Molen Rijn & Weert Molen Rijn & Weert is een korenmolen in Werkhoven in de provincie Utrecht. Een korenmolen is een molen waarmee uit graan meel wordt gemalen. Vroeger waren er zogenaamde banmolens of dwangmolens, en men was verplicht om daar het graan te laten malen. De oudste vermelding van de Werk- hovense molen dateert van 1395. De molen stond toen bij kasteel Beverweerd. In 1882 werd deze molen afgebroken, waarna een nieuwe op de huidige plaats verrees. Over de naam Tot september 1992 had deze molen geen naam; het was toch de enige molen van Werkhoven. Tijdens de restauratie werd een naam bedacht: de molen werd vernoemd naar de Kromme Rijn en kasteel Beverweerd. Trivia Bij de herbouw werd de kap naar voorbeeld van een paar oude foto s nagemaakt. Op die foto s waren in het achterkeuvelens een aantal kleine ruitjes te zien. Deze kwamen natuurlijk terug. Bij nader inzien, en na het opduiken van foto s van later datum, bleken die ruitjes erop geschilderd te zijn geweest. De inmiddels verdwenen vangstok liep er dwars doorheen! Ambacht Toen de korenmolen nog een onvervangbare schakel vormde in de voedselvoorziening, stond de molenaar hoog in aanzien. Tot na de middeleeuwen waren zij georganiseerd in korenmolenaarsgilden. Wie molenaar wilde worden, moest twee jaar in de leer en wie slaagde voor het molenaarsexamen, werd na het betalen van gildepenningen tot het gilde toegelaten. Alhoewel de molenaarsgilden zijn verdwenen, bestaat ook nu nog het molenaarsexamen, dat na een opleiding van twee jaar kan worden afgelegd. Wie slaagt, mag zich molenaar noemen. Al in de oudheid maalden mensen hun graan, aanvankelijk met twee over elkaar wrijvende stenen, later met ronddraaiende handmolens of kweerns, weer later met watermolens of windmolens. Het zijn de twee molenstenen die in de korenmolen het eigenlijke maalwerk verrichten. De onderste steen, de ligger, zit vast aan de vloer van de steenzolder, met daarboven met een kleine tussenruimte de loper (de maalsteen die kan draaien). Daartussenin valt het graan door het kropgat in de draaiende loper op de ligger. De afstand tussen de twee stenen is door de molenaar nauwkeurig in te stellen door een speciaal mechanisme, het paard genoemd. Met behulp van de lichtstok worden door de molenaar twee of drie balken via hefboomwerking op- of neergelaten, waardoor de loper hoger of lager komt te staan. Om het werk van de molenaar te verlichten is in veel molens een regulateur aangebracht,die met middelpuntvliedende kracht door middel van gewichten aangedreven wordt en zo meehelpt de loper op de goede hoogte ten opzichte van de ligger te laten draaien. De hoogte van de afstelling is onder andere afhankelijk van de aandrijfkracht, van het te malen product en de gewenste fijnheid van het meel. De beste maalsnelheid wordt bij een windmolen bereikt als het wie- kenkruis zestig enden (wieken) per minuut ronddraait.
Door scherpsel (groeven) in de stenen wordt het graan naar de buitenzijde van de stenen gedreven en daardoor gemalen. Het te malen graan wordt eerst in het kaar boven op de maalkuip of maalstoel gestort. Via een uitstroomopening, die open of gesloten kan worden, komt het graan in de schuddebak. Deze bak wordt door de steenspil heen en weer bewogen, waardoor het graan gedoseerd in het kropgat valt. In de houten steenkuip wordt het meel, door een aan de loper bevestigde aanjager, meegenomen tot het een gat in de meelring passeert om vervolgens in de meelpijp te vallen. Het wordt daarna op de maalzolder opgevangen in de maalbak, waaronder een meelzak hangt. Het ambacht van korenmolenaar kent vele facetten: hij heeft niet alleen verstand van het malen van graan, hij moet als windmolenaar ook verstand hebben van het weer. Hij moet bijvoorbeeld de wolkenvormen goed kennen, om te weten wanneer hij de windmolen nog verantwoord kan laten draaien. Wanneer de molen bij te sterke wind op hol slaat, bestaat het risico dat hij in brand vliegt. Vroeger verloor de molenaar dan voor lange tijd zijn inkomsten- bron. Naast het malen van graan en het omgaan met de grillen van het weer, moet een korenmolenaar de molenstenen goed kunnen scherpen. Dat is iets wat regelmatig nodig is om een goed product te kunnen krijgen. Locatie en adres Molen Rijn & Weert Werkhovenseweg 26 3985 MH Werkhoven http://www.korenmolen-werkhoven.nl/ 18
Bijlage 5 Bedankbrief Beste kinderen, Fijn dat jullie langs geweest zijn. We hebben het nestje een mooi plekje buiten gegeven en gezien dat het vogeltje het nestje weer kon vin- den. We waren heel blij met jullie bezoek en ideeën. Fijn dat de molen nu weer graan kan malen. We hopen jullie nog eens terug te zien met je vader of moeder als de molen draait. Vriendelijke groeten, Daan en de molenaars 19
Bijlage 6 Lessuggesties 1. Lied: t Is van de wind Opdrachten - Zing het liedje en paar keer voor. De leerlingen zingen mee. - Stel de volgende vraag: Is er verschil tussen de melodie van deel 1 en 2? - De leerlingen klappen de maat mee (= 2x per maat, dus op t is en wind) - Op de maat van het lied draaien de leerlingen rond met de armen zijwaarts (=molen) afwisselend op een neer (de wieken). - Tijdens het zingen van de eerste regel draaien de leerlingen linksom en de tweede regel rechtsom. 2 - Windspel 20
Opdrachten - Oefen eerst iedere regel met alle leerlingen. Laat de wind woorden met veel expressie uitspreken. - Verdeel de leerlingen in vier groepen. Groep 1 komt erbij en zegt langzaam zzzoefff en herhaalt dit. Groep 2 komt erbij en zegt in dezelfde tijd woesj woesj en gaat door. Groep 3 komt erbij zegt hoeie hoeie hoei hoei en gaat door. Groep 4 zegt alleen op de vierde tel heel hard tssjjchoehhh. - Geef nu aan of de leerlingen harder moeten worden of juist zachter. NB: Kies voor twee of drie groepen als het spel vierstemmig te moeilijk is. Moeilijkheid bij harder en zachter is dat de leerlingen vaak ook sneller gaan! 3 - Ritmespel bij het lied Een deel van de groep zingt het lied en een ander deel probeert regel 1 van bovenstaand ritmespel er als begeleiding doorheen te zeggen. In schema: t is van de wind dat de molen draait de zzzoeff zzzoeff zzzoeff zzzoeff Misschien lukt het om meerdere regels als begeleiding te gebruiken. In schema: t is van de wind dat de molen draait de zzzoeff zzzoeff zzzoeff zzzoeff woesj woesj woesj woesj woesj woesj woesj woesj 4 - Regen en windklankspel De leerlingen zitten in een kring. De bedoeling is dat er een geluid wordt opgebouwd. Het principe is dat nummer één (uzelf bijvoorbeeld) een geluid voordoet; nummer twee komt erbij met hetzelfde geluid, enzovoort. Als de hele kring het eerste geluid maakt, doet u duidelijk een ander geluid voor, en om de 21 beurt veranderen de leerlingen het geluid dat ze maken, in het nieuwe geluid. Zo verandert langzaam het bestaande geluid in het nieuwe. Ga zo door. We nemen in dit geval allerlei wind- en regengeluiden als voorbeeld: 1. in de handen wrijven 2. zachtjes met de vingertoppen op elkaar tikken 3. met de nagels onder de stoelzitting tikken 4. met de handen op de knieën slaan 5. met de voeten op de grond stampen 6. met de handen op de knieën slaan 7. met de nagels onder de stoelzitting tikken 8. zachtjes met de vingertoppen op elkaar tikken 9. in de handen wrijven Het effect van dit spel is dat het geluid van zacht via harder naar hard gaat, en weer terug.
5 - Extra liedjes 1 - Zo gaat de molen Spel bij Zo gaat de molen Het gedeelte over de molen wordt tweemaal zo langzaam gezongen als dat over de wieken. De leerlingen staan in een kring. Bij Zo gaat de molen lopen de leerlingen rechtsom in wandelpas. Bij Zo gaan de wieken loopt de kring linksom (eventueel houden ze een lang, tot een cirkel geknoopt touw vast). Laat de leerlingen zelf een beweging verzinnen voor de molen en voor de wieken. 22
2 - Een muis in een molen in mooi Amsterdam Gezongen door: Rudy Carrell en de Damrakkertjes Couplet Er was eens een muisje in mooi Amsterdam Die zat in een molen heel stiekem verscholen Hij dacht bij zichzelf: wat is het toch fijn Een muis in een molen in Mokum te zijn Refrein Ik zag een muis! Waar? Daar op de trap Waar op de trap? Nou daar! Een kleine muis op klompjes Nee, t is geen grap t Ging van klipklippedieklap op de trap O ja! Het muisje was eenzaam en zocht naar een vrouw En piep zei een muis in het voorhuis, ik trouw En toen zongen ze samen: wat is het toch fijn Een muis in een molen in Mokum te zijn De muis kreeg een vijfling en allen gezond Toen aten de muisjes beschuitjes met muisjes Ze zongen toen allen: wat is het toch fijn Een muis in een molen in Mokum te zijn De muizenfamilie werd vreselijk groot De molenaar vluchtte, hij was als de dood Voor de muizen die zongen: wat is het toch fijn Een muis in een molen in Mokum te zijn Slot De muizen die hebben het fijn naar hun zin De molen staat leeg want geen vrouw durft erin 23