10. Knutselen voor de verteltafel Tijdens deze activiteit: maken en meten de kinderen de attributen voor de verteltafel en gaan daarover in gesprek. Inrichting speelleeromgeving Start het maken van de attributen in de knutselhoek. Zorg voor verschillende materialen. Taal Mondelinge taalvaardigheid Mening uiten en vragen stellen Groep 1 Groep 2 Doet met behulp van gerichte Doet met behulp van gerichte vragen verslag van een vragen verslag van zichtbare gebeurtenis. gebeurtenissen buiten het hier en nu. Geeft zijn mening als hierom wordt gevraagd en licht deze toe. Verwoordt zijn mening en gebruikt hiervoor ik vind - zinnen. pagina 1 van 5
Rekenen Meten Groep 1 Groep 2 Lengte, omtrek en Begrijpt wat binnen een Herkent en gebruikt begrippen oppervlakte aansprekende context bedoeld wordt met begrippen als: lang, kort, groot, klein, breed, smal, hoog, laag, dik, dun. met betrekking tot lengte, omtrek en oppervlakte in betekenisvolle eenvoudige situaties: Ordent voorwerpen van kort naar lang. - lang, langer, langst(e); kort, korter, kortst(e); - groot, groter, grootst(e); klein, kleiner, kleinst(e); - dik, dikker, dikst(e); dun, dunner, dunst(e); - hoog, hoger, hoogst(e); laag, lager, laagst(e) - breed, breder, breedst(e); smal, smaller, smalst(e) - (er)omheen Vergelijkt op verschillende manieren objecten en ordent ze naar lengte, omtrek en oppervlakte: - op het oog - via direct meten (naast elkaar houden, op elkaar leggen) - via indirect meten, met een natuurlijke maat (stap, voet, touwtje(s), hokjes tellen), met de hand, strook, blaadje papier, meetlat Weet dat eerlijk meten voorwaarde is voor vergelijken, ordenen en meten via afpassen en legt uit waarom dit zo is. pagina 2 van 5
de ijsberg zielig jammeren (huilen, verdrietig, tranen, klagen) verdwalen de kuil het prentenboek Kleine IJsbeer en de Bange Haas voor ieder kind drie keer een handje witte watjes voor ieder kind een blokje piepschuim een bak legosteentjes een ijsbeer- en een haasfiguurtje, een legopoppetje wit laken iglo s die gemaakt zijn bij activiteit 5 voor ieder kind uit het verdiept arrangement een touwtje om te meten lijm, kwastjes, scharen Verzamel de verschillende (knutsel)materialen. Lees nogmaals het prentenboek Kleine IJsbeer en de Bange Haas voor aan de kinderen. Zeg voordat u gaat voorlezen: Sil is vergeten waar het boek ook alweer over ging, kunnen jullie dit misschien nog aan hem vertellen? Waarom was Hugo aan het jammeren toen hij in een kuil zat? Wat vinden jullie van het verhaal? Vonden jullie het ook zielig dat Lars en Hugo verdwaald waren? Zijn jullie zelf ook wel eens de weg kwijt geweest? Vertel dat de kinderen vandaag de attributen gaan maken, zodat ze straks zelf het verhaal na kunnen spelen in de iglohoek. Dit wordt de verteltafel. De kinderen gaan aan de slag met het maken van de attributen. Laat hen zo veel mogelijk zelf bedenken wat zij willen maken en met welke materialen zij dit willen doen. Gebruik de prenten om pagina 3 van 5
de kinderen op ideeën te brengen. Waar nodig helpt u de kinderen op gang. Wie wil helpen om een ijsberg te maken? Wil jij een iglo maken waar Lars de IJsbeer in woont? Hoe zouden we kunnen beginnen? Wat heb je daar allemaal voor nodig? Hieronder vind u enkele ideeën voor attributen. Lars de IJsbeer, Hugo de Haas, medewerker poolrestaurant Gebruik hiervoor bestaande figuurtjes, bijv. van lego. De sneeuwmobiel De kinderen kunnen bijvoorbeeld met lego een sneeuwmobiel maken. Dit kan een hele simpele auto zijn, een die de kinderen zelf ontwerpen/bedenken. Het poolrestaurant De kinderen kunnen bijvoorbeeld met lego een poolrestaurant maken. Dit kan een simpel gebouw zijn, laat de kinderen vooral met ideeën komen. Meetkundige begrippen Besteed bij het maken van de attributen aandacht aan de meetkundige begrippen zoals deze beschreven staan bij de doelen van de activiteit. Enkele suggesties: Ordenen. Drie attributen op volgorde laten zetten van klein naar groot, bijv. een legosteentje, Hugo de Haas en een iglo. Benoemen. Welk attribuut is het kleinste/dikste/langste enz. Het sneeuwlandschap Met bijvoorbeeld een wit (onder)laken, witte watjes als sneeuw, piepschuim als ijsschotsen/ijsbergen kunt u een mooi sneeuwlandschap ontwerpen. Tevens kunt u bij het ontwerpen van de verteltafel gebruikmaken van de iglo s die de kinderen hebben gemaakt tijdens activiteit 5. De voorbeelden die gegeven worden zijn suggesties; als er uit het spel iets anders naar voren komt, dan kan dat worden gemaakt. De doelen moeten centraal blijven staan. Bekijk met elkaar de iglohoek. U kunt stilstaan bij de verschillende afmetingen van de gemaakte attributen. Hiervoor kunt u diverse maten gebruiken om de verschillen tussen de attributen zichtbaar te maken. Zo kunt u bijvoorbeeld het figuurtje van Lars de IJsbeer vergelijken met een door de kinderen gemaakte iglo, waarbij u aandacht besteed aan meetkundige begrippen als lang, kort, groot, klein enz. pagina 4 van 5
Intensief arrangement Kies twee begrippen uit het doel. Benoem deze begrippen tijdens het maken van de attributen. Vul de begrippen aan als de kinderen eraan toe zijn. U kunt bijvoorbeeld vragen naar de grootte van de iglo of hoe breed/smal de ingang van de iglo moet zijn zodat Lars en Hugo er nog in passen. Verdiept arrangement De kinderen die in aanmerking komen voor een verdiept arrangement, krijgen een complexere opdracht. Na het knutselen, tekenen de kinderen twee attributen na op papier. Bijvoorbeeld het restaurant en Lars de kleine IJsbeer. Ga vervolgens met de kinderen in gesprek over lengte, omtrek en oppervlakte. Stel bijvoorbeeld vragen als: Kijk goed. Welk attribuut denken jullie dat groter is? Zullen we de attributen nu eens naast elkaar houden, zodat we nog beter kunnen zien welke groter is? En als we een touwtje ernaast houden om te meten, welk attribuut is dan groter? U kunt ervoor kiezen om de kinderen te vragen de attributen van huis mee te nemen. Maak een kopie van de prenten. Deze kunnen boven de iglohoek worden opgehangen. Het prentenboek Kleine IJsbeer en de Bange Haas is ook digitaal beschikbaar. pagina 5 van 5