beschikking RECHTBANK ZUTPHEN

Vergelijkbare documenten
Uitspraak. RECHTBANK BREDA Sector kanton. Locatie Bergen op Zoom. zaak/rolnr.: AZ VERZ beschikking d.d. 22 juli 2009.

ECLI:NL:RBMNE:2014:6635

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ8108

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC9654

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991

ECLI:NL:RBAMS:2017:3179

ECLI:NL:RBROT:2017:4009

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBDOR:2008:BD6428

ECLI:NL:RBLEE:2004:AR5337

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

Niet gebleken dat arbeidsplaatsen komen te vervallen of sprake is van een economische noodzaak. Afwijzing verzoeken.

ECLI:NL:RBNHO:2013:13257

ECLI:NL:RBNNE:2017:1905

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBDHA:2015:16283

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS- SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ7501

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. College van Arbiters. ARBITRAAL VONNIS nr d.d. 25 januari 2013 in de zaak van:

ECLI:NL:RBZWB:2014:603. Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer AZ

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

ECLI:NL:RBNHO:2015:4553

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

Voorwaardelijke ontbinding onder de Wwz, Ernstig verwijtbaar handelen werkneemster, Geen vergoeding en ontbinding op termijn van vier dagen

ECLI:NL:RBNHO:2016:8196

ECLI:NL:RBLIM:2016:3870

Uitspraak. Ontslagregeling. AR-Updates.nl AR 2016/1706 RAR 2016/144 RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT. Kanton. Breda

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBOBR:2013:2742

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBDHA:2017:1591

ECLI:NL:RBROT:2016:4938

ECLI:NL:RBROT:2014:10830

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2773

NR. 1. ONTBINDING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN DIRECTEUR VAN VERPLEEGHUIS. VERGOEDING. KANTONRECHTERSFORMULE.

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

ECLI:NL:RBAMS:2010:BN8433

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

beschikking :N NAAM VAN DE KONING RECHTBANK OEN HAAG Zittingsplaats "s-gravenhage tfh Zaaknr.: RP VERZ Uitspraakdaturn.

ECLI:NL:RBROT:2016:7322

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.


ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBMNE:2017:3973

ECLI:NL:RBOBR:2017:2702

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBLIM:2017:7110

ECLI:NL:RBZWB:2016:1839

ECLI:NL:RBHAA:2006:AV7336

ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

ECLI:NL:RBHAA:2007:BA4098

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

ECLI:NL:RBLIM:2017:6026

ECLI:NL:GHDHA:2017:1150

ECLI:NL:RBLEE:2005:AT7230

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

Zaaknummer : S21-96 Datum uitspraak : 8 maart 2017 Plaats uitspraak : Zeist

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

Uitspraak. RECHTBANK ZUTPHEN Sector Kanton Locatie Zutphen

Aart Mondria, wonende te Dronten, eiser, gemachtigde: mr. J.M. van Remundt te Zoetermeer (Postbus 3012, 2700 KV),

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBNNE:2014:1696

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

ECLI:NL:RBZLY:2006:AY7374

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBZWB:2014:4838

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229

Wederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

BESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491

ECLI:NL:RBNHO:2016:6590

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Transcriptie:

beschikking RECHTBANK ZUTPHEN Sector Kanton Locatie Harderwijk Zaaknummers : 396682 HA VERZ 10-91; 396683 HA VERZ 10-92; 396681 HA VERZ Grosse aan : mr. Oudhoff; mr. Van de Klomp; mr. Rietveld en dhr. Bouter Afschrift aan : mr. Aartsen Verzonden d.d. : Beschikking van de kantonrechter van 8 april 2010 in de gezamenlijk behandelde zaken van de besloten vennootschap Mix Media, gevestigd te Harderwijk, verzoekster, hierna te noemen: Mix Media, gemachtigde: F.W. Aartsen te Harderwijk (Postbus 114, 3840 AC), tegen E.W.M. van t Klooster-Kolkman, wonende te Harderwijk, verweerster, hierna te noemen: Van t-klooster, gemachtigde: mr. P.C.C. Oudhoff te Amsterdam (Postbus 75997, 1070 AZ), en de besloten vennootschap Mix Media, gevestigd te Harderwijk, verzoekster, hierna te noemen: Mix Media, gemachtigde: F.W. Aartsen te Harderwijk (Postbus 114, 3840 AC), tegen E.R. van der Velde-Vedder, wonende te Ermelo, verweerster, hierna te noemen: Van der Velde, gemachtigde: mr. D. van de Klomp te Leusden (Postbus 230, 3830 AE), en

2 de besloten vennootschap Mix Media, gevestigd te Harderwijk, verzoekster, hierna te noemen: Mix Media, gemachtigde: F.W. Aartsen te Harderwijk (Postbus 114, 3840 AC), tegen S. van den Heuvel, wonende te Harderwijk, verweerster, hierna te noemen: Van den Heuvel, gemachtigde: mr. P.C.C. Oudhoff te Amsterdam (Postbus 75997, 1070 AZ), en de besloten vennootschap Mix Media, gevestigd te Harderwijk, verzoekster, hierna te noemen: Mix Media, gemachtigde: F.W. Aartsen te Harderwijk (Postbus 114, 3840 AC), tegen M. Stassen, wonende te Hilversum, verweerder, hierna te noemen: Stassen, gemachtigde: mr. A.C. Rietveld te Amsterdam (Postbus 23000, 1100 DM), en de besloten vennootschap Mix Media, gevestigd te Harderwijk, verzoekster, hierna te noemen: Mix Media, gemachtigde: F.W. Aartsen te Harderwijk (Postbus 114, 3840 AC), tegen D. Bouter, wonende te Apeldoorn (Coba Ritsemastraat 23, 7312 VD), verweerder, hierna te noemen: Bouter, in persoon procederend.

3 1. Het procesverloop 1.1 Het procesverloop blijkt uit: - het verzoekschrift - de verweerschriften van alle verweerders - de bij brieven van 24 maart 2010 in elk van de zaken van de zijde van Mix Media in het geding gebrachte producties, - de pleitnota van mr. Aartsen, - de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 25 maart 2010. 2. De feiten 2.1 Mix Media exploiteert een uitgeverij, die zich voornamelijk bezighoudt met het publiceren van het tijdschrift GezondNu. 2.2 Van t Klooster, geboren op 11 augustus 1976, is met ingang van 1 mei 2006 bij Mix Media in dienst getreden in de functie van laatstelijk redactiechef/internetredacteur tegen een salaris van thans 3.784,58 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag. 2.3 Van der Velde, geboren op 16 november 1965, is met ingang van 1 september 2003 bij Mix Media in dienst getreden in de functie van laatstelijk medewerker sales tegen een salaris van thans 1.530,19 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag. 2.4 Van den Heuvel, geboren op 27 januari 1978, is met ingang van 1 oktober 1998 bij Mix Media in dienst getreden in de functie van laatstelijk medewerker sales/redactrice tegen een salaris van thans 3.375,59 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag. 2.5 Stassen, geboren op 28 augustus 1950, is met ingang van 1 januari 2003 bij Mix Media in dienst getreden in de functie van fotograaf tegen een salaris van thans 3.660,28 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag. 2.6 Bouter, geboren op 22 maart 1977, is met ingang van 2 oktober 1995 bij Mix Media in dienst getreden in de functie van laatstelijk adjunct-directeur tegen een salaris van thans 6.205,82 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag. 2.7 Mix Media heeft eind 2007 een reorganisatie doorgevoerd, in het kader waarvan de arbeidsovereenkomsten met zeven werknemers zijn ontbonden. 2.8 Ten tijde van het indienen van de verzoekschriften in de onderhavige zaken waren er bij Mix Media nog 16 medewerkers in dienst. 3. De verzoeken en de verweren 3.1 Mix Media verzoekt de arbeidsovereenkomsten met Van t Klooster, Van der Velde, Van den Heuvel, Stassen en Bouter op de kortst mogelijke termijn te ontbinden, zonder toekenning van een vergoeding. De reden hiervoor is gelegen in de bedrijfseconomische omstandigheden van Mix Media. Mix Media stelt onvoldoende financiële middelen te hebben om enige vergoeding toe te kennen bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomsten.

4 3.2 Van t Klooster, Van der Velde, Van den Heuvel, Stassen en Bouter hebben verweer gevoerd. Op de stellingen van verweerders zal hierna voor zover van belang nader worden ingegaan. 4. De beoordeling 4.1 Bouter heeft allereerst gesteld dat Mix Media niet-ontvankelijk in haar verzoek moet worden verklaard, omdat de directie niet op de juiste wijze heeft besloten tot de reorganisatie die tot de verzoeken heeft geleid. Dit betoog passeert de kantonrechter. De werkgever is te allen tijde bevoegd een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer in te dienen. Gesteld noch gebleken is dat Mix Media in deze procedure niet deugdelijk is vertegenwoordigd. Mix Media kan dan ook worden ontvangen in haar verzoek. 4.2 Mix Media heeft ter onderbouwing van de door haar gestelde bedrijfseconomische omstandigheden de jaarstukken over 2006, 2007 en 2008 in het geding gebracht, alsmede de voorlopige jaarstukken over 2009. Uit deze stukken volgt dat Mix Media een resultaat na belastingen heeft behaald van 112.196,00 in 2005, 124.449,00 in 2006, -/- 372.327,00 in 2007, -/- 410.919,00 in 2008 en -/- 302.906,00 in 2009. Het eigen vermogen is gedaald van 660.102,00 naar -/- 549.840,00 in 2009. Van de zijde van verweerders is gesteld dat de verliezen in 2007 en 2008 zijn ontstaan door eenmalige kosten. Op zich is juist dat in 2007 een eenmalige kosten post van 125.000,00 is opgenomen, vanwege de beëindiging van het acquisitiecontract met Mooijman, alsmede een eenmalige kostenpost van 161.800,00 vanwege de uit te betalen ontbindingsvergoedingen. Ook in 2008 is een groot deel van het verlies ontstaan door een eenmalige kostenpost, te weten de achterstand in de betaling van de pensioenpremies. Dat deze kosten eenmalig zijn, maakt de cijfers over 2007 en 2008 echter niet anders. Het zegt hooguit iets over de situatie in de jaren daarna. Het gaat te ver om op deze grond te oordelen dat de door Mix Media gestelde bedrijfseconomische redenen ongegrond of onvoldoende aannemelijk zouden zijn. Verder heeft Mix Media een tweetal liquiditeitsprognoses voor 2010 in het geding gebracht, waaruit in haar visie volgt dat ook na de ontbinding van de arbeidsovereenkomsten met verweerders in 2010 sprake zal zijn van een liquiditeitstekort dat met creatief boekhouden moet worden opgevangen. Bij brief van 18 november 2009 heeft de accountant van Mix Media, Ernst & Young Accountants LLP, bericht dat op grond van de financiële positie van Mix Media wordt aanbevolen ingrijpende maatregelen te treffen om de continuïteit van de onderneming te waarborgen. Verder schrijft de accountant dat uit een opgestelde liquiditeitsprognose blijkt dat een reorganisatie zo spoedig mogelijk moet worden opgepakt en dat er geen ruimte is voor aanvullende financiële vergoedingen in het kader van afvloeiing of anderszins. Uit een brief van ABN-Amro bank van 16 september 2009 volgt dat een gevraagd krediet van 150.000,00 door deze bank is afgewezen. Bij brief van 29 januari 2010 bevestigt ABN-Amro bank deze afwijzing nogmaals. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn de door Mix Media gestelde bedrijfseconomische omstandigheden hiermee voldoende aannemelijk geworden. Daarmee is ook voldoende aangetoond dat ingrijpen in de organisatie van Mix Media noodzakelijk is. Vervolgens is het in beginsel aan Mix Media om binnen de grenzen van de redelijkheid en billijkheid vorm te geven aan de organisatie van haar onderneming en de wijziging daarvan. Dit brengt mee, dat de gevraagde ontbindingen zullen worden toegewezen.

5 4.3 Van den Heuvel heeft nog gesteld dat in haar situatie het afspiegelingsbeginsel niet juist is toegepast. Wat daar ook van zij, Van den Heuvel stelt zelf dat zij een vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk acht en dat ontbinding van haar arbeidsovereenkomst in de rede ligt. Haar standpunt staat derhalve niet aan de gevraagde ontbinding in de weg. 4.4 Bij de beoordeling van de vraag of bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomsten met verweerders reden is aan hen een vergoeding toe te kennen, stelt de kantonrechter voorop dat de bedrijfseconomische omstandigheden in de risicosfeer van Mix Media liggen. In beginsel rechtvaardigt dit dat aan verweerders een vergoeding wordt toegekend met een correctiefactor van C=1. Ook indien uit moet worden gegaan van de juistheid van hetgeen Van den Heuvel stelt over de toepassing van het afspiegelingsbeginsel en nog afgezien van de vraag of dat beginsel toepassing kent in procedures als de onderhavige geldt in haar geval hetzelfde uitgangspunt. 4.5 Bij de verdere beoordeling van de vraag welke vergoeding aan elk der verweerders billijkheidshalve toekomt, stelt de kantonrechter voorop dat de omstandigheden die elk der verweerders heeft aangevoerd om tot een hogere correctiefactor te komen naar zijn oordeel onvoldoende zwaarwegend zijn om tot een hogere correctiefactor dan C=1 te komen. De kern van de beoordeling op dit punt is veeleer gelegen in de beantwoording van de vraag of Mix Media in staat is enige vergoeding te betalen en, zo nee, of dit er toe behoort te leiden dat aan verweerders geen vergoeding wordt toegekend. 4.6 Mix Media was in de jaren voorafgaand aan 2007 een winstgevende onderneming. Voor de aandeelhouders en de directie groeiden de bomen tot in de hemel en er werden torenhoge directiesalarissen betaald, aldus Mix Media tijdens de mondelinge behandeling van de verzoeken. Vervolgens was er in de visie van Mix Media in 2007 de noodzaak tot reorganiseren. Daarbij zijn de arbeidsovereenkomsten van zeven werknemers ontbonden. Tegelijkertijd is in 2007 besloten de directie uit te breiden van één lid naar een vierkoppige directie. Mix Media erkent thans dat de top van haar organisatiestructuur te zwaar is geworden. Waarom is besloten om in tijden dat inkrimping van het personeelsbestand noodzakelijk was, te kiezen voor een zo grote uitbreiding van de directie, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende duidelijk geworden. Daar komt nog bij dat in de winstgevende jaren steeds de winst is uitgekeerd in de vorm van dividend en tantième. Desgevraagd heeft Mix Media tijdens de mondelinge behandeling erkend dat dit is gebeurd ter verrijking van de directieleden. Dat, terwijl er in de goede jaren in het geheel niet is gereserveerd voor eventuele slechte jaren en bovendien is gebleken dat de pensioenpremie niet correct is afgedragen, waardoor er een achterstand is ontstaan van op het dieptepunt ongeveer 350.000,00. De kantonrechter neemt verder in de beoordeling mee dat Mix Media een bedrijfsruimte huurt die, ook in haar eigen stellingen, opzegbaar was tegen 31 augustus 2010, met inachtneming van een opzegtermijn van een jaar. Hoewel Mix Media haar personeelsbestand drastisch heeft ingeperkt, heeft zij kennelijk geen aanleiding gezien haar kosten voor de huur te beperken. Mix Media heeft gesteld dat zij inmiddels toestemming van de verhuurder heeft om een deel van het gehuurde onder te verhuren, maar naar het oordeel van de kantonrechter is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat onderverhuur tot een substantiële kostenreductie leidt. Ook andere beslissingen van Mix Media laten zich niet goed in overeenstemming brengen met haar financiële nood. Zo heeft Mix Media eerst per 2010 afscheid genomen van Ernst & Young als accountant, terwijl deze accountant een kostenpost van ongeveer 40.000,00 per jaar betekent.

6 Verder is door alle verweerders gesteld dat het onbegrijpelijk is dat Mix Media niet een andere vormgever heeft ingeschakeld. In de visie van verweerders lag er een offerte van Veronica Concept Design die ongeveer 200.000,00 per jaar goedkoper was dan de huidige vormgever Exploi Media Productions B.V. Opmerkelijk daarbij is dat Mix Media met Exploi Media Productions B.V. heeft gesproken over een fusie, die uiteindelijk op initiatief van Exploi Media Productions B.V. is afgeketst. Wel is er nog een strategische samenwerking met Exploi Media Productions B.V., maar de kantonrechter acht onvoldoende toegelicht dat die zoveel oplevert dat de hogere vormgevingskosten gerechtvaardigd zijn. Dat de kwaliteit van Exploi Media Productions B.V. veel beter was dan die van Veronica Concept Design, zoals Mix Media heeft gesteld, is weersproken door verweerders, evenals de stelling van Mix Media dat de offerte van Veronica Concept Design niet vergelijkbaar is met de door Exploi Media Productions B.V. verrichte werkzaamheden. Bepaald opmerkelijk is dat Mix Media ondanks haar financiële nood en de drastische inperking van haar personeelsbestand, ervoor heeft gekozen de directeur van Exploi Media Productions B.V., de heer G. Benink, als interim directeur aan te stellen. Dat de heer Benink een oud-medewerker van Mix Media is en dat hij het bedrijf van Mix Media al vijfentwintig jaar kent, maakt niet dat het niet vreemd is om de directeur van de grootste opdrachtnemer van Mix Media als interim directeur aan te stellen. Overigens heeft Mix Media tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat het contract met Exploi Media Productions B.V. inmiddels is beëindigd. Het geheel overziend is de kantonrechter van oordeel dat de huidige financiële malaise in belangrijke mate is ontstaan door de keuzes die de directie van Mix Media in het recente verleden heeft gemaakt. Op zich behoren die keuzes tot de beleidsvrijheid van de ondernemer, maar het gaat niet aan om de gevolgen van die keuzes thans op het bordje van verweerders te leggen. Concreet betekent dit dat de omstandigheid dat Mix Media wellicht geen vergoeding kan betalen niet meebrengt dat aan verweerders geen vergoeding behoort toe te komen. Wel zal het verzoek van Mix Media om die vergoeding in termijnen te mogen betalen worden toegestaan als hierna te beslissen. 4.7 Indien de financiële consequenties van de door Mix Media gemaakte beleidskeuzes worden afgezet tegen de hoogte van de totaal op basis van een correctiefactor van C=1 te betalen vergoedingen aan verweerders, rechtvaardigt dit dat geen lagere correctiefactor wordt toegekend. Mix Media heeft nog gesteld dat zij ingevolge de toepasselijke CAObepalingen gehouden is om eventuele WW-uitkeringen van verweerders aan te vullen en dat de kosten daarvan zo n 90.000,00 bedragen. Met een dergelijke op de CAO gebaseerde verplichting behoort echter geen rekening te worden gehouden bij het bepalen van de hoogte van de aan verweerders toe te kennen vergoedingen bij de ontbinding van hun arbeidsovereenkomsten, nog daargelaten dat onzeker is of en, zo ja, tot welk bedrag Mix Media gehouden zal zijn eventuele uitkeringen van verweerders aan te vullen. 4.8 De kantonrechter zal bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomsten geen rekening houden met de zogeheten fictieve opzegtermijn. De gevraagde ontbinding zal per 1 mei 2010 worden toegewezen. Stassen heeft nog verzocht om de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst eerst per 1 september 2010 uit te spreken, maar dat verhoudt zich niet met de veranderingen in de omstandigheden, welke van dien aard zijn, dat ook zijn arbeidsovereenkomst dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Hetzelfde gaat op voor het verzoek van Bouter, om de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2010 uit te spreken. Bouter gaat bovendien voorbij aan het verschil tussen een reguliere opzegging van zijn arbeidsovereenkomst en de ontbinding daarvan.

7 4.9 Stassen heeft voorts verzocht dat bij de bepaling van de aan hem toe te kennen vergoeding rekening wordt gehouden met de periode dat hij als zelfstandige in opdracht van Mix Media (en haar rechtsvoorgangers) heeft gewerkt, alsmede met de vergoeding die hij ontvangt voor de huur van zijn studio ( 871,49 per maand) en apparatuur ( 596,94 per maand), de vergoeding voor variabele kosten die hij ontvangt ( 957,53 per maand) en de vergoeding die ontvangt voor het maandelijks terugkerend artikel Portret ( 150,00 per maand). Met betrekking tot deze vergoedingen stelt Stassen dat de helft daarvan bij zijn salaris dient te worden opgeteld. Op beide punten kan de kantonrechter aan de wensen van Stassen niet tegemoet komen, omdat daarvoor binnen het kader van de bepaling van de vergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen plaats is. 4.10 Van de zijde van verweerders is nog de vrees geuit, dat feitelijk sprake is of zal zijn van een fusie met Exploi Media Productions B.V. Namens Mix Media is tijdens de mondelinge behandeling uitdrukkelijk aangegeven dat geen sprake is van een (op handen zijnde) fusie of overgang van onderneming. Voorts is namens Mix Media de bereidheid uitgesproken aan de ontbinding de voorwaarde te verbinden dat Mix Media binnen 26 weken na ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen andere werknemer in dienst zal nemen. Nu geen van verweerders hierop is teruggekomen, zal de kantonrechter die voorwaarde niet overnemen. 4.11 Bouter heeft nog gesteld dat hem de garantie is gegeven dat hij zijn baan zou behouden. Uit de door hem overgelegde stukken en de door Mix Media in dit verband overgelegde stukken valt echter niet af te leiden dat een dergelijke garantie is gegeven, zodat daar in het kader van deze procedure geen rekening mee zal worden gehouden. Bouter heeft voorst nog bij wijze van tegenverzoek aan de kantonrechter verzocht om de voor Mix Media uit de toepasselijke CAO voortvloeiende verplichtingen in de beschikking op te nemen en aan de ontbinding de voorwaarde te verbinden dat Mix Media gehouden is om het gekapitaliseerde bedrag van de aanvulling op een eventuele WW-uitkering en pensioenvoorziening binnen veertien dagen na de beschikking te storten op de derdengeldenrekening van mr. Aartsen. Voorst verzoekt Bouter de kantonrechter het voor hem geldende non-concurentiebeding nietig te verklaren, althans te beperken. Ten slotte verzoekt Bouter om aan hem een vergoeding van 3.763,49 toe te kennen wegens de kosten van rechtsbijstand. 4.12 Met betrekking tot de tegenverzoeken van Bouter overweegt de kantonrechter als volgt. Nu is gesteld noch gebleken dat tussen Mix Media en Bouter is overeengekomen dat Bouter bij ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst aanspraak kan maken op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, zal de door hem hiervoor gevraagde vergoeding worden afgewezen. De kantonrechter verwijst Bouter naar aanbeveling 3.8 van de Kring van Kantonrechters. De overige tegenverzoeken lenen zich niet voor behandeling in deze procedure, gelet op de processuele verschillen tussen de ontbindingsprocedure en de dagvaardingsprocedure waarin de verzoeken van Bouter thuishoren. Bouter zal niet-ontvankelijk worden verklaard in die tegenverzoeken. 4.13 Uit het voorgaande volgt dat aan verweerders een vergoeding zal worden toegekend met inachtneming van een correctiefactor van C=1. Dit komt afgerond neer op een bedrag van 8.200,00 voor Van t Klooster, 11.600,00 voor Van der Velde, 21.900,00 voor Van den Heuvel, 51.400,00 voor Stassen en 50.000,00 voor Bouter.

8 4.14 Hetgeen partijen verder hebben aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden en behoeft daarom geen bespreking. De omstandigheid dat partijen telkens over en weer in het ongelijk zijn gesteld, is aanleiding te bepalen dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt. 5. De beslissing De kantonrechter: in de zaak met nummer 396682 HA VER 10-91 stelt Mix Media in de gelegenheid uiterlijk op 23 april 2010 het verzoek tegen Van t Klooster in te trekken; en voor het geval het verzoek tegen Van t Klooster niet binnen deze termijn door Mix Media wordt ingetrokken: ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen Mix Media en Van t Klooster met ingang van 1 mei 2010; kent aan Van t Klooster ten laste van Mix Media een vergoeding toe van 8.200,00 bruto en veroordeelt Mix Media tot betaling van deze vergoeding aan Van t Klooster; bepaalt dat Mix Media deze vergoeding zal mogen betalen in twaalf gelijke termijn, waarvan de eerste termijn binnen vier weken na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst betaald zal zijn; en in ieder geval: bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt; in de zaak met nummer 396683 HA VERZ 10-92 stelt Mix Media in de gelegenheid uiterlijk op 23 april 2010 het verzoek tegen Van der Velde in te trekken; en voor het geval het verzoek tegen Van der Velde niet binnen deze termijn door Mix Media wordt ingetrokken: ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen Mix Media en Van der Velde met ingang van 1 mei 2010; kent aan Van der Velde ten laste van Mix Media een vergoeding toe van 11.600,00 bruto en veroordeelt Mix Media tot betaling van deze vergoeding aan Van der Velde; bepaalt dat Mix Media deze vergoeding zal mogen betalen in twaalf gelijke termijn, waarvan de eerste termijn binnen vier weken na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst betaald zal zijn; en in ieder geval: bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt;

9 in de zaak met nummer 396681 HA VERZ 10-90 stelt Mix Media in de gelegenheid uiterlijk op 23 april 2010 het verzoek tegen Van den Heuvel in te trekken; en voor het geval het verzoek tegen Van den Heuvel niet binnen deze termijn door Mix Media wordt ingetrokken: ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen Mix Media en Van den Heuvel met ingang van 1 mei 2010; kent aan Van den Heuvel ten laste van Mix Media een vergoeding toe van 21.900,00 bruto en veroordeelt Mix Media tot betaling van deze vergoeding aan Van den Heuvel; bepaalt dat Mix Media deze vergoeding zal mogen betalen in twaalf gelijke termijn, waarvan de eerste termijn binnen vier weken na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst betaald zal zijn; en in ieder geval: bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt; in de zaak met nummer 396680 HA VERZ 10-89 stelt Mix Media in de gelegenheid uiterlijk op 23 april 2010 het verzoek tegen Stassen in te trekken; en voor het geval het verzoek tegen Stassen niet binnen deze termijn door Mix Media wordt ingetrokken: ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen Mix Media en Stasssen met ingang van 1 mei 2010; kent aan Stassen ten laste van Mix Media een vergoeding toe van 51.400,00 bruto en veroordeelt Mix Media tot betaling van deze vergoeding aan Stassen; bepaalt dat Mix Media deze vergoeding zal mogen betalen in twaalf gelijke termijn, waarvan de eerste termijn binnen vier weken na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst betaald zal zijn; en in ieder geval: bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt;

10 in de zaak met nummer 396677 HA VERZ 10-88 stelt Mix Media in de gelegenheid uiterlijk op 23 april 2010 het verzoek tegen Bouter in te trekken; en voor het geval het verzoek tegen Bouter niet binnen deze termijn door Mix Media wordt ingetrokken: ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen Mix Media en Bouter met ingang van 1 mei 2010; kent aan Bouter ten laste van Mix Media een vergoeding toe van 50.000,00 bruto en veroordeelt Mix Media tot betaling van deze vergoeding aan Bouter; bepaalt dat Mix Media deze vergoeding zal mogen betalen in twaalf gelijke termijn, waarvan de eerste termijn binnen vier weken na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst betaald zal zijn; en in ieder geval: bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt; verklaart Bouter niet-ontvankelijk in zijn tegenverzoek. Deze beschikking is gegeven door mr. W.C. Haasnoot en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 8 april 2010. WH