitkeringsfactoren... 6 3 Decentralisatie- en integratie-uitkeringen... 7 1. RegioSpecifiek Pakket Zuiderzeelijn... 8 2. Aansluiting Lelystad Airport... 8 3. Groei op het spoor... 8 4. Nationale gebiedsontwikkeling... 8 5. Green Deal... 8 6. Uitvoeringstafel Eindhoven Airport... 8 7. Versnellingsagenda melkveehouderij Noord NL... 9 8. DuurzaamDoor... 9 9. Erfgoed en ruimte... 9 10. Bodemsanering... 9 11. MIRT-onderzoek Holwerd aan Zee... 9 12. Vismigratierivier... 9 13. Programma Impuls Omgevingsveiligheid 2015-2018... 9 4 Overige mededelingen... 13 4.1 Provinciefondstotalen... 13 4.2 Voorschotbetalingen... 13 4.3 Provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting... 13 4.4 Loon- en prijsontwikkeling... 14 4.5 Individuele EMU-referentiewaarden provincies 2017... 14 4.6 Actualisatie Handleiding Artikel 12... 15 Bijlagen... 17 Bijlage 1 Ontwikkeling algemene uitkering 2016-2021... 18 Bijlage 2 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2016-2021... 19 Bijlage 3 Bedragen per eenheid 2016... 20 Bijlage 4 Bedragen per eenheid 2016 per cluster... 21 Bijlage 5 Volumina maatstaven 2016... 22 Bijlage 6 Ontwikkeltaken niet via maatstaven 2016... 24 Bijlage 7 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2016 per provincie... 25 Bijlage 8 Verdeling provinciefondsuitkeringen 2016... 29 Bijlage 9 Bevoorschotting 2016... 30 Septembercirculaire provinciefonds 2016

Bijlage 10 Bedragen per eenheid 2017... 32 Bijlage 11 Bedragen per eenheid 2017 per cluster... 33 Bijlage 12 Volumina maatstaven 2017... 34 Bijlage 13 Ontwikkeltaken niet via maatstaven 2017... 36 Bijlage 14 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2017 per provincie... 37 Bijlage 15 Verdeling provinciefondsuitkeringen 2017... 39 Bijlage 16 Bevoorschotting 2017... 40 Bijlage 17 Overzicht meerjarige decentralisatie-uitkeringen... 41 Septembercirculaire provinciefonds 2016

1 Hoofdpunten Deze circulaire informeert provincies over de provinciefondsuitkeringen. Het provinciefonds is een belangrijke inkomstenbron van de provincies. De ontwikkeling ervan bepaalt daarom in belangrijke mate de financiële ruimte van provincies. Factoren als provinciale rentelasten, dividendopbrengsten en belastingopbrengsten bepalen mede die financiële ruimte. Zij vallen echter buiten het bestek van deze circulaire. Provincies ontvangen op drie tijdstippen in het jaar de informatie over de provinciefondsuitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota. De circulaires bevatten ook actuele informatie die op een later tijdstip in de rijksbegroting wordt verwerkt. De mededelingen zijn steeds onder het voorbehoud van parlementaire goedkeuring. De indeling van de circulaire is afgestemd op de soorten uitkeringen die het provinciefonds kent: de algemene uitkering en de decentralisatie- en integratie-uitkeringen. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven (netto gecorrigeerde rijksuitgaven; NGRU). Volgens de normeringssystematiek (trap op trap af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. De jaarlijkse toename of afname van het provinciefonds, voortvloeiend uit de normeringssystematiek, wordt het accres genoemd. De accresraming in de Miljoenennota resulteert voor alle jaren in een hogere algemene uitkering in vergelijking met de meicirculaire 2016. Onderstaande figuur laat de nieuwe accresstanden zien, inclusief een vergelijking met de stand meicirculaire 2016. 100 Accressen provinciefonds 2016-2021 (in mln euro's) 75 50 25 Stand meicirculaire 2016 Stand septembercirculaire 2016 0 2016 2017 2018 2019 2020 2021-25 -50 Septembercirculaire provinciefonds 2016 1

De ontwikkeling van het BTW-compensatiefonds en het bijbehorende plafond leiden met ingang van 2015 tot een toename of afname van de algemene uitkering, zo is vastgelegd in het Financieel Akkoord Rijk/VNG/IPO. De ruimte onder het plafond is voor de jaren 2016 en 2017 afgenomen, met als gevolg een kleinere toevoeging aan de algemene uitkering dan eerder aangegeven. Voor 2016 gaat het om een neerwaartse bijstelling van 4,4 miljoen. Vanaf 2018 is sprake van een toename van de ruimte onder het plafond en een positieve bijstelling van de algemene uitkering. De provincies en het ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben een convenant gesloten over de overheveling van de financiering van het Landelijk Meldpunt Afval (LMA) van provincies naar het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het convenant leidt vanaf 2017 tot een structurele verlaging van de algemene uitkering. De circulaire bevat informatie over de verdeling van de uitname over de provincies. In de meicirculaire 2016 is melding gemaakt van het wetswijzigingstraject om te komen tot een nieuw verdeelmodel provinciefonds. Het advies van de Raad van State is inmiddels ontvangen en het kabinet zal het wetsvoorstel dit najaar aan de Tweede Kamer sturen. Het streven blijft inwerkingtreding van deze wetswijziging op 1 januari 2017. Septembercirculaire provinciefonds 2016 2

2 Algemene uitkering 2.1 Inleiding Paragraaf 2.2 van dit hoofdstuk bevat informatie over wijzigingen in de verdeling als gevolg van de ontwikkeling van de omvang van de algemene uitkering en informatie over overige verdeelaspecten. Paragraaf 2.3 informeert de provincies over een aantal gegevens voor de berekening van de algemene uitkering. 2.2 Omvang en verdeling Tabel 2.2.1 bevat de wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering over de periode 2016 tot en met 2021 ten opzichte van de meicirculaire 2016. De wijzigingen in deze circulaire betreffen achtereenvolgens: 1. Algemene mutaties Deze mutaties hebben betekenis voor de financiële ruimte van de provincies. 2. Mutaties met corresponderende gevolgen voor inkomsten of uitgaven (de zogenaamde taakmutaties) Deze mutaties zijn geordend volgens de clusterindeling van het provinciefonds om provincies een overzicht te bieden per beleidsterrein. De clusterindeling, naar homogene provinciale beleidsvelden, zijn een hulpmiddel bij het onderhoud van de verdeling. Het staat provincies vrij de indeling al dan niet voor eigen doeleinden te hanteren en de clusterindeling heeft geen gevolgen voor de bestedingsvrijheid van de algemene uitkering. De tabel wordt gevolgd door een toelichting op de mutaties. Tabel 2.2.1 Mutaties algemene uitkering 2016-2021 (bedragen in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Stand meicirculaire 2016 628,285 629,230 651,408 684,483 732,633 750,472 Mutaties deze circulaire Algemene mutaties 1) Accres 6,315 23,541 52,784 71,739 80,136 100,161 2) Plafond BTW-compensatiefonds -4,357-0,167 4,677 8,276 11,749 20,508 Water en milieu 3) Landelijk Meldpunt Afval -1,995-1,995-1,995-1,995-1,995 Stand deze circulaire 630,243 650,609 706,874 762,503 822,523 869,146 De tabel is opgezet volgens de gangbare begrotingsopzet van Rijk en provincies. Dat betekent dat een structurele verhoging of verlaging van de algemene uitkering zichtbaar is als een reeks bedragen. Een incidentele verhoging of verlaging daarentegen leidt alleen in het jaar van de mutatie tot de vermelding van een bedrag. Septembercirculaire provinciefonds 2016 3

In bijlage 1 zijn de mutaties uit tabel 2.2.1 samengenomen met de mutaties uit eerdere circulaires. Deze bijlage geeft een totaalbeeld van de mutaties van jaar op jaar, ongeacht het moment van publicatie, in tegenstelling tot tabel 2.2.1, die een totaalbeeld geeft van circulaire op circulaire. In de bijlagen 8 en 15 kunt u zien hoe de algemene uitkering in de uitkeringsjaren 2016 en 2017 over de provincies is verdeeld. Toelichting 1. Accres Tabel 2.2.2 laat de actuele raming van de accressen zien voor de jaren 2016-2021. Tabel 2.2.2 Actuele raming accressen provinciefonds 2016-2021 (in miljoenen euro s) 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Stand meicirculaire 2016 (in %) 3,40% 0,43% 1,28% 1,54% 2,21% 1,09% Stand septembercirculaire 2016 (in %) 3,96% 1,13% 2,59% 2,41% 2,53% 1,97% Stand meicirculaire 2016 37,874 9,949 27,723 31,412 45,613 22,839 Stand septembercirculaire 2016 44,189 27,175 56,966 50,367 54,010 42,864 Mutatie jaarlijkse tranches 6,315 17,226 29,243 18,955 8,397 20,025 Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2016 cq. meicirculaire 2016 stijgt het accres 2016 met 0,56 procentpunt. Het accres 2016 wordt als gevolg daarvan met 6,3 miljoen opwaarts bijgesteld. Ook het accres 2017 laat een stijging zien, namelijk met 0,7 procentpunt, wat neerkomt op 17,2 miljoen. Belangrijkste verklaring voor de stijging van het accres zijn de extra uitgaven van het kabinet aan veiligheid, defensie, zorg, onderwijs en armoedebestrijding. Voor een nadere toelichting op het pakket aan maatregelen wordt verwezen naar de Miljoenennota, hoofdstuk 3 en de bijlage over de normeringssystematiek. Een belangrijk deel van dit pakket werkt ook door in het accres. Verder is in de raming een stijging van het aantal studieleningen opgenomen, wat ook positief doorwerkt in het accres. De actualisatie van de verwachte inflatie voor 2016 en 2017 heeft een negatief effect op het accres en in de jaren daarna een positief effect. Het meerjarenbeeld van het accres vertoont ook een duidelijk positieve trend. Dit is het gevolg van het verwerken van de laatste inzichten uit de middellange termijn raming (MLT) van het CPB. In de raming van de accressen in de meicirculaire 2016 was de MLT nog niet verwerkt. Tabel 2.2.3 geeft inzicht in de mutatie in de accressen 2016-2021 na de meicirculaire 2016. Qua presentatie is gekozen voor een gedetailleerde opbouw. Zo ontstaat duidelijkheid over het incidentele of structurele karakter van de bedragen. Septembercirculaire provinciefonds 2016 4

Tabel 2.2.3 Mutaties accressen provinciefonds 2016-2021 ten opzichte van de meicirculaire 2016 (jaartranches, in miljoenen euro s) 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Tranche 2016 6,315 6,315 6,315 6,315 6,315 6,315 Tranche 2017 17,226 17,226 17,226 17,226 17,226 Tranche 2018 29,243 29,243 29,243 29,243 Tranche 2019 18,955 18,955 18,955 Tranche 2020 8,397 8,397 Tranche 2021 20,025 Totaal 6,315 23,541 52,784 71,739 80,136 100,161 De totaalregel in de tabel correspondeert met de accresregel in tabel 2.2.1. 2. Plafond BTW-compensatiefonds Het plafond van het BTW-compensatiefonds (BCF) is per 2015 gekoppeld aan de accrespercentages zoals deze volgen uit de normeringssystematiek voor het provinciefonds. Het plafond wordt aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF. Als het plafond overschreden wordt komt het verschil ten laste van het gemeentefonds en het provinciefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond komt het verschil ten gunste van het gemeentefonds en het provinciefonds. De toevoeging of uitname wordt over het gemeentefonds en het provinciefonds verdeeld conform de aandelen van de gezamenlijke gemeenten en provincies in het BCF in het gerealiseerde jaar. Bij Miljoenennota 2017 is het aandeel van provincies van 28,576 miljoen in de geraamde ruimte onder het plafond voor 2016 toegevoegd aan het provinciefonds. In de septembercirculaire 2015 werd uitgegaan van een toevoeging van 32,933 miljoen (zie bijlage 1 van de septembercirculaire 2015). De ruimte onder het plafond is afgenomen als gevolg van een toename van de geraamde uitgaven vanuit het BCF. Ook voor het jaar 2017 is de ruimte onder het plafond ten opzichte van de septembercirculaire 2015 afgenomen. In latere jaren is sprake van een toename van de ruimte onder het plafond en een positieve bijstelling van de algemene uitkering. Er blijft voor alle jaren sprake van een verwachte ruimte onder het plafond. 3. Landelijk Meldpunt Afval De provincies en het ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben een convenant gesloten over de overheveling van de financiering van het Landelijk Meldpunt Afval (LMA) van provincies naar het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt hierdoor vanaf januari 2017 verantwoordelijk voor de opdrachtverlening aan Rijkswaterstaat. Het convenant leidt vanaf 2017 tot een structurele verlaging van de algemene uitkering van 1,995 miljoen. In afwachting van de besluitvorming over het nieuwe verdeelmodel, voortvloeiend uit het traject commissie Jansen, vindt verdeling van de uitname plaats via een verlaging van de vaste bedragen voor de ontwikkeltaken, onderdeel Water en milieu bodem. De bedragen per provincie die in mindering zijn gebracht sluiten aan bij de verdeling die in IPO-verband overeen is Septembercirculaire provinciefonds 2016 5

gekomen en zijn opgenomen in tabel 2.2.4. Tabel 2.2.4 Overzicht bedragen uitname Landelijk Meldpunt Afval (incl. uitkeringsfactor) Provincie Bedrag 2017 en verder Groningen -80.269 Fryslân -148.409 Drenthe -123.824 Overijssel -176.600 Gelderland -253.246 Utrecht -148.289 Noord-Holland -301.317 Zuid-Holland -261.891 Zeeland -36.864 Noord-Brabant -216.695 Limburg -166.371 Flevoland -81.225 Totaal -1.995.000 2.3 Bedragen per eenheid, vaste bedragen ontwikkeltaken en uitkeringsfactoren In de bijlagen 3 en 10 staan de bedragen per eenheid voor respectievelijk de uitkeringsjaren 2016 en 2017. Er zijn geen wijzigingen opgetreden in de bedragen per eenheid ten opzichte van de meicirculaire 2016. Van de vaste bedragen voor de ontwikkeltaken heeft alleen het vaste bedrag Water en milieu - bodem wijzigingen ondergaan als gevolg van de uitname Landelijk Meldpunt Afval per 2017 (zie paragraaf 2.2-3). De vaste bedragen voor de ontwikkeltaken 2016 en 2017 zijn opgenomen in de bijlagen 6 en 13. Het verloop van de voorlopige uitkeringsfactor over de periode 2016-2021 is opgenomen in tabel 2.3.1. Het verschil met de meicirculaire 2016 wordt voor het overgrote deel verklaard door de nieuwe gegevens over het accres en het plafond BTW-compensatiefonds (zie paragraaf 2.2). Bij de berekening van de uitkeringsfactor vanaf 2018 is uitgegaan van trendmatige groeipercentages. De te verwachten trendmatige groei van het aantal inwoners in landelijke gebieden bedraagt -0,3%, een afname met 0,1% ten opzichte van de meicirculaire 2016. De overige groeipercentages zijn ongewijzigd. Tabel 2.3.1 Ontwikkeling uitkeringsfactor 2016-2021 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Uitkeringsfactor 1,028 1,047 1,082 1,116 1,152 1,182 Septembercirculaire provinciefonds 2016 6

3 Decentralisatie- en integratie-uitkeringen Dit hoofdstuk bevat mededelingen over de decentralisatie- en de integratie-uitkeringen. Deze uitkeringen maken net als de algemene uitkering deel uit van het provinciefonds, maar hebben een eigen verdeling. Decentralisatie- en integratie-uitkeringen zijn net als de algemene uitkering vrij besteedbaar en er vindt geen verantwoording naar het Rijk plaats, zoals bij specifieke uitkeringen wel het geval is. Veel van de uitkeringen in dit hoofdstuk zijn verbonden met een zeker doel, waardoor de bestedingsvrijheid materieel wel begrensd kan zijn. Tabel 3.1.1 bevat de wijzigingen in de bedragen ten opzichte van de meicirculaire 2016 over de periode 2016 tot en met 2021, gevolgd door een toelichting, met onder meer informatie over de verdeling over de provincies. Bijlage 2 bevat het overzicht van de decentralisatie- en integratie-uitkeringen en de daarmee gemoeide bedragen over de periode 2016 tot en met 2021. In de bijlagen 7, 14 en 17 kunt u zien hoe de decentralisatie-uitkeringen in de verschillende uitkeringsjaren over de provincies zijn verdeeld. Tabel 3.1.1 Mutaties decentralisatie-uitkeringen (bedragen in miljoenen euro's) 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Stand meicirculaire 2016 1.706,478 1.565,089 1.422,810 1.421,922 1.420,460 1.350,905 Mutaties deze circulaire Verkeer en vervoer 1) Zuiderzeelijn 60,944 2) Aansluiting Lelystad Airport 6,671 3) Groei op het spoor 4,011 Economische zaken 4) Nationale gebiedsontwikkeling 20,601 5) Green Deal 1,800 6) Uitvoeringstafel Eindhoven Airport 0,033 7) Versnellingsagenda melkveehouderij Noord NL 0,060 0,060 0,060 0,060 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening 8) DuurzaamDoor 1,500 9) Erfgoed en ruimte 0,269 Water en milieu 10) Bodemsanering 6,916 11) MIRT-onderzoek Holwerd aan Zee 0,075 12) Vismigratierivier 0,826 1,240 1,653 Voorzieningen 13) Programma IOV 14,286 Stand deze circulaire 1.810,184 1.580,675 1.424,523 1.421,982 1.420,460 1.350,905 Septembercirculaire provinciefonds 2016 7

Toelichting 1. RegioSpecifiek Pakket Zuiderzeelijn De volgende provincies ontvangen een bijdrage in verband met het RegioSpecifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn: Groningen ( 18,996 miljoen) en Fryslân ( 41,948 miljoen). 2. Aansluiting Lelystad Airport De provincie Flevoland ontvangt in 2016 een bedrag van 6,671 miljoen in het kader van de realisatieovereenkomst Halve Aansluiting A6 van 7 juni 2016. De afspraken zijn gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid van Lelystad Airport. De bijdrage is onder meer toegekend voor planstudiekosten, noodzakelijke grondverwerving en voorbereidingskosten. Bestuurlijk is overeengekomen dat het Rijk in totaal 19,6 miljoen inclusief btw beschikbaar stelt. Het restant van de rijksbijdrage volgt in latere jaren en wordt verwerkt in een volgende circulaire. 3. Groei op het spoor De volgende vier provincies ontvangen een bijdrage ten behoeve van Groei op het spoor: Utrecht ( 0,089 miljoen; P+R Bilthoven), Zeeland ( 0,172 miljoen; P+R Kruiningen- Yerseke), Noord-Brabant ( 1,750 miljoen; P+R Tilburg en 1 miljoen; P+R s- Hertogenbosch) en Zuid-Holland ( 1 miljoen; P+R Sassenheim). 4. Nationale gebiedsontwikkeling De provincie Limburg ontvangt in 2016 een bedrag van 20,601 miljoen (inclusief bijdrage Maaswerken) voor de planuitwerking en de (voorbereiding van de) uitvoering van gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. Het projectbudget voor de jaren 2017-2022, in totaal een bedrag van 110,634 miljoen (prijspeil 2016), zal worden toegekend in de meicirculaire 2017. 5. Green Deal De provincie Zeeland ontvangt over 2016 een bedrag voor de realisatie van de waterstofuitwisseling tussen de bedrijven DOW, Vara en ICL-IP. 6. Uitvoeringstafel Eindhoven Airport De provincie Noord-Brabant ontvangt een bijdrage voor het aanstellen van een onafhankelijk voorzitter van de Uitvoeringstafel Eindhoven Airport. Deze uitvoeringstafel ziet toe op de uitvoering van de gemaakte afspraken over de groei van de luchthaven. Septembercirculaire provinciefonds 2016 8

7. Versnellingsagenda melkveehouderij Noord NL De provincie Fryslân ontvangt vanuit haar coördinerende rol een bijdrage voor de versnellingsagenda melkveehouderij Noord-Nederland. 8. DuurzaamDoor De provincies ontvangen in 2016 opnieuw middelen in het kader van het Kennisprogramma DuurzaamDoor: sociale innovatie voor een groene economie. De verdeling van de bedragen over de provincies is gelijk aan die van 2015. De verdeling is opgenomen in bijlage 7. 9. Erfgoed en ruimte De provincie Utrecht ontvangt 61.983 en Friesland 107.438 voor projecten ten behoeve van de Beleidsnota Kiezen voor karakter, onderdelen werelderfgoed en levend landschap. De provincie Limburg ontvangt een bedrag van 100.000 ten behoeve van de organisatie van het jaarlijkse congres European Association of Archeologists (EAA 2017). 10. Bodemsanering Provincie Overijssel ontvangt in 2016 een aanvullende bijdrage van 6,856 miljoen ten behoeve van de laatste fase van de sanering van het Olasfa-terrein te Olst. Provincie Zuid-Holland ontvangt in 2016 een bedrag van 0,060 miljoen ten behoeve van het regieteam dat de sanering van het EMK-terrein in Krimpen aan den IJssel voorbereidt. 11. MIRT-onderzoek Holwerd aan Zee De provincie Fryslân ontvangt een bijdrage vanuit het Programma naar een Rijke Waddenzee voor de kosten van projectleiding en voor het MIRT-onderzoek Holwerd aan Zee. 12. Vismigratierivier De provincie Fryslân ontvangt voor de jaren 2016 tot en met 2018 opnieuw een bijdrage voor de realisatie van de vismigratierivier in de Afsluitdijk, eveneens in het kader van het Programma naar een Rijke Waddenzee. 13. Programma Impuls Omgevingsveiligheid 2015-2018 Provincies ontvangen voor 2017 een bedrag van in totaal 14,286 miljoen voor het Programma Impuls Omgevingsveiligheid 2015-2018. De Impuls Omgevingsveiligheid bestaat uit een aantal deelprogramma s van de gezamenlijke overheden. Het betreft de deelprogramma s: Besluit Risico s Zware Septembercirculaire provinciefonds 2016 9

Ongevallen (BRZO), Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS), Informatie- Kennisinfrastructuur en Lokaal EV-beleid. De provincie Zuid-Holland voert het secretariaat en is er verantwoordelijk voor dat alle uitvoerende partijen de beschikbare middelen voor de deelprogramma s BRZO, PGS en Informatie-Kennisinfrastructuur in het kader van de Impuls ontvangen. Voor het deelprogramma Lokaal EV-beleid krijgen de diverse provincies middelen voor hun bijdrage aan dit deelprogramma en verzorgt de provincie Zuid-Holland daarnaast de toedeling aan de veiligheidsregio s. De verdeling over de provincies is opgenomen in bijlage 14. Overige mededelingen decentralisatie- en integratie-uitkeringen Decentralisatie-uitkering Natuur In een volgende circulaire zal nadere informatie worden opgenomen over de volgende ontwikkelingen met gevolgen voor de omvang en verdeling van de decentralisatie-uitkering Natuur: (Agrarisch) natuurbeheer Met ingang van 2017 wordt de decentralisatie-uitkering Natuur verhoogd ten behoeve van de uitvoering van agrarisch natuurbeheer ( 8,9 miljoen structureel) en van de kleine natuurbeheerders (<75 ha; 0,6 miljoen structureel). Deze bijdrage is gebaseerd op de kosten na de transitie naar een collectief stelsel. Transitie naar collectief stelsel agrarisch natuurbeheer en kleine natuurbeheerders Voor de transitieperiode Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (2014 2016) zijn in het kader van het Natuurpact afspraken gemaakt over de financiering van de kosten. Het gezamenlijke transitietraject is in 2016 afgerond en er is een financiële eindbalans opgemaakt. Daarbij zijn de gemaakte kosten en gerealiseerde betalingen afgezet tegen de bestuurlijk gemaakte financieringsafspraken. Op basis hiervan is vastgesteld dat het ministerie van EZ per saldo een éénmalige bijdrage aan provincies ter beschikking stelt van 2,46 miljoen en dat provincies de transitie afronden. Provincies realiseren daarnaast een transitie naar een collectief beheer door kleine natuurbeheerders (<75 ha). Rijk en provincies hebben voor de periode 2017 tot en met 2022 een taakstellend transitiebedrag van 10 miljoen afgesproken, waarvan 60% ( 6 miljoen) door het Rijk wordt betaald en 40% ( 4 miljoen) door provincies. De rijksbijdrage van 6 miljoen is inclusief de voornoemde structurele rijksbijdrage voor de uitvoering door kleine natuurbeheerders ( 0,6 miljoen structureel ofwel 3,6 miljoen in de periode 2017 tot en met 2022). Daaruit volgt dat het Rijk in aanvulling hierop eenmalig 2,4 miljoen bijdraagt aan de transitie (2017 tot en met 2022). Septembercirculaire provinciefonds 2016 10

Meerkosten Programma Aanpak Stikstof Rijk en provincies hebben bestuurlijke afspraken gemaakt over de geraamde meerkosten van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Afgesproken is dat het ministerie van EZ - onder verrekening van de gerealiseerde voorschotten een bedrag van 3 miljoen beschikbaar stelt vanwege de gestegen kosten voor monitoring en onderzoek in het kader van het PAS. Voor alle mutaties geldt dat Rijk en provincies in het najaar 2016 nadere afspraken maken over de verdeling van de middelen over de provincies. Septembercirculaire provinciefonds 2016 11

Septembercirculaire provinciefonds 2016 12

4 Overige mededelingen 4.1 Provinciefondstotalen De provinciefondstotalen 2016-2021 zijn opgenomen in tabel 4.1.1. De bedragen uit de hoofdstukken 2 en 3 zijn hierin samengenomen. Tabel 4.1.1 Provinciefondstotalen 2016-2021 (bedragen in miljoenen euro's) 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Algemene uitkering DU/IU 630,243 650,609 706,874 762,503 822,523 869,146 1.810,184 1.580,675 1.424,523 1.421,982 1.420,460 1.350,905 Totaal 2.440,427 2.231,284 2.131,397 2.184,485 2.242,983 2.220,051 4.2 Voorschotbetalingen De bijlagen 5 en 12 bevatten de volumina van de maatstaven voor de uitkeringsjaren 2016 en 2017. Voor beide uitkeringsjaren geldt dat ten opzichte van de meicirculaire 2016 de maatstaven inwoners, inwoners in landelijke gebieden, gewogen weglengte en woonruimten zijn geactualiseerd van voorlopig 2016 naar definitief 2016. Door de actualisatie van het aantal inwoners heeft de maatstaf inwoners_oad ook wijzigingen ondergaan. De overige gebruikte aantallen eenheden in de uitkeringsjaren 2016 en 2017 zijn ten opzichte van de meicirculaire 2016 ongewijzigd. In bijlage 9 staan de termijnbedragen die horen bij de bevoorschotting 2016. De voorschotbetalingen 2016 zullen op 12 december 2016 (termijn 50) aan de geactualiseerde omvang en verdeling van het provinciefonds worden aangepast. U wordt hierover geïnformeerd in de decembercirculaire 2016. De termijnbedragen in deze circulaire gelden tot en met 5 december 2016 (termijn 49). In bijlage 16 treft u de voorschotbedragen over 2017 aan zoals die voor de eerste maal per valutadatum 2 januari 2017 betaalbaar worden gesteld. Voor de volledigheid melden wij dat u aan de berekening van de voorschotten geen rechten kunt ontlenen voor de definitieve vaststelling van de uitkeringen. De betalingen van de voorschotten vinden plaats op de door de provincies aangegeven rekeningen. 4.3 Provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting Ingevolge de Provinciewet, artikel 222, tweede lid, bedraagt het aantal opcenten motorrijtuigenbelasting dat provincies mogen heffen voor de belastingtijdvakken die na 31 december 2015 aanvangen ten hoogste 110,6. Op grond van artikel 222, vierde lid van de Provinciewet wordt dit aantal jaarlijks aangepast met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in Septembercirculaire provinciefonds 2016 13

artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001. Formeel vindt de vaststelling van het nieuwe maximum van het aantal te heffen provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting vanaf 1 januari 2017 plaats in december 2016, bij een ministeriële regeling van de minister van Financiën waarmee de jaarlijkse belastingtarieven worden aangepast aan de prijsontwikkeling. De tabelcorrectiefactor per 1 januari 2017, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, is echter al wel bepaald en bedraagt 1,003. Dit betekent dat het aantal opcenten motorrijtuigenbelasting dat provincies mogen heffen voor de belastingtijdvakken die na 31 december 2016 aanvangen ten hoogste 111,0 bedraagt (1,003 x 110,63). 4.4 Loon- en prijsontwikkeling De algemene uitkering is uitgedrukt in lopende prijzen. De decentralisatie- en de integratieuitkeringen betreffen doorgaans nominale bedragen. Om provincies in staat te stellen op een juiste wijze met nominale ontwikkelingen om te gaan is tabel 4.4.1 opgenomen. De tabel bevat de twee loon- en prijsindicatoren die het CPB onderscheidt voor de overheidssector. De cijfers zijn ontleend aan de meest recente publicaties van het CPB. Voor nadere informatie verwijzen wij naar de regelmatig bijgestelde prognoses op de website van het CPB (CPB), met name de rubriek Macro Economische Verkenning (MEV2017). Wellicht ten overvloede wordt vermeld dat de cijfers in tabel 4.4.1 geen relatie hebben met de (mutatie in de) omvang van het accres zoals opgenomen in paragraaf 2.2-1. Zij zijn slechts opgenomen als een mogelijkheid om in de provinciale begrotingen rekening te houden met prijsontwikkelingen. Tabel 4.4.1 Prijsmutaties per jaar 2014-2017 2014 2015 2016 2017 overheidsconsumptie - netto materiële consumptie 0,90% -0,90% 0,90% 0,80% - lonen en salarissen 0,50% 0,70% 2,30% 1,00% algemene prijsontw ikkeling - prijsmutatie bbp 0,10% 0,10% 0,50% 0,90% Bron: MEV2017 4.5 Individuele EMU-referentiewaarden provincies 2017 Het aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo is macro genormeerd. Het Rijk maakt daarover afspraken met het IPO, de VNG en de UvW. Septembercirculaire provinciefonds 2016 14

In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) van 28 september 2016 wordt overleg gevoerd over de EMU-tekortnorm voor 2017 en de onderlinge verdeling naar overheidslaag. De minister van Financiën zal hierna de Staten-Generaal informeren over de uitkomst en de afgesproken EMU-norm voor 2017. Tegelijkertijd zult u worden geïnformeerd over de gevolgen voor provincies. 4.6 Actualisatie Handleiding Artikel 12 Naar verwachting in oktober 2016 wordt de geactualiseerde Handleiding artikel 12 gepubliceerd op de website van de rijksoverheid. Een belangrijke aanpassing die in de handleiding zal worden doorgevoerd is ingegeven door de herinrichting van de adviesfunctie inzake de financiële verhoudingen door de overgang van deze functie van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) naar de Raad voor het openbaar bestuur (Rob). De adviesfunctie inzake de financiële verhoudingen zal daardoor een strategisch en toekomstgericht karakter krijgen. Daarnaast worden de passages die betrekking hebben op grondexploitatie en/of grondbeleid in technische en redactionele sfeer verduidelijkt. Aanleiding daarvoor zijn het rapport Grond, Geld en Gemeenten van de Rfv (juli 2015) en de aanpassing van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten als gevolg van de invoering van de vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen. Het betreft verduidelijkingen van de werkwijze bij het saneren van een negatieve algemene reserve als gevolg van het nemen van verliezen ten gevolge van grondexploitatie en van de toepassing van de saneringstermijn van in principe 10 jaar, ingeval het tekort in belangrijke mate wordt veroorzaakt door grondexploitatieverliezen. Gevoed door de uitvoeringspraktijk worden daarnaast nog wat redactionele aanpassingen doorgevoerd die beogen de leesbaarheid te vergroten en die de relatie met de geldende regelgeving leggen. Septembercirculaire provinciefonds 2016 15

Septembercirculaire provinciefonds 2016 16

Bijlagen Septembercirculaire provinciefonds 2016 17

Bijlage 1 Ontwikkeling algemene uitkering 2016-2021 Ontwikkeling algemene uitkering 2016-2021 (bedragen in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Uitkeringen voorafgaand jaar 652,520 630,243 650,609 706,874 762,503 822,523 Algemene mutaties Accres tranche 2014 (incidenteel) 11,770 Accres tranche 2015 (incidenteel) 3,784-3,784 Accres tranche 2015 (structureel) 3,784 Accres 44,189 27,175 56,966 50,367 54,010 42,864 Plafond BTW-compensatiefonds 9,470 3,896 10,149 10,127 11,004 8,759 Generieke Digitale Infrastructuur -0,274 0,074 0,092 0,134 Inputfinanciering handelsregister 0,001 0,006 Minder provincies -5,000-5,000-5,000-5,000-5,000-5,000 Water en milieu Uitname decentralisatie VTH -5,942 Landelijk Meldpunt Afval -1,995 Voorzieningen Overheveling jeugdzorg -90,000 Stand deze circulaire 630,243 650,609 706,874 762,503 822,523 869,146 Septembercirculaire provinciefonds 2016 18

Bijlage 2 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2016-2021 Overzicht van decentralisatie-uitkeringen (bedragen in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Cluster Vindplaats Natuur 446,000 446,000 346,000 346,000 346,000 346,000 Natuur en recreatie sepcirc. 2015, 3.2 Verkeer en vervoer 919,135 919,943 924,852 924,797 923,428 923,399 Verkeer en vervoer meicirc. 2016, H3 Projecten verkeer en vervoer 76,859 81,981 41,962 40,962 40,966 22,578 Verkeer en vervoer meicirc. 2016, H3 Zuiderzeelijn 128,855 20,062 15,213 15,213 15,213 Verkeer en vervoer sepcirc. 2016, H3 Aansluiting Lelystad Airport 6,671 Verkeer en vervoer sepcirc. 2016, H3 Afsluitdijk 4,074 Verkeer en vervoer meicirc. 2016, H3 Groei op het spoor 4,011 Verkeer en vervoer sepcirc. 2016, H3 Dubbele dijkzone Eemshaven-Delfzijl 0,200 Verkeer en vervoer meicirc. 2016, H3 Nationale gebiedsontwikkeling 20,601 Economische zaken sepcirc. 2016, H3 Big Start Giro D'Italia 2,500 Economische zaken meicirc. 2016, H3 Luchthavens 0,934 Economische zaken meicirc. 2016, H3 Fieldlab Region Smart Factories 2,000 Economische zaken meicirc. 2016, H3 Green Deal 1,800 Economische zaken sepcirc. 2016, H3 Uitvoeringstafel Eindhoven Airport 0,033 Economische zaken sepcirc. 2016, H3 Versnellingsagenda melkveehouderij Noord NL 0,060 0,060 0,060 0,060 Economische zaken sepcirc. 2016, H3 DuurzaamDoor 1,500 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening sepcirc. 2016, H3 Erfgoed en ruimte 0,993 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening sepcirc. 2016, H3 Beter benutten 58,444 Water en milieu meicirc. 2016, H3 Bodemsanering 46,003 38,150 35,830 35,997 35,925 Water en milieu meicirc. 2016, H3 BRZO 11,171 10,050 10,050 10,050 10,050 10,050 Water en milieu sepcirc. 2015, 3.10 MIRT-onderzoek Holwerd aan Zee 0,075 Water en milieu sepcirc. 2016, H3 Vismigratierivier 0,826 1,240 1,653 Water en milieu sepcirc. 2016, H3 Sterke regio's 1,000 Water en milieu sepcirc. 2012, 2.2.1 Waddenfonds 28,878 28,878 28,878 28,878 28,878 28,878 Water en milieu juncirc. 2012, 3.9 Hydrologische maatregelen 5,000 Water en milieu meicirc. 2016, H3 Zoetwatermaatregelen 6,895 Water en milieu meicirc. 2016, H3 Projectstimuleringsregeling Interreg V 0,285 Water en milieu meicirc. 2016, H3 Weidevogels 0,025 0,025 0,025 0,025 Water en milieu meicirc. 2016, H3 Waddenslib 0,100 Water en milieu meicirc. 2016, H3 Monumentenzorg 20,000 20,000 20,000 20,000 20,000 20,000 Voorzieningen juncirc. 2012, 3.11 Programma IOV 15,256 14,286 pm Voorzieningen sepcirc. 2016, H3 Totaal decentralisatie-uitkeringen 1.810,184 1.580,675 1.424,523 1.421,982 1.420,460 1.350,905 Septembercirculaire provinciefonds 2016 19

Bijlage 3 Bedragen per eenheid 2016 Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenheid voor het jaar 2016 Uitkeringsfactor 1,028 Bedrag per eenheid Maatstaf 11,65 inwoners 2,31 inwoners landelijk gebied met max 607.000 17.506,15 p-weg 48,83 woonruimten 89,09 oeverlengte 20,86 land 30,14 water 37,81 ehs_groen 118,62 opp. bedrijventerreinen 67.748,65 inrichtingen 1,97 aantal banen totaal 18.308,64 aantal banen stuwende werkgelegenheid 11,47 inw_oad 99,92 inw_groei 556,24 inw_krimp 12.631.516,58 vast bedrag 65,9 MRB Septembercirculaire provinciefonds 2016 20

Bijlage 4 Bedragen per eenheid 2016 per cluster Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenheid voor het jaar 2016 per cluster Cluster Maatstaf Bedragen per eenheid 2016 meicirculaire Wijzigingen 2016 deze circulaire Bedragen per eenheid 2016 deze circulaire Beheertaken Bestuur inwoners 6,57 6,57 vast bedrag 8.610.406,76 8.610.406,76 Verkeer en vervoer p-weg 17.506,15 17.506,15 woonruimten 21,11 21,11 oeverlengte 82,70 82,70 water 14,57 14,57 Water en milieu woonruimten 18,97 18,97 oeverlengte 6,39 6,39 land 2,77 2,77 water 11,06 11,06 inrichtingen 67.748,65 67.748,65 vast bedrag 686.816,83 686.816,83 Natuur en recreatie inwoners 3,50 3,50 land 4,51 4,51 water 4,51 4,51 ehs-groen 37,81 37,81 Economische zaken woonruimten 2,45 2,45 land 3,21 3,21 opp. bedrijventerreinen 118,62 118,62 aantal banen totaal 1,97 1,97 vast bedrag 669.187,24 669.187,24 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening woonruimten 6,30 6,30 land 9,38 9,38 vast bedrag 658.610,42 658.610,42 Voorzieningen inwoners 1,58 1,58 inwoners landelijk gebied met max. 607.000 2,31 2,31 land 0,99 0,99 vast bedrag 2.006.495,33 2.006.495,33 Ontwikkeltaken Economische zaken aantal banen stuwende werkgelegenheid 18.308,64 18.308,64 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening inw_oad 11,47 11,47 inw_groei 99,92 99,92 inw_krimp 556,24 556,24 Septembercirculaire provinciefonds 2016 21

Bijlage 5 Volumina maatstaven 2016 Volumina uitgavenclusters en inkomstencluster 2016 Aantal Aantal Lengte Aantal Aantal hm Aantal ha Aantal ha Oppervlakte inwoners inwoners landelijk p-weg woonruimten oeverlengte land water ehs_groen gebied met max 607.000 Groningen 583.721 313.140 1.003,3 275.992 58.851 232.467 63.498 21.951 Fryslân 646.040 436.770 1.103,7 305.664 107.357 333.203 241.674 53.293 Drenthe 488.629 332.940 829,2 226.930 52.913 263.443 4.599 60.849 Overijssel 1.144.280 538.750 1.452,6 501.149 69.693 331.884 10.190 55.264 Gelderland 2.035.351 607.000 2.412,0 911.591 76.396 496.463 17.167 194.495 Utrecht 1.273.613 317.820 920,6 553.132 67.440 137.896 7.017 35.396 N-Holland 2.784.854 528.460 1.585,9 1.316.714 162.841 265.948 143.245 50.685 Z-Holland 3.622.303 561.380 1.827,1 1.672.074 190.012 280.828 61.051 36.583 Zeeland 381.252 249.070 874,2 206.674 37.794 178.258 115.086 19.499 N-Brabant 2.498.749 607.000 1.103,1 1.106.708 83.836 490.363 17.842 115.934 Limburg 1.116.260 541.580 885,0 533.028 27.282 214.618 6.332 55.531 Flevoland 404.068 132.910 895,2 165.568 36.411 141.164 100.067 19.963 Totaal 16.979.120 5.166.820 14.891,9 7.775.224 970.826 3.366.535 787.768 719.443 Septembercirculaire provinciefonds 2016 22

Volumina uitgavenclusters en inkomstencluster 2016 (vervolg) Oppervlakte Aantal Aantal Aantal banen Aantal Aantal Aantal Vast Opcenten bedrijven- inrichtingen banen stuwende inw_oad inw_groei inw_krimp bedrag motorrijtuigen terreinen totaal werkgelegenheid belasting Groningen 3.488 55 239.350 101,14 0 16.109 10.322 1 610.798,65 Fryslân 3.977 23 241.290 102,18 646.040 0 663 1 742.732,56 Drenthe 2.932 13 192.190 75,14 488.629 8.252 1.766 1 598.913,04 Overijssel 6.214 27 516.440 234,70 0 10.358 3.962 1 1.307.884,86 Gelderland 9.928 63 882.240 369,28 0 18.458 9.029 1 2.321.307,78 Utrecht 4.366 19 660.330 296,45 0 8.695 1.638 1 1.604.683,20 N-Holland 9.759 68 1.419.610 686,79 0 15.788 1.211 1 2.877.761,41 Z-Holland 15.634 174 1.600.220 740,75 0 59.807 1.314 1 3.531.521,74 Zeeland 3.572 43 148.150 63,36 381.252 114 6.902 1 477.521,26 N-Brabant 15.280 135 1.190.360 597,00 0 10.430 2.231 1 3.417.871,22 Limburg 6.788 33 486.980 226,97 0 0 31.400 1 1.301.668,81 Flevoland 2.115 7 143.720 72,90 0 156.969 0 1 675.710,59 Totaal 84.053 660 7.720.880 3.566,66 1.515.921 304.980 70.438 12 19.468.375,12 Septembercirculaire provinciefonds 2016 23

Bijlage 6 Ontwikkeltaken niet via maatstaven 2016 Ontwikkeltaken niet via maatstaven Voorzieningen Volkshuisvesting Verkeer en Water en Water en Natuur en Ontwikkeltaken Ontwikkeltaken en ruimtelijke vervoer milieu milieu recreatie niet via maatstaven niet via maatstaven ordening lucht/klimaat bodem beheer ontwikkel ontwikkel ontwikkel ontwikkel ontwikkel incl. in basis in basis in basis in basis in basis in basis in basis uitkeringsfactor Groningen 0 0 15.249.793 0 2.198.797 8.850.956 26.299.547 27.024.126 Fryslân 1.834.065 4.353.380 12.733.977 0 3.584.456 17.008.486 39.514.364 40.603.025 Drenthe 0 0 12.263.215 0 1.235.679 15.376.363 28.875.256 29.670.799 Overijssel 0 0 12.744.211 19.849 7.734.701 35.098.829 55.597.591 57.129.360 Gelderland 0 0 19.857.069 1.032.136 10.968.238 32.534.697 64.392.140 66.166.208 Utrecht 0 0 18.458.558 3.179.047 1.376.023 27.089.846 50.103.474 51.483.875 N-Holland 0 0 45.624.510 6.768.432 6.001.488 26.469.050 84.863.480 87.201.554 Z-Holland 0 0 45.931.321 9.128.029 8.956.784 30.947.736 94.963.869 97.580.220 Zeeland 0 0 12.130.173 0 482.585 17.743.082 30.355.839 31.192.174 N-Brabant 0 0 46.256.871 3.791.116 10.161.515 37.036.008 97.245.510 99.924.722 Limburg 0 0 20.542.596 1.270.322 731.668 28.801.006 51.345.592 52.760.214 Flevoland 0 0 15.907.308 0 236.188 6.048.179 22.191.674 22.803.077 Totaal 1.834.065 4.353.380 277.699.602 25.188.930 53.668.122 283.004.237 645.748.335 663.539.355 Septembercirculaire provinciefonds 2016 24

Bijlage 7 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2016 per provincie Verdeling decentralisatie-uitkeringen 2016 Natuur Verkeer en Projecten Aansluiting Groei Bodemsanering BRZO Programma vervoer verkeer en Lelystad Airport op hetspoor IOV vervoer Groningen 25.400.000 64.378.326 96.420 0 0 2.036.159 470.239 0 Fryslân 44.850.000 47.424.001 0 0 0 2.240.394 445.741 0 Drenthe 51.650.000 27.646.125 1.967.561 0 0 2.144.561 343.493 0 Overijssel 47.000.000 67.577.366 13.275.785 0 0 16.001.411 542.488 0 Gelderland 49.850.000 154.896.554 5.037.196 0 0 3.490.456 1.388.468 0 Utrecht 22.900.000 129.630.196 6.400.534 0 89.000 3.309.843 564.737 0 Noord-Holland 33.450.000 68.557.701 18.308.331 0 0 2.713.174 1.012.727 0 Zuid-Holland 32.650.000 93.371.198 1.929.454 0 1.000.000 4.185.125 2.736.937 15.256.000 Zeeland 18.150.000 26.093.845 0 0 172.000 1.367.428 343.493 0 Noord-Brabant 75.000.000 135.964.811 3.201.982 0 2.750.000 6.412.769 2.242.200 0 Limburg 36.500.000 70.099.985 23.630.000 0 0 1.674.897 955.980 0 Flevoland 8.600.000 33.494.787 3.011.866 6.671.000 0 426.527 124.497 0 Totaal 446.000.000 919.134.895 76.859.129 6.671.000 4.011.000 46.002.744 11.171.000 15.256.000 Septembercirculaire provinciefonds 2016 25

Verdeling decentralisatie-uitkeringen 2016 (vervolg) Monu- Luchthavens Uitvoeringstafel Nationale Versnellingsagenda Afsluitdijk Zuiderzeelijn Dubbele mentenzorg Eindhoven gebiedsontwikkeling melkveehouderij (REP en RSP) dijkzone Airport Noord NL Eemshaven-Delfzijl Groningen 902.832 38.489 0 0 0 500.000 46.673.000 200.000 Fryslân 1.463.888 130.823 0 0 60.000 3.574.000 76.879.000 0 Drenthe 494.185 56.437 0 0 0 0 2.706.000 0 Overijssel 1.249.181 45.569 0 0 0 0 0 0 Gelderland 1.670.808 164.177 0 0 0 0 0 0 Utrecht 1.526.928 41.479 0 0 0 0 0 0 Noord-Holland 4.717.863 86.649 0 0 0 0 0 0 Zuid-Holland 3.028.763 109.135 0 0 0 0 0 0 Zeeland 1.327.425 66.109 0 0 0 0 0 0 Noord-Brabant 1.722.352 123.942 33.000 0 0 0 0 0 Limburg 1.777.234 49.756 0 20.601.000 0 0 0 0 Flevoland 118.541 20.739 0 0 0 0 2.597.000 0 Totaal 20.000.000 933.304 33.000 20.601.000 60.000 4.074.000 128.855.000 200.000 Septembercirculaire provinciefonds 2016 26

Verdeling decentralisatie-uitkeringen 2016 (vervolg) Big Start Fieldlab MIRT-onderzoek Vismigratierivier Sterke Waddenfonds Beter Giro Region Holwerd aan Zee regio's Benutten D'Italia Smart Factories Groningen 0 2.000.000 0 0 0 0 10.384.000 Fryslân 0 0 75.000 826.000 0 28.878.000 880.000 Drenthe 0 0 0 0 0 0 0 Overijssel 0 0 0 0 0 0 10.408.000 Gelderland 2.500.000 0 0 0 0 0 11.684.000 Utrecht 0 0 0 0 0 0 13.133.000 Noord-Holland 0 0 0 0 0 0 2.272.000 Zuid-Holland 0 0 0 0 1.000.000 0 1.358.000 Zeeland 0 0 0 0 0 0 0 Noord-Brabant 0 0 0 0 0 0 1.664.000 Limburg 0 0 0 0 0 0 6.661.000 Flevoland 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 2.500.000 2.000.000 75.000 826.000 1.000.000 28.878.000 58.444.000 Septembercirculaire provinciefonds 2016 27

Verdeling decentralisatie-uitkeringen 2016 (vervolg) Duurzaam Hydrologische Zoetwater- Projectstimuleringsregeling Weidevogels Waddenslib Erfgoed en Green Deal Totaal Door maatregelen maatregelen Interreg V ruimte Groningen 100.000 55.500 137.100 0 0 100.000 40.428 0 153.512.493 Fryslân 100.000 426.500 100.450 142.500 25.000 0 107.438 0 208.628.735 Drenthe 100.000 941.500 539.480 47.500 0 0 222.500 0 88.859.342 Overijssel 100.000 888.000 1.282.624 0 0 0 0 0 158.370.424 Gelderland 175.000 399.500 834.742 0 0 0 0 0 232.090.901 Utrecht 100.000 85.500 26.650 0 0 0 121.983 0 177.929.850 Noord-Holland 175.000 226.500 65.100 0 0 0 275.416 0 131.860.461 Zuid-Holland 175.000 385.000 0 0 0 0 0 0 157.184.612 Zeeland 100.000 131.000 542.830 0 0 0 0 1.800.000 50.094.130 Noord-Brabant 175.000 742.500 1.673.582 47.500 0 0 0 0 231.753.638 Limburg 100.000 698.500 1.565.292 0 0 0 100.000 0 164.413.644 Flevoland 100.000 20.000 127.050 47.500 0 0 126.000 0 55.485.507 Totaal 1.500.000 5.000.000 6.894.900 285.000 25.000 100.000 993.765 1.800.000 1.810.183.737 Septembercirculaire provinciefonds 2016 28

Bijlage 8 Verdeling provinciefondsuitkeringen 2016 Beheertaken Ontwikkeltaken Ontwikkeltaken MRB-capaciteit OEM / vermogen Algemene Decentralisatie- Totale uitkeringen via maatstaven via maatstaven niet via maatstaven uitkeringen uitkeringen provinciefonds bijlage 3 en 5 bijlage 3 en 5 bijlage 6 bijlage 5* (kolom 1 t/m 5) bijlage 7 (kolom 6 en 7) incl. incl. incl. MRB-tarief uitkeringsfactor uitkeringsfactor uitkeringsfactor (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) Groningen 70.534.559 9.456.404 27.024.126-40.251.631-8.803.660 57.959.799 153.512.493 211.472.292 Fryslân 86.040.295 9.915.500 40.603.025-48.946.076-15.806.425 71.806.320 208.628.735 280.435.055 Drenthe 60.570.148 9.029.240 29.670.799-39.468.369-3.364.478 56.437.340 88.859.342 145.296.682 Overijssel 98.870.797 7.743.452 57.129.360-86.189.612-28.769.476 48.784.522 158.370.424 207.154.946 Gelderland 161.018.058 14.003.084 66.166.208-152.974.183-57.073.141 31.140.026 232.090.901 263.230.927 Utrecht 87.207.632 7.406.096 51.483.875-105.748.623-6.786.948 33.562.033 177.929.850 211.491.883 N-Holland 177.976.041 15.233.787 87.201.554-189.644.477-18.256.839 72.510.066 131.860.461 204.370.527 Z-Holland 218.422.120 20.827.370 97.580.220-232.727.283-2.481.924 101.620.503 157.184.612 258.805.115 Zeeland 59.561.438 9.642.082 31.192.174-31.468.651-10.021.375 58.905.667 50.094.130 108.999.797 N-Brabant 156.617.715 13.577.438 99.924.722-225.237.713-46.093.443-1.211.283 231.753.638 230.542.355 Limburg 83.854.228 22.217.141 52.760.214-85.779.975-23.792.099 49.259.509 164.413.644 213.673.153 Flevoland 53.812.569 17.487.934 22.803.077-44.529.328-105.754 49.468.498 55.485.507 104.954.005 Totaal 1.314.485.599 156.539.528 663.539.355-1.282.965.920-221.355.562 630.243.000 1.810.183.737 2.440.426.737 Septembercirculaire provinciefonds 2016 29

Bijlage 9 Bevoorschotting 2016 Bevoorschotting uitkeringsjaar 2016 Verleende voorschotten termijn 1 t/m 39 Te verlenen voorschotten termijn 40 t/m 50 Algemene DU Ontwikkel/ Decentralisatie- Totaal uitkeringen Algemene DU Ontwikkel/ Decentralisatie- Totaal uitkeringen uitkering OEM variabel uitkeringen provinciefonds* uitkering OEM variabel uitkeringen provinciefonds** Groningen 31.069.623 14.192.308 97.576.063 142.837.994 8.669.710 4.028.158 55.936.430 68.634.298 Fryslân 36.549.799 19.311.825 119.516.137 175.377.761 10.459.921 5.484.775 89.112.598 105.057.294 Drenthe 23.382.463 20.497.360 68.156.595 112.036.418 6.748.556 5.808.961 20.702.747 33.260.264 Overijssel 16.087.916 22.079.161 114.617.828 152.784.905 4.336.721 6.280.724 43.752.596 54.370.041 Gelderland 17.141.540 7.044.479 177.180.601 201.366.620 4.905.419 2.048.588 54.910.300 61.864.307 Utrecht -5.074.225 30.822.454 135.129.943 160.878.172-922.915 8.736.718 42.799.907 50.613.710 Noord-Holland 3.104.244 53.713.465 101.993.892 158.811.601 461.107 15.231.250 29.866.569 45.558.926 Zuid-Holland 4.464.304 74.105.720 121.199.273 199.769.297 2.057.903 20.992.576 35.985.339 59.035.818 Zeeland 29.415.659 16.490.539 37.757.577 83.663.775 8.319.210 4.680.260 12.336.553 25.336.023 Noord-Brabant -15.225.119 13.889.746 177.010.886 175.675.513-3.853.157 3.977.248 54.742.752 54.866.843 Limburg 15.815.384 22.556.768 109.878.925 148.251.077 4.476.010 6.411.347 54.534.719 65.422.076 Flevoland 20.939.126 17.687.332 37.297.013 75.923.471 5.832.049 5.009.992 18.188.494 29.030.535 Totaal 177.670.714 312.391.157 1.297.314.733 1.787.376.604 51.490.534 88.690.597 512.869.004 653.050.135 * De bedragen in deze kolom zijn gelijk aan 26 maal het totale bevoorschottingsbedrag uit de septembercirculaire 2015 plus 13 maal het totale bevoorschottingsbedrag uit de meicirculaire 2016. ** De bedragen zijn het verschil van de overeenkomstige bedragen in bijlage 8 en deze bijlage. Algemene uitkering: de som van de kolommen 1, 2 en 4; DU Ontwikkel/OEM variabel: de som van de kolommen 3 en 5. Septembercirculaire provinciefonds 2016 30

Termijnbedragen van de bevoorschotting op de uitkeringen over 2016 vanaf 3 oktober 2016 Vanaf termijn 40 t/m 49* Algemene DU Ontwikkel/ Decentralisatie- Totaal uitkeringen uitk ering OEM variabel uitk eringen provinciefonds Groningen 788.155 366.196 5.085.130 6.239.481 Fryslân 950.902 498.616 8.101.145 9.550.663 Drenthe 613.505 528.087 1.882.068 3.023.660 Overijssel 394.247 570.975 3.977.509 4.942.731 Gelderland 445.947 186.235 4.991.845 5.624.027 Utrecht -83.901 794.247 3.890.901 4.601.247 Noord-Holland 41.919 1.384.659 2.715.143 4.141.721 Zuid-Holland 187.082 1.908.416 3.271.394 5.366.892 Zeeland 756.292 425.478 1.121.505 2.303.275 Noord-Brabant -350.287 361.568 4.976.614 4.987.895 Limburg 406.910 582.850 4.957.702 5.947.462 Flevoland 530.186 455.454 1.653.499 2.639.139 Totaal 4.680.957 8.062.781 46.624.455 59.368.193 * De bedragen in deze bijlage zijn gelijk aan de bedragen in bijlage 9 gedeeld door 11. Septembercirculaire provinciefonds 2016 31

Bijlage 10 Bedragen per eenheid 2017 Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenheid voor het jaar 2017 Uitkeringsfactor 1,047 Bedrag per eenheid Maatstaf 11,65 inwoners 2,31 inwoners landelijk gebied met max 607.000 17.506,15 p-weg 48,83 woonruimten 89,09 oeverlengte 20,86 land 30,14 water 37,81 ehs_groen 118,62 opp. bedrijventerreinen 67.748,65 inrichtingen 1,97 aantal banen totaal 18.308,64 aantal banen stuwende werkgelegenheid 11,47 inw_oad 99,92 inw_groei 556,24 inw_krimp 12.631.516,58 vast bedrag 65,9 MRB Septembercirculaire provinciefonds 2016 32