STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013

VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 De vergadering wordt geopend te 14.04 uur. De heer Provinciegriffier is aanwezig. Tekenden de aanwezigheidslijst: De heer Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer De heer De heer De heer Mevrouw ARBIB Abdelkarim AVONTROODT Yolande BAETEN Els BELLENS Peter BOCKX Greet BOLLEN Ivo BOONEN Nicole BUNGENEERS Luc CAALS Tom CALISKAN Müzeyyen CALUWÉ Ludwig COLSON Mireille CORLUY Bert COTTENIE Christ'l CUYT Rony DE COCK Koen DE HAES Jan DE HERT Vera DE LOBEL Hilde DILLEN Koen GENIETS Benedicte GEUDENS Frank GEYSEN Kris GIELEN Pascale GODDEN Jürgen GOOSSENS Kris HELSEN Koen HENDRICKX Iefke HENS Werner HOFKENS Jan HUIJBRECHTS Jan JACQUES Ilse JANSSEN Patrick JANSSENS Eric KERREMANS Koen LEMMENS Luk MARCIPONT Daniël MEEUS Michel MERCKX Kris MICHIELSEN Inge 199

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer MINNEN Herman MOREAU Livia MUYSHONDT Tine NAERT Nicole PALINCKX Koen PEETERS Bruno PEETERS Marleen RÖTTGER Rik SCHOOFS Hans SELS Frank STEVENS Lili UGURLU Sener VAN EETVELT Roel VAN GOOL Greet VAN HAUTEGHEM Marleen VAN HOFFELEN Karin VAN HOVE Katleen VAN LANGENDONCK Gerda VAN OLMEN Mien VANALME An VANDENDRIESSCHE Diederik VERHAERT Inga VERHAEVEN Eddy VERLINDEN Linda VOLLEBERGH Steven WILLEKENS Tim ZANDER Jan Verontschuldigd: mevrouw de GOUVERNEUR, mevrouwen BAYRAKTAR Aysel en BRADT Sofie, de heer VAN HOVE Bart en mevrouw WECKHUYSEN Wendy. 200

VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 De raad is bijeen in openbare vergadering. OPENBARE VERGADERING Uiteenzetting van mevrouw Inga VERHAERT over onderwijs, jeugd, energie, communicatie, ICT. Tijdens de toespraak van de gedeputeerde wordt een begeleidende PowerPoint getoond. VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Mijnheer de voorzitter, Collega s, Ik ga u in vogelvlucht over de beleidsdomeinen onderwijs, jeugd, IT, communicatie, Kempens Landschap en Arboretum meenemen, te beginnen bij onderwijs. Onderwijs is iets waar wij op drie vlakken op inzetten. Eerst en vooral heb je de rol die wij toebedeeld hebben, nl. die van inrichtende macht. Daar doen wij grosso modo twee zaken mee. Wij blijven structureel onderhouden in onze schoolgebouwen, dat zijn er een vijftal, met een CLB, en daarnaast een hogeschool. Daarnaast bouwen wij ook nieuwe infrastructuur. Daar hebben we ongeveer voor elke school een masterplan voor lopen en, het is hier al eerder opgemerkt, daar steken wij wel wat centen in. Belangrijke posten voor 2014 zijn bijvoorbeeld de renovatie van het historische gedeelte van de PTS in Boom, restauratie voor de komende jaren ook voor Sint-Godelieve met een nieuwe campus. PTS Mechelen en PITO Stabroek lopen ook verder in hun masterplanwerken. Aan kleinere werken in 2014 zijn er renovatiewerken aan beschermde delen van de PTS Mechelen, aanpassing van de slagerijlokalen in de PIVA. Dat is een renovatie die opdringt, niet omdat die lokalen er niet goed uitzien, maar omdat de regelgeving daar veranderd is. We moeten zorgen dat de temperatuur onder een bepaald niveau blijft, en daar moet dus dat aanpassingswerk voor gebeuren. Ook de PITO Stabroek heeft nog wat werk op stapel staan met nieuwe klassen, praktijklokalen, opslagplaats voor mest. Daarnaast zijn er natuurlijk de investeringen die wij gaan doen in de AP, de gebouwen aan de kop van Spoor Noord zeg maar, en ook PTS Mechelen in blok D, en vernieuwing van daken in de PTS in Boom. Ik dacht, ik breng een paar plaatjes mee, dan spreekt dat toch iets meer tot de verbeelding. Wat u daar ziet onder de titel PIVA dat is de nieuwe vleugel die we aan het bouwen zijn. Wie daar recent is geweest heeft dat ook kunnen zien. Je ziet dat week voor week goed vooruit gaan. We hebben daar een vleugel die we een beetje meer naar de straatkant toe trekken. U ziet het, dat ziet er allemaal heel erg open uit. Er zit veel glas in. Er gaat ook een open keuken in komen. Dat is de oefenkeuken, waar de leerlingen onder begeleiding van hun leraar lunches, en s avonds ook diners gaan voorbereiden voor het volwassenenonderwijs. We gaan duidelijker zien vanuit de straatkant dat daar een secundaire school gevestigd is. Boven komen er dan lokalen voor het volwassenenonderwijs. Het is zo dat ons eigen volwassenenonderwijs heel druk bezet is, en dat tot voor kort dat vooral lessen waren die s avonds doorgingen, en er meer de vraag komt om dat ook in de 201

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN dag te laten doorgaan. Dat kan je maar organiseren als je natuurlijk ook voldoende plek hebt. De dagschool die zat ook tjokvol, vandaar dit nieuwe gebouw. Dan kunnen we ook een aantal lessen van het volwassenenonderwijs tijdens de dag laten doorgaan. Daarnaast zie je campus Spoor Noord. Wat u hier ziet is de blok die er al staat, dat is privaat. Daarvoor komt het gebouw dat door Artesis wordt gezet. Dat is echt aan de kop van de Leien. Dit hier is van de provincie. Wat je hier ziet is de zijkant, eigenlijk langs mee de viaduct. Er komt een groen dak op, en aan die kant is de hoofdingang. Dat is de Ellermansstraat, als ik mij niet vergis. Dus dat is voorstelling van hoe het er op termijn gaat uitzien. We zitten op schema. Het is de bedoeling dat de leerlingen van de PIVA hun intrek kunnen nemen in september 2014. We gaan het gebouw ook al openstellen tijdens de opendeurdagen dit voorjaar. Voor de campus Spoor Noord is het zo dat de studenten daar moeten gehuisvest zijn in september-oktober 2015. Het zou kunnen dat we tegen het einde van 2014 al heel ver gevorderd zijn, maar ik aarzel een beetje om te zeggen dat het dan al helemaal klaar gaat zijn. Volgend bouwwerk is Sint-Godelieve. Dat vindt u in de meerjarenplanning. Daar hebben we een wedstrijd laten lopen met de Vlaamse Bouwmeester. Daar is gisteren even naar gerefereerd. Waarom doen we dat met de Vlaamse Bouwmeester? Dat is niet omdat daar per se een prestigeproject van moet gemaakt worden. Neen, we doen dat omdat we daar in het verleden goede ervaringen mee hebben gehad. Het is een zeer deskundig team. Zo geef je ook kansen aan jongere, misschien minder bekende, architectenbureaus om ook eens een grotere infrastructuuropdracht binnen te halen. Maar we doen dat ook uit bezorgdheid voor de architecturale kwaliteit. Dat is zeker in een omgeving als deze, een parkomgeving met een heel bijzonder RUP dat daarop ligt, van belang. U ziet hier een plaatje van wat het zou kunnen gaan worden, heel open, vol glas. Het is de bedoeling dat met name de kunstenopleidingen daar hun onderkomen in zouden kunnen krijgen. Het is een hele opgave, ook met het onderwijzend team, die zich daar vandaag al op aan het voorbereiden zijn, omdat het ook een beetje herdenken gaat vergen van de manieren van lesgeven. Derde opdracht binnen onderwijs is het onderwijsflankerend beleid. Ik haal er hier maar eentje uit. Er zijn een aantal initiatieven die zeer gesmaakt worden. We werken altijd netoverschrijdend. Denk bijvoorbeeld aan de techno turner, dat loopt door, maar een nieuw initiatief zijn de Talentklassen in het provinciaal Vormingscentrum van Malle. We hebben al eens een piloot gedraaid een paar weken geleden. Dat is zeer goed onthaald. Wat betekent dat eigenlijk, die Talentklas? Dat is een verblijf voor scholen van een paar dagen tot een week waar leerlingen hun eigen diverse talenten kunnen leren er- en herkennen. Daar zit van alles in, gaande van musisch talent over natuurkracht. Dan gaan ze de tuin in, dan gaan ze het bos in. Rekenkracht zit daar onder, en er zit ook technisch talent in. Daar kunnen scholen netoverschrijdend opnieuw naartoe vanaf 2014. Het beleidsdomein Jeugd dan. 2014 is voor ons een beetje een overgangsjaar. U weet dat we naar aanleiding van de interne staatshervorming daar wat verschuiving hebben gehad van taken. Vroeger was het zo dat wij in een groot stuk van onze taak eigenlijk een soort van brievenbusfunctie hadden. Wij kregen geld van de Vlaamse overheid, wij legden daar geld naast, en wij gaven dat door aan de jeugdverenigingen. Dat is nu gestopt. Dat geld gaat in één pakket naar de jeugdverenigingen. Het is de Vlaamse overheid die dat 202

VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 rechtstreeks gaat betoelagen, op een paar uitzonderingen na van verenigingen die anders tussen wal en schip dreigen te vallen. Daar gaan wij nog altijd voor rechtstaan. Daarnaast gaan wij nu jeugdbeleid voeren. Een nieuw jeugdbeleid, maar ik wil ook zeggen dat we een paar evergreens, die we al een paar jaren draaien toch gaan verder blijven draaien, zoals de fuifbussen. Voor de jeugdverenigingen wanneer ze eens een grotere fuif organiseren denken wij dat het belangrijk is dat we kunnen zorgen voor dat veilig uit en thuis. Preventie rond gehoorschade is ook iets dat we graag verder opnemen. Wat niet helemaal nieuw is, maar wat we toch wat uitbreiden, is die focus op inclusief beleid en kwetsbare groepen. U weet, zeker de mensen die hier vorige legislatuur aanwezig waren, dat we daar een zekere traditie in hebben opgebouwd om met name de speelpleinen dat zijn die plekken waar jongeren, kinderen in de schoolvakanties terecht kunnen voor een zinvolle vrijetijdsbesteding dat we die al inclusief hadden gemaakt voor wat betreft kinderen met een handicap. Dat is heel goed aangeslagen. Dat breidt zich zo stilletjes aan, als een olievlek, uit. Wij geven de goede praktijkvoorbeelden ook graag mee, maar wij denken dat onze opdracht vandaag iets ruimer moet bemeten worden en dat we ook aandacht moeten hebben voor maatschappelijk kwetsbare jongeren in het algemeen. Kort gezegd, mensen die het thuis niet breed hebben. Als we één ding hebben geleerd de voorbije jaren dan is het wel in tijden van crisis dat mensen bereid zijn om heel veel op te geven, maar vakantie dat is moeilijk. Dat betekent daarom niet dat je per definitie op vakantie moet trekken naar heel ver weg-istan. Maar vakantie op zich is heel waardevol. Als we daar een alternatief kunnen bieden voor mensen die het misschien minder makkelijk hebben, dan doen we dat met veel plezier. Jeugdcultuur, dat is ook niet helemaal nieuw, maar dat is wel een overheveling geweest collega Lemmens sprak er gisteren over van het departement cultuur. We gaan daar verder inzetten op een aantal evergreens zoals popconcours, frappant taps, en dat soort dingen. Daarnaast denken we nog aan een ondersteuning naar gemeentebesturen toe wanneer het aankomt op wat ondersteuning van programmatie. Energie is intussen eindelijk ook een evergreen. We hebben een vierde editie net achter de rug. Ik kan u meteen meegeven dat voor de groep van mensen - dat waren er meer dan 70.000 die vrijblijvend intekenden er deze keer een heel hoog percentage van is overgestapt. Voor de mensen die via het digitale spoor inschreven en overstapten hadden we een omzettingspercentage van ongeveer 65%. Voor de mensen die via papier zijn ingeschreven, dat is heel vaak via de loketten aan het gemeentehuis, was er een overzettingspercentage van 80%. Dat is dus zeer, zeer hoog. Voor al die mensen samen hebben we meer dan 10 miljoen EUR bespaard, en we zijn er ook achter gekomen dat mensen die een lager tarief aangeboden krijgen, in tegenstelling tot wat je zou kunnen denken, niet meer gaan verbruiken, maar wel minder. Dat is tamelijk uniek dat wij dat konden becijferen, want wij zijn eigenlijk de enige instantie in dit land die op zo n grote groep mensen jaar na jaar kan nagaan wat het betekent als je een lager tarief aangerekend krijgt, en wat het geeft in je verbruik. We stelden vast dat het verbruik effectief gedaald is. We willen daar dus graag verder op inzetten met een soort groepsaankoop versie 2.0, zo hebben we het als werktitel genoemd. Wat we al zeker weten is dat we daar een nieuwe doelgroep zullen aanboren. Dat zijn de kleinere KMO s, zelfstandigen. Dat is ook niet helemaal nieuw. We zijn over het muurtje gaan kijken. Er zijn al groepsaankopen gebeurd voor uitgerekend die categorie, en ze hebben daar vastgesteld ik haal het even aan omdat 203

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN er gisteren ook gepraat werd over belastingtarieven voor zelfstandigen op een bescheiden schaal in West-Vlaanderen dat er voor 1.000 KMO s ongeveer 300.000 EUR bespaard werd, ofwel 285 EUR besparing per KMO. Als we op dat elan hier kunnen verdergaan zullen we ook een aanzienlijke bijdrage leveren tot een lastenverlaging van kleinere KMO s. IT is een beleidsdomein dat misschien minder tot de verbeelding spreekt. Dat is er hoofdzakelijk om de zaak goed te laten draaien voor ons allemaal, voor de administratie in de eerste plek. Dat betekent ook dat je daar moet blijven in investeren, want stilstaan, zeker in die sector, is achteruit gaan. Wij hebben eens goed naar die dienst gekeken en hebben gedacht als we nu een bijdrage willen leveren tot de besparing van dit provinciebestuur, dan denken we dat we dit met stip op de IT-dienst kunnen doen. Want wat hebben we gemerkt? De afgelopen jaren, en we waren daar zeker niet alleen in, heel veel besturen hebben zo geredeneerd, hebben wij heel veel dingen uitbesteed aan andere firma s. Da s prima, die leveren zeker prima werk. Alleen is het wel erg duur. Eigenlijk zijn we dan aan het investeren in externen slimmer maken. Als we dat nu eens omkeren en we trekken die mensen zelf aan, kunnen we hetzelfde werk doen voor minder geld, en we zijn in tussentijd ook in de eigen kennisopbouw in de eigen organisatie aan het investeren. Dat zou ons vanaf 2015 een jaarlijkse besparing opleveren van 355.000 EUR. De Communicatie is een beetje hetzelfde verhaal. We gaan daar ook minder uitbesteden en meer zelf doen. We komen, zoals u weet, met een nieuwe huisstijl begin volgend jaar. Wat we daar absoluut centraal stellen is de digitale dienstverlening. Dat moet makkelijk, dat moet laagdrempelig zijn, je moet gemakkelijk je vraag kunnen stellen, en bijvoorbeeld rond een subsidie snel een formulier kunnen vinden en snel een antwoord krijgen op uw vragen. Een buitenbeentje misschien in het provinciale landschap is de vzw Kempens Landschap. Collega Bellens en ik hebben de eer en het genoegen om daar beiden covoorzitter van te zijn. Wat 15 jaar geleden gestart is met 30 gemeenten ongeveer, is vandaag een uit de kluiten gewassen organisatie van 55 gemeenten. We zijn eind vorige legislatuur met al die gemeentebesturen gaan praten, omdat we merkten dat de vragen sneller en vaker komen. De nood is reëel, namelijk om waardevol patrimonium, landschap, natuurschoon te bewaren voor de gemeenschap, en ook te ontsluiten, dikwijls ook een nieuwe bestemming te geven. We hebben toen aan de gemeentebesturen gevraagd: vermits de vragen zo veelvuldig aankomen, is het voor jullie bespreekbaar om jullie bijdrage een klein beetje te verhogen dat wordt afgemeten bijvoorbeeld op het aantal inwoners. Die gemeentebesturen hebben daar ja op gezegd. Dan vinden wij het ook maar fair dat wij vanuit de provincie ook een verhoogde bijdrage gaan leveren, en dat komt neer op 303.000 EUR per jaar. Een uitzonderlijke investering in de vzw Kempens Landschap is het bedrag van 11 miljoen dat we willen steken in renovatieprojecten voor de landloperskolonies in Wortel en Merksplas. Ik toon u graag een paar oude en nieuwe sfeerbeelden, gebouwen die we daar zouden willen gaan renoveren, herbestemming voor moeten gaan zoeken, en waar wij ook hopen om tegen 2018 een UNESCO-werelderfgoedlabel in de wacht te slepen. Niet dat zo n UNESCO-label op zich geld met zich meebrengt, maar het is wel belangrijk als je naderhand nieuwe subsidiedossiers wil gaan opstellen, en gewoon als je de zaak wil gaan activeren. Dat kan goed zijn voor heel de regio daar, economisch gesproken. 204

VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 Tenslotte dan, het Arboretum in Kalmthout. Het Arboretum is gestart in 1856. Dat was toen een Antwerpse boomkweker. Die heette Charles Van Geert en had een heel succesvolle boom- en plantenkwekerij in het hartje van Antwerpen, dichtbij de dierentuin van vandaag. Als je daar nu rondloopt en je ziet nog een aantal straatnamen verwijzen naar boomgaard, naar groenten, enz., dat heeft daarmee te maken. Hij merkte toen al op dat hij wat benepen zat en keek langs die nieuwe aangelegde spoorlijn van kan ik daar wat verderop aan de slag? Wel, hij vond Kalmthout een geschikte locatie. Wij hebben daar recent een stuk bij verworven, wat maakt dat we het Arboretum nu omzeggens in oorspronkelijke grootte hebben hersteld. Ik denk dat we daarmee de ambitie van Charles Van Geert bijna hebben gerealiseerd, want hij zei: op termijn gaan daar heel veel mensen naar toekomen uit belangstelling, en er gaat ook wat lokale tewerkstelling zijn. Dat klopt absoluut, want als je vandaag de dag naar een plantendag gaat in het Arboretum sta je versteld van al de talen die je daar hoort spreken. Hier ziet u ook een plannetje van wat we heel gauw al van plan zijn. Dat is de heraanleg van de parking en de toegangsweg. Vandaag ligt de toegangsweg niet hier, maar daar en maakt een heel scherp geknikte bocht waardoor het niet mogelijk is voor bussen bijv. om op die parking te geraken. Nu we dit stuk hebben bij verworven willen we de inrit aan die kant leggen. Dan gaan we daar een duurzame inkom, entree en parkeergelegenheid, maken met ook wat verharde verbindingspaden in de tuin. Daar hebben we recent ook goed nieuws gekregen, omdat we daar wat leader subsidies voor hebben gekregen. Dames en heren, dat was in een notendop een overzicht van de plannen en de investeringen voor wat mijn beleidsdomeinen betreft. Ik sta u graag te woord voor uw vragen. Applaus Onderwijs: VOORZITTER.- De heer Verhaeven heeft het woord. De heer VERHAEVEN.- Geachte voorzitter, Gedeputeerden, Collega s, Vooraleer ik mijn betoog begin zou ik toch eventjes een gelukkige verjaardag willen toewensen aan onze voorzitter. Applaus Misschien dat er kandidaten zijn om straks tijdens de koffiepauze Happy birthday mister president te zingen. VOORZITTER.- Er zal geen pauze zijn vandaag. 205

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN De heer VERHAEVEN.- Collega s, Wij allen zijn ervaringsdeskundigen op het vlak van onderwijs. We hebben onderwijs genoten in Vlaanderen en hebben zodoende uit eerste hand kunnen vaststellen dat inderdaad het onderwijs hier van zeer behoorlijk niveau is. Dit zeker, indien men het vergelijkt met sommige andere landen. De recente PISA-studie onderstreepte dit nog maar eens: het Vlaams onderwijs behoort tot de wereldtop! De hier aanwezige collega s uit het onderwijsveld zullen dit zeker ook beamen. De provincie kiest voor een bewuste focus: een verstandige keuze gezien de bescheiden omvang van ons onderwijsnet. Zich concurrentieel opstellen tegenover de andere onderwijsnetten zou inderdaad niet verstandig zijn, ook gezien onze beperkte middelen. Bescheiden echter, betekent daarom niet minder belangrijk! De keuze om vooral te investeren in opleidingen binnen het technisch en beroepsonderwijs sluit mooi aan bij de werkveldbehoeften in onze provincie. Er is inderdaad nood aan goed opgeleid technisch personeel. Er is inderdaad nood aan bekwame en goed opgeleide mensen voor de invulling van allerhande technische beroepen. Onze steeds complexere maatschappij en steeds meer technologisch georiënteerde industrie schreeuwen om goed opgeleide en gespecialiseerde arbeidskrachten. Hierop biedt ons provinciaal onderwijsnet een mooi antwoord. Kwaliteitsvol onderwijs blijft immers de beste garantie op een job en dus op een positief zelfbeeld, een hogere levensstandaard en een constructieve deelname aan onze maatschappij. De collega s uit de raadscommissie onderwijs, uit de provinciale onderwijs adviesraad en ikzelf hebben via werkbezoeken op locatie kunnen vaststellen dat het provinciebestuur grote inspanningen heeft geleverd -en nog steeds levert trouwens- om de leerlingen een uitmuntende infrastructuur aan te bieden. Telkens werden we ontvangen door een enthousiast en gedreven onderwijsteam en werd blijk gegeven van professionaliteit, ervaring en groot pedagogisch inzicht. Maar wat vooral opviel en mijn collega s zullen dit zeker niet tegenspreken- was de bijzonder kwaliteitsvolle infrastructuur. Zowel wat betreft gebouwen en inrichting maar ook zeker de accommodatie. We kunnen er volop op vertrouwen dat de leerlingen in onze instellingen en scholen in opperbeste handen zijn. Hier heeft de provincie en het provinciebestuur goed werk geleverd. Dit betekent echter niet dat de provincie nu op haar lauweren kan gaan rusten. Er blijven nieuwe uitdagingen op ons afkomen! De snel veranderende maatschappelijke context, een economie onder druk, noodzakelijke besparingen bij de overheid, globalisering, noem maar op. Eén ding houden we best voor ogen: Laat onderwijs een prioriteit blijven om een toekomst te hebben!. Of het in onze provincie is, of in Vlaanderen, of in Europa, onze jongeren zullen hun plaats opeisen en onderwijs blijft hun sleutel hiertoe. Dank u VOORZITTER.- Mevrouw Peeters heeft het woord. 206

VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 Mevrouw PEETERS.- Mevrouw de gouverneur, Geachte voorzitter, Gedeputeerden, Collega s, Graag sluit ik me aan bij het pleidooi van mijn collega Eddy Verhaeven want ook ik met mijn beide voeten in het TSO-werkveld sta 100% achter de focus die de provincie legt, en ik zou dat graag even concreter willen toelichten. Onze maatschappij schreeuwt om technisch geschoold personeel: de personeelsadvertenties bewijzen het ten overvloede. Er is een haast dramatisch tekort aan technisch geschoolde vaklui en toch stromen onze jongeren niet door naar de TSO- en BSO-afdelingen, alle mediacampagnes zoals Techniek is sjiek of Toch wel technisch, een technische opleiding biedt meer toekomst dan je denkt ten spijt. Bij elk begin van het nieuwe schooljaar worden we weer met die harde waarheid geconfronteerd. Iedereen vindt TSO en BSO oh zo belangrijk, maar als het er op aan komt worden heel wat jongeren toch maar eerst naar het ASO gestuurd. Eens proberen is de redenering. En natuurlijk volgt dan nadien de boutade van het watervalsysteem. En toch kunnen we niet zonder ingenieurs, bouwkundigen, maar ook niet zonder schrijnwerkers, metselaars, automekaniekers, en ga zo maar verder. Daarom dat goed uitgeruste scholen een must zijn: ze lokken, wat heel belangrijk is. Maar wat zeker zo belangrijk is: zo maken ze van onze jongeren goed opgeleide technici die onze welvaarstaat op peil kunnen houden. Geen leerkracht kan goede vaklui afleveren in een werkhuis dat zijn tijd gehad heeft of in een labo dat niet over de modernste middelen beschikt. Een paar voorbeelden: hoe leer je in de autotechnieken dat tegenwoordig alle auto s vol elektronica steken als je alleen maar mechanische herstellingen kan uitvoeren in je werkhuis? Hoe leer je aan iemand de knepen van het fotolassen als je lasatelier niet aan de modernste vereisten voldoet, de kwaliteitscontrole van de las gebeurt vaak door middel van röntgenonderzoek of bijvoorbeeld met ultrasone apparatuur om naar het inwendige van de las te kijken. Begin er maar aan als je werkhuis de 21 ste eeuw nog moet betreden. Daarom kan ik alleen maar beamen wat Eddy zojuist zei: de scholen van de provincie zijn excellent uitgerust en er wordt veel zorg aan besteed om ze zo goed uitgerust te houden. Dus, hoe krijgen we onze jongeren naar de TSO- en BSO-scholen? Ik moet zeggen, het flankerend onderwijsbeleid van de provincie heeft me op dat vlak aangenaam verrast. Het doel? Een betere studiekeuze van leerlingen en een goede aansluiting van het onderwijs bij de arbeidsmarkt bewerkstelligen. Concreet betekent dit bijvoorbeeld de technotrailer of de DE KR8/O/NAUTEN : een lessenpakket waarin aandacht wordt besteed aan talentontwikkeling binnen de derde graad van het basisonderwijs. Astronaut Frank de Winne spoort de leerlingen aan op zoek te gaan naar hun talenten. De kernvraag daarbij is: Wat heb jij in je Mars? Ik was zeer aangenaam verrast, en ik hoop echt van harte dat heel veel jongeren hun technisch talenten gaan ontdekken. In Turnhout steunt de provincie Technica Turnhout: een meidenclub voor het 5 de en 6 de leerjaar die zich bezighoudt met techniek. Op zaterdag 207

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN maken ze samen leuke werkstukjes onder begeleiding van meerdere volwassen begeleidsters. Interesse? Jammer, volzet dit schooljaar. Je moet heel erg vlug zijn, maar het toont ook aan dat meisjes inderdaad ook in techniek geïnteresseerd zijn en ook die kunnen we in TSO en BSO echt wel gebruiken. Het zijn allemaal prachtige initiatieven die broodnodig zijn. Broodnodig, dan moet er mij toch nog iets van het hart. In de provinciale onderwijsadviesraad maakten we ook kennis met Inovant, een instituut voor opleiding en vorming van de provincie Antwerpen. En nu komt mijn vraag aan gedeputeerde Inga Verhaert. In het aanbod van Inovant vinden we opleidingen die ook de VVSG organiseert. Denken we maar aan de BBC-opleidingen. Zou het niet een teken van goed en modern bestuur zijn om op zoek te gaan naar samenwerkingsverbanden, uitwisseling van best practices en eventueel zelfs een relocatie van middelen? Het is mijns inziens niet ondenkbaar dat de VVSG vragende partij zou zin om een duidelijke taakverdeling af te spreken, waarbij ieder zich focust op zijn sterktes. U geeft dit idee ook reeds vorm op een gelijkaardige manier in het provinciaal onderwijs, dat sterk focust op technische en beroepsvorming. Laat ons dan ook bekijken hoe we deze lijn best doortrekken. Ik dank u. VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord. Mevrouw VAN GOOL.- Mijnheer de voorzitter, Collega s, Onze fractieleider heeft dinsdag een vurig pleidooi gehouden voor de rol die een modern provinciebestuur kan vervullen. Ondersteunen van samenwerkingsverbanden, inspelen op vragen en noden van onderuit. Dat is nu net wat ons provinciaal onderwijsbeleid doet. Het biedt een waaier aan studiemogelijkheden aan, vooral dan studies die nauw aansluiten bij de arbeidsmarkt. Het is een ruime keuze, in het algemeen secundair onderwijs, het technisch en beroepssecundair onderwijs, het kunstsecundair onderwijs en het deeltijds onderwijs. Maar het provinciaal onderwijs speelt vooral in op economische en industriële sectoren die in onze provincie sterk aanwezig zijn, zoals de (petro-)chemische nijverheid, de farmaceutische industrie, mode, toerisme, de land- en tuinbouwsector, de voedingssector en andere technische beroepssectoren die heel wat werkgelegenheid bieden. En we mogen fier zijn op de kwaliteit die het provinciaal onderwijs levert, zie maar naar de prijs die PIVA onlangs nog behaalde. Toch enkele vragen. Studeren is duur en remt jongeren soms af. De maximumfactuur in het onderwijs is daar een goede remedie tegen. Graag vernam ik van de gedeputeerde wat de stand van zaken ervan is. We moeten ook aandacht hebben voor diversiteit. Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap zet hard in op inclusief onderwijs. Hoe staat het daarmee in 208

VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 onze provinciale scholen en onderwijsinstellingen? Hoe ver staat het ook met de toegankelijkheid? Ik heb er gisteren ook al voor gepleit bij de culturele instellingen. U hebt daarnet ook gesproken dat er nog verdere belangrijke investeringen zijn in gebouwen. Ik zou ook daar willen vragen om vanaf het begin, zowel bij verbouwingen als bij nieuwbouw, rekening te houden met toegankelijkheid. Ook op het provinciale hoger onderwijs mogen we fier zijn. De aantrekkingskracht van hoger onderwijs komt niet alleen van de kwaliteit van het onderwijs hoe belangrijk ook maar ook van een aantal omgevingsfactoren, zoals vrije tijd, cultuur. Antwerpen biedt daar heel wat troeven en heeft daar ook heel veel voor gedaan. Op welke manier speelt u daarop in? Ik zou hier graag ineens de link maken naar de bevoegdheid Jeugd. Onderwijs beperkt zich immers niet alleen tot wat zich in de klas afspeelt, maar gaat ook over wat kinderen en jongeren doen in hun vrije tijd, welke tools ze aangereikt krijgen in en rond de school. Ik wil daar twee zaken aanhalen. U hebt er daarnet ook al naar verwezen, de talentenklassen en de inclusieve speelpleinen. In de commissie is al meermaals een toelichting gegeven over inclusieve speelpleinen, een heel knap project. Graag zou ik dan ook willen vragen hoe dit in de toekomst verder gestimuleerd en uitgebouwd zal worden. Onlangs hebben we een bezoek gebracht aan het Vormingscentrum in Malle, waar sinds kort talentenklassen aangeboden worden. Ook dat is een mooi project, maar het staat nog in de kinderschoenen. Wat zijn daar de plannen voor de toekomst? Collega s, de jeugd is de toekomst zegt men vaak, en dat klopt. Maar dan is het belangrijk dat die jeugd voldoende mogelijkheden krijgt om zich te ontwikkelen, om te ontspannen, om te sporten. Zaken waar niet alleen de provincie aan moet werken, maar waar zij zeker een belangrijke rol in kan spelen en ook speelt. Ik dank u. VOORZITTER.- Mevrouw De Lobel heeft het woord. Mevrouw DE LOBEL.- Collega s, als je als eerste spreker van de oppositie aan het woord komt na een paar sprekers van de meerderheid, die hier alle zeilen hebben bijgezet om te bewieroken hoe goed ze toch weer bezig zijn, en hoe mooi en hoe prachtig dat onderwijs is, dan kan je niet anders dan plotseling een andere toon zetten. Maar mijn andere toon zal in deze dan toch anders zijn dan de kritiek, of te zeggen wat u gezegd hebt dat het niet waar is. Ik ga het gewoon over iets anders hebben. U hebt het over de kwaliteit van de scholen. Mijn vraag is niet of dat het goede scholen zijn. Ik zal daarna straks nog wel zeggen dat ik daar van overtuigd ben. Mijn vraag is simpel. Moet dit niveau onderwijs organiseren? Alhoewel dit toch een belangrijke vraag is ga ik mijn tussenkomst deze keer korter houden dan in februari vorig jaar. Niet omdat onderwijs een ondergeschikte post op dit budget zou zijn, integendeel. Al minstens bij de investeringen lopen ze zo met ongeveer alles weg wat we hebben, en mevrouw Verhaert heeft daarjuist nog heel trots laten zien wat ze er allemaal mee van plan is. Maar ik ga het kort houden omdat ik weinig anders kan vertellen 209

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN dan wat ik al in februari deed, en ook omdat ik mij geen enkele illusie maak dat wat ik hier kom vertellen ook maar het minste gehoor zou vinden of welke verandering dan ook teweeg zou brengen. Niet alleen omdat het tot de ongeschreven regels van het politiek bestel hoort dat de meerderheid nooit ingaat op voorstellen van de oppositie, en al zeker niet op die van mijn fractie, maar ook en vooral omdat het hebben van onderwijs in deze gremium een zo heilige koe blijkt te zijn waarmee zoveel belangen gepaard schijnen te gaan, dat alleen het voorstellen om daar eens over te na denken of we dat nu echt moeten blijven doen, gelijkstaat aan vloeken in de kerk. En toch is het precies dat wat ik hier wil doen. Ik had bij de bespreking in februari mijn betoog over dat het mogelijk wel eens zinnig zou kunnen zijn het onderwijs af te schuiven naar een ander niveau, opgehangen aan het paradepaardje van het Antwerps provinciaal onderwijs, onze wereldberoemde PIVA. Het is daarjuist nog eens gezegd, en ik herhaal, ik ben het daar mee eens. Ik heb toen, wat te voorspellen was, in alle replieken die ik gekregen heb van wie dan ook, te horen gekregen hoe goed en hoe degelijk en hoe onvervangbaar en hoe gerenommeerd tot ver over onze provinciegrenzen deze school toch wel is, ook al was ik zelf daarmee begonnen. Dus om herhaling van dat dovemansgesprek van februari te vermijden herhaal ik, bevestig ik, ja collega s: de PIVA is een prachtschool die in een duidelijke behoefte voldoet, die terecht een prijs heeft gekregen, en die terecht ons paradepaardje is. Ik heb geen enkele moeite om dat te erkennen, alleen daarover gaat mijn betoog niet. Ik wil het vandaag over een heel andere school in Antwerpen hebben, een uitzonderlijk hoogstaande, niet alleen interprovinciale, maar ook internationaal bekende en gerenommeerde school, nl. de Hogere Zeevaartschool. De Hogere Zeevaartschool is natuurlijk geen provinciale school, maar als je er goed over nadenkt had ze dat best kunnen zijn. Ze past grotendeels binnen de krijtlijnen die gedeputeerde Verhaert naar voor schoof voor wat het provinciaal onderwijs betreft. Het is een unieke school binnen onze provincie. Je hebt een soort opleiding die nergens anders wordt aangeboden. Collega s, mag ik u vragen u even in te beelden dat door een wat rare wending van het lot in dit apenland is alles mogelijk- de Hogere Zeevaartschool morgen zou overgedragen worden naar de provincie. Een zeer onwaarschijnlijke gedachtegang, ik geeft het toe, maar gaat u toch even mee in deze veronderstelling. Zouden wij als provinciebestuur dan zeggen: nee, nee, dat moet u zeker niet doen, dat kunnen wij niet aan, dat gaat niveauverlaging teweegbrengen en de internationale faam van deze school om zeep helpen. Natuurlijk niet, want het zou ook niet juist zijn. Ik ben er echt van overtuigd dat met dezelfde leiding en omkadering als vandaag de Hogere Zeevaartschool een net zo goede gerenommeerde school zou blijven mocht ze morgen aan de provinciale bevoegdheid worden overgedragen. Waarom kan ik daar zo zeker van zijn? Omdat het niet de inrichtende macht is die de kwaliteit van een school bepaalt, maar wel de school zelf en de mensen die ze leiden. Maar als dat zo is, als dat geldt voor het imaginaire geval dat de Hogere Zeevaartschool aan de provincie zou worden overgedragen dan geldt dat natuurlijk ook omgekeerd. Zou dat dus ook gelden voor de PIVA en andere provinciale scholen mochten die naar het Vlaams Gewest worden overgedragen? Er is geen enkele objectieve reden waarom we a priori er moeten vanuit gaan dat zo n overdracht zou leiden tot niveauverlaging of verschraling van deze scholen. Dus vraag ik u nogmaals met aandrang om niet weer te komen aandraven met de gekende plejade over hoe goed en uniek onze provinciale scholen in het algemeen, en de PIVA in het bijzonder, wel zijn. Nog eens, ten overvloede en ten treure, ik erken dat, dat is zo. Maar 210

VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 dat doet hier niets ter zake. Ik herhaal: niet de inrichtende macht bepaalt het niveau van een school. Ik stel mij dus geen vragen bij de kwaliteit van onze scholen, maar ik stel de vraag welk beleidsniveau het best zou optreden als inrichtende macht. Collega s, de grote krachtlijnen van dit budget, we hebben de titels in de kranten ook gezien, waren dat we op alles gaan besparen. We moeten wel. Maar niet op de investeringen voor onderwijs, daar gaan we onze inspanningen juist nog verhogen. Toen ik dat hoorde en las dacht ik: tien, dat is raar. Toen ik in het begin van het jaar voorstelde dat we konden besparen en geld op andere posten overhouden op onderwijs, kreeg ik als antwoord: dat is niet waar, want onderwijs kost ons eigenlijk niets want het Vlaams Gewest betaalt dat allemaal. En nu gaat als ons geld van investeringen er naartoe. Dat is eigenaardig. Nu het Vlaams Gewest de kraan nog verder heeft toegedraaid moet alles wat leeft en beweegt binnen dit provinciaal bestel rigoureus besparen om toch maar de investeringen voor onderwijs te kunnen blijven betalen en uitbreiden. Ik heb bij deze budgetbespreking bijna alle sprekers bij alle onderwerpen horen afgeven op dat verschrikkelijke Vlaamse Gewest dat ons toch zoveel geld heeft afgepakt. Wat blijkt? Wat we overhouden gaan we bijna in zijn geheel, toch wat investeringen betreft, in onderwijs en scholenbouw stoppen. Collega s, dan ligt de oplossing toch olifantengroot voor u te dansen. Geef die scholen aan het Vlaams Gewest en laat ze zelf hun scholen bouwen, en je houdt al dat geld over voor alle die prachtige nuttige projectjes en pampersubsidies waar we met zoveel spijt in het hart en tranen in het oog, gedwongen door de Vlaamse regering, de schaar hebben moeten in stellen. Zo simpel is dat, en iedereen is tevreden. Even ernstig nu, er is geen enkel objectief argument om in een zo klein land als Vlaanderen onderwijs naast het lokale niveau en het gewestniveau ook nog te organiseren op een intermediair niveau als de provincie. Andere provincies die geen onderwijs meer hebben bewijzen dat al lang. Er is evenmin een objectief argument om te stellen dat een overdracht van het onderwijs tot een verlaging of kwaliteit van aanbod zou leiden, of voor de leerlingen op enige mate een achteruitgang zou betekenen. Het enige wat onder een dergelijke overdracht schade zou ondervinden, dat is zeker, is het gezwollen ego van diegenen die van de overheidsbevoegdheid hun machtsbasis hebben gemaakt. Ik was begonnen met te zeggen dat ik het kort zou maken, vooral omdat ik mij geen illusies maak dat dit voorstel binnen de huidige machtsverhoudingen enige kans maakt om ook maar overwogen te worden. U zal er zelfs niet willen over nadenken. Ik moet dus genoegen nemen met de zekere wetenschap dat dit een evolutie is waar we uiteindelijk toch niet zullen onderuit kunnen. Helaas zal het, als het doorgevoerd wordt, niet ten gevolge zijn van het gezond verstand, maar gedwongen door budgettaire beperkingen. Op dat moment dat u dat hier zal voordragen als de budgettaire mirakeloplossing, dan zal ik kunnen zeggen: zie je wel, ik heb dat al in 2013 gezegd. Dat is niet erg. Dat is mijn taak. Ik ben dat ondertussen gewoon. Het eerste voorstel dat ik ooit in 1984 deed in de Antwerpse gemeenteraad werd net als dit voorstel nu op minachting en gelach onthaald. Twee legislaturen later, en dat kan u nazien in de pers, liet Mieke Vogels zich trots fotograferen voor het eerste vuilstraatje dat zij als toenmalig bevoegde schepen in Antwerpen had laten installeren, precies dat wat ik in 1984 had voorgesteld. Het zij zo. Alleen gelijk krijgen op 211

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN lange termijn is niet altijd even prettig, maar het is nog altijd beter dan achteraf zijn eigen kortzichtigheid onder de neus gewreven te krijgen. VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Dank u wel aan de mensen die tussenkwamen. Mijnheer Verhaeven, ik ben heel erg opgetogen met de grote betrokkenheid die er is vanuit zowel de raadscommissie Onderwijs alsook vanuit de adviesraad Onderwijs. Ik heb het deze middag nog aan de collega s gezegd: het is werkelijk prettig om te werken met de mensen die een hart hebben voor onderwijs. Het maakt dat je ook wat kan doorpraten over thema s die daar van belang zijn. Ik hoop oprecht dat we daar in de lengte van jaren op die manier kunnen gaan verder werken. Ik dank ook mevrouw Peeters voor de lovende woorden over o.a. het flankerend onderwijsbeleid. Ik ben er van overtuigd dat we ook ambassadeurs nodig hebben voor dat technisch en beroepsonderwijs, nog los van, mevrouw De Lobel, welk net het organiseert. Voor dat type van onderwijs heb je doodeenvoudig ambassadeurs nodig. Ik weet dat wij hier met een aantal van die ambassadeurs in de zaal zitten. Opnieuw oprechte dank daarvoor. Wat uw vraag betreft rond Inovant daar hebt u absoluut een punt. We zouden inderdaad goed moeten samenwerken met VVSG. We proberen dat ook. We proberen die opleidingen ook wat op mekaar af te stemmen, net zoals we proberen afstemmen met opleidingen die vanuit een andere provincie worden gegeven, of niet meer worden gegeven. We denken, in alle bescheidenheid, dat er wel een aantal verschillen zijn in de inhoud van, maar het is evident en u hebt daar een punt- dat daar ook overleg rond moet zijn met VVSG. Dat doen we. Wat voor ons de grootste drijfveer is om dingen te organiseren dat is natuurlijk wat OCMW s en gemeenten aan ons vragen. Waar zij noden zien proberen wij op in te spelen. Mevrouw Van Gool, u vraagt naar de stand van zaken van de maximumfactuur. Dat is bij het begin van dit schooljaar geïntroduceerd. Dat is een maximumfactuur in de eerste graad van ons secundair onderwijs en bedraagt 250 EUR. De afspraak is dat we dat hebben ingevoerd, dat we dat ook permanent zullen evalueren, dat er ook dit jaar een werkgroep is opgestart, opnieuw netoverschrijdend zodat ook andere netten daar mogelijks hun profijt mee kunnen doen uit de praktijk die wij nu aan het opzetten zijn. U vraagt ook naar de stand van zaken in het inclusief onderwijs. Wij zetten als inrichtende macht, maar dat is dan wel beperkt tot onze eigen scholen, al jaar en dag in op inclusief onderwijs. Wij hebben bijvoorbeeld extra zorgomkadering voor kinderen, jongeren met dyslexie, dyscalculie, enz. Daar staan we ons graag op voor om dat ook zo te behouden. Idem dito voor de toegankelijkheid. Wij hebben natuurlijk een zekere luxe met het centrum voor Toegankelijkheid en onze dienst Infrastructuur die dicht met mekaar gehuisvest zitten en die ook nauw overleg hebben, en die dat zeker ook zullen doen en blijven doen voor onze onderwijsinfrastructuur. U vraagt naar omkadering in het hoger onderwijs rond cultuur. Ja, daar hebben wij aandacht voor, en nu zeker met de nieuwe app die een feit is en met de opleidingen die daar zeker met de nodige knowhow toe bijdragen. Ik moet u eventjes het antwoord schuldig blijven of wij even ver gaan als wat de universiteit doet. Dat moet ik eens natrekken, maar er zijn zeker initiatieven rond. 212

VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 De stand van zaken inclusieve speelpleinen: ik denk dat u daar een punt heeft. We moeten samenwerken met andere actoren om dat idee van inclusief zover mogelijk te laten doorwerken. Daarom dat we nu ook bewust hebben gekozen, niet alleen voor samenwerking met een aantal organisaties die daar bijzonder in thuis zijn met het omgaan met maatschappelijk kwetsbare jongeren, om in de eerste plaats nu te gaan samenwerken met steden en gemeenten die ook extra middelen hebben gekregen vanuit het Vlaamse niveau om daar op in te zetten. Dan bundelen we wat middelen en maken we zo wellicht een grotere impact. Ik denk dat we met de stad Antwerpen ook zoiets hebben afgesproken intussen. Dat moet nu zijn uitrol gaan krijgen. Dat werkt een beetje als een olievlek. Je zet wat goed praktijkvoorbeelden op, je leert daaruit, want er gebeuren ook fouten natuurlijk, en dan proberen we dat verder door te vertalen naar andere steden en gemeenten. Mevrouw De Lobel, moet de provincie onderwijs organiseren? Wij kiezen daarvoor om dat te organiseren. Wij zijn ook 100% bevoegd om dat te organiseren. Ik denk in alle bescheidenheid we kennen mekaar niet persoonlijk- dat mijn ego daar niet te gek veel van te lijden heeft. Ik beschouw dat als een eer en een voorrecht om dat te mogen doen. Ik denk in alle bescheidenheid, en u geeft dat zelf ook aan, waarvoor dank, dat er goed werk wordt geleverd. Dat is niet per se mijn verdienste, maar van heel veel mensen die in dat onderwijs staan. Maar u zegt dat het per definitie een dovemansgesprek gaat zijn. Ik moet u tegenspreken, want wij hebben in het verleden al wel eens oefeningen gedaan, en wij hebben al wel eens gesprekken aangeknoopt met andere netten. Wat blijkt? Die andere netten zijn niet geïnteresseerd in onze scholen, wel het tegendeel. We krijgen wel regelmatig vragen van andere netten of wij van hun scholen kunnen overnemen. Het is ook zo dat tot vandaag in alle Vlaamse provincies, in alle Waalse provincies, ook provincies aan de slag zijn met het inrichten van onderwijs. Dat is niet in steen geschreven. Daar zijn al wel eens wijzigingen. Soms gebeuren daar overdrachten in deze of gene richting. Bijvoorbeeld in het volwassenenonderwijs hebben wij vorige legislatuur een aantal opleidingen afgestoten. Wij hebben dat met een grote strik errond overgedragen naar het gemeenschapsonderwijs. Wij hebben op onze beurt een centrum voor deeltijds leren overgenomen. Waarom? Omdat wij gewoon dachten dat wij beter geplaatst waren om dat te organiseren. Het gemeenschapsonderwijs was in het geval van die opleidingen waar we over spraken beter geplaatst om die te organiseren. Dus dat staat allemaal niet zo gebetonneerd als u doet uitschijnen. We weten ook uit ervaring bij andere provincies dat daar waar er scholen zijn overgedragen naar andere netten dat het ook niet per definitie een groot succesverhaal is. Ik denk dat we daar gewoon met gezond verstand naar moeten kijken, maar vandaag de dag heeft de provincie een opdracht. Wij zijn voor 100% bevoegd. Uw laatste tussenkomst, waar u zegt dat alle andere initiatieven van de provincie, die u dan als pamperinitiatieven omschrijft, moeten besparen terwijl we toch geld geven aan onderwijs, daar zegt u zelf dat de investeringen in onderwijs en het onderwijs an sich goed is. Dan begrijp ik eigenlijk niet zo heel erg goed waar u naartoe wil. VOORZITTER.- Mevrouw De Lobel heeft het woord. Mevrouw DE LOBEL.- Ik heb gezegd dat het een dovemansgesprek zou worden. Mevrouw Verhaert heeft dat natuurlijk juist bewezen. Juist dat allerlaatste, haar stijl eigen, legt 213

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN zij mij weer woorden in mijn mond die ik absoluut niet gezegd heb. Dat is een heel handige politieke manier om niet te moeten antwoorden wat er wel gezegd is. Ik heb hier alleen gezegd, mevrouw Verhaert, in die projecten dat ik hier iedereen op zijn beurt over zijn dossier en zijn commissie heb horen komen wenen hoe erg het toch is dat dit verkeerstuintje, en dat rood licht, en zo verder, allemaal onder de besparingen vallen. Ik heb daar al badderend bij gezegd: geef die scholen af en dan hou je geld genoeg over voor uw projecten. Dat is alles wat ik gezegd heb, en iets anders moet u mij niet in mijn mond leggen. VOORZITTER.- De heer Verhaeven heeft het woord. De heer VERHAEVEN.- Mevrouw De Lobel, ik zou als iemand die al in het onderwijs staat gedurende geruime jaren toch willen opmerken dat de inrichtende macht wel degelijk invloed heeft op de manier hoe de mensen kunnen werken in het onderwijs. VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 5/1 en 5/2 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 5/1 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Identificatienummer 40100010. Budget 2014 en meerjarenplan 2014-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 26 september 2013 de oprichting van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen goedgekeurd. Dit provinciebedrijf wordt met ingang van 1 januari 2014 operationeel. Overeenkomstig het oprichtingsbesluit heeft het autonoom provinciebedrijf als missie en visie: Missie: Binnen de grenzen van de provinciale mogelijkheden en de maximumcapaciteit hebben alle leerlingen en cursisten die dat willen de kans om kwalitatief sterk provinciaal onderwijs te volgen, met de nadruk op technisch en beroepsonderwijs en gericht op levenslang en levensbreed leren. Visie: Via het pedagogisch concept wordt aan alle betrokkenen van het provinciaal onderwijs, zoals leerlingen, cursisten, ouders, personeelsleden en bedrijven, kenbaar gemaakt volgens welke pedagogische visie en volgens welk opvoedingsproject het POA werkt. Deze visie kunnen we samenbrengen tot zeven speerpunten of strategische doelstellingen: Een weloverwogen studieaanbod dat nauw aansluit bij de arbeidsmarkt zoals ze zich in de provincie Antwerpen ontwikkelt Onderwijs voor iedereen, op voorwaarde dat hij of zij de vooropgestelde pluralistische principes aanvaardt Veelzijdige vorming, in de breedte en in de diepte 214

VERGADERING VAN 12 DECEMBER 2013 Zorgzaam onderwijs Een aangenaam en veilig schoolklimaat Kwalitatief sterk onderwijs Eenheid met respect voor ieders eigenheid. Het budget bevat op het niveau van de acties indicatoren en streefwaarden om de realisatiegraad op te volgen. In het meerjarenplan en het budget worden de financiële consequenties voor de genomen beleidskeuzes opgenomen. Het document zit in bijlage van dit provincieraadsstuk. Voor 2014 zijn volgens de budgettaire personeelsbehoefte, 138,13 VTE nodig. De jaarlijkse dotatie, die het provinciebestuur aan het autonoom provinciebedrijf uitkeert om haar missie en activiteiten te ontwikkelen, vindt uw raad terug in het budget van de provincie. Deze dotatie bedraagt voor 2014 7.969.525,00 EUR. In het meerjarenplan is 8.138.446,00 EUR voor 2015, 8.336.920,00 EUR voor 2016, 8.540.255,00 EUR voor 2017, 8.748.573,00 EUR voor 2018, en 8.961.993,00 EUR voor 2019 als dotatie ingeschreven. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 19 september 2013. Het ontwerp van het budget 2014 en van het meerjarenplan 2014-2019 van het autonoom provinciebedrijf werden door de deputatie goedgekeurd op 19 september 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het Provinciedecreet; Gelet op het provincieraadsbesluit van 26 september 2013 houdende de oprichting en de goedkeuring van de statuten van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen ; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Goedgekeurd wordt het meerjarenplan 2014-2019 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Artikel 2: Goedgekeurd wordt het budget 2014 van het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen. Artikel 3: Goedgekeurd wordt dat het autonoom provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen voor het uitvoeren van zijn budget 2014 een dotatie van 7.969.525,00 EUR zal ontvangen. Bijlagen: Budget 2014 en meerjarenplan. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. 215

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Nr. 5/2 van de agenda Autonoom provinciebedrijf Inovant. Identificatienummer 40100600. Budget 2014 en meerjarenplan 2014-2019. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door uw raad werd in vergadering van 25 september 2008 de oprichting van het autonoom provinciebedrijf Inovant goedgekeurd. Dit provinciebedrijf werd met ingang van 1 januari 2009 operationeel. Overeenkomstig de statuten heeft het autonoom provinciebedrijf als missie: Het autonoom provinciebedrijf Inovant heeft tot doel: - het uitwerken en aanbieden van kwaliteitsvolle en betaalbare opleidingen, lezingen, vorming, training, lezingen en seminaries; - het begeleiden van de ontwikkeling en de verbetering van de competenties; - het verrichten van onderzoek naar opleidingsbehoeften en dit zowel op korte als lange termijn; - het aantrekken en ter beschikking stellen van docenten en het voorbereiden van en ter beschikking stellen van al het nodige didactische materiaal; - het plannen, uitvoeren, controleren en evalueren van de voormelde opleidingen; - alle andere voorbereidende en begeleidende activiteiten inherent aan voormelde doelstelling. Dit alles is gericht op de activiteiten van zowel het leidinggevend personeel als de medewerkers van de lokale besturen in de provincie Antwerpen. In eerste instantie betreft het de steden en gemeenten, OCMW en de medewerkers van de provincie Antwerpen. In tweede instantie richt het autonoom provinciebedrijf zich ook naar andere doelgroepen in de publieke sector zoals politiezones, intercommunales, huisvestingsmaatschappijen, ed. Het APB Inovant speelt hiermee in op vormingsbehoeften van de lokale besturen die ze door hun beperkte schaal zelf niet kunnen organiseren. Het betreft de uitvoering van een bovenlokale doelstelling van provinciaal belang. Het autonoom provinciebedrijf kan gekwalificeerd personeel inhuren of beroep doen op gespecialiseerde bureaus en/of bedrijven voor het verstrekken van de bovenvermelde activiteiten. Het autonoom provinciebedrijf kan leningen aangaan en giften of toelagen ontvangen binnen de grenzen, gesteld in deze statuten en de beheersovereenkomst. Het autonoom provinciebedrijf kan door de Vlaamse regering gemachtigd worden om in eigen naam en voor eigen rekening over te gaan tot onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van zijn doelstellingen. Het autonoom provinciebedrijf kan vrij, binnen de grenzen van zijn doel, overgaan tot de verwerving, de aanwending en de vervreemding van alle roerende en onroerende goederen, op dewelke zij alle zakelijke en persoonlijke rechten mag vestigen. Het autonoom provinciebedrijf kan andere rechtspersonen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen, voor zover dat past in zijn 216