1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR ZIJN INTERPRETATIE

Vergelijkbare documenten
1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR ZIJN INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR ZIJN INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR DE INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR DE INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR DE INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR DE INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

41. INDEXEN VOOR DE LUCHTKWALITEIT IN BRUSSEL

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

10. TROPOSFERISCHE OZON (O3)

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

lucht RRR balans/indicatoren syntheserapport over de staat van het leefmilieu

Smog in zomer van 5

Aantal dagen met goede luchtkwaliteit.

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

10. TROPOSFERISCH OZON (O 3 )

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

Luchtkwaliteit in Steden Probleemschets, Aandachtspunten, Tendensen

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand?

Tabel 1. Huidige concentratieschalen voor de berekening van de luchtkwaliteitsindex. NO 2. (uurgemiddelde)

- ÉNERGIE - UNE CONSOMMATION TOTALE D'ÉNERGIE GLOBALEMENT EN BAISSE DEPUIS

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Gezondheid & Voeding

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

De richtlijn 80/779/EG bepaalde als grenswaarde voor de dagwaarden:

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.)

Luchtkwaliteit: een Europees perspectief

VERHOOGDE LUCHTVERONTREINIGING DE VOLGENDE DAGEN

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM

De NH 3 -uitstoot speelt, via de vorming van ammoniumzouten (secundair aërosol), ook een zeer belangrijke rol bij de problematiek van fijn stof.

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit

6. ZWAVELDIOXIDE (SO2)

Resultaten meetcampagne luchtkwaliteit in Gent bekend

Tabel IV.49: DAGWAARDEN NH 3 PERCENTIEL P98. JAARPERIODE : JANUARI - DECEMBER [ Concentratie in µg/m 3 ]

FIJN STOF WAARSCHUWINGSBERICHT

Fotochemische luchtverontreiniging: oorzaken en effecten Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

8. STIKSTOFOXIDEN (NOX)

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

De BIM gegevens : "Lucht - Basisgegevens voor het Plan" Juni ARSEEN

19 Samenvatting en Besluit

Advies betreffende de governance inzake luchtkwaliteit. Conferentie FRDO 12/10/2018 Prof. Jean-Pascal van Ypersele Voorzitter WG Energie & Klimaat

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

De BIM gegevens : "Lucht - Basisgegevens voor het Plan" November 2004 INZAKE VERSCHAFFING VAN GEGEVENS

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

1. HET DPSIR-MODEL : VOOR EEN GEÏNTEGREERDE AANPAK VAN DE

Oorspronkelijk werd bij de analyse de deeltjesconcentratie van 8 verschillende componenten bepaald :

Aantal dagen waarop de daggemiddelde PM 10 -concentratie groter is dan 50 µg/m³

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Luchtkwaliteit in Vlaanderen. Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014

SMOGALARM MINSTENS TOT ZATERDAG 10 JANUARI 2009

- Vandaag en morgen : kans op overschrijdingen van de Europese informatiedrempel

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Metingen Luchtkwaliteit in de Leopold II tunnel

Doelstelling Voldoen aan het wettelijk kader, verbeteren van de luchtkwaliteit en daarmee de volksgezondheid.

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

9 OVERSCHRIJDINGEN van de DREMPELWAARDEN voor OZON volgens de Richtlijn 2002/3/EG

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Metingen Luchtkwaliteit in de Leopold II tunnel

Stikstofdioxide in lucht,

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

Luchtkwaliteit in Menen. 9 februari 2017

Stikstofdioxide in lucht,

Hoogste 8- uursgemiddelde concentratie 41B004 Sint-Katelijne 15u00 18u microgram/m 3 om 17u microgram/m 3 om 20u00

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Fijnstofconcentraties, jaargemiddelde, /2006

Dr. Ir. Roel Gijsbers

Luchtverontreiniging door ozon tijdens de zomer van 2004 in België

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Opvolging van wintersmogepisodes - OVL voorspellingsmodel

3. NORMEN: EG-Richtlijnen

SMOGALARM VANAF MORGEN MAANDAG 31 JANUARI 2011

Benzeen in lucht,

DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER FEDERALE DIENSTEN VOOR WETENSCHAPPELIJKE, TECHNISCHE EN CULTURELE AANGELEGENHEDEN

24. POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN (PAK)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide

Lucht MILIEU-EFFECTENRAPPORT VAN HET "NOODPLAN VOOR VERVUILINGSPIEKEN"

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

METINGEN LUCHTKWALITEIT IN DE LEOPOLD II TUNNEL

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

Transcriptie:

Methodologische fiche TOESTANDSINDICATOR: STIKSTOFDIOXIDE: GEMIDDELDE JAARCONCENTRATIE EN NALEVING VAN DE EUROPESE GRENSWAARDE THEMA: LUCHT 1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR ZIJN INTERPRETATIE Vraag achter de indicator: Hoe evolueert de blootstelling van de bevolking aan NO 2? Worden de normen inzake bescherming van de gezondheid nageleefd? Context van de indicator: Stikstofdioxide (NO 2 ) en stikstofmonoxide (NO) worden doorgaans onder de gemeenschappelijke noemer stikstofoxide geplaatst en aangeduid met het symbool NO X. Beide gassen komen samen voor in de atmosfeer. Stikstofoxide ontstaat doordat de stikstof in de lucht oxideert tijdens verbrandingsprocessen op hoge temperatuur (verkeer, huishoudelijke verwarmingsinstallaties, energieproductie, specifieke chemische productie,...). NO X wordt hoofdzakelijk in de vorm van NO (~90%) en, in mindere mate als NO 2 (~10%) uitgestoten. De verhouding NO/NO 2 in de omgevingslucht hangt samen met het chemisch evenwicht tussen de substanties NO, NO 2, O 2 (zuurstof) en O 3 (ozon). NO oxideert spontaan tot NO 2 bij aanwezigheid van O 2 of O 3 : NO + O 2 NO 2 (een langzaam proces met O 2, een snellopend proces met O 3 ) NO 2 is een voorloper in het ontstaan van O 3 en heeft als dusdanig een grote impact op de luchtkwaliteit. Indien er geen Vluchtige Organische Stoffen (VOS) aanwezig zijn, ontstaat er tussen de vorming en de afbraak van ozon een dynamisch evenwicht: NO + O 2 (+ UV) O 3 + NO In aanwezigheid van VOS wordt dit evenwicht echter verstoord omdat de reactieproducten van de VOS het aanwezige NO blokkeren waardoor deze niet meer beschikbaar is om het ozon af te breken. Bovendien oxideren de VOS het NO tot NO 2 waardoor er zich opnieuw ozon kan vormen. Door de indicator beschreven milieuproblematiek: In tegenstelling tot NO is NO 2 toxisch voor de luchtwegen. Astmapatiënten of personen met chronische longaandoeningen komen bij langdurige blootstelling aan concentraties van enkele tienden ppm (deeltjes per miljoen) of enkele honderdsten µg/m 3 in de problemen. Stikstofdioxide is niet alleen een precursor van ozon, maar draagt ook bij tot de vorming van secundaire deeltjes (ammoniumnitraat). PAGINA 1 VAN 5

Beleidscontext van de indicator: Al vele jaren vaardigt de Europese Unie richtlijnen uit die de impact van luchtverontreiniging op de gezondheid, het klimaat en het milieu maximaal moeten beperken. Uitgaande van wetenschappelijk onderzoek heeft ze grenswaarden en/of streefcijfers vastgelegd voor de concentraties van bepaalde verontreinigende stoffen in de omgevingslucht (immissiewaarden van de polluenten). De monitoring en rapportering van de stikstofdioxideconcentratie in de lucht moet gebeuren volgens de Europese richtlijn 2008/50/EG. Deze richtlijn handelt over de luchtkwaliteit en een schonere lucht voor Europa 1. Ze werd op 21 mei 2008 goedgekeurd en is sinds 11 juni 2008 van kracht (de Lidstaten dienden deze richtlijn vóór 11 juni 2010 naar hun nationale recht om te zetten). Net als de door haar vervangen richtlijn 1999/30/EG definieert deze richtlijn de grenswaarden voor de NO 2 -concentraties (vanuit gezondheidsstandpunt) en ook de waarde van de alarmdrempel voor NO 2. Te bereiken kwantitatieve doelstellingen en, desgevallend, status van de streefdoelen: - De NO 2 -concentraties in de omgevingslucht zijn onderworpen aan bepaalde normen. Binnen de Europese Unie gelden als gevolg van de richtlijn 2008/50/EG twee grenswaarden ter bescherming van de volksgezondheid; deze moeten worden nageleefd sinds 1 januari 2010: 1 / een grenswaarde van 200 µg/m 3 voor de gemiddelde uurconcentratie aan NO 2 die niet meer dan 18 maal per kalenderjaar mag worden overschreden. en 2 / een grenswaarde van 40 µg/m 3 voor de gemiddelde jaarconcentratie NO 2. De "grenswaarde" wordt gedefinieerd als een niveau dat op basis van wetenschappelijke kennis wordt vastgesteld met als doel schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid en/of het milieu als geheel te vermijden, te voorkomen of te verminderen en dat binnen een bepaalde termijn moet worden bereikt en, wanneer het eenmaal is bereikt, niet meer mag worden overschreden. In de richtlijn 2008/50/EG is eveneens een alarmdrempel opgenomen. Bij overschrijding van een NO 2 -concentratie van 400 µg/m 3, te meten gedurende 3 opeenvolgende uren [bijlage XII, punt A] moet de bevolking worden verwittigd. - De sinds 1999 aanbevolen waarden door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) zijn een maximum uurgemiddelde van slechts 200 µg/m 3 en een jaargemiddelde van 40 µg/m 3. 2 METHODOLOGISCHE FUNDERINGEN Definitie: De indicator komt overeen met de gemiddelde NO 2 -jaarconcentratie gemeten in het station van Sint-Jans-Molenbeek en toetst die aan de Europese grenswaarde van 40 µg/m 3 (van kracht sinds 2010). Eenheid: massa-eenheid per luchtvolume, uitgedrukt in µg/m³ omgerekend voor gestandaardiseerde omstandigheden van 293 K (temperatuur) en 1013 hpa (druk). 1 Deze richtlijn heeft geleid tot de opheffing sinds 1 januari 2010 van richtlijn 80/779/EEG, van kaderrichtlijn 96/62/EG en van de dochterrichtlijn 1999/30/EG. Dit is het gevolg van recentere kennis en inzichten op het vlak van wetenschap en gezondheid. PAGINA 2 VAN 5

Berekeningswijze en aangewende gegevens: De gemiddelde jaarconcentraties worden berekend op basis van de gegevens van het telemetrische meetnet van het Brussels Gewest. Dit maakt hiervoor gebruik van de "chemieluminiscentiemethode" in 10 meetposten (zie NO X -factsheet voor bijkomende informatie; referenties vermeld onder punt 6 infra). Om de waarde van de indicator te berekenen worden enkel de metingen van het station van Sint-Jans-Molenbeek gebruikt. De metingen zijn beschikbaar als halfuurwaarden. De gemiddelde waarde wordt berekend over een kalenderjaar (van 1 januari tot 31 december). Opmerking: De afronding gebeurt enkel na de berekening van het jaargemiddelde. Het is dit afgeronde eindresultaat dat wordt afgetoetst aan de Europese normen. Bron van de aangewende gegevens: Leefmilieu Brussel, Laboratorium Lucht IRCEL (Interregionale Cel voor Leefmilieu) Aanbevolen periodiciteit voor het updaten van de indicator: Jaarlijks 3 COMMENTAAR AANGAANDE DE METHODOLOGIE OF DE INTERPRETATIE VAN DE INDICATOR Beperking van de indicator en gebruiksvoorzorgen: De stikstofdioxideconcentraties die binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemeten worden, zijn niet overal identiek, zij variëren naargelang de omgeving: op plaatsen met druk verkeer (gekenmerkt door een belangrijke NO 2 -uitstoot door de voertuigen) of in industriële omgevingen liggen ze bijvoorbeeld veel hoger. De meetposten van het telemetrische net vertegenwoordigen de verschillende omgevingstypes binnen het Brussels Gewest. Aangezien wij aan de hand van de indicator de evolutie willen bepalen van de mate waarin de Brusselse bevolking aan NO 2 wordt blootgesteld, werd hiervoor het station van Sint- Jans-Molenbeek weerhouden. In het geval van NO 2 blijkt deze meetpost nl representatief voor de blootstelling van het merendeel van de inwoners van Brussel. Dit station is echter niet representatief voor de verschillende leefmilieutypes van het Brussels Gewest, enkel voor een stedelijke omgeving beïnvloed door het wegverkeer. In de factsheet Ozon en Stikstof (zie punt 6 hieronder) wordt dieper ingegaan op de methodologische moeilijkheden op niveau van de eigenlijke meetmethode en op de ruimtelijke representativiteit van de verschillende meetposten. 4 VERBANDEN MET ANDERE INDICATOREN OF GEGEVENS (UIT HET RAPPORT OVER DE STAAT VAN HET LEEFMILIEU) - Uitstoot van ozonprecursoren - Uitstoot van verzurende stoffen - Vervuilingspieken: - PM10-concentratie in de lucht - Concentraties troposferisch O 3 PAGINA 3 VAN 5

5 VOORNAAMSTE INSTELLINGEN BETROKKEN BIJ HET ONTWIKKELEN VAN GELIJKAARDIGE INDICATOREN (EUROPA, BELGIË, ANDERE INDIEN PERTINENT) Waals Gewest: SPW DGRNE, Etat de l'environnement wallon: Rapport analytique 2006-2007, Hoofdstuk 9. Air et climat, fiche Air 3. "Les polluants acidifiants dans l air", grafiek "Concentrations en NO 2 dans l air ambiant en Région wallonne, selon le type de station", p. 325. Beschikbaar op: http://etat.environnement.wallonie.be/index.php?mact=rapportanalytique,mc7155,default,1 &mc7155what=fiches&mc7155alias=les-polluants-acidifiants-danslair&mc7155returnid=17&page=17 Europese Unie: AEE Annual mean NO 2 concentration observed at (sub)urban background stations, EEA member countries, 1997-2008, in "Exceedance of air quality limit values in urban areas (CSI 004)" Beschikbaar op: http://www.eea.europa.eu/data-and-maps/indicators/exceedance-of-airquality-limit-1/exceedance-of-air-quality-limit-2 6 BIBLIOGRAFISCHE REFERENTIES (METHODOLOGIE, INTERPRETATIE) - BRASSEUR OLIVIER, «Ozone et Dioxyde d Azote», Bruxelles Environnement, fiche documentée "Air", 45 pages, janvier 2011. Te raadplegen op : http://documentation.bruxellesenvironnement.be/documents/air_labo_o3_no2.pdf - Leefmilieu Brussel. Laboratorium voor Milieuonderzoek. Juni 2009. "De luchtverontreiniging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Immissiemetingen 2006-2008", technische rapport, 349 pagina s. Te raadplegen op : http://documentatie.leefmilieubrussel.be/documents/qair_rpt0608_ssann_b_c_d_e_b is_nl.pdf - Leefmilieu Brussel. Laboratorium voor Milieuonderzoek. Juni 2009. "De luchtverontreiniging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Immissiemetingen 2006-2008 - Bijlage A : Meetsystemen luchtverontreiniging". 42 pagina s. Te raadplegen op http://documentatie.leefmilieubrussel.be/documents/rpt0608_bijlagea_meetsystemen _nl.pdf - EEA. 2011. "Reporting by the Member States under Directive 2001/81/EC of the European Parliament and of the Council of 23 October 2001 on national emission ceilings for certain atmospheric pollutants", Technical report n 3/2011, pagina 26 tot 29. Disponible sur: http://www.eea.europa.eu/publications/nec-directive-status-report- 2010 7 VOLLEDIGHEID (DEKKING IN RUIMTE EN TIJD) Beschikbare tijdreeks: 1981-2010 2 Ruimtelijke dekking van de gegevens: in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de stikstofdioxideconcentraties continu gemeten in 10 meetposten van het telemetrische net; 2 Om een geldig jaargemiddelde te kunnen berekenen, moet men - conform bijlage XI van richtlijn 2008/50/EG - beschikken over 90% van de uurwaarden of (indien niet beschikbaar) van de gemeten 24-uurwaarden, over het jaar. Voor stikstofdioxide zijn dergelijke percentages slechts vanaf 1998 beschikbaar voor de uurconcentraties over elk jaar. PAGINA 4 VAN 5

de indicator houdt enkel rekening met de stikstofdioxideconcentraties opgetekend in de meetpost van Sint-Jans-Molenbeek die zich bevindt in een industriële en residentiële omgeving met een hoge verkeersdensiteit. Datum waarop de indicator voor het laatst werd bijgewerkt: december 2011 Datum waarop deze methodologische fiche voor het laatst werd bijgewerkt: december 2011 PAGINA 5 VAN 5