Dit is de screeningsnota, aangepast n.a.v. de adviezen van de adviesverlenende instanties SCREENINGSNOTA I.F.V. VRAAG AAN DIENST MER TOT ONTHEFFING VAN PLAN-MER-PLICHT - BPA LOPPEMSESTRAAT 1. Juridische context De van toepassing zijnde wetgeving is de volgende : - Decreet milieu- en veiligheidsrapportage, van 18 december 2002, B.S. 13 februari 2003 (hierna genoemd MVR-decreet ) - Decreet houdende wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, van 27 april 2007, B.S. 20 juni 2007 (hierna genoemd plan-mer-decreet ) - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s, van 12 oktober 2007, B.S. 7 november 2007 (hierna genoemd plan-mer-besluit ) Er wordt in deze nota van uit gegaan dat ook een BPA te aanzien is als een plan of programma in de zin van het plan-mer-decreet van 27 april 2007 en het plan-mer-uitvoeringsbesluit van 12 oktober 2007. Dit betekent derhalve dat tegen de voorlopige vaststelling van het BPA door de gemeenteraad ofwel een plan-mer moet worden opgemaakt, ofwel een screening dient te zijn gebeurd op basis waarvan de dienst MER beslist heeft dat een ontheffing van de verplichting tot opmaak van een plan-mer wordt toegestaan. De documenten m.b.t. het onderzoek tot milieueffectrapportage en de beslissing van de dienst MER maken deel uit van het BPA-dossier en worden bijgevolg mee aan het openbaar onderzoek onderworpen. De overheid die initiatief neemt tot het plan, in dit geval het gemeentebestuur Zedelgem, maakt hieronder een screening op d.w.z. een toetsing, op basis van een aantal criteria (voortvloeiend uit het plan-merbesluit van 12 oktober 2007) om na te gaan of er, door de in het BPA voorgenomen bestemmingen, significante milieu-effecten te verwachten zijn. De dienst MER beslist, op basis van deze screening, of er effectief al dan niet een ontheffing van de plan-mer-plicht kan zijn. 2. Situering van het plangebied
2.1. Geografisch Het plangebied BPA Loppemsestraat is gelegen in het centrum van Zedelgem. Het plangebied is een in oppervlakte vrij beperkte (2,5 ha) zone in het centrum van Zedelgem, begrensd door de Loppemsestraat, de Fazantenlaan, een zuidelijke woonwijk, en een terrein langs de Sint-Jorislaan. De Loppemsestraat vormt één van de hoofdinvalswegen naar Zedelgem dorp, meerbepaald vanaf kruispunt Heidelberg, langs waar het verkeer uit Loppem en Brugge toestroomt. Het plangebied wordt aan de Loppemsestraat bediend door meerdere haltes van het openbaar vervoer, meerbepaald op de busverbindingen Zedelgem-Loppem- Brugge.
2.2. Gewestplan Volgens het gewestplan Brugge-Oostkust (goedgekeurd bij koninklijk besluit op 5 februari 1979) is het plangebied volledig bestemd als zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen. Het voorliggend BPA wijkt niet af ten opzichte van deze gewestplanbestemming. Hierbij wordt verwezen naar de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, en latere wijzigingen :
ARTIKEL 17.6.2. GEBIEDEN VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN EN OPENBARE NUTSVOORZIENINGEN 1. Begripsomschrijving en algemeenheden. Onder «gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen» dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Daarbij is het irrelevant of deze voorzieningen worden opgericht en uitgebaat door een overheid dan wel door een privé-instelling of -persoon, inzoverre althans de exploitant van de inrichting geen winstbejag nastreeft en de voorzieningen werkelijk ten dienste staan van de gemeenschap. Zo oordeelde de Raad van State reeds meermaals dat sportinfrastructuur een gemeenschapsvoorziening kan zijn als bedoeld in artikel 17.6.2. zelfs indien zij door een particulier wordt uitgebaat. In dat geval mag de exploitant wel geen winstbejag nastreven. Ook constructies bestemd voor een manège en ruitersclub kunnen worden beschouwd als gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, onder dezelfde voorwaarde dat de exploitant ervan geen winstbejag nastreeft. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een «gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening».
2.3. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen In het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen werd gesteld dat delen van de fusiegemeente Zedelgem deel gaan uitmaken van het regionaalstedelijk gebied Brugge. De procedure tot afbakening van dit regionaalstedelijk gebied doorliep inmiddels de fase van de plenaire vergadering, en volgens de daar voorliggende plannen behoort het plangebied van BPA Loppemsestraat tot het regionaalstedelijk gebied. 2.4. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan In het provinciaal ruimtelijk structuurplan werd Zedelgem dorp geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp, wat inhoudt dat het structuurondersteunend is voor wonen en werken in het buitengebied, en een bovenlokale verzorgende rol te vervullen heeft. Dit BPA kadert specifiek in de realisatie van deze doelstellingen. Langs het plangebied loopt een bovenlokale route, die deel uitmaakt van het provinciaal functioneel fietsroutenetwerk, nl. een deel van de Loppemsestraat. Deze routes zijn gericht op de dagelijkse functionele verplaatsingen. Ze vormen bovenlokale verbindingen tussen en naar de verschillende hoofdkernen. 2.5. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zit in de fase van voorontwerp. Er kan echter niet met de wijziging van dit BPA gewacht worden tot na de goedkeuring van het GRS, omdat er sprake is van dringendheid. Meerbepaald is de situatie als volgt : Zedelgem wordt geconfronteerd met een tekort aan bejaardenhuisvesting. Dit blijkt uit de lange wachtlijsten voor plaatsing in een bejaardentehuis of service-flats. Het enige rusthuis van de fusiegemeente (OCMW) bevindt zich in Loppem. Dit heeft een capaciteit van slechts 62 rusthuisbedden, terwijl de programmatie van het OCMW, gebaseerd op de behoefte voor de fusiegemeente, maar liefst 250 bedden bedraagt! Op datum van de opmaak van deze nota staan 54 mensen op de wachtlijst van de meest zorgbehoevenden. Naast dit rusthuis bestaat er een zeer beperkt aanbod aan service-flats in Loppem (14 flats OCMW) en in Aartrijke (24 flats privaat initiatief). De reële behoefte aan serviceflats op niveau van de fusiegemeente wordt ingeschat op 120 à 150 eenheden. Vanuit deze dringende noodzaak, bestaat de gemeentelijke beleidsoptie om binnen het structuurondersteunend hoofddorp op zeer korte termijn bijkomende voorzieningen voor de huisvesting van ouderen te realiseren.
In de voorbereiding van het GRS, alsook in het in procedure zijnde BPA Zedelgem Centrum, wordt uitgegaan van een campusgedachte, waarbij in het centrum van het structuurondersteunend hoofddorp een aantal gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, op wandel- en fietsafstand van elkaar, gebundeld worden. Deze kaderen in de verzorgende rol die het structuurondersteunend hoofddorp Zedelgem speelt, ook naar de andere kernen binnen de fusiegemeente toe. Het plangebied van BPA Loppemsestraat is, door zijn centrale locatie, bij uitstek geschikt om een deel van deze campusgedachte te realiseren. In het kader daarvan is momenteel, binnen dit plangebied, ook reeds de realisatie van het dienstencentrum aan de gang, dat ook een aantal voorzieningen naar ouderen en naar de gemeenschap in het algemeen zal bieden. 2.6. Gemeentelijk mobiliteitsplan In het gemeentelijk mobiliteitsplan is de Loppemsestraat geselecteerd als lokale weg type II. Dit houdt in dat de weg bestemd is voor ontsluiting op gemeentelijk niveau, naar de secundaire wegen (in dit geval de Torhoutsesteenweg) toe. De weg is met andere woorden geschikt om het verkeersaspect dat gepaard gaat met de realisatie van de binnen dit plangebied mogelijke bestemmingen, op te vangen. 3. Doelstelling van dit BPA-dossier huidig geldend BPA Groenestraat (M.B. 26.09.2002)
ontwerp BPA-herziening Het voorliggend BPA Loppemsestraat vormt een gedeeltelijke herziening van het bij ministerieel bestluit van 26 september 2002 goedgekeurde BPA Groenestraat. Er wordt geopteerd voor een gedeeltelijke herziening, met het oog op een spoedige goedkeuring van het dossier en spoedige mogelijkheid tot realisatie van een aantal functies die de rol van Zedelgem als structuurondersteunend hoofddorp kunnen uitbouwen en versterken. Meerbepaald bestaat er een gemeentelijke beleidsoptie om in dit plangebied op korte termijn een seniorenhuisvestingsproject te realiseren, wat binnen het huidige BPA niet mogelijk is. Ook van de stedenbouwkundige ontwikkeling van het overige deel van BPA Groenestraat wordt evenwel werk gemaakt. Dit overige deel beoogt vooral de inbreidingsgerichte versterking van de woonfunctie, conform de doelstellingen van het provinciaal ruimtelijk structuurplan en het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Dit dossier zit momenteel in de fase van een denkoefening tot stedenbouwkundige inrichting, ter voorbereiding van de opmaak van het effectieve herzieningsdossier voor het BPA Groenestraat. 4. Bespreking van de bestemming per zone
Het BPA omvat slechts één bestemmingszone, meerbepaald een zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen. Daarin worden volgende functies toegelaten : gemeenschapsvoorzieningen en diverse activiteiten in de openbare en/of dienstverlenende sector, zoals daar zijn (niet limitatief opgesomd) brandweer, kinderopvang, cultureel centrum, dienstencentrum, bejaardenhuisvesting, sociale huisvesting, OCMW- en gemeenteadministratie, OCMW- en gemeentegerelateerde diensten, openbare wegenis, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen. De stedenbouwkundige voorschriften werden enerzijds inzake bestemming bewust eerder ruim opgevat, om optimale ontwikkelingskansen voor deze site als strategische zone binnen het structuurondersteunend hoofddorp Zedelgem te creëren. In de stedenbouwkundige voorschriften worden anderzijds, inzake bouwmogelijkheden, een aantal kwaliteitseisen vooropgesteld en wordt een gabarit-regel gehanteerd, i.f.v. het vermijden van hinder of een storende impact naar de omgeving toe. 5. Inschatting van milieu-effecten op basis van de relevante criteria Hieronder wordt, in de mate van het mogelijke op basis van de beschikbare informatie en de in het BPA voorgenomen bestemming, voor een aantal criteria (voortvloeiend uit het plan-mer-besluit van 12 oktober 2007) getoetst of er significante (negatieve) milieu-effecten te verwachten zijn. a. gezondheid en veiligheid van de mens Volgens de website van de dienst Veiligheidsrapportage, zijn in het plangebied momenteel geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Ook binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied zijn er geen aanwezig. Er is binnen het plangebied een mogelijk kwetsbare locatie (kinderopvang). In de bestemmingszones waar dit relevant is, wordt in de stedenbouwkundige voorschriften van dit BPA de bepaling opgenomen dat activiteiten geen mobiliteits-, visuele, lawaai- of andere hinder of gevaar voor de omgeving mogen inhouden. Daarmee zijn in principe ook naar de toekomst toe Seveso- en andere hinderlijke inrichtingen uitgesloten. Gelet op de in dit plangebied voorziene bestemming (ontwerp BPAherziening) alleen gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen is een bespreking van de criteria gezondheid en veiligheid van de mens niet aan de orde. Er valt namelijk geen hinder terzake te verwachten. b. ruimtelijke ordening
Het volledige plangebied is gelegen in een zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen volgens het gewestplan. In het momenteel nog geldende BPA, goedgekeurd bij ministerieel besluit op 26 september 2002, werd deze bestemming verder verfijnd. Vanuit de huidige beleidsopties en de rol van Zedelgem als structuurondersteunend hoofddorp wordt de bestemming van de zone nu, weliswaar binnen de grenzen van de gewestplanbestemming, enigszins bijgestuurd. c. fauna, flora en de biodiversiteit * Biologische waarderingskaart
Het plangebied kreeg op de meest recente biologische waarderingskaart deels de vermelding biologisch minder waardevol en deels complex van minder waardevolle en waardevolle elementen. Het deel dat ook waardevolle elementen bevat, werd in het verleden echter reeds bebouwd en grotendeels verhard, i.f.v. gemeenschapsvoorzieningen. De stedenbouwkundige voorschriften in het ontwerp van BPA-herziening zijn van die aard dat ook in de toekomst bebouwing en verhardingen mogelijk zijn, eveneens in de sfeer van gemeenschapsvoorzieningen. Er valt dan ook geen bijkomende negatieve impact terzake te verwachten. * VEN- en IVON-gebieden
Het plangebied van dit BPA-dossier omvat noch VEN- noch IVON-gebieden. Het dichtstbijzijnde gebied van die aard is een deel van Vloetemveld, gelegen op anderhalve kilometer van de uiterste grens van het plangebied. De binnen het plan voorziene bestemmingen en activiteiten (zie 4. Bespreking van de bestemming per zone ) zijn echter van die aard dat er geen negatieve impact terzake te verwachten valt. * Habitat- en vogelrichtlijngebieden
Het plangebied van dit BPA-dossier omvat noch habitat- noch vogelrichtlijngebieden. Het dichtstbijzijnde gebied van die aard is een habitatrichtlijngebied (Vloetemveld), gelegen op anderhalve kilometer van de uiterste grens van het plangebied. De binnen het plan voorziene bestemmingen en activiteiten (zie 4. Bespreking van de bestemming per zone ) zijn echter van die aard dat er geen negatieve impact terzake te verwachten valt. d. energie- en grondstoffenvoorraden Gelet op de in dit plangebied voorziene bestemming (ontwerp BPAherziening) gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen is een bespreking van de criteria energie- en grondstoffenvoorraden hier niet relevant. De voorziene bestemming en mogelijke activiteiten hebben geen impact terzake. e. bodem
Binnen het plangebied bevinden zich geen percelen die opgenomen zijn in het register van de verontreinigde gronden. Gelet op de in dit plangebied voorziene bestemming (ontwerp BPAherziening), namelijk gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, valt er geen negatieve impact op de aard van de bodem of de bodemgesteldheid te verwachten, en is een bespreking van het criterium bodem hier verder niet relevant. f. water * Waterwinning Volgens het gewestplan is het plangebied niet gelegen in een waterwinningsgebied. * Overstromingsregime
Inzake het gewijzigd overstromingsregime kan het volgende gesteld worden : Het plangebied is, volgens de meest recente kaarten van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen, niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied. Hier dient bovendien de belangrijke opmerking gemaakt te worden dat er concrete plannen in opmaak zijn voor de aanleg van een bufferbekken ter hoogte van de Plaatsebeek, net ten westen (dus stroomopwaarts) van het centrum van Zedelgem. De realisatie van dit bufferbekken wordt gepland binnen 1 tot hooguit 5 jaar. Dit bufferbekken zal een belangrijke positieve invloed hebben op de overstromingsproblematiek in het centrum van Zedelgem. * Afstromingshoeveelheid Inzake de gewijzigde afstromingshoeveelheid kan het volgende gesteld worden : Het hemelwater stroomt af naar een onbevaarbare waterloop van tweede categorie (Plaatsebeek). Voor nieuwe bebouwing en aanleg van verhardingen is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, van toepassing bij het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen, hetgeen een antwoord biedt op de vraag vanuit het waterbeleid.
* Infiltratie Inzake de gewijzigde infiltratie naar het grondwater kan het volgende gesteld worden : Het plangebied is, volgens de meest recente kaarten van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen gelegen in een gebied met infiltratiegevoelige bodems. Voor nieuwe bebouwing en aanleg van verhardingen is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, van toepassing bij het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen, hetgeen een antwoord biedt op de vraag vanuit het waterbeleid. Daarenboven wordt specifiek in de stedenbouwkundige voorschriften voorzien dat een aandeel van de zone bestemd moet worden voor groenvoorzieningen, zodat het water ter plaatse in de bodem kan dringen.
* Grondwaterstroming Inzake het gewijzigd grondwaterstromingspatroon kan het volgende gesteld worden : Het plangebied is, volgens de meest recente kaarten van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen, volledig gelegen in een gebied dat weinig gevoelig is voor grondwaterstromingen. In het plangebied is de mogelijkheid tot het realiseren van ondergrondse constructies voorzien. Gelet op de voorziene bestemmingen, zullen deze constructies echter eerder beperkt zijn qua omvang. Er valt dan ook geen negatieve impact op de grondwaterstroming te verwachten. * Waterbekken
Het betrokken plangebied behoort tot het bekken van de Brugse Polders. g. atmosfeer en klimatologische factoren Gelet op de in dit plangebied voorziene bestemming (ontwerp BPAherziening) gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen is een bespreking van de criteria atmosfeer en klimatologische factoren hier niet relevant. De voorziene bestemming en activiteiten hebben geen impact terzake. h. geluid, licht Gelet op de in dit plangebied voorziene bestemming (ontwerp BPAherziening) gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen valt er geen significante geluidshinder of lichtvervuiling te verwachten. Bovendien wordt in de bestemmingsvoorschriften specifiek het volgende vermeld : Deze voorzieningen mogen geen onaanvaardbare geluids- of andere hinder veroorzaken naar de omgeving toe. Zo nodig dienen milderende maatregelen getroffen te worden om de eventuele hinder te beperken. i. landschap, stoffelijke goederen, cultureel erfgoed met inbegrip van architectonisch en archeologisch erfgoed * Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten Er komen in het betrokken plangebied geen beschermde monumenten, landschappen of dorpsgezichten voor. * Archeologie
In opdracht van het gemeentebestuur werd, door de Universiteit Gent, in het voorjaar van 2004 een archeologische inventarisatie opgemaakt. Hierbij werd, op basis van luchtfotografisch onderzoek, een inventaris opgemaakt van archeologisch waardevolle sites op het Zedelgemse grondgebied. Er zijn, op basis van deze inventaris, geen aanwijzingen van de aanwezigheid van archeologisch waardevolle sites in het betrokken plangebied. Niettemin wil het gemeentebestuur ook daar aandacht besteden aan het vrijwaren van het eventueel aanwezige archeologisch erfgoed. Daartoe wordt samengewerkt met Raakvlak, de intergemeentelijke dienst voor archeologie om, alvorens bouw- of verkavelingsvergunningen te verlenen om nieuwe terreinen van enige omvang voor bebouwing te ontwikkelen, aan preventief archeologisch onderzoek te doen. * Relicten van historische landschappen
Volgens de atlas van de landschapsrelicten zijn binnen het plangebied van dit BPA geen waardevolle zones aanwezig. j. mobiliteit De bestemmingsvoorschriften voor dit plangebied voorzien zaken die mogelijks publiekaantrekkend zijn : gemeenschapsvoorzieningen en diverse activiteiten in de openbare en/of dienstverlenende sector, zoals daar zijn (niet limitatief opgesomd) brandweer, kinderopvang, cultureel centrum, dienstencentrum, bejaardenhuisvesting, sociale huisvesting, OCMW- en gemeenteadministratie, OCMW- en gemeentegerelateerde diensten, openbare wegenis, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen. Met dit publiekaantrekkend gegeven wordt op verschillende manieren omgegaan : - In het gemeentelijk mobiliteitsplan is de Loppemsestraat geselecteerd als lokale weg type II. Dit houdt in dat de weg bestemd is voor ontsluiting op gemeentelijk niveau, naar de secundaire wegen (in dit geval de Torhoutsesteenweg) toe. De weg is met andere woorden geschikt om het verkeersaspect dat gepaard gaat met de realisatie van de binnen dit plangebied mogelijke bestemmingen, op te vangen. - In de stedenbouwkundige voorschriften is vastgelegd dat de ontsluiting van het plangebied op zo n manier dient te gebeuren dat er geen bijkomende potentiële conflictpunten gecreëerd worden op de Loppemsestraat. Alle gemotoriseerd verkeer dient daarom
afgewikkeld te worden via de Sint-Jorislaan en de Fazantenlaan. Hierop geldt echter één uitzondering : ook de bushalte op de Loppemsestraat kan aangepast worden tot bijkomend ontsluitingspunt voor gemotoriseerd verkeer van het plangebied. - Centrale ligging : Gezien deze publiekaantrekkende functies zeer centraal gelegen zijn, in de bebouwde kom van het structuurondersteunend hoofddorp, zullen heel wat bezoekers er zich omwille van de beperkte afstand te voet of per fiets naartoe kunnen begeven, waardoor de intensiteit aan bijkomend gemotoriseerd verkeer beperkt kan worden. - Openbaar vervoer : Ter hoogte van het plangebied is een openbaar vervoershalte gelegen, meerbepaald een hoogfrequente busverbinding met Loppem en Brugge. Een aantal van de bezoekers van de functies binnen dit plangebied zal via deze vlotte weg deze locatie bereiken. Ook dit impliceert dus dat de intensiteit aan bijkomend gemotoriseerd verkeer beperkt kan worden. - Parking voor meervoudig gebruik : De bestemmingsvoorschriften voorzien de mogelijkheid tot het aanleggen van parkeerplaatsen binnen de zone, i.f.v. het opvangen van de parkeerbehoefte die deze publiekaantrekkende functies teweeg brengen. Het uitgangspunt daarbij is dat verschillende gemeenschapsvoorzieningen en diverse activiteiten in de openbare en/of dienstverlenende sector op deze locatie gebundeld worden, zodat de aan te leggen parkeerplaatsen ten dienste kunnen staan van de verschillende functies, en dat er geen parkeeroverlast ontstaat naar de omgeving toe. 6. Conclusie Het gemeenbestuur Zedelgem, die het initiatief nam tot opmaak van dit BPA, is, gelet op bovenstaande overwegingen en op basis van de beschikbare informatie, van mening dat er, op basis van de in het BPA voorgenomen bestemmingen, geen aanzienlijke milieu-effecten te verwachten zijn, ook geen grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten. Dit BPA vormt niet het kader voor een vergunning van projecten zoals bedoeld in bijlage I of II uit het project-mer-besluit. Hierdoor bestaat het vermoeden dat de opmaak van een plan-mer terzake niet nodig is. Deze nota zal aan de dienst MER worden overgemaakt, met de vraag tot formele ontheffing van de plan-mer-plicht. Er werden in deze screeningsnota geen alternatieven voor dit plan besproken, gezien er geen redelijke of zinvolle alternatieven zijn. Gemeentebestuur Zedelgem, maart 2009