Dol op bomen. Opdracht 1: In een boom leven veel dieren. Welke dieren herken je in de eik hierboven? Schrijf deze op.

Vergelijkbare documenten
ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

Naam:...

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

Loof-en naaldbomen. Naam :

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in:

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

Herfstwerkboekje van

Bosopdrachten. Praktijkopdrachten groep 7/8

Nederlandse bomen herkennen een eenvoudige handleiding v0.4 J Holtman

Mijn Boom. Werkboekje. C.N.M.E. De Groenling

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Bomen in drie seizoenen

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Het is winter. op Landgoed Schothorst

Bomen in drie seizoenen

Bloeiend plantje Spoor van een dier

Planten voor de Prins Werkmap Tweede graad Basisonderwijs

Bomenspeurtocht in het Wilhelminaplantsoen. Van:

NME-leerroute Bomen in het Wandelbos

Werkblad Naut Thema 1: De wereld om je heen

Werkblad: Vind me dan

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN

Aftekenlijst. Naam:

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

(FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS

Limburgs Landschap. natuurboekje van

Van eitje tot vlinder

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

Bomenspeurtocht in het Wilhelminaplantsoen. Van:

12 spits je oren eekhoorntjes, ga in een kring zitten met de ogen dicht. spits je eekhoorn-oortjes en luister goed. wat hoor je allemaal? ritselt er e

Doos der wijzen: opdracht één

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

Wie eet wie en wie eet wat?

BOSSEN. Dwaal door onze groene wereld. Christiane Dorion

Themawandeling Herfst

4. Hoeveel rupsjes verdwijnen per dag in het opengesperde bekje van een jong koolmeesje?

T2. Planten Biosoft TCC - Lyceumstraat

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

Opdrachten thema. Veluwe

natuurboekje van herfst 2008

KLEE JENNE ILYANO KARA ROZELIEN QUINN NIENE FLEUR V. NOAH JULES NINA. Project Bomen

Auditieve oefeningen herfst. Hakken en plakken

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

verspreiding van zaden

Een basisschool project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2011

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Opdracht EDUKIT 3

Voorbereiding post 1. Met de dieren mee Groep

Basiscursus planten: Bladvormen. Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:..

Auditieve oefeningen thema het bos

Op het einde van de fotozoektocht moet je een klein stukje langs een vrij drukke straat stappen. Wees dus voorzichtig en hou uiterst links!

Lespakket Herfst. Instructieblad groep 3 & 4

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

Voorbereiding post 3. Oei, ik groei! Groep 1-2-3

Wist je dat?... Overwintering van vlinders. Vragen. De vlinder. De levenscyclus..

Kijk, daar staat mijn boom! Nora Walsarie Wolff, van der Capellen SG Zwolle. Inleiding

Opdrachten thema. Veluwe

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Beste leerkracht/begeleider

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

BOOM de kampioen. vertelt over de plek die alle bomen over de hele wereld in ons. Er zijn ontelbaar veel boomsoorten en soms heeft een boom

De bomen op golfclub Grevelingenhout, overzicht per hole. Geïnventariseerd door Nienke Mulders in 2016, in opdracht van de golfclub.

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Opdrachtkaarten Lente

blaadjes THEMA 9 Docentenhandleiding Groep 1/2/3/4/5/6

Herfstproject voor de midden- en bovenbouw, Dit project kan als voorbereiding op de tentoonstelling in het museum t Oude Slot gebruikt worden.

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

Dieren in de winter 3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

Ontdek de eekhoorn. Ontdek de eekhoorn!

Limburgs Landschap. natuurboekje van

H1 en 1+ Eekhoorn-herfsttocht. Suggesties voor inleiding en afsluiting:

Handleiding Leskist bomen groep 7

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw

Werkstuk Biologie Bladerwerkstuk

Het uitlopen van bomen

EEN BOOM IS NIET ALLEEN een verhaal over het bos

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

DE BOMEN DOOR HET BOS ZIEN

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

INSECTEN. werkboekje

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

Bijlage 1 Kenmerken 11 Landschapseenheden en Kernen

Monumentale houtopstand

' Educatieve dienst 2010 'Een bos vol leven' EEN BOS VOL LEVEN

Boterbloemen in het gras

14 Speuren naar dieren Handleiding voor begeleiders 01

Beestige Buren. Naverwerking in de klas

Kruidentuin in de klas

De grote bosquiz. Voor de boskabouters van het Waregemse Heilig-Hart College

Planten voor de Prins Werkmap Eerste graad Basisonderwijs

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

NME-leerroute Kabouters in het Westerpark

Transcriptie:

Dol op bomen Opdracht 1: In een boom leven veel dieren. Welke dieren herken je in de eik hierboven? Schrijf deze op. bomen - groep 7 1

Dieren zijn dol op bomen. Vooral kleine dieren. Een boom is een prachtige schuilplaats. In alle hoeken en gaten zitten ze verstopt: larven, mieren, rupsen, spinnen, torren en noem maar op. In zo'n boom vol bladeren zie je ze bijna niet. Een boom is ook een soort luilekkerland. Veel dieren eten hun buikje rond met vers boomblad. Een boom is net een dierentuin. Spinnen spannen er hun web. Koolmezen peuteren met hun snavels in gaatjes en kieren. Vlaamse gaaien speuren naar vruchten en zaden. Soms schiet een havik tussen de takken door om een vogel te vangen. Eten en gegeten worden eekhoorn Zonder eten kun je niet leven. Dieren eten daarom planten of andere dieren. In een voedselketen wordt 'eten en gegeten worden' op een rijtje gezet. In elke boom komt een aantal voedselketens voor. De volgende voedselketen vind je in een eik. Maar er zijn er veel meer. De pijltjes laten zien in wiens buik het eten verdwijnt. eikenblad ringelrups koolmees havik Opdracht 2: Bedenk (teken en schrijf) twee andere voedselketens uit de eik van bladzijde 1. eikel eikenblad 2

Opdracht 3: Gelukt? In grote oude bomen leven zoveel dieren, dat er wel honderd voedselketens te bedenken. zijn. Hieronder zie je vijf tekeningen door elkaar, o.a. van de appelbladroller. Een appel is wormstekig. In het binnenste van de appel verpopt zich de rups. Uit de pop komt een vlinder: de appelbladroller. Maak van de tekeningen een voedselketen door met potlood pijlen te zetten. Eén pijl staat er al. rode bosmier appelbladroller spin groene specht havik Platter dan een dubbeltje Kijk eens goed naar dit blad. Er zit een gangetje in. Een diertje heeft van het blad gegeten. Niet van buitenaf, maar binnendoor. Al het bladgroen is verdwenen. Alleen de verpakking is er nog. Dat is veilig wonen! Maar je moet wel heel plat zijn. Nog platter dan een dubbeltje. Opdracht 4: Zoek zo'n blad met gangen. Peuter het gangetje los met een naald of speld. Zie je het beestje? Een gang begint eerst dun en wordt daarna breder. Kun jij bedenken hoe dat komt? Ik denk: Houd het blad tegen het licht. Zie je iets in de gang? Teken het hiernaast. 3

W e r k b l a d Dol op bomen Speuren naar boomdiertjes Met behulp van dit werkblad gaan we op zoek naar boomdiertjes. Je hebt nodig: - tekenspullen - een leeg mpotje - een lepel - een penseel 1. 4. Kijk eerst of je bladeren ziet met vraatsporen. Teken hier een boomdiertje dat je zelf hebt Kun je er een vinden? Ja / uitgekozen. Zie je de 'eter' ook? Ja / 2. Sommige diertjes knagen gaatjes in de schors om naar binnen of naar buiten te gaan. Kleur het goede rondje. 5. De kleur is Jouw boom heeft... Het diertje heeft O geen poten O geen gaatjes O zes poten O weinig gaatjes O acht poten O veel gaatjes O poten Het beestje heeft wel / geen vleugels. 6. 3. Er zijn wel / geen voelsprieten. Zie je wel voel- Schud eens aan de boom of aan de takken. sprieten, teken ze dan hieronder. De 'uit de boom gevallen' diertjes kun je met behulp van de lepel en het penseel in het mpotje doen. Hoeveel verschillende soorten beestjes vind je? Ik vind er 7. Wat kun je zeggen over de ogen? O ik zie ze niet O het zijn kleine (stipjes) O het zijn grote ogen O ik zie er (hoeveel?) 4 4

Boordevol bladeren Bomen zitten boordevol bladeren. Het zijn er duizenden. Ga maar eens onder een grote boom staan. Kun je de lucht goed zien als je naar boven kijkt? Boomtakken en -bladeren groeien naar het licht. Komt het licht van alle kanten, dan ziet de boomkruin er bijna rond uit. Een boom, die aan de bosrand groeit, krijgt het meeste licht van buiten het bos. Bij zo'n boom groeien de takken en bladeren vooral aan één kant. Daarom ziet een bosrand er zo mooi afgesloten uit. Staan bomen en struiken dicht bij elkaar (bijvoorbeeld in een bosje) dan vormen ze samen één kruin. Waar het gebladerte van de ene boom ophoudt, begint meteen het groen van de andere. Opdracht 1: Kijk naar tekening 1. Eén van deze bomen staat in het open veld. De ander groeit aan de rand van een bos. Zet 'open veld' en 'bosrand' onder de goede tekening. Kijk naar tekening 2. Zie je verschil tussen deze groepjes bomen? Kleur het rondje onder het goed getekende groepje. tekening 1 tekening 2 O O Opdracht 2: Je kunt veel bomen herkennen aan hun vorm. Welke bomen herken jij? Schrijf de goede naam onder de tekening: eik - knotwilg - grove den - berk - spar. 5

Een blad beter bekeken berk Je kunt een boom herkennen aan de vorm van het blad. Loofbomen, zoals de berk, hebben grote platte bladeren. Bij naaldbomen, zoals de grove den, zijn de bladeren lang en smal: vandaar de naam 'naalden'. Naaldbomen kunnen daardoor strenge koude en grote droogte overleven. Dat is omdat ze zo veel beter vocht kunnen vast houden grove den Opdracht 3: Hiernaast zie je het blad van een eik. De tekening is nog niet klaar. Je ziet alleen de bladrand. Bekijk een echt eikenblad. Houd het tegen het licht. Wat zie je allemaal? Maak nu zelf de tekening af. Opdracht 4: Schrijf de volgende woorden rondom de tekening van het eikenblad bij opdracht 3: hoofdnerf - zijnerf - steel - bladrand - bladmoes Teken daarna een lijn van elk woord naar een goede plek in de tekening. Opdracht 5: Kun je zien wat de boven- of de onderkant is van het blad? Welke verschillen zie je? Ik zie 6

Bladeren zijn 'fabriekjes' Bomen drinken water met hun wortels. Via buisjes in de stam gaat het water naar de bladeren. De nerven zorgen ervoor dat het water in het bladmoes bij de bladgroenkorrels komt. Opdracht 6: Kleur de kruin groen en de wortels lichtbruin. Bladeren hebben aan de onderkant huidmondjes. Die zijn zo klein, dat je ze met het blote oog niet kunt zien. De bomen ademen door deze mondjes. 600x vergroot Bladgroenkorrels zijn net kleine fabriekjes. Ze maken voedsel voor de boom. Dat kan alleen overdag als het licht is. De bladgroenkorrels gebruiken het water uit de bodem en ook de kooldioxide uit de lucht. Het voedsel uit het bladgroen stroomt door de nerven naar allerlei belangrijke plekken. Een deel gebruikt de boom om verder te groeien en dikker te worden. Een ander deel gaat naar de nieuwe knoppen, die het volgend voorar uitlopen. Ook wordt een deel gebruikt om vruchten en zaden te laten groeien. Bij het maken van het voedsel ontstaat een belangrijk 'uitlaatgas'. Het komt door de huidmondjes naar buiten. Het is zuurstof. Je kunt een boom aan zijn takken en bladeren herkennen. Met het naamzoekblad kun je de naam van de meest voorkomende Nederlandse bomen vinden. Begin bij START en volg steeds de weg van het goede antwoord. Opdracht 7: Zoek 5 verschillende bladeren van bomen en m ze mee naar school. Probeer de namen te vinden. Plak de bladeren op een (stevig) tekenvel en schrijf de namen erbij. 7

N a a m z o e k b l a d Boordevol bladeren populier een andere boom lange steel berk blad aan de voet heel breed linde blad hartvormig blad aan de onderkant witte 'haren' bladpunt spits hazelaar els amerikaanse eik rand soms ver ingesneden tamme kastanje beuk gladde bladrand blad meer langwerpig dan rond heel smal iep blad sluit schuin aan bij steel abeel blad met witte onderkant plataan wilg bladrand golvend sleedoorn meidoorn ook knopjes aan de doorns tak met doorns of stekels eik 'helicoptervruchtjes' in of onder de boom esdoorn elke nerf heeft z'n eigen 'blad' paardekastanje spar es tak heeft zwarte knoppen lijsterbes bekijk de nerven goed en kies mooie ronde blaadjes blad met veel kleine blaadjes steeds twee naalden aan elkaar vasr acacia boom met naalden veel naalden in groepjes bij elkaar grove den START 8 8 lariks

'Bomen' over bomen Bomen zijn onmisbaar. Toch denkt niet iedereen hetzelfde over bomen. De één vindt ze belangrijk vanwege het hout. Een ander vindt het belangrijk dat de bladeren veel stof uit de lucht opvangen. Wat vind jij eigenlijk? En wat vindt de klas ervan? Met andere woorden: ga maar eens 'bomen' over bomen. Opdracht 1: Waarom vinden wij bomen belangrijk? Lees de volgende uitspraken over bomen. Noteer onder het schema de drie uitspraken, die jou het meest aanspreken. bomen zorgen voor beschutting tegen zon en wind bomen sieren stad en landschap bomen zorgen voor voedsel bomen zorgen voor hout bomen beschermen tegen inkijk bomen zijn vaak een dierbare herinnering bomen geven mensen recreatiemogelijkheden bomen zorgen voor stevigheid van de grond bomen zijn schuilplaats voor planten en dieren bomen houden lawaai tegen bomen zijn stofzuigers bomen zorgen voor zuurstof Mijn top 3 is: 1. 2. 3. Nu kun je met je klasgenoten een ' top 5' samenstellen. Waarom vinden jullie bomen belangrijk? 1. 2. 3. 4. 5. 9

Zet een boom op Heb je ze al opgemerkt, de vruchten in de bomen? Eigenlijk is elke boom al maandenlang bezig met het laten groeien van vruchten en zaden. In de herfst zijn de meeste rijp. Sommige hebben van die vleugeltjes. Door de wind komen ze een flink eind verderop pas r. Een andere manier van verspreiden gebeurt bij besvruchten, die door vogels worden opgegeten. De zaden in deze vruchten worden op andere plekken uitgepoept, voorzien van een laagje mest. De eekhoorn en de Vlaamse gaai leggen een wintervoorraad aan. Ze begraven eikels, beukennootjes en andere vruchten. Tijdens de winter zoeken ze die dan weer op om er lekker van te smullen. Natuurlijk vinden ze nooit alles terug. Uit die vergeten vruchten groeien dan bomen. Eekhoorns en Vlaamse gaaien worden niet voor niets 'bosbouwers' genoemd. Waarom is het belangrijk dat zaden niet onder de boom terechtkomen? Ik denk, omdat: Opdracht 2: Hieronder zie je tekeningen van vruchten en zaden. Zet onder elke tekening op welke wijze ze worden verspreid. Kies uit: wind - vogels - wintervoorraad. beukennootje eikels appel populier linde vlierbessen lijsterbes esdoorn kastanje Soms zorgen wij mensen voor de verspreiding van boomzaden. Kun jij bedenken hoe? Ik denk 10

Bomen in het nieuws Het gebeurt vaak, dat bomen in het nieuws komen. De krant en de televisie besteden veel aandacht aan deze grote planten. Maar zijn mensen wel zo dol op bomen? Opdracht 3: Je ziet hier krantenkoppen. Kleur het rondje voor de koppen, waaruit blijkt dat mensen dol zijn op bomen. Scholen doen mee aan boomplantdag Oerwouden dreigen te verdwijnen Steeds meer acacia in plaats van tropisch hardhout Bomen bedreigd door lekkende gasleidingen Auto tegen boom: drie zwaargewonden actiegroep wil rij bomen kwijt langs provincieweg Boomchirurg redt vleermuisboom Opdracht 4: Kies één van de titels uit. Schrijf hem daarna boven een artikeltje, dat je er zelf bij bedenkt. Opdracht 5: Zet zelf eens een boom op. Zoek een eikel, een beukennoot of een andere vrucht. Stop die in een pot aarde. Het kan wel maanden duren, voordat je het eerste begin ziet van een jong boompje. Je hebt dan alle tijd om een geschikte plek te zoeken, waar je het boompje in het voorar kunt planten. Stel je eens voor dat alle kinderen van Nederland elk ar zo'n boom planten! Een kleine moeite, maar wel erg belangrijk. 11

W e r k b l a d Bomen over bomen Boompaspoort van: datum: Waar staat de boom? De boom staat O in een park O langs de weg O in een bos O in een weide O Hoe ziet de boom eruit? Teken het silhouet (de omtrek) van de boom in het vak hiernaast. Teken ook een stukje van de omgeving. Is het een oude boom? Ja /, dat zie ik aan Naar de knoppen. Welke kleur hebben de knoppen? Ze zijn Kleur de rondjes bij de woorden die het best bij de knoppen passen. O twee aan twee O kaal O rond O met schubben O veel bij elkaar O behaard O spits O zonder schubben O alleen Teken een eindknop en een zijknop aan de tak hiernaast. Schorstekening. Maak met zacht krijt een schorstekening op een apart tekenvel. tekening boom Draagt jouw boom vruchten? Zo, maak er een tekening van. tekening eindknop en zijknop Hoe heet de boom? Zoek de naam met het naamzoekblad. Hij heet tekening vrucht 12 12