Euro-Latin American Parliamentary Assembly Assemblée Parlementaire Euro-Latino Américaine Asamblea Parlamentaria Euro-Latinoamericana Assembleia Parlamentar Euro-Latino-Americana EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING Commissie sociale zaken, menselijk verkeer, milieu, onderwijs en cultuur 5 september 2007 VOORLOPIG ONTWERPRESOLUTIE Duurzame ontwikkeling en milieuevenwicht in de betrekkingen tussen de landen van de EU en Latijns-Amerika in verband met de opwarming van de aarde Corapporteur EP: Corapporteur AL: Josu Ortuondo Larrea Amelia Herrera (Latijns-Amerikaans Parlement) PR\683328.doc APP 100.145v01-00
Duurzame ontwikkeling en milieuevenwicht in de betrekkingen tussen de landen van de EU en Latijns-Amerika in verband met de opwarming van de aarde De Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, gelet op de verklaringen van de vier Toppen van staatshoofden en regeringsleiders van Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en de Europese Unie, tot op heden gehouden in Río de Janeiro (28 en 29 juni 1999), Madrid (17 en 18 mei 2002), Guadalajara (28 en 29 mei 2004) en Wenen ( 12 en 13 mei 2006), gezien het slotcommuniqué van de XIIIde ministersvergadering tussen de Río-Groep en de Europese Unie, gehouden in Santo Domingo, Dominicaanse Republiek, op 20 april 2007, gezien het gezamenlijk communiqué van de ministersvergadering van de Dialoog van San José tussen de Trojka van de Europese Unie en de ministers van de landen van Midden-Amerika, gehouden in Santo Domingo, Dominicaanse Republiek, op 19 april 2007, gelet op zijn verklaring van 9 november 2006, goedgekeurd op de Oprichtingsvergadering in Brussel van 8 en 9 november, gezien de Slotakte van de XVIIde Interparlementaire Conferentie Europese Unie - Latijns-Amerika, gehouden in Lima, 14-16 juni 2005, onder verwijzing naar de resoluties van 15 november 2001 over een wereldwijde associatie en een gemeenschappelijke strategie voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika 1 en van 27 april 2006 over een versterkte band tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika, gelet op het in 1997 ondertekende en tot nog toe door 175 landen geratificeerde Protocol van Kyoto, gezien het vierde rapport van het Intergouvernementele Panel voor klimaatverandering (IPCC), gepubliceerd in 2007, gelet op artikel 16 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie sociale zaken, menselijk verkeer, milieu, onderwijs en cultuur, A. overwegende dat het recht op een schoon milieu een derde generatie mensenrecht is en centraal moet staan bij het democratisch bewustzijn van zowel de burger als van zijn leiders, B. overwegende dat aan het begin van de XXIste eeuw er een consensus groeit over het feit dat klimaatverandering een van de voornaamste uitdagingen is waar de mensheid voor staat, C. overwegende dat het rapport van het Intergouvernementele Panel voor klimaatverandering (IPCC) heeft geconcludeerd dat, wanneer de zaken zonder enige controle zo doorgaan, de klimaatverandering tot 2050 dramatische vormen zal aannemen. De Latijns-Amerikaanse landen die over het algemeen dicht bij de evenaar liggen en voor wie de stijging van de temperatuur wordt berekend op 2,5 C, zullen hoogst waarschijnlijk hier zeer onder te lijden hebben, 1 PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 569. PR\683328.doc 1/5 APP 100.145v01-00
D. overwegende dat het IPCC heeft aanbevolen om een portefeuille van strategieën op te stellen, samengesteld uit aanpassings- en mitigeringsmaatregelen, technologische ontwikkeling en onderzoek (in klimatologie, impact, aanpassing en mitigering), die de aan klimaatverandering verbonden risico's kunnen verminderen, E. overwegende dat het belangrijkste internationale reguleringskader momenteel neergelegd is in het Handvest van de Aarde, dat nog slechts een verklaring is zonder juridische verplichting, maar dat een historische stap betekent bij de internationale bewustwording over het milieu en dat wordt aangevuld en ontwikkeld door een grote hoeveelheid internationale verdragen, F. overwegende dat het Mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM), opgericht door het Protocol van Kyoto, een zekere impuls heeft gegeven, maar dat tot dusver evenwel slechts weinig ontwikkelingslanden ervan hebben geprofiteerd, G. overwegende dat het Protocol van Kyoto, dat in 2012 afloopt, als doel heeft de emissies van broeikasgassen in de hele wereld te verminderen met 5,2% tot het niveau van 1990 voor de periode 2008-2012, H. overwegende dat klimaatverandering een directe bedreiging is van de duurzame ontwikkeling en dat de Zevende Millenniumontwikkelingsdoelstelling (MDG) als doel heeft een duurzamer milieu te creëren, I. overwegende dat biodiversiteit een gemeenschappelijke rijkdom is waarvan de instandhouding een taak is van allen; overwegende dat het tevens een bron van rijkdom is voor de landen die hier speciaal bij betrokken zijn, vooral over het algemeen die landen die aanzienlijke toeristische voordelen kunnen verwerven, J. overwegende dat slechts 232 miljoen dollar is besteed aan fondsen die zijn bestemd voor maatregelen tot aanpassing van de klimaatverandering voor ontwikkelingslanden, terwijl de Wereldbank van mening is dat er 10 tot 40 miljard dollar per jaar nodig is om onmiddellijk de in deze landen noodzakelijke aanpassingsmaatregelen door te voeren, K. gelet op de rol die de regionale integratie heeft gespeeld bij het tot stand komen van een Europees milieubeleid en de verbetering van de nationale beleidsvormen voor milieubescherming, 1. bepleit om op de politieke agenda van de Europese Unie en de Latijns-Amerikaanse landen plaats in te ruimen voor de internationale bezorgdheid en om prioriteit toe te kennen aan samenwerking om klimaatverandering het hoofd te bieden en voor beleid om de opwarming van de aarde te voorkomen; 2. verzoekt de nationale regeringen om strategieën goed te keuren voor het mitigeren en aanpassen van klimaatverandering door deze te integreren in nationale ontwikkelingsplannen en/of ze op te nemen in verschillende vormen van regeringsbeleid; 3. bepleit realistische doelstellingen goed te keuren voor CO 2 -emissies op nationaal niveau, opdat het Mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM) operationeel kan blijven; herinnert er evenwel aan dat niet alle maatregelen die gericht zijn op vermindering van de broeikasgassen geacht kunnen worden compatibel te zijn met duurzame ontwikkeling; 4. herinnert eraan dat de ecologische kracht van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied tot positieve scenario's aanleiding kan geven voor de Euro-Latijns-Amerikaanse betrekkingen op het punt van maatschappelijke ontwikkeling; multilateralisme wordt weerspiegeld in het gezamenlijk zoeken naar universalisering van de internationale milieuconventies met deelname van alle internationale betrokkenen die tot nog toe niet APP 100.145v01-00 2/5 PR\683328.doc
erg geneigd zijn om bepaalde instrumenten te steunen van deze zaak die de gehele mensheid aangaat; 5. is van mening dat het verbond van de Europese Unie en Latijns-Amerika in dit opzicht uitermate belangrijk is wanneer men rekening houdt met de Europese aanwezigheid en invloed in het internationale scenario en de Latijns-Amerikaanse conditie als grote ecologische macht. Daarom moeten wij ons inzetten voor het toetreden van de grote vervuilers die tot nog toe geen deel uitmaken van het Protocol van Kyoto, de standpunten versterken en coördineren bij de onderhandelingen over alle internationale instrumenten over opwarming van de aarde, en moeten wij een grote impuls geven aan de implementatie van de handel in emissies tussen de beide regio's; 6. legt de nadruk op de dringende noodzaak om te komen tot een akkoord over het post- Kyoto-regime dat moet worden goedgekeurd op de conferentie over de Kaderconferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (CMNUCC), die in december 2007 op Bali (Indonesië) zal worden gehouden; daarom wordt gevraagd aan de Europese Unie (de Europese Commissie en de lidstaten) en aan de regeringen van Latijns-Amerika om met één stem te spreken op Bali, zowel om een krachtig blok te vormen ten gunste van een actief beleid ter bestrijding van de opwarming van de aarde; 7. herinnert eraan dat de Conferentie van Bali een succes moet worden om de industrie een deugdelijk juridisch bestek te geven waarbinnen zij kan werken in het post-2012 Emissions Trading Scheme; 8. legt de nadruk op de noodzaak dat economische ontwikkeling en duurzame ontwikkeling hand in hand moeten gaan; 9. herinnert eraan dat het nastreven van de Millenniumdoelstellingen tot in de volgende eeuw dringend vragen om het doelbewust voeren van een bepaald beleid, dat samenhangt met de Zevende Doelstelling over milieuduurzaamheid en dat klimaatverandering niet op zijn beloop mag worden gelaten, want dan kunnen ook de overige doelstellingen niet worden gehaald; 10. herinnert eraan dat de armsten, vooral de inheemse bevolking, het eerste slachtoffer dreigen te worden van klimaatverandering en achteruitgaan van het milieu; 11. herinnert eraan dat biodiversiteit moet worden beschouwd als een rijkdom en dat de instandhouding ervan een buitengewone aandacht moet krijgen; de economische belangen op korte termijn mogen niet de overhand krijgen boven de baten die worden gegarandeerd door instandhouding van de biodiversiteit op langere termijn; 12. herinnert eraan dat er nog veel moet worden gedaan om te bereiken dat er bezuinigd wordt op energie en dringt aan op het bevorderen van hernieuwbare energie als een belangrijk wapen in de strijd tegen milieuverandering; 13. memoreert dat biobrandstof een belangrijke rol kan spelen bij de bestrijding van opwarming van de aarde; toch mogen ook de potentiële gevaren niet uit het oog worden verloren die aan deze sector verbonden zijn: ontbossing, overexploitatie van bouwgronden of het omschakelen van de landbouw in bepaalde regio's naar monocultures; 14. legt er de nadruk op dat het niet voldoende is dat de ontwikkelingslanden hun eigen verantwoordelijkheden nemen; klimaatverandering is een wereldwijd probleem met wereldwijde oorzaken en gevolgen en verdient een wereldwijde reactie; 15. spoort burgers en parlementariërs aan om actief en participerend te zijn, zowel individueel als georganiseerd, bewuste, verantwoordelijke en nauwgezette regeerders PR\683328.doc 3/5 APP 100.145v01-00
waar het gaat om het milieu, en spoort de nationale, supranationale en internationale ambtenaren aan om hun werkzaamheden efficiënt te verrichten; 16. verzoekt om een nauwkeuriger kader op schrift te zetten van de kosten van klimaatverandering in ontwikkelingslanden en een "globaal akkoord" te bereiken over de historische verantwoordelijkheden en de kwaliteiten van de verschillende landen; deze oplossing mag niet een verkiezingsitem zijn zonder morele verplichting; 17. herinnert eraan dat het communautair milieubeleid alle lidstaten van de EU in staat heeft gesteld om vooruitgang te boeken op het gebied van milieubescherming; de communautaire begroting heeft een essentiële rol gespeeld bij de ondersteuning van gemeenschappelijk beleid en het activeren van intracommunautaire solidariteit; 18. roept op tot het creëren van supranationale instrumenten in Latijns-Amerika voor de besluitvorming over en financiering van de bescherming van grote natuurreservaten van deze planeet, zoals het Amazonegebied, die gelegen zijn op het grondgebied van Latijns- Amerikaanse staten; 19. herinnert eraan dat de samenwerking tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika ter wille van de respectievelijke integratie, beschikt over een belangrijke milieu-inhoud, door het ontwerpen, financieren en uitvoeren van gemeenschappelijk milieubeleid in elke regio en door de milieuwetgevingen te harmoniseren; dit is een fundamentele uitdrukking van de strategische alliantie tussen Europa en Latijns-Amerika; 20. is zeer geporteerd voor het voorstel voor een werkprogramma 2008 van de Tijdelijke Commissie klimaatverandering van het Europees Parlement om een bezoek te brengen aan één van de Latijns-Amerikaanse landen (waarschijnlijk Brazilië) om het dilemma van de milieuverandering te behandelen; * * * 21. verzoekt zijn covoorzitters deze resolutie te doen toekomen aan het voorzitterschap van de Vde Top EU-ALC, de Raad van de Unie en de Europese Commissie, alsook aan de parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en van alle landen van Latijns- Amerika en het Caribisch gebied, het Latijns-Amerikaanse parlement, het Midden- Amerikaanse parlement, het Andes-parlement en het parlement van Mercosur. APP 100.145v01-00 4/5 PR\683328.doc