Leeswijzer 4. Programma Gemeenteraad Betrokkenheid bij Gemeenteraad 5. Programma College en Bestuur Communicatie Bestuurdienst 11

Vergelijkbare documenten
Elektronische dienstverlening

[LOGO] Inwonersonderzoek Den Haag Graffitibeleid

10% 23% 40% 20% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 2 Bent u bekend met het werk van de gemeenteraad van Zeewolde? (n=547) in grote lijnen.

HengeloPanel. Gemeentelijke communicatie. Peiling

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Dienstverlening Amsterdam-Noord

Stadspanel: Oud en nieuw 2018

Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website

Hoofdstuk 13. Elektronische dienstverlening

Stadspanelonderzoek naar onze dienstverlening

De dienstverlening van Westerpark

Communicatievisie 2015

Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10%

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014

Nijmeegse burgers over de afvalinzameling. resultaten burgerpeiling 2003

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016

Kübra Ozisik. Marjolein Kolstein. Mei

Bewonerspanel Communicatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking. Januari 2015

Stadsenquête Leiden 2004

Informatievoorziening aan burgers

Stadsenquête Leiden 2003

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

1 Handhaving in Westerpark

Hoofdstuk 5 Openingstijden

Vrijwilligerswerk. Gemeente Amersfoort Dorien de Bruijn, Ben van de Burgwal 14 juli 2014

Stadjers over afval Afval app en Diftar

Uitgevoerd door Dimensus Klanttevredenheidsonderzoek /20

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Straten in Groningen

De Amsterdamse Burgermonitor 2011

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Hoofdstuk 6. Gemeentelijke informatievoorziening en Stadskrant

BURGERPANEL CAPELLE OVER HET AFVALBRENGSTATION

Stadspanelonderzoek naar de communicatie over het groenonderhoud

Verkeerd neergezet afval

Hoofdstuk 15 Onderhoud en netheid van de eigen buurt

Hoofdstuk 18 Regionaal archief en Open monumentdagen

Evaluatie Duurzaam Amsterdam 2010

Onderzoek Communicatie

PARTICIPATIE IN GORINCHEM

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei Laura de Jong. Kübra Ozisik.

BURGERPANEL WIJDEMEREN PEILING WEBSITE

Dordtse Parken Bezoek en waardering

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast

Hoofdstuk 7. Passief verkrijgen van informatie

INWONERS SCHAGEN OVER: PARTICIPATIE

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk

Hoofdstuk 5. Gemeentelijke website en elektronische dienstverlening

Stadspanel-onderzoek naar afval

22 CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN EN JONGEREN OP GEZOND GEWICHT

Veel panelleden hebben nooit een vergadering van de gemeenteraad bezocht. Zij die wel eens een raadsvergadering

Grafiek 15.1a Bekendheid met en bezoek aan kringloopwinkel Het Warenhuis, in procenten 47% 57% 0% 25% 50% 75% 100%

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Reactienota naar aanleiding van het Inwonerpanel

Burgerpanel gemeente Oisterwijk. Resultaten onderzoek burgerparticipatie

Eenheid Strategische Ontwikkeling

Hoofdstuk 11. Bezoek Burgerzaken

Grafiek 19.1 Percentage Leidenaren dat zich zorgen maakt over luchtkwaliteit, naar stadsdeel en leeftijdsgroep* 0% 25% 50% 75% 100%

Overlast van meeuwen in de buurt, 2007 t/m 2013*, in procenten van alle Leidenaren

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS

Dienstverlening Beheer en Programmering Openbare Ruimte

Afvalscheiding in Sliedrecht

Internetpanel over de lokale media

Rapportage onderzoek activiteiten. voor bibliotheken

Rapportage. Onderzoek Het oplossend vermogen van de openbare ruimte

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

Oud-West op weg naar West

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma.

Het vertrouwen in Woonwaard

Hoofdstuk 19. Bezoek burgerzaken

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein.

Interactief bestuur. Omnibus 2015

INLEIDING. De respons was: Verstuurd : 186 Respons : 86 (51%)

Culturele activiteiten in Noord

Meningspeiling Stadspanel najaarskermis

BEWONERSVISIE: DUURZAAM COMMUNICEREN

ORAC S: ONDERGRONDSE AFVALCONTAINERS

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

'Begraven in Haarlem?

Gelderland Dichtbij. Resultaten peiling 11 GeldersPanel. Over deze peiling. Informatievoorziening door de provincie.

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente

Onderzoek behoefte gemeentelijke informatie

Glazen Huis peiling Leids JongerenPanel. Colofon. Serie Statistiek 2011 / 08

Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg)

Gemeente IJsselstein

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

HET BURGERPANEL WESTVOORNE OVER COMMUNICATIE

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Transcriptie:

Bron: www.goeuro.nl

Inhoud Leeswijzer 4 Programma Gemeenteraad Betrokkenheid bij Gemeenteraad 5 Programma College en Bestuur Communicatie Bestuurdienst 11 Programma Dienstverlening en Stadsdelen (Digitale) Dienstverlening 13 Contacten met de stadsdeelorganisatie 21 Dienstverlening op straat 33 Handhaving 37 Programma Cultuur Cultuurparticipatie 40 Programma Onderwijs Kwaliteit scholen 46 Programma Integratie en Krachtwijken Integratie 49 Emancipatie 57 Programma Werk en Inkomen Financiële situatie 63 Programma Sociale voorzieningen en Armoedebestrijding Financiële dienstverlening 69 Programma Jeugd en Gezin Speelvoorzieningen 72 Centrum Jeugd en Gezin 76 Programma Leefomgeving Hondenbeleid 80 Overlast water 86 Schone straat 93 Openbare groenvoorzieningen 99 Openbare verlichting 108 Terrassenbeleid 112 2

Programma Sport Zwembaden en sporthallen 117 Sportdeelname 120 Programma Maatschappelijke ondersteuning Mantelzorg 127 Sociale contacten 135 Buurthuizen 138 Programma Volksgezondheid en Zorg Huiselijk geweld 143 GGD 150 Programma Verkeer Vervoerswijzekeuze 154 Bereikbaarheid 165 Programma Wonen Graffitibeleid 171 Programma Citymarketing en Internationale stad Binnenstad 176 Onderzoeksverantwoording 183 3

Leeswijzer De stadsenquête van Den Haag wordt vanaf 2014 uitgevoerd met behulp van het digitale Stadspanel. Verspreid over het jaar wordt (steeds een deel van) het stadpanel benaderd met een set van vragen. Deze transitie van de methode van onderzoek voor de stadsenquête had een voorziene trendbreuk tot gevolg. Dat betekent dat de gegevens van de eerste meting (2014) onvergelijkbaar zijn met die van de jaren daarvoor. Vanaf 2015 wordt de trend weer afleesbaar en in 2016 is de trend weer volwaardig. Voor een juiste interpretatie van de uitkomsten van de stadsenquête nieuwe stijl is wel een aantal toelichtingen en kanttekeningen relevant: Tot en met 2013 is voor de stadsenquête van Den Haag gebruik gemaakt van een steekproef van bewoners. De bewoners in de steekproef werden per brief uitgenodigd om online of telefonisch aan de stadsenquête mee te werken. De stadsenquête liet de laatste jaren een dalende respons zien, onder andere vanwege een teruglopend aantal opvraagbare telefoonnummers. Verondersteld wordt dat de selectiviteit in de respons daardoor is toegenomen. Naast een lagere dekking, roept een telefonische enquête iets vaker sociaal wenselijke antwoorden op. De insteek van de stadspanelmethodiek is anders: leden van het stadspanel hebben immers zichzelf bij de gemeente aangemeld als lid. Verondersteld mag worden dat via het stadspanel Hagenaars worden bereikt die interesse hebben in het gemeentelijk beleid en bereid zijn om mee te denken met de gemeente. Zij zullen daardoor meer betrokken zijn bij activiteiten in de stad en beter geïnformeerd zijn over de stad en over de drijfveren of het beleid achter de activiteiten die de gemeente uitvoert. In een steekproef zitten ook mensen die geen belangstelling hebben om in communicatie met de gemeente te staan. Vragen die bijvoorbeeld peilen of men op de hoogte is van een facet van gemeentelijk beleid of van uitvoering daarvan, vertonen daarom naar verwachting een hoger percentage bij het stadspanel dan bij een enquête op basis van een steekproef. Het stadspanel van de gemeente Den Haag telt tussen de 5.500 en 6.000 leden. Voor elke deelenquête is een steekproef uit het panel getrokken om te voorkomen dat panelleden te vaak worden benaderd. De respons per deelenquête ligt rond de 60%. De uitkomsten worden gewogen op leeftijd en opleiding, zodat deze op demografische en maatschappelijke kenmerken zoveel mogelijk representatief zijn voor de bevolking van Den Haag vanaf 16 jaar. Omdat met name jongeren en Hagenaars met een lage(re) opleiding in het panel minder vertegenwoordigd zijn dan gemiddeld in Den Haag, kunnen deze niet evenredig worden mee gewogen. Door een lager aandeel jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 29 jaar in alle opleidingscategorieën en door het aandeel lager opgeleiden in de leeftijdscategorie 30-44 jaar, moeten de uitkomsten in deze vier categorieën alleen als signalerend worden opgevat. De intentie is de komende jaren te komen tot een vergroting van de omvang van het panel en ook tot een meer representatieve samenstelling van het panel. Bovenstaande impliceert dat de uitkomsten van de Stadsenquête 2015 representatief zijn voor bij de stad betrokken Hagenaars. Een vergelijking met 2014 is mogelijk. 4

Betrokkenheid bij de Gemeenteraad Het merendeel van de ondervraagde Hagenaars (70%) heeft in meer of mindere mate interesse in informatie over de gemeenteraad. Dit is een kleiner aandeel dan vorig jaar (81%). Twee op de vijf (22%) heeft regelmatig belangstelling hiervoor, de rest (48%) af en toe. Ook weten de meeste respondenten (86%) redelijk goed (39%) of enigszins (47%) wat de rol en functie is van de gemeenteraad. De bekendheid van en de interesse in de gemeenteraad is groter dan gemiddeld onder ouderen. Vier op de tien respondenten zijn regelmatig (6%) maar veelal af en toe (32%) op zoek naar informatie over vergaderingen van de gemeenteraad. Om deze informatie te vergaren gaat men vooral (85%) naar de website van de gemeenteraad. Er is een lichte stijging in het gebruik van de website en twitter vergeleken met 2014. Ook weet bijna de helft van de respondenten dat de gemeenteraadsvergaderingen ook live te volgen zijn op Den Haag TV (34%) en op internet (24%). Bij bewoners van 45 jaar en ouder zijn de live-vergaderingen veel meer bekend dan gemiddeld. Vrijwel alle respondenten (96%) kennen één of meer middelen om invloed uit te oefenen op de gemeentepolitiek. De bekendste manier om invloed uit te oefenen is stemmen: 96% kent dit middel en 86% heeft ook wel eens gestemd. Daarnaast kent vier van de vijf (81%) ondervraagden het burgerinitiatief en driekwart (66%) het referendum en weet 60% dat men tijdens vergaderingen kan inspreken. De bekendheid van deze drie middelen is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Tussen 5% en 10% van de panelleden heeft wel eens van één of meer van deze laatste drie middelen gebruik gemaakt. Vanwege de gewijzigde onderzoeksmethodiek in 2014 is een leeswijzer opgesteld. 5

De gemeente Den Haag is benieuwd in hoeverre de bewoners interesse hebben in de lokale politiek en dan vooral in de Haagse gemeenteraad. Ingegaan wordt op de bekendheid met, de interesse in en de betrokkenheid bij de gemeenteraad. Ook wordt aandacht besteed aan de middelen waarmee burgers invloed uit kunnen oefenen op de gemeentepolitiek. De gemeenteraad Interesse in / behoefte aan informatie over de Haagse gemeenteraad, 2014-2015 Ja, regelmatig 22% 34% Ja, een enkele keer 48% 47% Nee 18% 30% 2015 2014 70% van de ondervraagden heeft al dan niet regelmatig interesse in of behoefte aan informatie over de Haagse gemeenteraad. Dit aandeel is een stuk kleiner dan vorig jaar (82%). In de meeste gevallen is de interesse er af en toe (48%), maar één op de vijf respondenten heeft regelmatig belangstelling voor de gemeenteraad (22%). Interesse in / behoefte aan informatie over de Haagse gemeenteraad, naar leeftijd, 2015 16-30 jr 8% 50% 43% 30-45 jr 14% 50% 36% 45-65 jr 24% 48% 28% 65+ 38% 43% 19% Ja, regelmatig Ja, een enkele keer Nee De belangstelling voor de gemeenteraad neemt toe naarmate men ouder wordt. Vooral onder jongeren tot 30 jaar is de interesse aanzienlijk lager dan gemiddeld. Bewoners van Segbroek (46% heeft regelmatig belangstelling) en Scheveningen (48%) laten een meer dan gemiddelde interesse zien in informatie over de gemeenteraad. In Leidschenveen-Ypenburg (36% heeft geen interesse) en Laak (33%) is de interesse het minst. 6

Bekendheid met de rol en functie van de gemeenteraad, 2014-2015 redelijk goed bekend 39% 40% enigszins bekend 47% 45% helemaal niet bekend 15% 15% 2015 2014 Vier op de tien ondervraagde Hagenaars zijn redelijk tot goed bekend met de rol en functie van de gemeenteraad, nog eens 47% zegt hiermee enigszins bekend te zijn. Bekendheid met de rol en functie van de gemeenteraad, naar leeftijd, 2015 16-30 jr 23% 65% 13% 30-45 jr 34% 48% 18% 45-65 jr 42% 44% 14% 65+ 47% 43% 10% Redelijk goed bekend Enigszins bekend Helemaal niet bekend De bekendheid van de rol en functie van de gemeenteraad is ook groter dan gemiddeld onder hoger opgeleiden (53% redelijk tot goed bekend), terwijl bij lager en middelbaar opgeleiden (27%) en respondenten met een mediterrane achtergrond (20%) de bekendheid minder is. Vergaderingen van de gemeenteraad Zoeken naar informatie over vergaderingen van de Haagse gemeenteraad, 2014-2015 Ja, regelmatig 6% 7% Ja, een enkele keer 32% 32% Nee 61% 61% 2015 2014 De belangstelling voor informatie over vergaderingen van de raad is veel kleiner, dan de interesse in de gemeenteraad zelf: 6% zoek hierover regelmatig informatie, 32% soms, 61% nooit. 7

Zoeken naar informatie over vergaderingen van de Haagse gemeenteraad, naar leeftijd, 2015 16-30 jaar 20% 80% 30-45 jaar 31% 66% 45-65 jaar 10% 32% 58% 65+ 8% 39% 52% Regelmatig Af en toe Geen interesse De hogere leeftijdsgroepen (45-65 jaar, 65+) zoeken meer dan gemiddeld naar informatie over vergaderingen van de gemeenteraad. Ook hoger opgeleiden en mannen zoeken vaker naar informatie over raadsvergaderingen dan gemiddeld. Bronnen die men gebruikt om informatie te zoeken over raadsvergaderingen, in procenten van de bewoners die wel eens informatie zoeken, 2015 Website van de gemeenteraad 85% 82% Twitter Lichtkrant Geen van deze 11% 7% 4% 1% 13% 16% 2015 2014 Voor het opzoeken van informatie over vergaderingen van de gemeenteraad wordt vooral de website van de gemeenteraad gebruikt. Er is een lichte stijging in het gebruik van de website en van en twitter vergeleken met vorig jaar. 8

Bekendheid met de live gemeenteraadsvergaderingen op TV of via internet, 2014-2015 2015 24% 34% 48% 2014 16% 28% 40% Bekend Op Den Haag tv Op internet Een derde (34%) van de respondenten kent de live gemeenteraadsvergaderingen van TV, een kwart (24%) (ook) van internet. De live raadsvergaderingen zijn bekender dan vorig jaar. Van alle respondenten is 48% hiermee bekend ten opzichte van 40% vorig jaar. Bekendheid met de live gemeenteraadsvergaderingen op TV of via internet, naar leeftijd, 2015 16-30 jaar 23% 45% 45% 30-45 jaar 23% 37% 50% 45-65 jaar 25% 26% 57% 65+ 24% 29% 59% Bekend TV Internet De belangstelling voor live raadsvergaderingen (via tv) is aanzienlijk groter dan gemiddeld onder 45- plussers. Eén op de drie respondenten (36%), die bekend zijn met de livegemeenteraadsvergaderingen op internet, geeft aan deze commissievergaderingen ook wel eens live te volgen. 3% doet dat regelmatig en 32% een enkele keer. Omgerekend naar alle stadspanelleden volgt 15% wel eens een live vergadering van de gemeenteraad, waarvan 2% regelmatig. 9

Invloed uitoefenen op de gemeentepolitiek Bekendheid van middelen om invloed uit te oefenen op de gemeentepolitiek, in procenten, 2014-2015 Stemmen gemeenteraadsverkiezingen Burgerinitiatief Referendum Inspreken tijdens vergaderingen 81% 74% 76% 66% 69% 60% 96% 96% 2015 2014 Gebruik van middelen om invloed uit te oefenen op de gemeentepolitiek, in procenten, 2014-2015 Stemmen gemeenteraadsverkiezingen Burgerinitiatief Referendum Inspreken tijdens vergaderingen 10% 10% 8% 8% 6% 6% 86% 86% 2015 2014 Vrijwel alle respondenten (97%) kennen één of meer middelen om invloed uit te oefenen op de gemeentepolitiek en 88% heeft hier ook wel eens gebruik van gemaakt. De bekendste manier om invloed uit te oefenen op de politiek is stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen: 96% weet hiervan en 86% heeft ook wel eens gestemd. De andere middelen zijn bij de meerderheid van de respondenten wel bekend maar worden veel minder gebruikt. Wel is er duidelijke meer bekendheid van de andere middelen vergeleken met vorig jaar. Zo kennen nu acht op de tien bewoners het burgerinitiatief, maar heeft ook dit jaar maar 10% hiervan ooit gebruik gemaakt. Drie kwart van de bewoners kennen het referendum, 8% heeft hiervan wel eens gebruik gemaakt. Zeven op de tien bewoners weten (ook) dat men tijdens raadsvergaderingen of commissievergaderingen kan inspreken en 6% heeft dat wel eens gedaan. Hoger opgeleiden zijn meer dan gemiddeld bekend met de middelen om invloed uit te oefenen op de politiek en gebruiken deze middelen ook meer. Bewoners van 45 jaar en ouder zijn meer bekend met het kunnen inspreken tijdens vergaderingen. Voor de andere middelen is de bekendheid en het gebruik onder de verschillende leeftijdsgroepen verdeeld. 10

Communicatie met de Bestuursdienst Huis- aan-huis bladen worden het meest gebruikt om lokaal en regionaal nieuws tot zich te nemen (55%), gevolgd door nieuwssites op internet (45%). Daarnaast spelen sociale media (29%), familie, vrienden, kennissen en buren (27%), lokale en regionale televisiezenders (27%) en dagbladen (27%) hierin nog een belangrijke rol. Digitale informatiebronnen zijn met name populair bij jongeren. Vooral sociale media worden minder gebruikt door 65-plussers. Vanwege de gewijzigde onderzoeksmethodiek in 2014 is een leeswijzer opgesteld. 11

De gemeente Den Haag is benieuwd hoe bewoners op de hoogte worden gebracht van lokaal en regionaal nieuws. Om deze reden is de respondenten gevraagd op welke wijze zij op de hoogte geraken van zaken die spelen in Den Haag of in de eigen buurt. Informatiebron voor zaken die spelen op lokaal en regionaal niveau Wijzen waarop men op de hoogte wordt gebracht van lokaal en regionaal nieuws, in procenten, 2015 Huis-aan-huis bladen 55% Nieuwssites op internet 45% Sociale media Familie, vrienden, kennisen, buren Lokale/regionale televisiezenders Dagbladen 29% 27% 27% 27% Lokale/regionale radiozenders 14% Apps Iets anders 6% 9% Bovenstaande figuur toont aan dat meer dan de helft van de respondenten hun informatie over lokaal en regionaal nieuws verkrijgt door huis-aan-huis bladen te lezen. Hoewel deze papieren informatiebron het populairst blijkt, winnen digitale nieuwsbronnen zoals nieuwssites op internet (45%) en sociale media (29%) ook terrein. Digitale informatiebronnen zijn met name populair bij jongeren. In de leeftijd van 16-30 jaar bezoekt maar liefst 70% online nieuwssites, 43% gebruikt sociale media voor het verkrijgen van informatie. Het gebruik van digitale informatiebronnen neemt af naarmate de leeftijd van de respondenten stijgt. Zo bezoekt 36% van de 65+ers een nieuwssite en gebruikt slechts 7% van deze groep sociale media om informatie te verkrijgen. Dit pleit voor het gebruik van verschillende media om alle doelgroepen te bereiken. Verder blijkt dat veel mensen op de hoogte zijn van wat er speelt in hun omgeving door familie, vrienden, kennissen of buren (27%) en door lokale/regionale televisiezenders (27%). Ook dagbladen worden door iets meer dan een kwart van de Hagenaren gebruikt als informatiebron. 12

(Digitale) Dienstverlening Zeven op de tien respondenten (71%) hebben het afgelopen half jaar contact gehad met de gemeente Den Haag. Dit is iets minder dan vorig jaar. Gemiddeld genomen wordt het laatste contact met de gemeente positief gewaardeerd, met een 7,0 als rapportcijfer. Vorig jaar was dit een 7,1. Het laatste contact met de gemeente verliep, net als vorig jaar, bij 37% via de website, bij 25% telefonisch en bij 22% via een bezoek aan de balie. 65-Plussers gebruiken minder vaak de website (25%). Ook als wordt gevraagd op welke wijze men het liefst contact heeft met de gemeente gaat de voorkeur uit naar contact via de website: ongeveer de helft van de respondenten regelt een melding van een kapotte stoeptegel of lantaarnpaal (48%), het aanvragen van een paspoort of rijbewijs (50%) of het maken van een afspraak om grofvuil op te halen (45%) het liefst via de website. Veel respondenten (51%) staan open voor (verdere) digitalisering van het contact met de gemeente omdat men dan op elk gewenst moment zaken met de gemeente kan regelen en omdat het gemakkelijker en sneller is. Slechts 4% vindt digitalisering geen goed idee, veelal omdat men liever persoonlijk contact wil. Deze percentages zijn vergelijkbaar met vorig jaar. Bijna alle respondenten (95%) hebben de website van de gemeente wel eens bezocht. Twee op de drie hebben ook wel eens digitaal zaken gedaan met de gemeente, 65-plussers wat minder dan gemiddeld. Daarbij gaat het vooral om het maken van een afspraak (53%) of een melding doen over de openbare ruimte (49%). De meeste mensen die wel eens digitaal zaken hebben gedaan, geven aan dat dit naar wens verlopen is (82%). Dit is een verbetering ten opzichte van vorig jaar(74%). Bij meldingen over de openbare ruimte is dit percentage iets lager (74%) en vergelijkbaar met vorig jaar. Circa twee op de drie bewoners geven er de voorkeur aan om zaken die nu nog via de post geregeld worden, te digitaliseren. Vanwege de gewijzigde onderzoeksmethodiek in 2014 is een leeswijzer opgesteld. 13

De gemeente Den Haag hecht er aan om de beoordeling van de dienstverlening te monitoren omwille van de kwaliteit ervan. De digitale dienstverlening neemt daarbij een steeds belangrijkere plaats in. In de enquête is de bewoners allereerst gevraagd naar het meest recente contact met de gemeente en hun oordeel daarover. Vervolgens is ingezoomd op de bekendheid met en het gebruik van de gemeentelijke website om digitaal zaken met de gemeente te regelen. Contact met de gemeente Zeven op de tien respondenten (71%) hadden het afgelopen half jaar contact met de gemeente. Dit is iets minder dan vorig jaar (76%). Vervolgens is gevraagd om het laatste contact met de gemeente te beoordelen met een rapportcijfer. In ruim een derde van de gevallen (39%) had het laatste contact betrekking op Burgerzaken, voor het aanvragen of ophalen van een paspoort, id-kaart, rijbewijs en dergelijke. Beoordeling van het laatste contact met de gemeente, in procenten van de respondenten die het afgelopen jaar contact met de gemeente hebben gehad, naar doel van het contact, 2015 Burgerzaken (paspoort, ID e.d.) 7% 28% 39% 22% Overige zaken 21% 11% 27% 28% 14% Totaal 15% 8% 27% 32% 17% 5 of lager 6 7 8 9 of hoger Van de ondervraagden die het afgelopen jaar contact gehad hebben met de gemeente, geeft meer dan driekwart (76%) een 7 of hoger voor het laatste contact. De helft (50%) geeft zelfs een 8 of meer. Iets minder dan één op de zes heeft een onvoldoende gegeven (15%). Gemiddeld levert dit een 7,0 op. Dit rapportcijfer is vergelijkbaar met vorig jaar (7,1). De respondenten die contact hebben gehad met Burgerzaken, voor bijvoorbeeld het aanvragen of afhalen van een paspoort, Id-kaart of rijbewijs, beoordelen het laatste contact iets positiever (89% geeft een 7 of hoger, 62% een 8 of hoger) dan gemiddeld. Het gemiddelde rapportcijfer (7,6) voor het laatste contact met Burgerzaken is ook bijna een punt hoger dan het cijfer voor overige zaken (6,7). Deze cijfers liggen verder uit elkaar dan vorig jaar toen de respondenten een gemiddeld rapportcijfer van 7,2 gaven voor burgerzaken en 7,0 voor overige zaken. 14

Gemiddeld rapportcijfer voor het laatste contact met de gemeente, van respondenten die het afgelopen jaar contact met de gemeente hebben gehad, naar doel van het contact, 2014-2015 Burgerzaken (paspoort, ID e.d.) 7,2 7,6 6,7 Overige zaken 7,0 7,0 Totaal 7,1 2015 2014 Gemiddeld rapportcijfer voor het laatste contact met de gemeente, van respondenten die het afgelopen jaar contact met de gemeente hebben gehad, naar Stadsdeel, 2015 Loosduinen 7,5 Escamp Segbroek Scheveningen Centrum Laak Haagse Hout Leidschenveen-Ypenburg 7,0 6,9 6,5 7,2 7,0 6,9 7,2 Het oordeel over het laatste contact met de gemeente verschilt enigszins naar stadsdeel. Bostuinen scoort het hoogst met een 7,5 gevolgd door Centrum en Leischenveen-Ypenburg (7,2). Scheveningen (6,5) scoort het laagst. Als het gaat om het contact met Burgerzaken (bijv. voor het aanvragen of ophalen van documenten) dan ligt het gemiddelde rapportcijfer in bijna alle stadsdelen een fractie hoger, dan het bovenstaande gemiddelde cijfer voor het laatste contact. 15

Wijze van contact met de gemeente Wijze van contact met de gemeente, in procenten van Hagenaars die het afgelopen jaar contact met de gemeente hebben gehad, naar leeftijd, 2015 16-30 jaar* 68% 32% 30-45 jaar 24% 25% 41% 9% 45-65 jaar 14% 26% 39% 18% 65+ 18% 30% 25% 25% 2015 totaal 22% 25% 37% 15% 2014 totaal 22% 26% 37% 12% Balie Telefoon Website E-mail Schriftelijk * let op: kleine absolute aantallen Evenals vorig jaar verliep meer dan één op de drie (37%) laatste contacten van de respondenten met de gemeente in het afgelopen jaar via de website. Ongeveer een kwart van de respondenten heeft voor het (laatste) contact met de gemeente gebeld (25%) of is langs geweest bij de balie (22%). Minder vaak vond het (laatste) contact plaats via e-mail (15%) of schriftelijk (2%). Ouderen gebruiken vaker de telefoon en minder vaak dan gemiddeld de website om contact op te nemen met de gemeente. Gemiddeld rapportcijfer voor het laatste contact met de gemeente, van respondenten die het afgelopen jaar contact met de gemeente hebben gehad, naar wijze van contact, 2015 Balie* Telefonisch Website E-mail Schriftelijk* Totaal * let op: kleine absolute aantallen 5,7 2015 2014 7,4 7,3 6,6 7,1 7,2 7,2 6,9 6,7 6,5 7,0 7,1 16

Het oordeel over het laatste contact verschilt enigszins naar wijze waarop het contact heeft plaatsgevonden. Voor het contact via de balie geeft men gemiddeld een 7,4 voor het contact via de website een 7,2 en voor het contact via de e-mail een 6,9. Telefonisch contact (6,6) en schriftelijk contact (5,7) worden minder dan gemiddeld gewaardeerd en krijgen een lager cijfer dan in 2014. Het is door het beperkte aantal antwoorden niet mogelijk om nader in te zoomen, bijvoorbeeld op stadsdelen of leeftijdsgroepen. Wijze waarop men bij voorkeur contact heeft met de gemeente, in procenten, 2015 Melden kapotte stoeptegel of lantaarnpaal 25% 48% 23% Een paspoort of rijbewijs aanvragen 29% 6% 50% 11% Afspraak maken om grofvuil op te halen 40% 45% 13% 2015 totaal 10% 24% 48% 16% 2014 totaal 13% 24% 47% 13% Balie Telefoon Website E-mail Post Geen voorkeur Ook als wordt gevraagd op welke manier men het liefst contact heeft met de gemeente (bij verschillende situaties) heeft contact via de website de voorkeur van de respondenten. De cijfers zijn vergelijkbaar met vorig jaar. Let wel: het gaat hierbij om leden van het Stadspanel, die naar verwachting meer dan gemiddeld gebruik maken van internet. Vooral voor het maken van een afspraak om grofvuil op te halen (40%) en ook voor het melden van een kapotte stoeptegel of lantaarnpaal (25%) gebruikt een substantieel deel van de respondenten liever de telefoon. Alleen voor het aanvragen van een document bij Burgerzaken bezoekt een groot deel (29%) bij voorkeur de balie. Digitaal zaken doen met de gemeente Oordeel over digitalisering (meer via internet regelen) van de gemeente, in procenten, 2015 4% 1% 45% 51% Goed Voor sommige dingen goed, voor andere dingen niet goed Niet goed Weet niet Ook dit jaar vindt de helft van de Hagenaars in het Stadspanel (51%) het goed dat de gemeente meer via internet wil gaan regelen. Ruim vier op de tien (45%) vinden dit voor sommige zaken wel goed, maar voor andere niet. Slechts één op de vijfentwintig (4%) respondenten vindt meer digitalisering geen goed idee. 17

Redenen waarom men digitalisering van de gemeente goed vindt, in procenten van respondenten die digitalisering goed vinden, 2015 Kan ik doen wanneer ik wil 71% Gemakkelijker 63% Sneller 46% Overige reden 8% De belangrijkste positieve argumenten voor (verdere) digitalisering is dat men op ieder moment zaken kan regelen met de gemeente (71%) en dus niet afhankelijk is van openingstijden en omdat het op deze manier gemakkelijker (63%) en/of sneller verloopt (46%). Redenen waarom men digitalisering van de gemeente niet goed vindt, in procenten van de respondenten die digitalisering niet goed vinden, 2015 Ik bel liever Ik vind de website van de gemeente niet duidelijk Ik ga liever langs Persoonlijk contact is soms nodig Niet iedereen maakt gebruik van internet Ik ben niet handig met internet Betrouwbaarheid / veiligheid Niet geschikt voor alle zaken Overige redenen 4% 4% 6% 18% 15% 15% 13% 11% 32% De meest genoemde tegenargumenten voor (verdere) digitalisering zijn dat men liever persoonlijk contact heeft door te bellen (32%) of dat de website van de gemeente niet duidelijk is (18%). Daarnaast gaat één op de zes respondenten liever langs bij de gemeente of vindt persoonlijk contact soms nodig (15%). Bezoek aan de website www.denhaag.nl Bijna alle respondenten (95%) hebben de website van de gemeente Den Haag wel eens bezocht. Van de respondenten die de website van de gemeente wel eens hebben bezocht, heeft drie kwart(76%) wel eens digitaal zaken gedaan met de gemeente. Omgerekend naar alle respondenten betekent dit dat ruim zeven op de tien Stadspanelleden (72%) wel eens digitaal zaken hebben gedaan met de gemeente. Dit is een stijging vergeleken met vorig jaar (66%). 18

Digitaal zaken doen met de gemeente, naar leeftijd, 2014-2015 16-30 jr 76% 12% 12% 30-45 jr 84% 14% 45-65 jr 71% 26% 65+ 52% 37% 10% 2015 totaal 72% 23% 5% 2014 totaal 66% 29% 5% Ja, wel eens digitaal zaken gedaan Nee, nooit digitaal zaken gedaan Nee, website nooit bezocht Ouderen (65+) hebben minder vaak dan gemiddeld digitaal zaken gedaan met de gemeente (52%). Zaken die men digitaal met de gemeente geregeld heeft, in procenten van de respondenten die digitaal zaken hebben gedaan, 2015 Een afspraak gemaakt Een melding over de openbare ruimte gedaan Een product of dienst digitaal geregeld Anders 8% 9% 2015 2014 53% 50% 49% 47% 40% 41% Ongeveer de helft van de bewoners die digitaal zaken hebben gedaan met de gemeente Den Haag, heeft op deze manier een afspraak gemaakt (53%) en/of een melding gedaan over de openbare ruimte (49%). Circa 40% heeft (ook) digitaal een product of dienst geregeld. Dit is vergelijkbaar met de percentages van vorig jaar. Acht op die tien respondenten die wel eens digitaal zaken gedaan hebben met de gemeente, geven aan dat dit naar wens verlopen is (82%). Bij circa één op de vijf (18%) is dat niet het geval. Dit is een verbetering ten opzichte van vorig jaar, toen één kwart (26%) aangaf dat dit niet het geval was. Over het maken van een afspraak (95% tevreden) en het regelen van een product of dienst (84% tevreden) is men meer dan gemiddeld tevreden. Vooral de tevredenheid over het regelen van een afspraak is gestegen vergeleken met vorig jaar (81%). Van de respondenten die digitaal een melding deden over de openbare ruimte vindt 74% dat dit naar wens is verlopen. Een kwart (26%) vindt van niet, veelal omdat men geen respons ontving of omdat het te ingewikkeld of (voor hen) onmogelijk is de gewenste zaken via internet te regelen. 19

Voorkeur voor digitalisering van zaken die nu via de post geregeld worden, in procenten, 2015 Algemene informatie van de gemeente 69% 22% 9% Specifieke informatie voor de buurt 65% 28% 7% Persoonlijk gerichte informatie 67% 26% 7% Antwoorden op uw vragen 67% 20% 13% Totaal 67% 24% 9% Digitaal Per post Geen voorkeur Als de vraag wordt voorgelegd of men bepaalde zaken in plaats van per post ook digitaal geregeld zou willen hebben, geniet de overstap naar digitale afhandeling veelal de voorkeur. Dat geldt voor alle voorgelegde zaken in gelijke mate: ongeveer twee op de drie respondenten geven de voorkeur aan een digitale afhandeling. Een kwart tot een derde regelt deze zaken liever nog per post. Dat geldt iets meer voor persoonlijk gerichte informatie (26%) en buurtgerichte informatie (28%). 20

Contact met stadsdeelorganisaties De stadsdeelorganisatie is bij iets meer dan de helft van het Haagse Stadspanel (56%) bekend, dit is vergelijkbaar met vorig jaar (54%). In tegenstelling tot vorig jaar is dit vaker dan gemiddeld het geval bij bewoners van Scheveningen (63%). In Loosduinen (44%) en Haagse Hout (51%) is dit juist minder vaak het geval. Het bezoek aan de website is toegenomen vergeleken met vorig jaar (71% t.o.v. 66%). Ruim de helft van de respondenten (55%) vindt dat er voldoende mogelijkheid is om mee te praten of denken over buurt- en wijkplannen, vooral via buurtverenigingen of het wijkberaad. De andere respondenten (45%) zijn het hier niet mee eens, omdat er volgens hen niet wordt geluisterd of geen actie wordt ondernomen. Respondenten die mee willen denken, nemen hiervoor het liefst contact op via een website of mailadres met een medewerker van hun stadsdeel (70%). Het aandeel panelleden dat wel eens betrokken is geweest bij het opstellen van het activiteitenprogramma van het stadsdeel is ook dit jaar beperkt (8%), een derde (32%) weet ook niet dat dit mogelijk is. Ruim de helft van de respondenten (55%) is bereid om mee te denken over de toekomst van het stadsdeel, de wijk, de buurt of de straat. Bewoners van Scheveningen (71%) willen dit vaker dan gemiddeld, bewoners van Loosduinen (48%) en Leidschenveen-Ypenburg (44%) juist minder vaak. Respondenten die niet bereid zijn om mee te denken, hebben hiervoor veelal geen tijd (54%) of vinden het niet leuk (34%). De bereidheid om mee te werken aan het schoonhouden van de eigen straat (67%) of het meewerken aan een activiteit in de buurt of straat (58%) is ook dit jaar groot. Eén op de drie respondenten (31%) is bereid om mee te betalen aan initiatieven in de wijk, het gaat hierbij vooral weer om voorzieningen in de openbare ruimte (64%). Vanwege de gewijzigde onderzoeksmethodiek in 2014 is een leeswijzer opgesteld. 21

Hagenaars kunnen voor zaken met betrekking tot leefbaarheid en veiligheid in de buurt terecht bij de stadsdeelorganisaties. De bekendheid van en het contact met de stadsdeelorganisatie komt hier aan de orde. Daarnaast wordt gekeken naar de betrokkenheid van de bewoners bij hun buurt door zich hier op een of andere manier voor in te zetten. Dit kan door mee te praten of mee te denken over de toekomst van de buurt, maar ook door zich actief hiervoor in te zetten. Bekendheid stadsdeelorganisatie en subsidieregeling Leefbaarheid en bewonersparticipatie Bekendheid met stadsdeelorganisatie, naar stadsdeel in procenten, 2015 Loosduinen Escamp Segbroek Scheveningen Centrum Laak Haagse Hout Leidschenveen-Ypenburg Totaal 44% 54% 58% 51% 57% 64% 63% 42% 57% 48% 52% 58% 51% 63% 53% 53% 56% 54% 2015 2014 Circa de helft van de respondenten (56%) is bekend met de stadsdeelorganisatie, dit is vergelijkbaar met vorig jaar (54%). In tegenstelling tot vorig jaar kennen bewoners van Scheveningen (63%) hun stadsdeelorganisatie meer dan gemiddeld. Bewoners van Loosduinen (44%) en Haagse Hout (51%) kennen hun stadsdeelorganisatie juist minder dan gemiddeld. Jongeren tot 30 jaar (44%) zijn minder bekend met stadsdeelorganisatie, 65-plussers (67%) juist meer dan gemiddeld. 22

Bezoekfrequentie van de stadsdeelwebsite op www.denhaag.nl, naar stadsdeel in procenten, 2014-2015 Loosduinen 6% 24% 33% 37% Escamp 13% 22% 41% 25% Segbroek 23% 43% 30% Scheveningen 25% 60% 13% Centrum 7% 23% 35% 35% Laak 18% 52% 26% Haagse Hout 24% 39% 33% Leidschenveen-Ypenburg 21% 47% 32% 2015 totaal 6% 23% 42% 29% 2014 totaal 4% 23% 38% 34% Ongeveer één keer per week Ongeveer één keer per jaar Ongeveer één keer per maand Website van mijn stadsdeel nog nooit bezocht Zeven op de tien Haagse panelleden heeft de website van de stadsdeelorganisatie wel eens bezocht. Dit aandeel is iets groter vergeleken met vorig jaar (66%). De meeste van hen bezoeken de website ongeveer één keer per jaar (42%). Circa een kwart doet dit vaker: ongeveer één keer per maand (23%) of één keer per week (6%). 65-Plussers (42%) hebben vaker dan gemiddeld een wekelijks of maandelijks bezoek gebracht aan de website. Het aandeel bewoners uit Scheveningen dat de stadsdeelwebsite heeft bezocht (87%) is flink gestegen ten opzichte van vorig jaar (64%). Ook het aandeel bewoners uit Escamp (75%) dat de website heeft bezocht, is groter dan vorig jaar (65%). Deze bewoners bezoeken de website vaker dan de gemiddelde Hagenaar uit het Stadspanel. Ook bezoeken zij de website vaker dan gemiddeld eens per week (13%). Bekendheid met de subsidieregeling Leefbaarheid en bewonersparticipatie, in procenten, 2014-2015 2015 2014 23% 22% 77% 78% Bekend Onbekend Eén op de vijf respondenten (23%) kent de subsidieregeling Leefbaarheid en bewonersparticipatie. Over het algemeen zijn 65-plussers (32%) hiermee iets beter bekend. 23

Bereidheid om mee te denken of activiteiten te verrichten voor de wijk of buurt Gevoel dat men mee kan praten of denken over de plannen in hun wijk of buurt, 2014-2015 2015 2014 55% 50% 45% 50% Kan meepraten of -denken Kan niet meepraten of -denken Ruim de helft van de respondenten (55%) heeft het gevoel dat zij mee kunnen praten of denken over de plannen in hun wijk of buurt. Dit aandeel is iets groter dan vorig jaar (50%). Redenen waarom bewoners het gevoel hebben dat zij kunnen meepraten en meedenken over de plannen in hun wijk of buurt, in procenten van panelleden die dat gevoel hebben, 2015 Via bewonersorganisaties / wijkberaad e.d. Ken mijn wijk / wil een bijdrage leveren Spreekt voor zicht / algemeen bekend Via informatie / inspraakbijeenkomsten Buurtkranten / folders / brieven Eigen ervaring (problematiek in de wijk) SDO / gemeente is te benaderen Via het stadspanel Anders 21% 16% 14% 14% 14% 9% 6% 2% 5% Respondenten zijn van mening dat zij kunnen meedenken en meepraten via bewonersorganisaties of het wijkberaad (21%). Ook hebben bewoners dit gevoel omdat zij hun buurt goed kennen en een bijdrage willen leveren aan de buurt (16%) of omdat het als vanzelfsprekend wordt ervaren (14%). Daarnaast denken zij te kunnen door informatie en inspraak- bijeenkomsten (14%) en buurtkranten, folders en brieven (14). 24

Redenen waarom bewoners niet het gevoel hebben dat zij kunnen meepraten en meedenken over de plannen in hun wijk of buurt, in procenten van panelleden die niet dat gevoel hebben, 2015 Er wordt niet geluisterd / geen actie ondernomen 40% Slechte informatievoorziening 19% Nooit aan gedacht / niet op de hoogte 18% Ben hier niet geschikt voor (te oud, te jong, te druk) 9% Geen interesse 9% Vond het niet nodig / niet aan de orde geweest 1% Anders 5% De redenen waarom bewoners niet het gevoel hebben dat zij kunnen meepraten en meedenken over de plannen in hun wijk of buurt zijn vergelijkbaar met die van vorig jaar. De belangrijkste reden waarom respondenten vinden dat zij niet kunnen meepraten of meedenken, is dat er toch niet wordt geluisterd of dat er geen actie wordt ondernomen (40%). Andere redenen die vaker naar voren zijn gebracht, zijn: bewoners zijn niet op de hoogte van de mogelijkheden (19%) en/of bewoners hebben er nooit aan gedacht (18%). Voorkeur voor manier van contact met medewerker van stadsdeelorganisatie, 2014-2015 Via een e-mailadres of formulier op de website Telefonisch via 14070 Op afspraak in de avond of in het weekend Een wekelijks spreekuur Chasessie op de website Weet niet/geen mening 14% 15% 10% 12% 9% 10% 8% 11% 28% 25% 70% 69% 2015 2014 Haagse panelleden die hulp nodig hebben van de stadsdeelorganisatie voor bijvoorbeeld een idee dat men heeft voor de wijk of de buurt, nemen ook dit jaar hiervoor het liefste digitaal contact op met een medewerker van hun stadsdeel (70% via de e-mail of een formulier op de website). Een kwart geeft de voorkeur aan telefonisch contact (28%). Een afspraak in de avond of in het weekend (14%), een wekelijks spreekuur (10%) en/of een chatsessie op de website (9%) genieten minder de voorkeur. 25

Betrokkenheid bij het opstellen van het activiteitenprogramma stadsdeel, in procenten naar stadsdeel, 2014-2015 Loosduinen 8% 27% 65% Escamp 8% 38% 53% Segbroek 5% 40% 55% Scheveningen 37% 62% Centrum 9% 26% 65% Laak 16% 30% 54% Haagse Hout 11% 26% 64% Leidschenveen-Ypenburg 5% 31% 65% 2015 totaal 8% 32% 60% 2014 totaal 7% 33% 60% Ja Niet op de hoogte van mogelijkheid Nee Ook dit jaar is slechts een kleine groep respondenten (8%) wel eens betrokken geweest bij het opstellen van het activiteitenprogramma van het stadsdeel. Een derde (32%) is niet op de hoogte van deze mogelijkheid. Bewoners uit Laak (16%) en Haagse Hout (11%) zijn meer dan gemiddeld betrokken bij het opstellen van het activiteitenprogramma in hun stadsdeel. Bewoners in Scheveningen zijn juist minder vaak dan gemiddeld betrokken (2%). Bewoners van Segbroek zijn vaker dan gemiddeld niet op de hoogte dat deze mogelijkheid er is (40%). 26

Bereidheid om mee te denken over de toekomst van het stadsdeel, de wijk, de buurt of de straat, naar stadsdeel in procenten, 2014-2015 Loosduinen 48% 24% 28% Escamp 53% 16% 31% Segbroek 58% 10% 32% Scheveningen 71% 8% 21% Centrum 57% 12% 31% Laak 52% 25% 23% Haagse Hout 56% 8% 36% Leidschenveen-Ypenburg 44% 18% 39% 2015 totaal 55% 14% 31% 2014 totaal 53% 14% 32% Bereid Niet bereid Weet niet Net als vorig jaar is ruim de helft van de respondenten (55%) bereid mee te denken over de toekomst van het stadsdeel, de wijk, de buurt of straat waarin men woonachtig is. De overige bewoners weten dit veelal niet (32%) en 14% heeft aangegeven hier geen behoefte aan te hebben. Mannen (63%) zijn vaker bereid mee te denken dan vrouwen (45%). De bereidheid onder hoger opgeleide respondenten (61%) is groter dan onder lager opgeleiden (47%). Bewoners van Scheveningen (71%) willen meer dan gemiddeld meedenken over de toekomst van het stadsdeel, de wijk, de buurt of de straat. Bewoners van Loosduinen (48%) en Leidschenveen- Ypenburg (44%) juist minder vaak. 27

Manieren om mee te denken over de toekomst van het stadsdeel, de wijk, de buurt of de straat, in procenten van de respondenten die bereid zijn om mee te denken, 2014-2015 Reageren via internet of sociale media 72% 78% Af en toe iets organiseren voor de buurt 34% 42% Actief lid worden van een bewonersorganisatie/wijkvereniging 19% 22% 2015 2014 Respondenten die bereid zijn om mee te denken, doen dit het liefst door te reageren via internet of sociale media (78%). Eén op de vijf respondenten (19%) wil meedenken door actief lid te worden van een bewonersorganisatie of wijkvereniging. Het organiseren van iets in de buurt is dit jaar iets minder populair onder de respondenten (34%) vergeleken met vorig jaar (42%). Redenen waarom bewoners niet mee willen denken over de toekomst van het stadsdeel, de wijk, de buurt of de straat, in procenten van de respondenten die niet mee willen denken, 2015 Geen tijd 54% Niet leuk 34% Moet de gemeente maar doen Niet belangrijk Kan geen bewoners-, wijk- of Weet niet 13% 10% 6% 8% De redenen die respondenten geven om niet mee te willen denken zijn vergelijkbaar met die van vorig jaar. Zo geven respondenten die niet mee willen denken weer als voornaamste reden dat zij hiervoor geen tijd hebben (54%). Het aandeel respondenten dat als reden aangeeft het niet leuk te vinden om mee te denken over de toekomst (34%) is groter dan vorig jaar (22%). Een deel is van mening dat de gemeente dit zelf moet doen (13%) of geeft aan dat men dit niet belangrijk vindt (6%). 28

Bereidheid om mee te werken aan een activiteit in de buurt of de straat, naar stadsdeel in procenten, 2014-2015 Loosduinen Escamp 48% 52% 52% 48% Segbroek Scheveningen Centrum Laak Haagse Hout Leidschenveen-Ypenburg 68% 59% 62% 49% 47% 67% 32% 41% 38% 51% 53% 33% 2015 totaal 2014 totaal 58% 60% 42% 40% Bereid Niet bereid Het animo om zich actief in te zetten voor een activiteit in de buurt is vergelijkbaar met vorig jaar. Zo zijn zes op de tien (58%) respondenten hiertoe bereid. Respondenten in de leeftijd 30 tot 45 jaar zijn vaker dan gemiddeld bereid dit te doen (71%). Ook zijn hogeropgeleiden (67%) hiertoe vaker bereid dan lager opgeleiden (47%). Net als vorig jaar (66%) zijn bewoners van Segbroek ook dit jaar (68%) vaker dan gemiddeld bereid zich in te zetten voor de buurt. Ook bewoners Leideschenveen-Ypenburg (67%) en het Centrum (62%) hebben meer zin om zich in te zetten voor de buurt dan de bewoners van andere stadsdelen. Hoewel bewoners van Laak vorig jaar (67%) meer dan gemiddeld bereid waren zich in te zetten voor de buurt, zijn zij dit jaar juist minder bereid (49%). Ook bewoners van Haagse Hout (47%) en Loosduinen (48%) hebben minder zin om zich in te zetten voor de buurt dan bewoners van andere stadsdelen. 29

Bereidheid om mee te werken aan het schoonhouden van de eigen straat, naar stadsdeel in procenten, 2014-2015 Loosduinen 71% 29% Escamp 56% 44% Segbroek 78% 22% Scheveningen 65% 35% Centrum 64% 36% Laak 75% 25% Haagse Hout 53% 47% Leidschenveen-Ypenburg 82% 18% 2015 totaal 67% 33% 2014 totaal 68% 32% Bereid Niet bereid Net als vorig jaar zijn de panelleden ook zeker bereid om mee te werken aan het schoonmaken van de eigen straat. Zeven op de tien (67%) willen hieraan meewerken. Jongeren tot 30 jaar (73%) zijn meer bereid om hieraan mee te werken dan ouderen (56%). Ook willen gezinnen met kinderen dit vaker dan gemiddeld doen (80%). Bewoners van Leidschenveen-Ypenburg (82%), Segbroek (78%), Laak (75%) en Loosduinen (71%) willen dit meer dan gemiddeld, bewoners van Haagse Hout (53%) en Escamp (56%) juist minder vaak. Bewoners van Laak zijn een stuk vaker bereid mee te werken aan het schoonhouden van de eigen straat dan vorig jaar (53%). Bewoners van Haagse Hout en Scheveningen zijn juist minder vaak bereid dan vorig jaar (64% en 74%). 30

Bereidheid om mee te betalen aan initiatieven in de wijk, naar stadsdeel in procenten, 2014-2015 Loosduinen 32% 68% Escamp 18% 82% Segbroek 41% 59% Scheveningen 29% 71% Centrum 39% 61% Laak 33% 67% Haagse Hout 21% 79% Leidschenveen-Ypenburg 27% 73% 2015 totaal 31% 69% 2014 totaal 33% 67% Bereid Niet bereid Ook dit jaar is het animo om mee te betalen aan initiatieven in de wijk iets minder groot. Toch geven drie op de tien respondenten (31%) aan hiertoe bereid te zijn. De bereidheid is onder hoger opgeleiden (39%) hoger dan onder lager opgeleiden (18%). Bewoners van Segbroek (41%) en het Centrum (39%) zijn vaker dan gemiddeld bereid mee te betalen aan initiatieven in de wijk, bewoners van Escamp (18%), Haagse Hout (21%) juist minder vaak. Bewoners van Scheveningen en Haagse Hout zijn minder vaak bereid hieraan mee te betalen dan vorig jaar (45% en 36%). 31

Initiatieven en voorzieningen in de wijk waarvoor Haagse panelleden bereid zijn om te betalen, in procenten van respondenten die bereid zijn om te betalen voor initiatieven in de wijk, 2015 Voorzieningen in de openbare ruimte 64% Zorg voor kwetsbare mensen 47% Activiteiten in de buurt 37% Aanleg van een speeltuin 26% Groenvoorzieningen Extra schoonmaken Anders 5% 5% 8% Men wil vooral betalen voor voorzieningen in de openbare ruimte (64%), zorg voor kwetsbare mensen (47%) en voor activiteiten in de buurt (37%). Men wil dit jaar vaker betalen voor voorzieningen in de openbare ruimte en zorg voor kwetsbare mensen dan vorig jaar (54% en 37%) en minder vaak voor activiteiten in de buurt dan vorig jaar (46%). Ook geeft een klein aandeel aan te willen betalen voor groenvoorzieningen en extra schoonmaken (beide 5). Bedragen die respondenten bereid zijn te betalen voor initiatieven in de wijk, in procenten van respondenten die bereid zijn om te betalen voor initiatieven in de wijk, 2014-2015 2014 23% 31% 33% 13% 2015 20% 29% 36% 14% Tussen 0 en 10 euro Tussen 10 en 20 euro Tussen 20 en 50 euro 50 euro of meer De bedragen die de respondenten willen betalen variëren sterk en zijn vergelijkbaar met vorig jaar. Zo wil één op de vijf respondenten tussen de 0 en 10 euro betalen, drie op de tien (29%) respondenten tussen de 10 en 20 euro, ruim één derde (36%) tussen de 20 en 50 euro en één op de zeven (14%) 50 euro of meer bijdragen. Vrouwen geven vaker aan een bedrag tussen de 0 en 10 euro te betalen (28%) en minder vaak 50 euro of meer te betalen (5%) dan mannen. 32

Dienstverlening op straat In het algemeen zijn de bewoners positief gestemd over de dienstverlening van de gemeente op straat. De gemiddelde rapportcijfers voor de dienstverlening op straat zijn vergelijkbaar met vorig jaar en variëren van een 7,0 voor het onderhoud aan straten en wegen tot een 7,6 voor het ophalen van huisvuil. Alleen over de mogelijkheden om afval gescheiden aan te bieden zijn bewoners ook dit jaar weer minder te spreken (6,3). De bewoners zijn over de meeste aspecten vergelijkbaar of iets minder positief gestemd dan voorgaande jaren, alleen over de aanbodmogelijkheden voor afvalscheiding zijn bewoners dit jaar iets meer te spreken. Naar wijk varieert het oordeel enigszins. Zo zijn bewoners Leidschenveen-Ypenburg en Segbroek boven gemiddeld positief te spreken over alle taken van het stadsbeheer (o.a. het ophalen van het huisafval en onderhoud van de straten en de wegen). Bewoners van Laak zijn juist minder positief te spreken over de taken van stadbeheer vergeleken met de andere stadsdelen. Steeds meer panelleden gebruiken een ondergrondse container voor afval (46%). Daarnaast gebruikt 23% nog losse huisvuilzakken en maakt 21% gebruik van een minicontainer. Vergeleken met voorgaande jaren wordt steeds minder gebruik gemaakt van losse huisvuilniszakken en meer van ondergrondse inzamelcontainers. De bewoners zijn het meest te spreken over de ondergrondse container (8,1), gevolgd door de bovengrondse container (7,6) en de minicontainer (7,5). De losse huisvuilzakken worden, evenals voorgaande jaren, het minst gewaardeerd (6,6). Vergeleken met vorig jaar zijn bewoners iets minder positief over de ondergrondse inzamelcontainers en de minicontainers, maar positiever over de bovengrondse container. Vanwege de gewijzigde onderzoeksmethodiek in 2014 is een leeswijzer opgesteld. 33

Het oordeel over een aantal taken die onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid vallen van de Dienst Stadsbeheer en BSD/Deconcentratie vormt het onderwerp van dit hoofdstuk. Hieronder valt een breed pakket aan dienstverlenende taken, waaronder het onderhoud aan straten en wegen, het onderhoud aan de groenvoorziening en het ophalen van huisvuil. Dit zijn zaken waarmee de burger elke dag te maken heeft. Beoordeling gemeentelijke dienstverlening in eigen wijk Beoordeling van de gemeentelijke dienstverlening in de eigen wijk, 2015 Rapport cijfer Slecht (< 5) Matig (6) Voldoend e (7) Goed (8) Uitsteken d (> 9) Ophalen van huisvuil 7,6 10% 8% 21% 33% 29% Onderhoud straten en wegen 7,0 7% 23% 34% 30% 6% Onderhoud groenvoorziening 7,1 5% 21% 35% 31% 7% Aanbodmogelijkheden voor 6,3 afvalscheiding 30% 14% 21% 21% 13% Onderhoud fietspaden 7,1 6% 25% 33% 29% 7% Bewoners van Den Haag zijn zeer tevreden over het ophalen van het huisvuil, gezien de 7,6 die zij ook dit jaar hiervoor als rapportcijfer geven. Als het gaat om afvalscheiding, ligt het cijfer duidelijk veel lager maar wel iets hoger dan vorig jaar (6,1). Gemiddeld geven bewoners hiervoor een 6,3. Het onderhoud aan fietspaden, aan groenvoorzieningen en aan straten en wegen krijgen een 7,1 of 7,0 als rapportcijfer. Gemiddelde rapportcijfers voor de vormen van dienstverlening op straat, 2014-2015 Ophalen van huisvuil Onderhoud fietspaden Onderhoud straten en wegen Onderhoud groenvoorziening Aanbodmogelijkheden voor afvalscheiding 7,6 7,6 7,1 7,2 7,0 7,1 7,1 7,2 6,3 6,1 2015 2014 Over de meeste aspecten zijn bewoners in de loop der jaren iets positiever. De cijfers zijn dit jaar vergelijkbaar met vorig jaar. Alleen over de mogelijkheden om afval gescheiden aan te bieden, zijn bewoners dit jaar iets positiever gestemd dan vorig jaar. 34

Beoordeling taken van Stadsbeheer en Deconcentratie, per stadsdeel, 2015 (rapportcijfers) Ophalen van huisvuil Onderhoud straten/wegen Onderhoud groenvoorz. Mogelijkheden afvalscheiding Onderhoud fietspaden Den Haag 2015 7,6 7,0 7,1 6,3 7,1 Loosduinen 7,6 7,1 7,2 6,6 7,2 Escamp 7,8 6,8 7 5,8 7,1 Segbroek 7,8 7,2 7,3 6,8 6,8 Scheveningen 7,6 7,0 7,0 6,3 7,0 Centrum 7,4 6,9 7,1 6,0 6,9 Laak 6,7 6,8 6,8 5,9 6,9 Haagse Hout 7,9 7,3 7,5 7,0 7,4 Leidschenveen-Ypenburg 8 7,6 7,6 6,9 7,8 Beter dan gemiddeld Minder dan gemiddeld Het oordeel verschilt nogal naar stadsdeel. Bewoners van Leidschenveen-Ypenburg en Haagse Hout zijn positiever over (bijna) alle verschillende taken van Stadsbeheer dan bewoners uit andere stadsdelen. Bewoners van Laak zijn juist minder positief gestemd over de verschillende taken van Stadsbeheer dan gemiddeld. Over het onderhoud en de wegen en het onderhoud van de wegen zijn ook de bewoners van Escamp minder positief gestemd dan gemiddeld. Beoordeling van de gemeentelijke dienstverlening in de eigen wijk, 2015 Rapport cijfer Slecht (< 5) Matig (6) Voldoend e (7) Goed (8) Uitsteken d (> 9) Gladheidbestrijding op hoofdroutes 7,4 2% 11% 40% 36% 10% Gladheidbestrijding op doorgaande 6,8 12% 28% 32% 22% 6% fietspaden De gladheidbestrijding op hoofdwegen krijgt een ruime voldoende van de Hagenaars (7,4) en vergelijkbaar met het rapportcijfer van vorig jaar (7,3). Bewoners zijn iets minder te spreken over de gladheidbestrijding op doorgaande fietspaden, maar ook dit cijfer is een voldoende (6,8) en iets hoger dan vorig jaar (6,6). 35

Gebruik en oordeel over afval-inzamelsystemen Gebruik van verschillende afvalinzamelsystemen, 2014-2015, in procenten ondergrondse inzamelcontainer losse huisvuilzak minicontainer / kliko* 33% 23% 30% 21% 28% 46% bovengrondse inzamelcontainer overig weet niet / geen antwoord 7% 5% 3% 4% 0% 1% 2015 2014 Ruim vier op de tien (46%) Hagenaars uit het panel maken gebruik van ondergrondse inzamelcontainers voor het afval. Het gebruik van ondergrondse inzamelcontainers is ook dit jaar weer flink gestegen (34% vorig jaar). Een kwart (23%) gebruikt losse vuilniszakken hiervoor en één op de vijf (21%) gebruikt een minicontainer of kliko. Slechts een klein deel van de bewoners maakt gebruik van bovengrondse containers (7%). Rapportcijfers voor de verschillende afvalsystemen, 2011-2014 Ondergrondse inzamelcontainer Minicontainer / kliko* Bovengrondse inzamelcontainer Losse huisvuilzak 6,6 6,5 8,1 8,4 7,5 7,8 7,6 7,4 2015 2014 *in 2011 waren verschillende minicontainers onderscheiden die hier zijn samengenomen Bewoners die gebruik maken van ondergrondse containers zijn met een 8,1 het meest te spreken over de afvalinzameling. Dit cijfer ligt wel iets lager dan vorig jaar (8,4). Zij worden gevolgd door bewoners die gebruik maken van de bovengrondse inzamelcontainer (7,6) en de minicontainer (7,5). De losse vuilniszakken worden het minst gewaardeerd met een 6,6. 36