Flanders ISSP 2002 Family and Changing Gender Roles III Questionnaire

Vergelijkbare documenten
Flanders ISSP 2004 Citizenship Questionnaire

Flanders (Belgium) ISSP 2007 Leisure Time and Sports Questionnaire

Flanders ISSP 2002 Family and Changing Gender Roles III Questionnaire

Sociaal-Culturele Verschuivingen in Vlaanderen 2010

Sociaal-Culturele Verschuivingen in Vlaanderen 2009

Vragenlijst: Socio-demo

Strategische studie. Plurimedia Produkten - Attitudes. Socio-demografische vragenlijst

ONDERZOEK VERPLAATSINGSGEDRAG VLAANDEREN. Personenvragenlijst 1 (ouders mogen hun kinderen helpen bij het invullen)

Vragenlijst voor de ouders (mondelinge afname)

Vragenlijst Socio-Demo

ONDERZOEK VERPLAATSINGSGEDRAG VLAANDEREN. Personenvragenlijst 1 (ouders mogen hun kinderen helpen bij het invullen)

U hebt aangegeven dat de verantwoordelijke voor aankopen jonger dan 18 jaar is. Is dit correct? 1 ja 2 nee

Belgium ISSP 2013 National Identity III Questionnaire (Dutch)

Recruteringsvragenlijst / Verplaatsingsonderzoek

Vragenlijst Ouder. Scheiding in Vlaanderen Golf Deel 1

DUTCH VERSION (FINAL) General Internet Usage Q1 single Hoe vaak maakt u gewoonlijk gebruik van internet? year (1900 TO current year - 12)

Travel Survey Questionnaires

In te vullen door Gemeente/ To be filled out by Municipality

In te vullen door Gemeente/ To be filled out by Municipality

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

AANVRAAGFORMULIER VERMINDERD STUDIEGELD academiejaar

Flanders - Belgium. ISSP 2007 Flanders

ZA6282. Flash Eurobarometer 403 (Citizens Perception about Competition Policy, wave 2) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

TOESLAG OP DE KINDERBIJSLAG

Houdt u er alstublieft rekening mee dat het 5 werkdagen kan duren voordat uw taalniveau beoordeeld is.

ZA4883. Flash Eurobarometer 247 (Family life and the needs of an ageing population) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK 2010 BONAIRE

ZA6773 Flash Eurobarometer 435 (Perceived Independence of the National Justice Systems in the EU among the General Public)

Persoonsgegevens personal details

Vragenlijst Nieuwe partner

Flanders - Belgium. ISSP 2008 Flanders - Belgium

4. Werkt u voltijds of deeltijds? q voltijds q deeltijds aantal uren per week:.. of aantal dagen per week:

AANVRAAGFORMULIER INFORMATIEVE BEREKENING STUDIETOELAGE academiejaar

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK)

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Flanders - Belgium. ISSP 2009 Flanders - Belgium

broer / zus / vader / moeder / zoon / dochter / andere*:. Bedrag waarvoor uw wenst borg te staan:. Voornaam: Straat + nummer: Postnr en woonplaats:

WELZIJN EN STRESS OP HET WERK

ZA5893. Flash Eurobarometer 375 (European Youth: Participation in Democratic Life) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

Datum: Formulier rustpensioenen Gezinstoestand. Naam:... Adres:... Telefoonnummer: Antwoorden (Kruis de overeenstemmende.

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

v.z.w. Residentie Hof Ter Linden

ESS DOCUMENT DATE: VLAAMSE ANTWOORDKAARTEN HOOFDVRAGENLIJST (ESS RONDE 6, 2012)

ZA5947. Flash Eurobarometer 401 (Young People and Drugs) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

BIOGRAFISCHE VRAGENLIJST

GEZINSENQUÊTE Vragenboekje B

Recht op een toeslag op de kinderbijslag. Mevrouw, mijnheer,

PERSBERICHT Brussel, 23 oktober 2013

Inlichtingensteekkaart Ongeval met gekwetsten

IF CV002_ (ANY ELIGIBLE) = 1. Ja OR CV002_ (ANY ELIGIBLE) = DONTKNOW

Vragenlijst voor de ouders

ZA5775. Flash Eurobarometer 340 (The Charter of Fundamental Rights of the European Union) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

Inleiding. Aan organisaties vragen we om zoveel mogelijk van hun leden de enquête te laten invullen.

Vragenlijst maatschappelijke participatie 50 plussers

Socio-economic situation of long-term flexworkers

ZA4566. European Election Study Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

DE BETEKENIS VAN WERKEN

ZA4726. Flash Eurobarometer 192 (Entrepeneurship) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

Recht op een toeslag op de kinderbijslag

Recht op een toeslag op de kinderbijslag

ZA5899. Flash Eurobarometer 385 (Justice in the EU) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

U bent gekwetst naar aanleiding van een ongeval CHECKLIST VAN DE DOCUMENTEN DIE U IN UW DOSSIER MOET BIJHOUDEN

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Recht op een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen buiten België

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

WELZIJN EN STRESS OP HET WERK

Aanvraag voor een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen BUI TEN België

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

Enquête Welzijn op het werk

contact telefoon fax dossiernummer

SOLLICITATIEFORMULIER

VLAAMSE ANTWOORDKAARTEN HOOFDVRAGENLIJST (ESS RONDE 3, 2006) versie SEPTEMBER 2006

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

WELZIJN EN STRESS BIJ ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS

Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk

Betreft: Aanvraag voor een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen buiten België

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid Juli E. Zelfstandige arbeid

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

VLAAMSE ANTWOORDKAARTEN HOOFDVRAGENLIJST (ESS RONDE 4, 2008)

Vragenlijst voor de ouders

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

U bent gekwetst naar aanleiding van een ongeval. Algemene inlichtingen

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

ZA5776. Flash Eurobarometer 341 (Gender Inequalities in the European Union) Country Questionnaire Netherlands

Recht op een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen buiten België

Meestal is het niet nodig een aanvraagformulier in te vullen. U kunt ook telefonisch of per mail, fax of brief kinderbijslag aanvragen.

ONDERZOEK VERPLAATSINGSGEDRAG VLAANDEREN. Gezinsvragenlijst 1. In deze vragenlijst vragen we naar een aantal gegevens van het gezin.

CONTACT QUESTIONNAIRE

Schalen bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2015

BIJLAGE. bij VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE

Kinderbijslag na de leerplicht Studenten

Kandidatuur lezersraad Het Nieuwsblad

PAGINA BESTEMD VOOR DE INTERVIEWER. Vragenlijst. (lente 1994) man W3A006 MV vrouw

P19Fisc-A. Recht op een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen buiten België. Mevrouw, mijnheer,

BIJZONDERE INSTRUCTIES

Transcriptie:

Flanders ISSP 2002 Family and Changing Gender Roles III Questionnaire

Vragenlijst APS survey 2002 VRAGENLIJST REPONDENTNUMMER : INLEIDING : INTERVIEWERNUMMER : ENQ. : DE INLEIDING DIENT OM DE RESPONDENT DUIDELIJK TE MAKEN WAT VAN HEM/HAAR GEWENST WORDT EN WAAROM. LEES ZE SPONTAAN VOOR. Dit onderzoek peilt naar waarden en opvattingen die leven onder de Vlaamse bevolking. Het wordt uitgevoerd door SIGNIFICANT in opdracht van de Vlaamse overheid. U bent zoals 1500 andere Vlamingen op een toevallige wijze gekozen uit het bevolkingsregister. Om te kunnen nagaan hoe waarden en opvattingen verschillen naargelang bevolkingsgroepen, worden eerst vragen gesteld over uw leeftijd, opleiding, beroep en zo meer. Daarna komt een deel vragen over solidariteit. Het is voor ons zeer belangrijk dat u probeert de vragen zo volledig en zo juist mogelijk te beantwoorden. Bij heel wat vragen is er geen juist of fout antwoord, ze gaan over wat u persoonlijk denkt. Alle vragen en geformuleerde uitspraken in deze vragenlijst worden vanuit onderzoeksdoeleinden gesteld, dit betekent uiteraard niet dat de Vlaamse overheid noodzakelijk achter de geformuleerde uitspraken staat. Neem dus rustig de tijd om na te denken. Als een vraag niet duidelijk is, dan zegt u het maar, dan lees ik ze nog eens voor. Het spreekt vanzelf dat uw antwoorden strikt vertrouwelijk zijn. De antwoorden van alle 1500 geïnterviewden worden samengevoegd en in tabellen verwerkt zodat achteraf niemand, buiten uzelf, kan weten wat u heeft geantwoord. Na de afname van deze vragenlijst zal ik u nog een kortere vragenlijst afgeven. Mag ik u vragen deze korte vragenlijst schriftelijk te beantwoorden en de ingevulde vragenlijst binnen de week terug te zenden met deze reeds gefrankeerde en geadresseerde omslag? ENQ. : NOTEER DE JUISTE BEGINTIJD (24 uur klok) : uur minuten ENQ. : DE JUISTE DATUM 2002 1. In welk jaar en welke maand bent u geboren? (ENQ. : noteer jaartal en maand) Jaar : 19 Maand 2. Bent u als Belg geboren? - ja - 1 - neen - 2 2.a. Heeft uw vader van bij zijn geboorte de Belgische nationaliteit? - ja - 1 GA NAAR VRAAG 2.c. - neen - 2 2.b. Welke was de nationaliteit van uw vader bij zijn geboorte? (ENQ. : noteer nationaliteit) 1

2.c. Heeft uw moeder van bij haar geboorte de Belgische nationaliteit? - ja - 1 GA NAAR VRAAG 3 - neen - 2 2.d. Welke was de nationaliteit van uw moeder bij haar geboorte? (ENQ. : noteer nationaliteit) 3. (ENQ. : noteer of de respondent man of vrouw is) - man - 1 - vrouw - 2 4.a. Heeft u momenteel betaald werk (ook zelfstandigen hebben betaald werk een officiële bijverdienste is ook betaald werk, PWA is geen betaald werk)? - ja - 1 - neen - 2 GA NAAR VRAAG 16 De volgende vragen hebben betrekking op uw huidig hoofdberoep. 4.b. Werkt u voltijds of deeltijds in uw hoofdberoep? - voltijds - 1 GA NAAR VRAAG 5 - deeltijds - 2 4.c. U werkt deeltijds. Hoeveel werkt u in uw deeltijdse job, uitgedrukt in %? ((ENQ : antwoord van de respondent omrekenen in %. Voorbeeld: respondent zegt 4/5 deeltijds. Noteer dan 80%) % deeltijds 5. Over het algemeen genomen, hoeveel uren betaald werk oefent u uit tijdens een week, dus van maandag t.e.m. zondag, overuren inbegrepen? Met werk bedoelen we werk in functie van uw beroep. (ENQ. : noteer aantal uren) uren per week 6.a. Bent u tevreden over het aantal arbeidsuren dat u per week presteert? - ja - 1 GA NAAR VRAAG 7 - neen - 2 2

6.b. Hoeveel uren zou u dan willen presteren? (ENQ. : noteer aantal uren) uren per week 7. Wanneer verricht u betaald werk? Is dat uitsluitend op werkdagen tussen 7u en 19u of is dit ook op andere momenten? - uitsluitend op werkdagen tussen 7u en 19u - 1 - ook op andere momenten - 2 GA NAAR VRAAG 9 8. Bent u al dan niet bereid met wisselende uren te werken? - ja - 1 - neen - 2 GA NAAR VRAAG 9 8.a. Er zijn verschillende mogelijkheden om met wisselende uren te werken. Mag ik u vragen eerst de antwoordmogelijkheden op kaart 8.a. aandachtig te lezen? Welke van de mogelijkheden verkiest u? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. (ENQ. : meerdere antwoorden mogelijk) - s morgens vroeger beginnen en s avonds vroeger eindigen - 1 - s morgens later beginnen en s avonds later werken - 2 - nachtwerk - 3 - zaterdagwerk - 4 - zondagswerk - 5 - onregelmatige werktijden - 6 9. Hoe nauwkeurig kunt u bij de aanvang van uw dagtaak (of shift) voorspellen wanneer uw dagtaak (of shift) zal gedaan zijn? Mag ik u vragen eerst de antwoordmogelijkheden op kaart 9 aandachtig te lezen? Er is maar één antwoord mogelijk. - op 5 minuten na - 1 - het kan variëren tot op een kwartier - 2 - het kan variëren van een kwartier tot een half uur - 3 - het kan variëren van een half uur tot een uur - 4 - het kan variëren van 1 uur tot 2 uur - 5 - het varieert meer dan 2 uur - 6 10. Hoe dikwijls neemt u werk mee naar huis om er daar verder aan te werken? U kan één van de antwoordmogelijkheden van kaart 10 kiezen. (ENQ. : 1 enkel antwoord mogelijk, bij thuiswerkers omcirkel code 9) - nooit - 1 - één keer of enkele keren per jaar - 2 - ongeveer één keer per maand - 3-2 à 3 keer per maand - 4 - ongeveer één keer per week - 5 - meerdere keren per week - 6 - (niet van toepassing) - 9 3

11.a. Heeft u in uw beroep de leiding over anderen? - ja - 1 - neen - 2 GA NAAR VRAAG 12.a. 11.b. Om hoeveel personen gaat het dan? (ENQ. : noteer aantal) personen 12.a. Wat is uw huidig beroep?.. 12.b. Kunt u mij een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving geven van wat uw beroep precies inhoudt? ENQ. : noteer het antwoord zo volledig mogelijk) 12.c. Op kaart 12.c. vindt u een lijst met een aantal professionele categorieën terug. Bekijk deze lijst eens nauwkeurig. Kunt u me zeggen met welke categorie uw hoofdberoep overeenstemt? - ongeschoolde arbeider/arbeidster - 1 GA NAAR 13.a. - geschoolde arbeider/arbeidster - 2 GA NAAR 13.a. - bediende - 3 GA NAAR 13.a. - hoger bediende/kader - 4 GA NAAR 13.a. - kleine zelfstandige/handelaar - 5 GA NAAR 12.d. - landbouwer/landbouwster - 6 GA NAAR 12.d. - vrij beroep - 7 GA NAAR 12.d. - zelfstandig ondernemer of groothandelaar - 8 GA NAAR 12.d. - andere (ENQ. : preciseer) - 9 GA NAAR 12.d. of 13.a. afhankelijk van het antwoord 12.d. U werkt als zelfstandige, hoeveel werknemers stelt u tewerk, uzelf niet inbegrepen? - aantal werknemers: GA NAAR 13.b. 13.a. Werkt u bij de overheid of in de privé-sector? - bij de overheid - 1 - in de privé-sector - 2 - andere (ENQ. : preciseer).. - 3 4

13.b. Kunt u de sector waarin u werkt nader beschrijven? U kan kaart 13.b. gebruiken om te antwoorden. - landbouw en visserij - 1 - delfstoffenwinning en industrie - 2 - energie- en waterleidingbedrijven - 3 - bouwnijverheid - 4 - handel - 5 - horeca - 6 - vervoer / transport - 7 - communicatie en informatica - 8 - financiële instellingen (banken, verzekeringen) - 9 - zakelijke dienstverlening - 10 - openbaar bestuur / openbare sector - 11 - onderwijs - 12 - gezondheids- en welzijnszorg - 13 - cultuur en overige dienstverlening - 14 - andere (ENQ. : preciseer).. - 15 14. Wanneer u aan uw hoofdberoep denkt, hoe dikwijls vreest u dan dat u uw werk zal verliezen door faillissement of ontslag? U kan kaart 14 gebruiken om te antwoorden. - nooit - 1 - zelden - 2 - soms - 3 - vaak - 4 - weet niet - 7 15. Ik zou het nu even willen hebben over een aantal elementen in uw job. U kan kaart 15 gebruiken om te antwoorden. Daarop staan de volgende antwoordmogelijkheden: zeer ontevreden, eerder ontevreden, niet tevreden maar ook niet ontevreden, eerder tevreden of zeer tevreden. Zou u mij kunnen vertellen in welke mate u tevreden bent met (ENQ. : lees één voor één voor 1 enkel antwoord mogelijk per item) ZEER ONTEVREDEN EERDER ONTEVREDEN NIET TEVREDEN/ NIET ONTEVREDEN EERDER TEVREDEN ZEER TEVREDEN 1. uw loon 1 2 3 4 5 2. uw werkzekerheid 1 2 3 4 5 3. de mate waarin u uw kennis en 1 2 3 4 5 vaardigheden kan gebruiken 4. de inhoud van uw job 1 2 3 4 5 5. uw directe chef 1 2 3 4 5 6. uw collega s 1 2 3 4 5 7. uw kansen op promotie 1 2 3 4 5 8. de fysieke werkomstandigheden 1 2 3 4 5 9. de werkdruk 1 2 3 4 5 10. de uurregeling waarin u werkt (de tijdstippen waarop u werkt) 1 2 3 4 5 11. de mogelijkheden om bij te leren tijdens de werkuren 1 2 3 4 5 12. de mate waarin u zelf beslissingen kan nemen over uw werk 1 2 3 4 5 13. uw werk in zijn geheel 1 2 3 4 5 (ENQ. : GA NAAR VRAAG 23) 5

16. U oefent momenteel geen betaald werk uit. Welke situatie is op u momenteel van toepassing? U kan één van de mogelijkheden van kaart 16 kiezen. - gepensioneerd (brugpensioen, pré-pensioen, ) - 1 - huisvrouw of huisman - 2 - in ziekteverlof - 3 - in bevallingsverlof - 4 - in loopbaanonderbreking / met verlof zonder wedde - 5 - arbeidsongeschikt - 6 - in ouderschapsverlof - 7 - werkloos - 8 - op zoek naar een eerste job - 9 GA NAAR VRAAG 23 - ik studeer in volledig dagonderwijs - 10 GA NAAR VRAAG 21 - meewerkend in gezins- of familiebedrijf - 11 - andere (ENQ. : preciseer).. - 12 17. Had u vroeger betaald werk? - ja - 1 - neen - 2 GA NAAR VRAAG 23 18.a. Welk beroep heeft u het laatst uitgeoefend? 18.b. Kunt u mij een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving geven van wat uw beroep precies inhield? (ENQ. : noteer het antwoord zo volledig mogelijk)... 19.a. Had u in uw beroep de leiding over anderen? - ja - 1 - neen - 2 19.b. Op kaart 19.b. vindt u een lijst met een aantal professionele categorieën terug. Bekijk deze lijst eens nauwkeurig. Kunt u me zeggen met welke categorie uw hoofdberoep overeenstemde? - ongeschoolde arbeider/arbeidster - 1 GA NAAR 19.d. - geschoolde arbeider/arbeidster - 2 GA NAAR 19.d. - bediende - 3 GA NAAR 19.d. - hoger bediende/kader - 4 GA NAAR 19.d. - kleine zelfstandige/handelaar - 5 GA NAAR 19.c. - landbouwer/landbouwster - 6 GA NAAR 19.c. - vrij beroep - 7 GA NAAR 19.c. - zelfstandig ondernemer of groothandelaar - 8 GA NAAR 19.c. - andere (ENQ. : preciseer). - 9 GA NAAR 19.c. of 19.d. afhankelijk van het antwoord 6

19.c. U was zelfstandige. Hoeveel werknemers stelde u tewerk, uzelf niet inbegrepen? - aantal werknemers:. GA NAAR VRAAG 19.e 19.d. Werkte u bij de overheid of in de privé-sector? - bij de overheid - 1 - in de privé-sector - 2 - andere (ENQ. : preciseer).. - 3 19.e. Kan u de sector waarin u werkte nader beschrijven. U kan kaart 19.e. gebruiken om te antwoorden. - landbouw en visserij - 1 - delfstoffenwinning en industrie - 2 - energie- en waterleidingbedrijven - 3 - bouwnijverheid - 4 - handel - 5 - horeca - 6 - vervoer / transport - 7 - communicatie en informatica - 8 - financiële instellingen (banken, verzekeringen) - 9 - zakelijke dienstverlening - 10 - openbaar bestuur / openbare sector - 11 - onderwijs - 12 - gezondheids- en welzijnszorg - 13 - cultuur en overige dienstverlening - 14 - andere (ENQ. : preciseer).. - 15 ENQ. : Indien respondent gepensioneerd is of huisvrouw/huisman [indien code 1 of 2 op vraag 16] : GA NAAR VRAAG 23 20. Wanneer u aan uw huidige situatie denkt, hoe dikwijls vreest u dan dat u in de komende jaren geen werk meer zal krijgen? U kan kaart 20 gebruiken om te antwoorden. - nooit - 1 - zelden - 2 - soms - 3 - vaak - 4 - weet niet - 7 ENQ. : GA NAAR VRAAG 23 7

(ENQ. : ENKEL VOOR RESPONDENTEN DIE VOLLEDIG DAGONDERWIJS VOLGEN) 21. U studeert momenteel in volledig dagonderwijs. Welke onderwijsrichting volgt u? U kan kaart 21 gebruiken om te antwoorden. - algemeen vormend LSO - 1 - technisch LSO (A3) - 2 - beroepsonderwijs LSO - 3 - buitengewoon LSO - 4 - algemeen vormend HSO - 5 - technisch HSO (A2) - 6 - beroepsonderwijs HSO - 7 - buitengewoon HSO - 8 - niet-universitair hoger onderwijs korte type (A1) - 9 - niet-universitair hoger onderwijs lange type - 10 - universitair onderwijs - 11 - andere of bij twijfel (ENQ. : preciseer).....- 12 22. Wanneer u aan het einde van uw studies denkt, hoe dikwijls vreest u dan dat u geen werk zal krijgen? U kan kaart 22 gebruiken om te antwoorden. - nooit - 1 - zelden - 2 - soms - 3 - vaak - 4 - weet niet - 7 ENQ. : VRAGEN VOOR ALLEN 23. Bent u momenteel lid van een vakbond, was u vroeger lid of bent u nooit lid van een vakbond geweest? - momenteel lid - 1 - vroeger lid - 2 - nooit lid geweest - 3 (ENQ. : INDIEN VADER NOOIT BETAALD WERK HEEFT GEHAD : SPECIFICEER DAN ZIJN STATUUT OP NUMMER 10 INDIEN MOMENTEEL GEEN WERK MAAR WEL OOIT GEHAD : NOTEER LAATSTE JOB) 24 Op kaart 24 vindt u een lijst met een aantal professionele categorieën. Kunt u me zeggen met welke categorie het hoofdberoep van uw vader overeenstemt of overeenstemde? - ongeschoolde arbeider - 1 - geschoolde arbeider - 2 - bediende - 3 - hoger bediende/kader - 4 - kleine zelfstandige/handelaar - 5 - landbouwer - 6 - vrij beroep - 7 - zelfstandig ondernemer of groothandelaar - 8 - andere (ENQ. : preciseer). - 9 - geen betaald werk (ENQ. : preciseer). - 10 8

(ENQ. : INDIEN MOEDER NOOIT BETAALD WERK HEEFT GEHAD : SPECIFICEER DAN HAAR STATUUT OP NUMMER 10 INDIEN MOMENTEEL GEEN WERK MAAR WEL OOIT GEHAD : NOTEER VOOR LAATSTE JOB) 25. En welk is/was het hoofdberoep van uw moeder? U kan opnieuw kaart 24 gebruiken om te antwoorden. - ongeschoolde arbeidster - 1 - geschoolde arbeidster - 2 - bediende - 3 - hoger bediende/kader - 4 - kleine zelfstandige/handelaar - 5 - landbouwster - 6 - vrij beroep - 7 - zelfstandig ondernemer of groothandelaar - 8 - andere (ENQ. : preciseer) - 9 - geen betaald werk (ENQ. : preciseer).. - 10 (ENQ. : INDIEN DE RESPONDENT VOLLEDIG DAGONDERWIJS VOLGT (CODE 10 OP VRAAG 16) GA NAAR VRAAG 26.a. INDIEN RESPONDENT GEEN VOLLEDIG DAGONDERWIJS VOLGT GA NAAR VRAAG 26) 26. Op kaart 26 staan een aantal diploma s en getuigschriften. U kan deze rustig doorlezen. Wat is het hoogste getuigschrift of diploma dat u heeft behaald? - geen - 0 - lager onderwijs - 1 - algemeen vormend LSO - 2 - technisch LSO (A3) - 3 - beroepsonderwijs LSO - 4 - buitengewoon LSO - 5 - algemeen vormend HSO - 6 - technisch HSO (A2) - 7 - beroepsonderwijs HSO - 8 - buitengewoon HSO - 9 - niet-universitair hoger onderwijs korte type (A1) - 10 - niet-universitair hoger onderwijs lange type - 11 - universitair onderwijs - 12 - andere of bij twijfel (ENQ. : preciseer) - 13 ENQ. : VRAGEN VOOR ALLEN 26.a. Hoeveel jaren hebt u (reeds) onderwijs gevolgd? Tel het lopende schooljaar niet mee indien u nog les volgt. (ENQ. : vul 0 in indien de respondent in geen enkel jaar in het betrokken niveau les heeft gevolgd) - aantal jaren lager onderwijs:.. - aantal jaren middelbaar (hoger en lager) onderwijs:. - aantal jaren hoger onderwijs (korte of lange type, universitair): 27.a. 33 Questions about life long learning 9

ENQ. : VRAGEN VOOR ALLEN Wij willen ook enkele vragen stellen over uw echtgenoot (echtgenote) of vaste partner. 34.a. Bent u, gehuwd, weduwnaar/weduwe, wettelijk of feitelijk gescheiden of ongehuwd? - gehuwd - 1 GA NAAR 34.d. - weduwnaar/weduwe - 2 GA NAAR 34.b. - wettelijk gescheiden - 3 GA NAAR 34.b. - feitelijk gescheiden (nog getrouwd maar niet meer samenwonend met echtgeno(o)t(e)) - 4 GA NAAR 34.b. - ongehuwd (nooit getrouwd) - 5 GA NAAR 34.b. 34.b. Woont u samen met een partner? - ja - 1 GA NAAR 34.d. - nee - 2 GA NAAR 34.c. 34.c. Welke omschrijving past het best bij uw levenssituatie: u woont bij uw ouders; u woont alleen; u woont niet samen met uw partner maar wel samen met uw kinderen; andere? - ik woon bij mijn ouders - 1 GA NAAR 41.a. - ik woon alleen - 2 GA NAAR 41.a. - ik woon niet samen met mijn partner maar wel samen met mijn kinderen - 3 GA NAAR 41.a. - andere (ENQ. : preciseer). - 4 GA NAAR 41.a. 34.d. Welke omschrijving past het best bij uw levenssituatie: u woont samen met uw partner, u woont samen met uw partner en kinderen, andere? - ik woon samen met mijn partner - 1 - ik woon samen met mijn partner en kinderen - 2 - andere (ENQ. : preciseer). - 3 35. Wat is het hoogste getuigschrift of diploma dat uw partner behaald heeft? U kan kaart 35 gebruiken om te antwoorden. - geen - 0 - lager onderwijs - 1 - algemeen vormend LSO - 2 - technisch LSO (A3) - 3 - beroepsonderwijs LSO - 4 - buitengewoon LSO - 5 - algemeen vormend HSO - 6 - technisch HSO (A2) - 7 - beroepsonderwijs HSO - 8 - buitengewoon HSO - 9 - niet-universitair hoger onderwijs korte type (A1) - 10 - niet-universitair hoger onderwijs lange type - 11 - universitair onderwijs - 12 - andere of bij twijfel (ENQ. : preciseer) - 13 36. Heeft uw partner momenteel betaald werk? - ja - 1 - neen - 2 GA NAAR VRAAG 39 10

De volgende vragen hebben betrekking op het huidig hoofdberoep van uw partner. 37.a. Werkt uw partner voltijds of deeltijds in zijn/haar hoofdberoep? - voltijds - 1 GA NAAR VRAAG 37.c. - deeltijds - 2 37.b. Hoeveel werkt uw partner in zijn/haar deeltijdse job, uitgedrukt in %? (ENQ : antwoord van de respondent omrekenen in %. Voorbeeld: respondent zegt partner werkt 4/5 deeltijds. Noteer dan 80%) % deeltijds 37.c. Hoeveel uren oefent uw partner gemiddeld per week - overuren inbegrepen - een betaald werk uit? uren per week 37.d. Wat is het huidig beroep van uw partner? 37.e. Kunt u mij een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving geven van wat het beroep van uw partner precies inhoudt? (ENQ. : noteer het antwoord zo volledig mogelijk)...... V37.f. Werkt uw partner bij de overheid of in de privé-sector? - bij de overheid - 1 - in de privé-sector - 2 - andere (ENQ. : preciseer) - 3 38.a. Op kaart 38.a. ziet u een lijst met een aantal professionele categorieën terug. Kunt u me zeggen met welke categorie het hoofdberoep van uw partner overeenstemt? - ongeschoolde arbeider/arbeidster - 1 - geschoolde arbeider/arbeidster - 2 - bediende - 3 - hoger bediende/kader - 4 - kleine zelfstandige/handelaar - 5 - landbouwer/landbouwster - 6 - vrij beroep - 7 - zelfstandig ondernemer of groothandelaar - 8 - andere (ENQ. : preciseer) - 9 11

38.b. Op kaart 38.b. ziet u een lijst met een aantal sectoren terug. Kan u de sector waarin uw partner werkt nader beschrijven? - landbouw en visserij - 1 - delfstoffenwinning en industrie - 2 - energie- en waterleidingbedrijven - 3 - bouwnijverheid - 4 - handel - 5 - horeca - 6 - vervoer / transport - 7 - communicatie en informatica - 8 - financiële instellingen (banken, verzekeringen) - 9 - zakelijke dienstverlening - 10 - openbaar bestuur / openbare sector - 11 - onderwijs - 12 - gezondheids- en welzijnszorg - 13 - cultuur en overige dienstverlening - 14 - andere (ENQ. : preciseer) - 15 ENQ. : GA NAAR VRAAG 41.a. 39. Wat doet uw partner op dit moment? U kan kaart 39 gebruiken om te antwoorden. - gepensioneerd (brugpensioen, pré-pensioen, ) - 1 - huisvrouw of huisman - 2 - in ziekteverlof - 3 - in bevallingsverlof - 4 - in loopbaanonderbreking / met verlof zonder wedde - 5 - arbeidsongeschikt - 6 - in ouderschapsverlof - 7 - werkloos - 8 - op zoek naar een eerste job - 9 GA NAAR VRAAG 41.a. - studeert in volledig dagonderwijs - 10 GA NAAR VRAAG 41.a. - meewerkend in gezins- of familiebedrijf - 11 - andere (ENQ. : preciseer) - 12 40a. Had uw partner vroeger betaald werk? - ja - 1 - neen - 2 GA NAAR VRAAG 41.a. 40.b. Welk beroep heeft uw partner het laatst uitgeoefend? 40.c. Kunt u mij een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving geven van wat het beroep van uw partner precies inhield? (ENQ. : noteer het antwoord zo volledig mogelijk)... 12

40.d. Op kaart 40.d. vindt u een lijst met een aantal professionele categorieën terug. Bekijk deze lijst eens nauwkeurig. Kunt u me zeggen met welke categorie het hoofdberoep van uw partner overeenstemde? - ongeschoolde arbeider/arbeidster - 1 GA NAAR VRAAG 40.e. - geschoolde arbeider/arbeidster - 2 GA NAAR VRAAG 40.e. - bediende - 3 GA NAAR VRAAG 40.e. - hoger bediende/kader - 4 GA NAAR VRAAG 40.e. - kleine zelfstandige/handelaar - 5 GA NAAR VRAAG 40.f. - landbouwer/landbouwster - 6 GA NAAR VRAAG 40.f. - vrij beroep - 7 GA NAAR VRAAG 40.f. - zelfstandig ondernemer of groothandelaar - 8 GA NAAR VRAAG 40.f. - andere (ENQ. : preciseer). - 9 GA NAAR VRAAG 40.f. afhankelijk van het antwoord 40.e. Werkte uw partner bij de overheid of in de privé-sector? - bij de overheid - 1 - in de privé-sector - 2 - andere (ENQ. : preciseer).. - 3 40.f. Kan u de sector waarin uw partner werkte nader beschrijven. U kan kaart 40.f. gebruiken om te antwoorden. - landbouw en visserij - 1 - delfstoffenwinning en industrie - 2 - energie- en waterleidingbedrijven - 3 - bouwnijverheid - 4 - handel - 5 - horeca - 6 - vervoer / transport - 7 - communicatie en informatica - 8 - financiële instellingen (banken, verzekeringen) - 9 - zakelijke dienstverlening - 10 - openbaar bestuur / openbare sector - 11 - onderwijs - 12 - gezondheids- en welzijnszorg - 13 - cultuur en overige dienstverlening - 14 - andere (ENQ. : preciseer) - 15 13

ENQ. : VRAGEN TERUG VOOR ALLEN De volgende twee vragen hebben betrekking op uw gezondheidstoestand. 41.a. Heeft u last van één of meerdere langdurige ziekte(n), langdurige aandoening(en) of handicap(s)? - ja - 1 GA NAAR VRAAG 41.b. - neen - 2 GA NAAR VRAAG 42 41.b. Is u vanwege deze ziekte(n), aandoening(en) of handicap(s) voortdurend, af en toe of zelden of niet belemmerd in uw dagelijkse bezigheden? - voortdurend - 1 - af en toe - 2 - zelden of niet - 3 42. De volgende vragen gaan over het gezin waartoe u momenteel behoort. Met gezin bedoelen we alle personen waarmee u samen een huishouden vormt en onder hetzelfde dak woont (bv. ouder(s) en kinderen met inwonende grootouder). (ENQ. : noteer '0' indien geen gezinsleden in bepaalde leeftijdscategorieën) 42.a. Hoeveel volwassenen van 18 jaar of ouder maken deel uit van uw gezin, uzelf inbegrepen? - aantal volwassenen : 42.b. Hoeveel kinderen tussen 6 en 17 jaar maken deel uit van uw gezin? - aantal kinderen tussen 6 en 17 jaar : 42.c. Hoeveel kinderen tot 5 jaar maken deel uit van uw gezin? - aantal kinderen tot 5 jaar : 43. Hoeveel gezinsleden hebben er betaald werk? (ENQ. : noteer aantal) - aantal werkenden : 44. Heeft u kinderen (gehad)? (aangenomen en stiefkinderen inbegrepen) - ja - 1 - neen - 2 GA NAAR VRAAG 47 45. Hoeveel kinderen heeft u (gehad)? (ENQ. : noteer aantal) - aantal : 46. Hoeveel kinderen heeft u momenteel financieel ten laste? Financieel ten laste = u betaalt voor het onderhoud van de kinderen (zowel binnen het huishouden, als onder de vorm van alimentatiegeld). (ENQ. : noteer aantal) - aantal : 14

47. Het is voor ons belangrijk dat we een nauwkeurig beeld hebben van uw inkomen. Eerst een vraag over uw persoonlijk inkomen. Hoeveel verdient u zelf netto per maand, alles inbegrepen zoals loon, maaltijdcheques, pensioen en andere inkomsten? - bedrag : euro - niet van toepassing, geen eigen inkomen - 9 GA NAAR VRAAG 50.a. (ENQ. : indien bedrag genoemd wordt, ga naar vraag 49.a.) 48.a. U vindt het moeilijk om deze vraag te beantwoorden. De volgende vraag is wellicht gemakkelijker te beantwoorden. Is uw persoonlijk netto maandinkomen groter dan 1.999 euro? - ja - 1 GA NAAR VRAAG 48.c. - neen - 2 48.b. Indien u de categorieën bekijkt op kaart 48.b., in welke categorie valt dan uw persoonlijk netto maandinkomen? 500-599 euro - 1 1300-1399 euro - 9 600-699 euro - 2 1400-1499 euro - 10 700-799 euro - 3 1500-1599 euro - 11 800-899 euro - 4 1600-1699 euro - 12 900-999 euro - 5 1700-1799 euro - 13 1000-1099 euro - 6 1800-1899 euro - 14 1100-1199 euro - 7 1900-1999 euro - 15 1200-1299 euro - 8 weet niet - 77 geen antwoord - 88 (ENQ. : GA NAAR VRAAG 49.a.) 48.c. Indien u de categorieën van inkomens bekijkt op kaart 48.c., in welke categorie valt dan uw persoonlijk netto maandinkomen? 2000-2099 euro - 1 3100-3199 euro - 12 4950-5199 euro - 23 2100-2199 euro - 2 3200-3299 euro - 13 5200-5449 euro - 24 2200-2299 euro - 3 3300-3399 euro - 14 5450-7949 euro - 25 2300-2399 euro - 4 3400-3499 euro - 15 7950-10449 euro - 26 2400-2499 euro - 5 3500-3599 euro - 16 10500+ - 27 2500-2599 euro - 6 3600-3699 euro - 17 2600-2699 euro - 7 3700-3949 euro - 18 weet niet - 77 2700-2799 euro - 8 3950-4199 euro - 19 geen antwoord - 88 2800-2899 euro - 9 4200-4449 euro - 20 2900-2999 euro - 10 4450-4699 euro - 21 3000-3099 euro - 11 4700-4949 euro - 22 15

49.a. Hieronder worden inkomensverschillen in onze samenleving voorgesteld door middel van een schaal van 0 tot 10. 0 komt overeen met de laagste inkomens en 10 met de hoogste inkomens, 5 staat voor het gemiddeld inkomen. Waar zou u uzelf op deze schaal plaatsen uitgaande van uw persoonlijk netto jaarlijks inkomen? U kan kaart 49.a. gebruiken. (ENQ. : plaats een kruisje in het passende vakje) 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 49.b. Waar zou u uzelf tien jaar geleden op deze schaal hebben geplaatst uitgaande van uw persoonlijk netto jaarlijks inkomen dat u toen verdiende? U kan opnieuw kaart 49.a. gebruiken. (ENQ. : plaats een kruisje in het passende vakje) 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 - niet van toepassing (10 jaar geleden geen eigen inkomen) - 99 ENQ. : VRAGEN VOOR ALLEN 50.a. Ik wil nu iets vragen over het inkomen van uw gezin. Met gezin bedoelen we het huishouden van gehuwde of samenwonende personen, van een alleenstaande of van iemand die nog bij de ouders inwoont. (ENQ. : indien respondent geen eigen inkomen heeft, ga door naar vraag 50.b.) Is het gezamenlijk netto maandinkomen van dit gezin groter dan uw persoonlijk netto maandinkomen? - ja - 1 - neen - 2 GA NAAR VRAAG 53 50.b. Hoeveel bedraagt het gezamenlijk netto maandinkomen van uw gezin, alles inbegrepen zoals loon, maaltijdcheques, het eventuele kindergeld, pensioen en andere inkomsten? - bedrag : euro (ENQ. : indien bedrag genoemd wordt, ga naar vraag 53) 16

51. U vindt het moeilijk om deze vraag te beantwoorden. De volgende vraag is wellicht gemakkelijker te beantwoorden. Is het gezamenlijk netto maandinkomen van uw huishouden groter dan 1.999 euro? - ja - 1 GA NAAR VRAAG 52.b. - neen - 2 52.a. Indien u de categorieën bekijkt op kaart 52.a., in welke categorie valt dan het gezamenlijk netto maandinkomen van uw huishouden? 500-599 euro - 1 1300-1399 euro - 9 600-699 euro - 2 1400-1499 euro - 10 700-799 euro - 3 1500-1599 euro - 11 800-899 euro - 4 1600-1699 euro - 12 900-999 euro - 5 1700-1799 euro - 13 1000-1099 euro - 6 1800-1899 euro - 14 1100-1199 euro - 7 1900-1999 euro - 15 1200-1299 euro - 8 weet niet - 77 geen antwoord - 88 (ENQ. : ga naar vraag 53) 52.b. Indien u de categorieën van inkomens bekijkt op kaart 52.b., in welke categorie valt het gezamenlijk netto maandinkomen van uw huishouden? 2000-2099 euro - 1 3100-3199 euro - 12 4950-5199 euro - 23 2100-2199 euro - 2 3200-3299 euro - 13 5200-5449 euro - 24 2200-2299 euro - 3 3300-3399 euro - 14 5450-7949 euro - 25 2300-2399 euro - 4 3400-3499 euro - 15 7950-10449 euro - 26 2400-2499 euro - 5 3500-3599 euro - 16 10500+ - 27 2500-2599 euro - 6 3600-3699 euro - 17 2600-2699 euro - 7 3700-3949 euro - 18 weet niet - 77 2700-2799 euro - 8 3950-4199 euro - 19 geen antwoord - 88 2800-2899 euro - 9 4200-4449 euro - 20 2900-2999 euro - 10 4450-4699 euro - 21 3000-3099 euro - 11 4700-4949 euro - 22 ENQ. : VRAGEN VOOR ALLEN 53. Tot welke van volgende levensbeschouwelijke strekkingen rekent u zichzelf? U kan kaart 53 gebruiken om te antwoorden. - ongelovig - 1 - vrijzinnig - 2 - protestant - 3 - kristelijk gelovig maar niet katholiek - 4 - katholiek - 5 - islamitisch - 6 - joodse godsdienst - 7 - geen enkele - 8 - andere (ENQ. : preciseer) - 9 17

54. Mensen nemen wel eens deel aan kerkelijke of religieuze plechtigheden naar aanleiding van een huwelijk, begrafenis e.d. Als we deze NIET meetellen, hoe vaak neemt u dan deel aan kerkelijke of godsdienstige erediensten? Gebruikt u maar kaart 54 om te antwoorden. - nooit - 1 - zeer zelden - 2 - enkel op kerkelijke of godsdienstige feestdagen zoals Kerstmis en Pasen - 3 - maandelijks - 4 - meerdere keren per maand - 5 - wekelijks - 6 - meerdere keren per week - 7 55. attitude question 56.a. Welke omschrijving geeft het best uw woonomgeving weer? U kan kaart 56.a. gebruiken om te antwoorden. - een grote stad - 1 - een buitenwijk van een grote stad - 2 - een provinciestadje - 3 - een landelijke gemeente - 4 - een boerderij of huis op het platteland - 5 56.b. De schaal op kaart 56.b. stelt de plaats voor die iemand kan hebben in de samenleving. Het cijfer 1 staat voor een plaats helemaal onderaan de samenleving. Het cijfer 10 voor een plaats helemaal bovenaan de samenleving. Waar zou u zichzelf plaatsen op deze schaal? Geeft u maar een cijfer van 1 tot 10. 1 helemaal onderaan de samenleving 2 3 4 5 6 7 8 9 10 helemaal bovenaan de samenleving 57. 130 rest of questionnaire Zo, het mondelinge interview zit erop. Wij danken u van harte voor uw tijd en uw medewerking aan dit onderzoek. Het is voor ons in ieder geval zeer nuttig dat u met dit onderzoek meegewerkt heeft. Toch zou ik u nog iets willen vragen. Omdat wij het mondelinge interview niet nog langer wilden maken, hebben wij een aantal belangrijke zaken in een korte schriftelijke vragenlijst geplaatst. Mag ik u vragen dat u deze vragenlijst in de loop van volgende week zou invullen en via deze omslag zou opsturen naar de Administratie Planning en Statistiek van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap? U hoeft geen postzegels meer te kleven. En nogmaals hartelijk dank voor uw medewerking. ENQ. : NOTEER DE JUISTE EINDTIJD (24 uur klok) : uur minuten 18

Income questions The APS-survey usually asks only for the combined net monthly household income. This includes net earnings after deduction tax for wages and social security for different household members with an own income; child benefits, meal tickets; retirement pay, other revenues. For the survey of 2002 a difference was made between the respondent income and family income. Question 47 It is important that we can get an accurate picture of your income. We will first ask a question about your personal income. How much is your personal net monthly income, everything included such as salary, meal tickets, retirement pay and other income? - [amount] in euro - not applicable when no own income [go to question 50a] - ENQ.: when an amount is mentioned, go to question 49a. Question 48a It is difficult for you to answer this question. The next question is, perhaps, easier to answer. Is your personal net monthly income greater than 1999 euro? - yes go to question 48c - no Question 48b If you examine the categories of income on card no. 48b, in which category is your personal net monthly income? - categories - ENQ. go to question 49a Question 48c If you examine the categories of income on card no. 48c, in which category is your personal net monthly income? - categories Question 49a - 49b Income differences in society represented by a scale: 0=lowest income 10=highest income. Your personal net monthly income on this scale? Your personal net monthly income on this scale 10 years ago? Question 50 Now a question about the income of your household. With household we mean the household of married people or of those living together, of a single person, or of one who still lives with his/her parents. - ENQ. If the respondent has no personal income, go to question 50b. Is the combined net monthly income of your household greater than your personal net monthly income? - yes - no go to question 53 19

Question 50b How much is the combined net monthly income of your household, everything included such as salary, child benefits, meal tickets, retirement pay and other income? - [amount] in euro - ENQ.: when an amount is mentioned, go to question 53 Question 51 It is difficult for you to answer this question. The next question is, perhaps, easier to answer. Is the combined net monthly income of your household greater than 1999 euro? - yes go to question 52b - no Question 52a If you examine the categories of income on card no. 52a, in which category is the combined net monthly income of your household? - categories - ENQ. go to question 53 Question 52b If you examine the categories of income on card no. 52b, in which category is the combined net monthly income of your household? - categories 20