Verslag regiovergadering KFPS Regio s Het Friese Paard Wolvega en It Fryske Greidhynder Datum 11 november Tijd 20.00-22.10 uur locatie: Café Restaurant Overwijk, Tijnje Aanwezig circa 40 leden Landelijk bestuur: dhr. Pots Landelijk bureau: Ids Hellinga Afzeggingen: Hannie van Wijnkoop. 1. Opening De heer Aerts opent de vergadering om 20.00 uur. 2. Mededelingen Er is een afzegging binnen van Hannie van Wijnkoop vanwege familieomstandigheden. 3. Ingekomen stukken Er zijn geen ingekomen stukken. 4. Vaststellen van het verslag van de vergadering van 20 mei 2015 Er zijn geen opmerkingen over dit verslag. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Verslag Ledenraadsvergadering Mevr. Sleenwijk vraagt, naar aanleiding van het verslag, naar het aantal herkeuringen van de laatste jaren. Dit waren er 90 in 2012, 76 in 2013, 102 in 2014 en 90 in 2015. Dhr. Haagsma vraagt naar cijfers per hengst over doodgeboren of vlak na de geboorte overleden veulens. Dhr. Hellinga stelt voor dit per veulen te vermelden in een aparte kolom in de database. Er is een vraag over de toegankelijkheid van de database. Dhr. Hellinga zegt dat de gegevens worden beschermd ten opzichte van bijvoorbeeld andere stamboeken. Er wordt met de nodige zorg omgegaan met de gegevens. 5. Financiën A. (Meerjaren) begroting 2016 Dhr. Pots zegt dat het stamboek de laatste jaren financieel gezond is. We gaan er verder vanuit dat het dieptepunt van het aantal dekkingen achter de rug is, en er weer een voorzichtige stijging komt. Men vraagt zich af of 500 á 600 dekkingen per jaar meer, over de komende 4 jaren, realistisch is. Dhr. Pots merkt op dat de afgelopen 15 jaren er gemiddeld 6.500 dekkingen waren, nu is dat 4.000 dekkingen per jaar. Dhr. Hellinga vult dit aan met dat er in het topjaar 2002 zo n 8.300 dekkingen waren. Mocht komend jaar die toename in dekkingen niet worden gerealiseerd, dan wordt de meerjarenbegroting opnieuw bekeken. Dhr. Pots: De groei wordt met name ook in het buitenland verwacht. Doeke merkt op dat doordat er de laatste jaren minder veulens zijn geboren, er ook minder jonge merries zijn. Met als gevolg minder capaciteit om veulens te fokken. Dhr. Hellinga antwoordt: Er zijn 70.000 paarden geregistreerd, waarvan 35.000 merries, dan zijn er zeker genoeg merries beschikbaar
om het aantal dekkingen te kunnen halen, er is zelfs overcapaciteit. Geconstateerd wordt dat het ledenbestand vergrijst en dat er weinig jongeren zijn die de financiële middelen hebben om te fokken. Henk geeft het bestuur een pluim voor het opstellen van deze meerjarenbegroting, op veel posten is de begroting voorzichtig. Wel zijn de registratie en keuringen veel hoger begroot. Dhr. Hellinga antwoordt: Dat komt door de beslissing die vorig jaar is genomen, dit is dus realistisch op basis van de verhoging waartoe besloten is. Op de vraag waarom de promotiekosten van 108.000 naar slechts 7.000 zijn gegaan, antwoordt dhr. Hellinga dat hij dit even niet paraat heeft. Hij zal het nakijken. Hij vult dit later aan met dat er vorig jaar eenmalig hoge kosten zijn gemaakt vanwege onder meer het logo. B. Vaststellen contributie en tarieven Iedereen verklaart zich akkoord met het voorstel tot verhoging op basis van het landelijk gehanteerde indexcijfer. C. Overige Verhoging beleggingsmandaat Dhr. Pots: Het belegginsmandaat is nu 500.000. In de ledenraad is geopperd om dit te verhogen en het bestuur stelt nu voor het beleggingsmandaat te verhogen tot 1.000.000. Wel met een beleid tot matig defensief beleggen, dus met weinig risico maar met een veel hoger rendement dan nu de vaste rente bij de bank oplevert. Dhr. Hellinga: Uiteindelijk is het geld van de leden dus nemen we geen groot risico. Er staat wel drie miljoen op de bank dus het gaat om een niet erg groot deel van het kapitaal. De heer Van der Linden merkt op dat er in het verleden een commissie was bij het KFPS met mensen uit de bankenwereld. Is dat niet nu ook verstandig? Dhr. Hellinga antwoordt: De penningmeester komt uit de bankenwereld en de beleggingen lopen via professionals bij de ABN- AMRO die een goede kijk op beleggen hebben. De vergadering stemt in met vergroting van het beleggingsmandaat. 6. Benoemingen A. Bestuur De termijn van de voorzitter dhr. Wassenaar loopt af en hij stelt zich herkiesbaar. B. Herkeuringsjury De heer Frenk Jespers is tussentijds toegevoegd aan de herkeuringsjury zoals is gepubliceerd in de Phryso met een uitvoerig interview. Mevrouw Hompe en dhr. Bergsma blijven en het voorstel is dhr. De Boer als voorzitter toe te voegen in de plaats van dhr. Veldstra. 7. Sportlidmaatschap Dhr. Pots vertelt dat dit voorstel een voortvloeisel is van opmerkingen in de Ledenraad, daar is gevraagd om een vorm van donateurschap c.q. sportlidmaatschap. Het voorstel is bedoeld om belangstellenden van het Friese paard te binden aan het stamboek en beperkt voorzieningen en diensten te bieden tegen betaling zoals een abonnement op de Phryso. Dhr. Van der Linden vraagt hoe dit is vormgegeven. Dhr. Pots antwoordt dat alle genoemde voordelen hetzelfde zijn als voor leden maar de deelname aan keuringen, registratie van paarden en stemrecht ontbreken. Over de naamgeving wordt nog nagedacht. Het voordeel is participatie in het stamboek zonder het volle pond te moeten betalen. Er wordt verwacht dat dit niet ten koste zal gaan van het aantal gewone leden, maar die kans bestaat wel. Dhr. Reidinga: Hoe groot is het aantal leden dat fokt en het aantal leden dat geen paard heeft. Antwoord: Dat is niet geheel bekend, wel weten we dat het aantal leden dat fokt minder is dan de
helft. Mevr. Bouwman vraagt of je om mee te doen aan de Fryso bokaal lid moet zijn. Ja daarvoor moet je lid zijn. Geen van de aanwezigen is tegen het voorstel van een sportlidmaatschap. 8. Voorstel wijziging registratiereglement Dhr. Hellinga: Dit voorstel is onder meer om kansen in de markt voor het Friese paard te creëren in het buitenland, zoals Zuid-Amerika. En om onderscheid te maken tussen gebruiks- en sportpaard. We moeten ons niet alleen op het exterieur richten - we fokken geen Barbie-paard - maar met name ook op gebruik en karakter. Daarvoor is het inzichtelijk maken van sportaanleg belangrijk. Bij de hengsten is daar al veel aan gedaan en het hiaat ligt nu bij de moederlijnen. Op het moment is van slechts één op de vijf hengstenmoeders iets over de sport bekend zoals een sportpredicaat, IBOP of sportklassering. Van kroon- of modelmerries is vaak wel wat bekend maar van de stermerries veelal niet. Uit die groep willen we meer informatie hebben en bieden aan de fokkers. Het voorstel is dan ook om een vorm te zoeken om sportresultaten meer inzichtelijk te maken, en hoe dan? Daarom ligt dit voorstel nu op tafel. Zo kan de IBOP genoemd worden of ook nog de daarin behaalde klasse A, B of C, waarbij C 73 punten is, B 77 punten en C 80 of meer. Opgemerkt wordt dat daar wel twee kanten aan zitten: als je financieel niet in staat bent om je merrie de IBOP te laten doen, wordt je benadeeld ten opzichte van fokkers die dit wel kunnen doen. Opgemerkt wordt dat er bij de KNHS sportresultaten bekend zijn, die kunnen opgevraagd worden als je die sportgegevens wilt hebben. Dat terwijl de IBOP een momentopname is en ook sterk afhankelijk van de ruiter. De IBOP staat hier echter niet ter discussie, het gaat om het vermelden van de gegevens. Mevr. Roos: Het gaat om een extra vermelding, in principe is dat een goede zaak. Met die A of B (dus meer dan 77 punten) prima maar met die C zou ik niet zo trots zijn. Een IBOP- of ABFP score staan nu niet op het papier maar die scores zijn wel in de database terug te vinden. Opgemerkt wordt dat ook de hele uitslag met de cijfers voor de aparte onderdelen vermeld kan worden op het papier. Opgemerkt wordt dat het goed zou zijn als testen zoals de IBOP meer toegankelijk zouden worden gemaakt. Want het idee is goed maar hoeveel gaat dat de fokkers kosten en hebben de fokkers dat er wel voor over? Een andere opmerking is dat het mogelijk zou moeten zijn om zo n test een tweede keer te doen met een andere jury, net zoals de herkeuringsjury. Er wordt gesteld dat op het punt van beoordeling de verschillende juryleden diverse uitgangspunten hebben, de lat ligt bij verschillende juryleden op een andere hoogte. Bijvoorbeeld als een paard gespannen is maar wel een paar goede passen in stap laat zien, kijk je dan naar de goede passen of alleen naar de slechte. Antwoord: Een jonge merrie hoeft nog niet bevestigd te zijn, het gaat toch om de aanleg en bruikbaarheid. Opgemerkt wordt dat het goed zou zijn dat, wanneer je je merrie voor de keuring opgeeft, er op het digitale formulier ruimte zou zijn om sportgegevens in te vullen. Als die wens er is kan dat aangepast worden. Mevr. Kroes merkt op dat om een merrie klaar te maken voor de IBOP er een flinke investering nodig is, om die reden komen veel merries onvoldoende voorbereid naar de test. Dhr. Hellinga: Het belangrijkste punt is: kies je voor alleen exterieur of wil je ook een gebruiks- en sportpaard. Het gaat nu niet om de precieze invulling maar het principe om sportaanleg inzichtelijk te maken. Het is duidelijk dat men in de vergadering voorstander is van het vermelden van meer dan alleen een letter, liever de hele balk met alle cijfers van de IBOP-onderdelen, dus zo volledig mogelijk. Er wordt gevraagd of het vastleggen van hengstenmoeders niet een taak is voor het stamboek. Dhr. Hellinga antwoordt dat fokken iets is voor de fokkers, die keuzes van de combinatie hengst-merrie
maken de fokkers zelf. Opgemerkt wordt dat je om de sportgegevens van merries te krijgen, je toch ook een oproep in de Phryso kunt plaatsen. Dan kunnen de fokkers zelf die gegevens aanleveren. Dhr. Hellinga antwoordt dat dit niet het probleem is, van 80% van de hengstenmoeders zijn geen sportgegevens ook niet bij de KNHS, die lopen alleen in de wei. Het punt wordt afgesloten, het is immers een discussiepunt en geen punt om nu over te beslissen. De vergadering wil duidelijk zoveel mogelijk vermeld zien op het papier, het liefst het volledige IBOPresultaat. 9. Rondvraag Gert-Jan vraagt of het waar is dat juryleden en inspectie niet meer mogen zeggen uit een Beartmoeder. Dhr. Hellinga: Bij een keuring zou daarmee de indruk gewekt worden dat niet alleen exterieur en gangen meespelen maar ook de afstamming. Bovendien staat de afstamming al in het keuringsboekje. Doeke: Waarom wordt er dan niet geheel blind gekeurd, want je wordt toch beïnvloed als jurylid of inspectie door de gegevens over de afstamming. Dhr. Hellinga: Blind keuren is onuitvoerbaar omdat de voorbrengers ongevraagd al met informatie komen over familie en eerder behaalde keuringsresultaten. Daar moet de jury toch al afstand van nemen. De consequentheid in keuren wordt door één der aanwezigen ter discussie gesteld. Hij merkt op dat resultaten per keuring, dus per jury, met dezelfde paarden flink kunnen verschillen. Suzanne stelt voor de voorbrengers te verbieden hun mond open te doen over afstamming en resultaten. Voorgesteld wordt om een test te doen met een keuring, niet de hengstenkeuring, die blind wordt uitgevoerd. Dhr. Hellinga: Juryleden maakt het niet uit, die gebruiken de informatie van de afstamming niet als ze het exterieur en gangen beoordelen. Dhr. Aerts: Als dit onderwerp zo leeft, zou iemand dit als voorstel in moeten brengen zodat dit bij de Ledenraad op de agenda komt. Janke: Als ik iemand enthousiast wil maken voor het sportlidmaatschap, hoeveel gaat dit dan kosten? Dhr. Hellinga: dat is nog niet bekend, het gaat nu alleen nog over het principe. Vraag: Hoe komt het dat de VIP-tafels zoveel duurder zijn bij de hengstenkeuring terwijl die tafels van 8 naar 6 personen gaan. Dhr. Pots antwoordt: Dat heeft met de veiligheid (daarom van 8 naar 6), de toegevoegde catering en de marktwerking te maken. Er is veel vraag naar en op dit moment zijn bijna alle VIP-tafels al verkocht. Doeke: Vorig jaar was er een discussie over de fokker van het jaar, dat er bij de keuze meer op kwantiteit dan kwaliteit zou zijn gelet. Dhr. Hellinga: Daar is een commissie op gezet die daar nu naar kijkt. Doeke: Voor de uniformiteit van de beoordeling door juryleden bij de IBOP, zou het goed zijn om die juryleden elk jaar bij elkaar te laten zitten en ervaring en kennis uit te laten wisselen. Antwoord: Dit gebeurt al wel met een presentatie en een discussie, maar nog meer uitwisseling zou goed zijn. Mevr. Kroes: Wat betreft het punt duurzaamheid, hoe wordt er gedacht over vroegrijpe paarden, moeten die nu bevoordeeld worden bij klassering of juist niet? En er is een minimum stokmaat, moeten we niet denken aan ook het instellen van een maximum stokmaat? Antwoord: Het is een trend dat grotere paarden minder sterk of gezond zijn, maar dat geldt niet voor elk groot paard. Bovendien worden de paarden door betere voeding nu groter dan vroeger, daar hoeft dus geen genetische reden voor te zijn. Opgemerkt wordt dat het bestellen van kaarten en het gebruik van korting die het stamboek biedt, allemaal digitaal moet. Niet iedereen beschikt echter over een computer. Dhr. Hellinga: Zegt u maar hoeveel kaarten u wilt hebben en dan bied ik u er hier ter plaatse een oplossing voor aan. Dhr. Pots
merkt op dat de kaartverkoop is uitbesteed, klachten hierover worden doorgespeeld en besproken. Om 22.10 uur sluit de heer Aerts de vergadering en bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en hun aanwezigheid ondanks Sint Maarten.