Lesbrief: Grote wasjes, kleine wasjes Thema: Hoe kom ik daar?

Vergelijkbare documenten
Wassen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lesbrief: Motivatieplan Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Ik en de maatschappij. Zorgen voor je leefomgeving

Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen?

Alles over de was. Johanna Wegter; Magda Matoren; Jacqueline Gall. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lesbrief: Het belang van hygiëne Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Zorg verlenen in een woonvorm Thema: Wat is er?

> Inhoud. Colofon. ISBN Copyright 2014 Uitgeverij Edu Actief b.v. Derde druk/eerste oplage

Lesbrief: Lekker ontspannen? Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Safe! Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Slimme oplossingen Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

> Inhoud. > Cursus: De was verzorgen 5 > Tekstbron: De was verzorgen 20 > BPV: De was verzorgen in een instelling 41. Colofon

Alles over de was. Johanna Wegter ; Magda Matoren; Jacqueline Gall. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Instructieboek: de was doen

Cursushuishoudelijkehulp.nl. Handleiding. Wassen, drogen en strijken. Handleiding - Wassen, drogen en strijken 1

Wassen en de wasmachine bedienen.

Lesbrief: Woonwijk van de toekomst Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Lesbrief: Blotevoetenpad Thema: Wat is er?

Onderhoudstips- en symbolen

Lesbrief: Brandje blussen Thema: Wat is er?

Lesbrief: Vakmensen Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Dagje uit Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

ALLES OVER KLEDING & WASSEN

Lesbrief: Reis rond de wereld Thema: Hoe kom ik daar?

Lesbrief: Gebakken lucht Thema: Hoe kom ik daar?

Adviezen voor aanschaf en behandeling van kleding voor instellingen

Lesbrief: Eerste Hulp Bij Ongelukken Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Wijs online Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Inkopen op kantoor Thema: Wat is er?

Lesbrief: Zo verkoop je een boek Thema: Wat is er?

Lesbrief: Een winkel voor winkels

Docent: Judith van der Veen

Wasverzorging. Gastvrij - Aandacht - Vertrouwen - Eerbied

OUDERE KLEUTERS. Gebruiksvoorwerpen. WERO-thema: Spelen Schoolfeest, TV. Werkblad Stof tot nadenken Kopieerblad met pictogrammen (wasvoorschriften)

Lesbrief: Backoffice Thema: Hoe kom ik daar?

Ontwerp je eigen prefabhuis

Voordat we een kraag gaan tekenen zijn de volgende punten van belang:

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Kijk eens goed naar de trui.

Lesbrief: Feest! Thema: Mens & Dienstverlenen in de Toekomst

De tussenstand VOLG DE WEDSTRIJD VIA

WASSEN WASRUIMTE/BIJLAGE Betekenis van de symbolen

Lesbrief: ff offline Thema: Waar ga ik heen?

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

c. Waarom is het slecht voor het milieu om textiel weg te gooien bij het restafval?

Lesbrief: Een gedekte tafel Thema: Wat is er?

Witte wasjes, bonte wasjes

Basisstof 1 huishouden vroeger en nu

Adviezen en informatie over de Viattence wasservice

Wasmiddelen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lesbrief: Visagie iets voor jou? Thema: Wat is er?

Schoonmaakster. Onderhoud:

Met ossengalzeep insmeren en goed uitspoelen, daarna in de wasmachine wassen volgens het wasadvies.

Mijn kledinggebruik. Succes! Dit gedeelte gaat over het kopen van kleding.

Wasverzorging. Gastvrij - Aandacht - Vertrouwen - Eerbied

Zorg voor de huishouding: wassen, drogen, strijken

Lesbrief: Klanten winnen, een spel? Thema: Waar ga ik heen?

Lesbrief: High tea Thema: Waar ga ik heen?

Lesbrief: Variëren met eten Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Informatiebrochure cliënten. 1. Procedure Wassen/drogen/afwerken 1.2 Chemisch reinigen 1.3 Interne distributie 1.4 Kosten

Wasbrochure. Informatie over het (laten) wassen van uw linnengoed en kleding

Minidisco Thema: Wat is er?

Tips en uitleg over de wasverzorging voor bewoners van De Schutse

Maatregelen nemen om smetten te voorkomen bij een zorgvrager

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Hoe werk je met het projectenboek?

Per slot van rekening bieden wij meer dan alleen schone was

Startles: Test 1, 2, 3 Thema: Hoe kom ik daar?

Textiel. Materialen HKU. Materialen. Materialen Vandaag: Textiel

Leren als een expert!

Richtlijn waskosten zorginstellingen

1. Verlagen halslijn:

Startles: Beroepen top 3 Thema: Waar ga ik heen?

Lesbrief: Je gaat wat beleven Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Katoenen kleding kan vaal worden als je het in de felle zon laat drogen. Gebruik dus een plek met wat meer schaduw, of een wasdroger.

Wasservice wasserij Smeele

Proef 1: je lichaam 5,1. Proef door een scholier 2308 woorden 13 maart keer beoordeeld. Verzorging

Lesbrief: Ik geef je een broodje sterke botten Thema: Waar ga ik heen?

Vezels. Copyright 2007 Carel Lurvink B.V.

Dylon Manueel in Zakje

Een zorgvrager met zelfzorgpassiviteiten volledig wassen

Beroepsoriëntatie Activiteitengebied verzorging en verpleging. Theoretische leerweg sector zorg en welzijn

Wasservice wasserij Smeele

Knettergekke kettingreactie Thema: Wat is techniek

Een schoonheidsspecialist houdt zich bezig met het verfraaien en het verzorgen van het uiterlijk.

Verschillende kleuren in één was.

Cosplay workshop. Stoffen

Downloaded from

De stoffenmarkt. Uiteindelijk zijn stoffen de motor voor verandering in de mode

O N D E R H O U D S S Y M B O L E N

SNELLE REFERENTIEGIDS

Instructieboek: Schoonmaken. Voor de Mpower - coach

Wat weet je al? Je gaat bekijken wat je al over de overheid weet.

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Handleiding. Wasmachine BWF47T-WW/CW BWF48T-CW/R/B

Wij maken tijd voor u. Textielzorg bewoners

Ga aan de slag met de hoedjes van Edward de Bono. The 6 thinking heads.

Transcriptie:

Lesbrief: Grote wasjes, kleine wasjes Thema: Hoe kom ik daar? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden.

Inleiding Zou het profiel Zorg & Welzijn bij jou passen? Een onderdeel van dit profiel is het zorgen voor een prettige omgeving. De facilitaire dienst van een bedrijf of instelling zorgt hiervoor door het gebouw schoon te houden maar ook door te zorgen voor een schone was. Wanneer je een servicegerichte en ondersteunende houding hebt passen deze werkzaamheden bij jou. In deze lesbrief onderzoek je de verschillende grondstoffen van textiel en alles wat er komt kijken bij het doen van grote of kleine wasjes. Je maakt een wascyclus en deze geef je vorm zoals jij dat wilt. Je werkt alleen. Waar moet de opdracht aan voldoen? De wascyclus moet aan de volgende eisen voldoen: Bestaat uit de juiste stappen. Elke stap brengt het onderdeel van het wasproces in beeld. Elke stap bevat goede uitleg. Is vorm gegeven op een manier die bij jou past. 1

Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief? Je kunt verschillende grondstoffen van textiel benoemen. Je kunt een samenstellingsetiket lezen. Je weet wat de wassymbolen op de wasbehandelingsetiketten betekenen. Je kunt de was sorteren aan de hand van de wassymbolen. Je weet hoe je verschillende wasmiddelen moet doseren. Je kunt een wasmachine bedienen. Je kunt een wasdroger bedienen. Je kunt was strijken en opvouwen. Je kunt de wascyclus van een instelling benoemen. Je kunt aangeven of jij een servicegerichte en ondersteunende houding hebt. Uit welke stappen bestaat de lesbrief? Stap Stap 1: Oriënteren Stap 2: Voorbereiden Stap 3: Uitvoeren Grote wasjes, kleine wasjes Onderzoek de verschillende grondstoffen van textiel. Bekijk verschillende samenstellingsetiketten. Onderzoek wasbehandelingsetiketten. Onderzoek verschillende wasmiddelen. Bekijk een professionele wascyclus. Maak je planning. Oefen met sorteren van de was. Oefen met doseren van de verschillende wasmiddelen. Maak jouw persoonlijke wascyclus Stap 4: Afronden en terugkijken Presenteer jouw wascyclus. Maak een plan voor de was- en strijkservice op school. Kijk terug op deze lesbrief. 2

Stap 1: Oriënteren Moeilijke woorden Wat betekenen deze woorden? Zoek de betekenis op. Moeilijk woord Textielgrondstoffen Wat betekent dit woord? Kunstmatige vezels Natuurlijke vezels Samenstellingsetiket Wassymbolen Wasbehandelingsetiket Servicegerichte houding Ondersteunende houding Informatie verzamelen Je gaat informatie verzamelen over textiel. Gebruik hiervoor de website huis-entuin.infonu.nl en zet dan in de zoekbalk: textiel herkomst. Klik dan op: Textiel: geschiedenis, fabricage, toepassing, typen vezels. 3

Wat wordt er bedoeld met textiel? Grondstoffen van textiel zijn natuurlijk en/of kunstmatig. Natuurlijke vezels zijn plantaardig of dierlijk. Kunstmatige vezels zijn van natuurlijke of synthetische oorsprong. Zet de verschillende vezels onder de juiste kop in de tabel: wol, zijde, nylon, vilt, linnen, polyester, viscose, polyacryl, angora, hennep, bamboe, polyurethaan, camel. Natuurlijke grondstof Kunstmatige grondstof Nu je weet welke textielsoorten en grondstoffen er voor textiel zijn kun je een kleine lapjesverzameling maken. Hiervoor knip je verschillende stukjes textiel uit, deze plak je op een kaartje van 10 cm x 15 cm. Zet achterop het kaartje welke stof het is. De volgende textielsoorten ga je zoeken: katoen linnen vilt zijde wol polyester viscose nylon Katoen groeit uit de zaden van de katoenplant. Katoen wordt vaak gebruikt om luchtige kleding van te maken. Eigenschappen van katoen zijn: een groot vocht opnemend vermogen (vandaar dat handdoeken en theedoeken van katoen gemaakt worden); als katoen nat is, is het sterker dan in droge toestand; 4

het is sterker dan wol; kreukt snel goed bestand tegen hitte. Als het verbrandt ontstaat een schroeilucht. Zoek nu van de stoffen van je lapjesverzameling de herkomst en een aantal eigenschappen uit. Vul hierbij de gegevens in de tabel in. Stof Eigenschappen Herkomst Katoen Neemt veel vocht op, nat sterker dan droog, kreukt snel katoenplant Wol Polyester Viscose Nylon Doordat de garens van verschillende grondstoffen worden gemaakt, krijg je verschillende soorten textiel. Soms gebruiken ze voor een lap textiel meerdere grondstoffen. Dit zie je dan in een samenstellingsetiket staan. Er staat dan bijvoorbeeld 80% katoen en 20% viscose. Er zijn dan dus katoenen garens en viscose garens gebruikt. De meeste textielsoorten worden na het spinnen geweven of gebreid. Je hebt ook vezels die niet gesponnen worden, maar een vlies vormen, dit heet vilt. Wat is het verschil tussen geweven en gebreide textiel? In kledingstukken staan samenstellingsetiketten, dit zijn etiketten waar op staat uit welke vezels een kledingstuk gemaakt is. Zoek van 3 kledingstukken naar het samenstellingsetiket en schrijf op waarvan het kledingstuk gemaakt is. Geef ook aan of het kledingstuk geweven, gebreid of gevilt is. Kledingstuk Samenstelling Geweven, gebreid of gevilt In kledingstukken zitten ook wasbehandelingsetiketten. Op deze etiketten staat de informatie die je nodig hebt als je de kledingstukken gaat wassen. Kijk vóór je gaat wassen altijd goed op de wasbehandelingsetiketten in de kleding. Op het wasbehandelingsetiket staat belangrijke informatie over: 5

1. Hoe warm je het mag wassen. 2. Hoe heet je het mag strijken. 3. Of je bleekmiddel mag gebruiken. 4. Of het kledingstuk naar de stomerij moet. 5. Of het kledingstuk in de droger mag. 1. 2. 3. 4. 5. Een kruis door een symbool geeft aan dat dit onderdeel van het wasproces niet kan. Het getal in de wastobbe geeft de maximum temperatuur aan waarop je dit kledingstuk mag wassen. Stipjes in de symbolen 2 en 5 geven de temperatuur aan. Hoe meer stipjes hoe heter je dit kledingstuk mag strijken of drogen. Kijk goed naar de symbolen. Hoe heet mag je dit shirt wassen? Wat betekent het laatste symbool? Mag je dit shirt heet strijken? 6

Kijk weer goed naar de symbolen. Geef aan of onderstaande stellingen goed of fout zijn? Dit shirt mag je wassen op 90 graden. Dit shirt mag je niet bleken. Dit shirt kun je niet zo heet strijken. Dit shirt mag niet in de droger. Goed / Goed / Goed / Goed / Fout Fout Fout Fout Dit colbert mag niet in de wasmachine. Je kunt het chemisch laten reinigen. Dat kun je niet zelf doen. Je brengt het colbert dan naar de: f. Vroeger waste men alles op de hand. Tegenwoordig gebeurt dit niet zoveel meer, maar er zijn nog steeds kledingstukken die je niet in de wasmachine doet. 7

Vraag thuis na welke was er nog steeds op de hand wordt gewassen? Waarom wordt dit op de hand gewassen? g. Wasgoed moet je goed sorteren. Witte handdoeken of kleding gaan in de witte was, gekleurde textiel in de bonte was en kleding waar je zuinig op bent gaat in de fijne was. Het is niet handig om je nieuwe witte broek met een paars shirt tegelijk te wassen. Waarom kan dit niet? 8

Vul het schema in. Noem 5 soorten wasgoed op die bij elke was horen. Witte was Bonte was Fijne was 1. 2. 3. 4. 5. h. In de winkel zie je veel soorten wasmiddel en heel veel verschillende merken. Eigenlijk komt het er op neer dat er uiteindelijk maar een paar soorten zijn. Wasmiddel voor de witte was die er voor zorgt dat de was wit blijft. Wasmiddel voor de gekleurde was die er voor zorgt dat gekleurde kleding de kleur behoudt. Fijnwasmiddel voor kledingstukken waar je zuinig op bent. Hiernaast heb je nog wasmiddelen voor een wolwas en voor de handwas. Kies bij de volgende kledingstukken het juiste wasmiddel. Witte onderbroeken was ik met een: Witwasmiddel Bontwasmiddel Fijnwasmiddel Gekleurde handdoeken was ik met een: Witwasmiddel Bontwasmiddel Fijnwasmiddel Een zijden bloesje was ik met een: Witwasmiddel Bontwasmiddel Fijnwasmiddel 9

i. In een bedrijf of organisatie die de was uitbesteedt aan een professionele wasserij ziet de wascyclus er als volgt uit: wasgoed verzamelen wasgoed transporteren naar instelling of bedrijf wasgoed transporteren naar wasserij wasgoed drogen, strijken en vouwen was sorteren wasgoed wassen Ga naar vakcollegegroep.nl/hoekomikdaar. Bekijk de video Wasserij Meerzicht Holland. Schrijf de 6 stappen van de wascyclus in onderstaand schema en noteer de Engelse woorden die je in het filmpje ziet op de juiste plaats: folding, washing, sorting, tower folding, transport, ironing, pressing, drying. Wat betekent laundry? Wasgoed transporteren naar wasserij Was sorteren Wasgoed wassen Wasgoed drogen, strijken en vouwen Wasgoed transporteren naar instelling of bedrijf Wasgoed verzamelen. 10

j. Professionele wasserijen vragen geld voor het reinigingen van textiel. Kijk voor de kosten van de wasservice op goo.gl/wvswac. Wat kost het om een jaar lang 1 wastas en 5 kledingstukken te laten ophalen? Schrijf je berekening hieronder. Wat zijn de kosten voor 1 jaar lang 1 wastas te laten ophalen? Wat zijn de kosten dan voor het laten strijken van 5 kledingstukken per jaar? 11

Stap 2: Voorbereiden De planning Met onderstaande stappen maak je een eenvoudige planning. Werk je aan een grote opdracht of werk je met meerdere personen, Gebruik dan de werkkaart: Planning maken. Stap 2: Voorbereiden Wat ga je doen? Hoeveel tijd heb je nodig? Stap 3: Uitvoeren Wat ga je doen? Hoeveel tijd heb je nodig? Stap 4: Afronden Wat ga je doen? Hoeveel tijd heb je nodig? 12

Kijk of er werkkaarten zijn die je kunnen helpen om de opdracht uit te voeren. Je vindt er onder andere de werkkaarten wasgoed wassen en was strijken. Oefenen met sorteren van de was aan de hand van de samenstellings- en behandeletiketten. a. Sorteer de was. Gebruik de Werkkaart: wasgoed wassen. b. Oefen met het strijken van de was. Gebruik de Werkkaart: wasgoed strijken. Oefenen met doseren van verschillende wasmiddelen a. Bekijk de verpakking van een poeder wasmiddel en een vloeibaar wasmiddel. Hoeveel waspoeder gaat er in 1 wasmachine was? Waspoeder Vloeibaar wasmiddel Licht vervuilde was Matig vervuilde was Sterk vervuilde was a. Wanneer er veel kalk in het leidingwater zit heeft dit invloed op de hoeveelheid waspoeder. Wat kun je hierover vinden op de verpakking? b. Vergelijk de dosering van waspoeder met die van een vloeibaar wasmiddel. Waar kun je de meeste was mee wassen, als je de gelijke hoeveelheid wasmiddel hebt? Bijvoorbeeld 1 kg waspoeder en 1 liter vloeibaar wasmiddel. 13

Maak een ontwerp van je wascyclus a. Je gaat een wascyclus in beeld brengen. Dit ga je doen op een manier die bij jou past. Waar ben je goed in? Maak je gebruik van foto s, selfies, film, tekst, PowerPoint? b. Welke uitleg geef je bij elke stap? 1. 2. 3. 4. 5. 6. c. Maak een eerste ontwerp. Laat dit aan een klasgenoot zien en leg uit waarom deze vorm bij je past. d. Wat ga je nog aanpassen? Wat heb je nodig? Maak een benodigdhedenlijst voor de wascyclus. Probeer de kosten zo laag mogelijk te houden. Dat doe je door niet meer op de lijst te zetten dan je nodig hebt. Benodigdheden Aantal Prijs Totale prijs VRAAG TOESTEMMING AAN JE DOCENT OM VERDER TE GAAN MET STAP 3. 14

Stap 3: Uitvoeren Uitvoeren Je gaat nu een wascyclus maken. Kijk voordat je begint nog eens goed naar de eisen van de opdracht die aan het begin van de lesbrief staan. De wascyclus maken a. Maak de wascyclus. 15

Stap 4: Afronden en terugkijken Het resultaat a. De wascyclus laat je zien aan je klasgenoten. Leg uit waarom je voor deze vorm gekozen hebt. Komt jullie wascyclus overeen? Waar zitten er verschillen? b. Jullie gaan nu de klas verdelen in twee groepen. Iedere groep bedenkt hoe je voor al het textiel in school een was- en strijkservice kunt opzetten. c. Schrijf op een A4 tje hoe je dit plan kunt uitvoeren. Geef daarbij antwoord op de volgende vragen: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom en Hoe? d. Presenteer jullie was- en strijkservice aan de andere groep van je klas. 16

Kijk terug op deze lesbrief a. Als het goed is, heb je bij de uitvoering gekeken naar de eisen waaraan de opdracht moet voldoen. Wat vind jij, voldoet jouw resultaat van de opdracht aan de eisen? Kruis aan wat jij vindt. Eis Voldoet? Omdat? Bestaat uit de juiste stappen. Ja / Nee Elke stap brengt het onderdeel van het wasproces in beeld. Ja / Nee Elke stap bevat goede uitleg. Ja / Nee Is vormgegeven op een manier die bij jou past. Ja / Nee b. Waar was je goed in bij het maken van de wascyclus? Ik was goed in: Dat blijkt uit: c. Waar was je goed in bij het maken van het plan van de was- en strijkservice? Ik was goed in: Dat blijkt uit: d. Wat vond je minder goed gaan? 17

Waarom vond je dat? e. Wat zou je nog willen leren bij een volgende opdracht? f. In de inleiding staat dat je een servicegerichte en ondersteunende houding moet hebben wanneer je wilt werken in de facilitaire dienst. Bekijk een paar filmpjes over een opleiding binnen de facilitaire dienst. Denk je dat dit bij je past? Leg je antwoord uit. Gebruik in je antwoord in elk geval de woorden service gericht en ondersteunend. 18