Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S)



Vergelijkbare documenten
Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S)

Ontwerp CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL van de Veiligheidsregio Kennemerland

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL van de Veiligheidsregio Kennemerland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

CRISISPLAN Veiligheidsregio Kennemerland 2015

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Kennemerland

GRIP-teams en kernbezetting

Evaluatie. VOS Groot Schiphol GRIP 3 23 februari 2017

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Reageren op calamiteiten De inzet van brandweer op de luchthaven Schiphol. Marijn Ornstein 14 Oktober 2013

Crisisorganisatie uitgelegd

1 De coördinatie van de inzet

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland

Nota van de Burgemeester

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

5. Beschrijving per organisatie en

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

IV-15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland

Regionaal Crisisplan. Deel 1

Functies en teams in de rampenbestrijding

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Deel I Crisisbestrijdingsorganisatie 0. Overzicht

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november de crisis samen de baas

Crisisplan 2019 VASTGESTELD DOOR HET ALGEMEEN BESTUUR VAN VRK, 8 APRIL 2019 INGANGSDATUM 15 APRIL 2019

Operationele Regeling VRU

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

Nota van B&W. Onderwerp Crisisplan Kennemerland

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Versie nummer datum Opmerking november 2011 Vastgesteld door Algemeen Bestuur november 2012 Vastgesteld door Algemeen Bestuur

Van aswolk tot vliegtuigcrash

Aan Regiegroep Aan Veiligheidsdirectie Goedkeuring Dagelijks bestuur Vaststelling Algemeen Bestuur

GR Pop crisissituaties

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman

Operationele Regeling VRU

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Regionaal

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

GECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGSPROCEDURE ROTTERDAM-RIJNMOND

GR Pop crisissituaties

Regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio Haaglanden

Regionaal Crisisplan Haaglanden

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

GRIP 2, brand bedrijfsverzamelgebouw 10 maart 2016, gemeente Medemblik

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Crisis besluit vorming / GRIP

GRIP en de flexibele toepassing ervan

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

Regionaal Crisisplan Utrecht

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Evaluatie. Dreiging internationale trein Hoofddorp / Schiphol GRIP 2 22 maart 2016

Crisisplan 2019 VASTGESTELD DOOR HET ALGEMEEN BESTUUR VAN VRK, 8 APRIL 2019 INGANGSDATUM 15 APRIL 2019

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Vastgesteld 30 januari 2019

Versiebeheer Documenteigenaar. Veiligheidsbureau Vastgesteld door. Algemeen Bestuur Datum vaststelling 21 december 2011 Geplande evaluatiedatum

Bijlage E: Observatievragen

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord

AGENDAPUNT VOOR HET AB

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013

Regionaal Crisisplan Utrecht

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013

Rollen van Schiphol, Kennemerland en Zaanstreek Waterland bij een crash in VR Zaanstreek- Waterland. René Verjans- Safety, Environment & Fire Brigade

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar

REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN

Beschrijving GRIP 0 t/m 4

Regionaal Crisisplan 2012

Alle activiteiten zijn op maat te maken in overleg met de opdrachtgever. Ook kunt u activiteiten combineren.

Regionaal Crisisplan

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave

Regionaal Crisisplan VRD

Productenboek Basisvoorzieningen Risico- en Crisisbeheersing Veiligheidsregio NHN

Van: S. Kempink Tel.nr. : Datum: 6 mei Nummer: 14A Team: Jeugd, leefbaarheid en veiligheid. Tekenstukken: Nee Afschrift aan:

GRIP 1, XTC-laboratorium.

Colofon: Dit document is tot stand gekomen in opdracht van Het bestuur van Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

Het dagprogramma was opgebouwd vanuit de thema s Lucht, Weg en Water.

Regionaal Crisisplan VRZHZ

GRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP)

AGENDAPUNT /09

Transcriptie:

Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) Het plan voor Rampenbestrijding en Crisisbeheersing Schiphol (RBP AFS valt onder het CBP-S) 4 december 2013 Versie 1.9 CBP Schiphol versie 1.9 treedt inwerking op 1 februari 2014 Voor opmerkingen en aanvullingen kunt u zich wenden tot het Veiligheidsbureau Kennemerland van de Veiligheidsregio Kennemerland (telefoon 023-5159 777 e-mail: vbk@vrk.nl)

0.1 Inleiding en leeswijzer Verhouding CBP-S Regionaal Crisisplan Kennemerland Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) sluit aan op en is een specifieke uitwerking voor Schiphol van het Regionaal Crisisplan voor de gemeenten en hulpdiensten van Kennemerland. Door deze koppeling tussen het Crisisplan en het CBP-S ontstaat een samenhangend stelsel van planvorming met betrekking tot de voorbereiding van de gemeente en hulpdiensten op de bestrijding van (voorzienbare) crises. Het CBP-S is een plan op hoofdlijnen voor multidisciplinaire samenwerking. Geografische afbakening Het werkingsgebied van dit Crisisbestrijdingsplan is geografisch beperkt. De exacte grens is terug te vinden op de kaart die in deel 3 (hoofdstuk 3.4) van dit plan is opgenomen. Het werkingsgebied omvat onder meer (maar niet uitsluitend) het luchthavengebied. Binnen het luchthavengebied heeft de KMar Schiphol rechtskracht 1, daarbuiten heeft de Politie Eenheid Noord-Holland rechtskracht. CBP-S voor alle crises Het CBP-S is van toepassing op alle soorten en verschijningsvormen van crises op het gebied van openbare orde, fysieke veiligheid en rechtsorde die zich binnen het werkingsgebied van het CBP-S kunnen voordoen. Crisisbestrijding: multidisciplinair Bestrijding vindt altijd multidisciplinair plaats. Uitsluitend indien de vertrouwelijkheid van de informatie dit vereist kan in een beperktere samenstelling worden overlegd. CBP Schiphol = RBP AFS Volgens de wet dient voor Aircraft Fuel Supply (AFS) een rampbestrijdingsplan (RBP) te worden opgesteld. Het CBP-S geldt als het RBP AFS. Opbouw van het plan (raamwerk) Het CBP-S is opgebouwd uit vier delen: Deel 0 bevat algemene versiegegevens over het plan en de inhoudsopgave; Deel 1 beschrijft de crisisbestrijdingsorganisatie op Schiphol; Deel 2 bevat de scenariobeschrijvingen waarin een aantal mogelijke incidenten voor de functionarissen van CoPI, OT en BT nader is uitgewerkt; Deel 3 bestaat uit beleid en naslagwerken. 1 Cf art 80a lid 2 Luchtvaartwet en art 4, lid 1c Politiewet. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 2

0.2 Versiebeheer & besluitvormingslijst Openbaarheid Het CBP-S is een openbaar plan. Een uitzondering op deze openbaarmaking is informatie die krachtens artikel 10 Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) en artikel 25a tweede tot en met vijfde lid achterwege gelaten mag worden. Vaststellingsdatum en datum inwerkingtreding Deze versie van het CBP-S is vastgesteld op 4 december 2013 door de burgemeester van Haarlemmermeer, namens de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK). Het CBP-S treedt in werking op 1 februari 2014. Dit betreft versie 1.9. Versiebeheer Een overzicht van het versiebeheer van dit plan: Datum Versie Wijziging Auteur 05-12-12 1.8 Vaststelling burgermeester in mandaat (van Veiligheidsbureau 21 maart 2011). Inwerkingtreding 1 februari Kennemerland 2012 (C.R. Dollekamp) 04-12-12 1.9 Aanpassing CBP-S m.b.t. onderdelen: De informatiestroom tussen het CoPI en CVO is explicieter beschreven. Afstemming bij SSI Nieuwe besluitvormingsprocedure infectieziekten. Het scenario luchtvaartongevallen is aangepast conform bovenregionaal plan luchtvaartongevallen buiten de VRK. De passage over het bevriezen van het vliegverkeer is aangepast. In het plan is de afkortingenlijst bijgewerkt, zijn de locatiegegevens van het RCC Schiphol gewijzigd naar de nieuwe locatie (ook in de relevante figuren) en zijn functiebenamingen geactualiseerd Veiligheidsbureau Kennemerland (M. Viveen) Besluitvormingslijst De besluitvormingslijst bij dit plan is als volgt: Besluitvormend/ adviserend Vergaderdatum Resultaat orgaan Beheergroep CBP Schiphol 21 november 2013 Akkoord Burgemeester in mandaat (van 21 maart 2011) 4 december 2013 Vaststelling burgemeester Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 3

0.3 Inhoudsopgave Hoofdstuk Onderwerp Pagina Deel 0 Algemeen deel 0.1 Inleiding en leeswijzer 2 0.2 Versiebeheer & besluitvormingslijst 3 0.3 Inhoudsopgave 4 Deel 1 Crisisbestrijdingsorganisatie op Schiphol 1.1 Gegevens object 7 1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol 9 1.3 Hoofdstructuur crisisbestrijdingsorganisatie Schiphol 14 1.4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme 27 Deel 2 Scenario s 2.1 Scenariokeuze 36 2.2 Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan 38 2.3 Runway Incursion met ongeval tot gevolg 41 2.4 Botsing van treinen op wisselstraat 44 2.5 Treinbrand op ondergronds station 46 2.6 Treinbrand in tunnel 48 2.7 Brand in terminal 51 2.8 Bomaanslag in terminal 53 2.9 Aanslag met bomauto voor de terminal 56 2.10 Vliegtuigkaping 59 2.1 Gijzeling 61 63 2.12 Dreiging besmetting - Melding gezagvoerder van besmettelijke passagier 2.13 Dreiging besmetting - Besmetting t.g.v. kapotte verpakking 72 2.14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply 74 2.15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland 82 2.16 Verkeersongeval in tunnel 87 Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 4

0.3 Inhoudsopgave, Vervolg Hoofdstuk Onderwerp Pagina Deel 3 Beleid en naslagwerken 3.1 Standaard matrix bepalen kwalificatie 92 3.2 Kwalificatiemogelijkheden en initiële inzetvoorstellen VOSstructuur 93 3.3 Alarmering bij incidenten en calamiteiten Schiphol spoortunnel 95 3.4 Kaart werkingsgebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol 96 3.5 Overzichtskaarten Aircraft Fuel Supply 97 3.6 Opschaling Brandweer, GHOR en KMar/Politie 98 3.7 Besluitvormingsprocedure scenario infectieziekten 99 3.8 Procedure luchtruimsluiting 101 3.9 Activeren ambassadeprotocol 102 3.10 Schipholspecifieke standaardafspraken 103 3.11 Wettelijke grondslag 107 3.12 Uitwerking, vaststelling en beheer 108 3.13 Samenhang met andere plannen 110 3.14 Afkortingenlijst 111 3.15 Begrippenlijst 116 3.16 Verzendlijst 118 Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 5

Deel 1 Crisisbestrijdingsorganisatie op Schiphol Inleiding Dit deel bevat een beschrijving van Schiphol en de wijze waarop de crisisbestrijding binnen de begrenzing van het werkingsgebied CBP-S is geregeld en hoe de crisisbestrijdingsorganisatie is ingericht. Inhoud Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk Onderwerp Pagina 1.1. Gegevens object 7 1.2. Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol 9 1.3. Hoofdstructuur crisisbestrijdingsorganisatie Schiphol 14 1.4. Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme 27 Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 6

1.1 Gegevens object Inleiding Voordat nader ingegaan wordt op de inhoud van dit Crisisbestrijdingsplan, volgt hier eerst enige achtergrondinformatie over het werkingsgebied van het CBP-S en de daarbinnen gelegen risicovolle en kwetsbare objecten. Schiphol Schiphol is een bedrijventerrein waar tal van activiteiten plaatsvinden, die direct of indirect te maken hebben met het vervoer door de lucht van passagiers en vracht. Het bedrijvencomplex beslaat circa 2500 ha. Op dit terrein zijn circa vijfhonderd bedrijven gevestigd met circa 64.000 werknemers. Dagelijks passeren circa 100.000 (trein)passagiers en vele duizenden bezoekers, afhalers en wegbrengers de luchthaven. Jaarlijks reizen ongeveer 51 miljoen passagiers via Schiphol. Risico s Op het terrein van Schiphol is een groot aantal verschillende functies en bedrijven samengebracht. Een gedeelte van de luchthaven heeft een intensieve bebouwing. De gebouwen hebben verschillende functies, zoals op- en overslag, kantoorfuncties, parkeerplaatsen, horeca, winkels en doorloop voor grote aantallen personen. Risico s op het luchthavengebied strekken verder dan uitsluitend vliegtuigongevallen. Hieronder is een aantal risicofactoren genoemd: De gebouwen In het bijzonder de Terminal is een complex gebouw met ter plaatse veel onbekende mensen. Een brand of explosie in dit gebouw kan grote gevolgen hebben voor de aanwezige mensen en de bedrijfsprocessen. Het transport Er moet onder meer rekening worden gehouden met vliegtuigongevallen en ernstige ongevallen, brand in de spoortunnel, de Schipholtunnel (Rijksweg A4), de Buitenvelderttunnel en de Abdijtunnel (Zuidtangent). Gevaarlijke stoffen Op de luchthaven is een grote opslag van kerosine voor de vliegtuigen met een daarbij behorend distributiesysteem. Deze inrichting valt onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) 1999. Tevens worden gevaarlijke stoffen op de luchthaven vervoerd en opgeslagen. Deze kunnen de bron zijn van een calamiteit met of zonder besmettingsgevaar. Besmettelijke passagiers Vanaf de luchthaven vertrekken veel passagiers. Door de mondiale bestemmingen kunnen eventueel besmettelijke passagiers een wereldwijde pandemie veroorzaken. De luchthaven speelt hierin een belangrijke rol om de verspreiding van eventuele besmetting in te perken. Terrorisme De luchthaven is een mogelijk doelwit voor terroristische dreiging en aanslagen. Impact incident op Schiphol Schiphol is een vitaal economisch knooppunt. Een incident op de luchthaven kan een kettingreactie tot gevolg hebben die effecten heeft tot ver buiten de grenzen van Schiphol. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 7

1.1 Gegevens object, Vervolg Diensten op Schiphol De politietaken op het luchtvaartterrein 2 op Schiphol worden uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee (KMar). Buiten het luchtvaartterrein worden deze uitgevoerd door de Politie Eenheid Noord-Holland. Amsterdam Airport Schiphol (AAS) beschikt over een uitgebreide BHV-organisatie en een luchthavenbrandweer voor vliegtuigbrandbestrijding. De luchthavenbrandweer heeft tevens een convenant met de VRK voor de uitvoering van basisbrandweerzorgtaken. Airport Medical Services (AMS) voorziet onder andere in een ambulance en een arts. 2 Waar luchtvaartterrein wordt gelezen, kan ook luchthavengebied worden gelezen. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 8

1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol Inleiding Hieronder is de standaard werkwijze bij een crisis op Schiphol kort en bondig weergegeven. Het bevat daarmee de kern van het CBP-S. Alarmering Bij een alarmering op Schiphol zijn drie meldkamers direct betrokken, namelijk Regiecentrum Schiphol (RC-Schiphol), Schiphol Meldkamer Koninklijke Marechaussee (SMK) en het Meld- Informatie- en Coördinatiecentrum Kennemerland (MICK) van de VRK. Daarnaast zijn er indirect nog vier meldkamers betrokken. Onder een meldkamer wordt een organisatie-eenheid verstaan die rechtstreeks eenheden aanstuurt. Bij een melding die binnenkomt bij het RC-Schiphol alarmeert of informeert deze, indien nodig, rechtstreeks het MICK en de SMK. Indien de melding binnen komt bij het MICK of de KMar alarmeert of informeert, indien nodig, deze rechtstreeks de twee andere meldkamers. Nadere afspraken over deze meldkamers staan vermeld in het document samenwerkingsafspraken meldkamerprocessen Schiphol (maart 2012 versie 2.1) Het MICK leidt en coördineert de processen ten aanzien van alarmering, informatievoorziening en opschaling vanaf kwalificatie middel en GRIP 1. Indien de alarmering, informatievoorziening en/of de verwachte opschaling achterblijft, kan het MICK de regie overnemen van het RC-Schiphol en/of SMK door het afroepen van een hoger (GRIP) opschalingsniveau. Standaard inzet per classificatie Voor iedere classificatie heeft iedere discipline een standaard inzet waarbij de meldkamer ook tenminste één leidinggevende alarmeert. Elke discipline beschikt over eigen plannen die voorzien in hulpverlening per classificatie. Opschaling vindt plaats op grond van de bevindingen/inschatting van de hoogst leidinggevende ter plaatse. Alarmering en kwalificatie Er bestaat onderscheid tussen alarmering (o.b.v. de melding) en de kwalificatie (ernst, omvang) van een incident. De alarmering leidt tot een initiële inzet van hulpdiensten. De kwalificatie ter plaatse kan leiden tot opschaling waardoor meerdere eenheden gealarmeerd worden (zie onderstaand schema). Schema Standaard Alarmering en Kwalificatie Nee Opschalen Naar naast gelegen hogere kwalificatie Alarm (Classificatie VOS*, Brand, HV, OGS, SSI etc.) Nader bericht (binnen 15 minuten) Ja Kwalificatie Middel - Groot - Zeer Groot. Opschalen Naar afgegeven kwalificatie Kwalificatie Klein Niet opschalen Toelichting schema: Indien er binnen 15 minuten na alarmering geen nader bericht met kwalificatie van het incident is gegeven, schaalt de meldkamer automatisch op naar de naast hoger gelegen kwalificatie. *Automatisch opschalen is niet van toepassing op Vooralarm incidenten. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 9

1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Beslismatrices voor bepalen van de kwalificatie Voor luchtvaartgerelateerde incidenten en calamiteiten zijn kwalificatiemogelijkheden en initiële inzetvoorstellen vastgesteld. Deze zijn nader uitgewerkt in Deel 3 (hoofdstuk 3.2). Kwalificatie gekoppeld aan GRIP De kwalificatie van een crisis op Schiphol is gekoppeld aan een minimum GRIP-niveau. Kwalificatie GRIP-niveau (minimaal) Teams Vooralarm klein 0 STPI Vooralarm groot 2 STPI CoPI - OT VOS klein 0 STPI VOS groot 3 STPI CoPI OT - BT Brand (> middel) 1 STPI CoPI Hulpverlening (> middel) 1 STPI CoPI Explosie (Groot) 3 STPI CoPI OT - BT Kaping 3 STPI CoPI OT - BT Gijzeling 3 STPI CoPI OT - BT Ordeverstoring 1 STPI CoPI Besmetting 1 STPI CoPI Ongeval Gevaarlijke Stoffen 1 STPI CoPI (> middel) Schiphol Security Incident -- STPI Luchtvaartongeval buiten VRK 2 OT Kwalificatie gekoppeld aan teams In het geval van verhoging van de terreurdreiging komen het Operationeel Team (OT) en het Beleidsteam (BT) bijeen (zie ook Hoofdstuk 1.4). Kwalificatie Matige terreurdreiging Hoge terreurdreiging Teams OT - BT OT - BT Andere luchtvaartgerelate erde incidenten Luchtvaartgerelateerde incidenten buiten het werkingsgebied van Schiphol maar bínnen de grenzen van de gemeente Haarlemmermeer worden vanuit Schiphol (RCC Schiphol) OT/BT afgehandeld, tenzij de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer anders besluit. Bij luchtvaartgerelateerde ongevallen buiten de gemeente Haarlemmermeer is de regel dat vanuit het RCC van de VRK (Zijlweg) OT/BT wordt afgehandeld. De burgemeester(s) van de betreffende gemeente(n) kan gebruik maken van crisisruimte(n) op Schiphol (RCC Schiphol). Een verzoek daartoe verloopt via de Operationeel Leider. Zie voor de kwalificatiemogelijkheden de tabel in Deel 3 (hoofdstuk 3.2). Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 10

1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Opschaling conform GRIP De opschaling bij incidenten binnen het werkingsgebied van het CBP-S geschiedt conform de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP). De bevoegdheid om op te schalen conform GRIP berust bij de Brandweer, GHOR, Politie, KMar, Gemeente. Opschaling: GRIP 3 of 4 Bij een crisis op Schiphol wordt in principe opgeschaald tot maximaal GRIP 3. Indien de burgemeester van Haarlemmermeer besluit tot verdere opschaling naar GRIP 4 dan gaat de voorzitter Veiligheidsregio naar het RCC Schiphol. Afschalen In de herstelfase blijft de coördinatiestructuur intact totdat formeel is afgeschaald. Het hoogst in functie zijnde team of de hoogst leidinggevende bepaalt de wijze en de vorm van afschaling. Afschalen na Vooralarm Groot Indien vóór het ter plaatse arriveren van de hulpverleningsdiensten blijkt dat een melding Vooralarm Groot kan worden afgeschaald of geheel wordt ingetrokken, informeert de Airport Fire Officer de leider van het hoogst gealarmeerde team (Leider CoPI of Operationeel Leider). Deze kan vervolgens besluiten tot afschaling van de GRIP-fase. Het MICK communiceert de eventuele afschaling. UGS De eenheden van de betrokken disciplines die na opschaling zijn gealarmeerd, verzamelen op de opgegeven uitgangsstelling (UGS). In principe is dit UGS-A, tenzij in samenspraak met Airport Operations Manager/Airport Fire Officer de meldkamer een andere UGS (-B of -C) aangeeft. De hoogst leidinggevende communiceert met leidinggevende van het STPI/CoPI en coördineert de gewenste instroom op basis van de aangegeven behoefte vanuit het STPI/CoPI. Het eerst aankomende peloton is vrije instroom en wordt direct begeleid naar plaats incident. De UGS-en A, B en C worden het eerste half uur bemand door een commandant UGS van AAS. Na een half uur komt ook een functionaris van de VRK ter plaatse die de taak coördinatie UGS, voor wat betreft de overheidshulpdiensten welke niet gestationeerd zijn op Schiphol, op zich neemt. Deze functionaris is herkenbaar aan een hesje waarop vermeld staat CUGS. De commandant UGS van AAS blijft ook ter plaatse op de UGS voor coördinatie van de begeleiding van voertuigen over airside. UGS UGS-A UGS-B UGS-C Locatie Romeo platform, bereikbaar via hek 90 aan de Pelikaanweg. Platform voor hangaar 14, bereikbaar via hek 2 aan de Piet Guilonardweg. Deicingplaatsen Papa 6 en 7, bereikbaar via hek 102 aan de Hoofdweg naast de algemene begraafplaats. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 11

1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Bevriezen vliegverkeer Gelijk met een melding VOS Groot (afgegeven door de Airport Operations Manager) wordt het verkeer op Schiphol direct door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) bevroren. Onder verkeer bevriezen wordt verstaan; Grondverkeer stilzetten (behalve grondverkeer dat een obstructie vormt voor de hulpdiensten); Vertrekkend luchtverkeer niet meer laten starten; Naderend luchtverkeer buiten 0,5 NM final een go-around geven. Vliegtuigen die een go around uitvoeren of zich verder van Schiphol vandaan bevinden, worden door de verkeersleiding verzocht tijdelijk in een holding te wachten op een nieuwe klaring om (later) te kunnen landen, of wijken direct uit naar een andere luchthaven. Gedurende VOS Groot vindt er overleg plaats tussen Airport Operations Manager en LVNL over bewegingen op de luchthaven. Indien de crashsite is geïsoleerd met veilige aan- en afvoerroutes voor hulpdiensten is het van belang de baancapaciteit snel weer geleidelijk op te schroeven. Vanwege de grote mensenmassa s in de terminal kunnen er bij langdurige stilstand van het vliegverkeer openbare orde en veiligheidsissues ontstaan. Het weer laten vertrekken van vliegtuigen heeft daarom hoge prioriteit. AAS kan in afstemming met LVNL het vliegverkeer opstarten als voldaan wordt aan de dekkingsnormen van de vliegtuigbrandweer. De Commissie van Overleg (CVO) geeft aan het OT/BT door wanneer de baancapaciteit weer verhoogd kan worden. De AOM zal de LVNL informeren wanneer het vliegverkeer kan worden hervat van en naar Schiphol. Sluiten luchtruim De burgemeester dan wel het (ministerieel) driehoeksoverleg kan hiertoe een verzoek indienen bij het Departementaal CoördinatieCentrum van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (DCC-I&M). Indien mogelijk consulteert de burgemeester vooraf het BT (Procedure Luchtruimsluiting). Zie hiervoor verder het schema in Deel 3 (Hoofdstuk 3.8). Stilleggen luchthavenprocessen De burgemeester kan besluiten de luchthavenprocessen stil te leggen. Indien mogelijk wordt hiertoe vooraf het BT geconsulteerd. De burgemeester houdt bij zijn besluit rekening met de veiligheid, openbare orde en de bedrijfsbelangen van de luchthaven. In geval dat de brandweer bij een grote calamiteit de dekking voor het overige vliegverkeer niet langer kan waarborgen, kan de CVO besluiten de luchthavenprocessen op operationele gronden stil te leggen. Stilleggen treinverkeer Bij incidenten op Schiphol kan het noodzakelijk zijn het treinverkeer door de Schipholspoortunnel stil te leggen of juist zonder stoppen door te laten rijden. De burgemeester van Haarlemmermeer kan hiertoe besluiten. Operationele procedures hiervoor zijn vastgelegd in het Calamiteitenbestrijdingsplan Schipholspoortunnel van ProRail. Stilleggen wegverkeer Bij incidenten op Schiphol kan het noodzakelijk zijn om het wegverkeer stil te leggen dan wel om te leiden. De burgemeester van Haarlemmermeer kan hiertoe besluiten. Operationele procedures hiervoor zijn vastgelegd in het Verkeerscirculatieplan behorend bij het proces Mobiliteit. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 12

1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg (Zelf)redzaamheid Op Schiphol zijn altijd veel personen (reizigers, werknemers, etc.) aanwezig. Veel van deze mensen beschikken over kennis en vaardigheden die zeer bruikbaar kunnen zijn om de gevolgen van een crisis te beperken. Tegelijkertijd dienen de crisiscentra er rekening mee te houden dat de (zelf)redzaamheid van deze personen mogelijk wordt beperkt door de specifieke omstandigheden die zich op Schiphol voordoen (veel anderstaligen van uiteenlopende nationaliteiten, de afscherming van de Security Restricted Area etc.). Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 13

1.3 Hoofdstructuur crisisbestrijdingsorganisatie Schiphol Inleiding Deze paragraaf bevat informatie over de crisisbestrijdingsorganisatie op Schiphol, Hoofdstructuur De hoofdstructuur van de crisisorganisatie op Schiphol ziet er bij volledige opschaling als volgt uit: RCC BT RAC OT Team Bevolkingszorg CVO CoPI MICK Actiecentra Actiecentra Actiecentra STPI Regionaal Crisis Centrum (RCC) Schiphol Het RCC is bij crises op Schiphol bij de Koninklijke Marechaussee (Koningin Maxima kazerne KMar), Sloterweg 400 te Badhoevedorp. Uitwijklocatie Het RCC aan de Zijlweg en het RCC Schiphol bij de Koninklijke Marechaussee (Koningin Maxima kazerne) gelden als elkaars uitwijklocatie. Taken en verantwoordelijkh eden BT / OT / CoPI Taken en verantwoordelijkheden van het Beleidsteam (BT) op Schiphol, Operationeel Team (OT) en het Commando Plaats Incident (CoPI) zijn conform het regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 14

1.3.1 Beleidsteam (BT) Beleidsteam (BT) Doel Het Beleidsteam (BT) is belast met het bestuurlijk/beleidsmatig leiding geven aan de activiteiten voor de bestrijding van een ramp of crisis. Reikwijdte Strategische en bestuurlijke besluitvorming Opkomsttijd 60 minuten Alarmering GRIP 3 / GRIP 4 3 (Het BT wordt altijd ondersteund door een OT en een RAC) Opkomstlocatie RCC Schiphol, Koningin Maxima kazerne (KMar), Sloterweg 400 te Badhoevedorp (1 e etage) Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken Het bestuurlijk / beleidsmatig leiding geven aan de activiteiten voor de bestrijding van een crisis; Het stellen van prioriteiten; Het nemen van beleidsbeslissingen; Het bepalen van het communicatiebeleid en het geven van persconferenties; Bij GRIP 4 het in overleg met de burgemeesters van de getroffen gemeenten, afstemmen van de inzet ten aanzien van de crisisbestrijding; Het geven van eenduidige opdrachten richting de Operationeel Leider; Indien andere regio s of de Noordzee betrokken zijn, draagt de voorzitter van het BT zorg voor afstemming met de (coördinerende) bestuurders van die gebieden; Het verstrekken van informatie, zoals aangegeven in de wet; Het contact houden met de landelijke coördinatiecentra en landelijk opererende instellingen; Het geven van een aanzet voor de ontwikkeling van een nafasebeleid. Rollen Voorzitter Beleidsteam, bij ramp of crisis van plaatselijke betekenis of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan (GRIP 3) is de burgemeester van de getroffen gemeente: Bevelhebber: het opperbevel over de rampbestrijdings- en crisisorganisatie; Beslisser: het nemen van strategische beslissingen en het voorzitten van het BT; Boegbeeld: het functioneren als boegbeeld in de crisiscommunicatie; Burgervader: klaarstaan als burgervader voor de bevolking. De burgemeester van de getroffen gemeente kan besluiten om zich te laten ondersteunen door de Voorzitter Veiligheidsregio. Voorzitter Beleidsteam, bij ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan (GRIP 4) is de voorzitter Veiligheidsregio: Bevelhebber: het opperbevel over de rampbestrijdings- en crisisorganisatie; Beslisser: het nemen van strategische beslissingen, het voorzitten van het BT en het afleggen van verantwoording; Boegbeeld: het functioneren als boegbeeld in de crisiscommunicatie; Afstemmer: het afstemmen met betrokken burgemeesters. Adviseurs BT Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de burgemeester(s) van de getroffen gemeente(n) met betrekking tot het door hem (hen) te voeren opperbevel; Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de burgemeester over de door hem te geven opdrachten; Het vanuit hun eigen discipline bijdragen aan beleidsvorming, daarbij rekening houdend met de operationele aspecten; Adviseren de voorzitter BT over de uit te voeren processen, met name gericht op de middellange en lange termijn. Bevoegdheden Bekrachtigen van GRIP 3 of 4; Uitoefenen van opperbevelhebberschap inclusief besluiten in het kader van het noodstaatsrecht; Besluiten nemen op de voorgelegde adviezen; Prioriteiten stellen en de strategische beleidskaders bepalen; Communicatiestrategie bepalen; Regelen van de eigen aflossing; Beslissen tot afschaling bij GRIP 3 of 4 en kaders bepalen voor verdere afschaling. 3 Bij een crisis op Schiphol wordt in principe maximaal opgeschaald tot GRIP 3 Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 15

1.3.1 Beleidsteam (BT), Vervolg Beleidsteam (BT) Vervolg Verantwoordelijk heden in processen Samenstelling van het team Verhouding beleidsteam en driehoek Eventueel uit te breiden met Bepalen regionale kaders voor communicatiestrategie voor de bevolking en media; Het duiden van de gebeurtenissen ten behoeve van de bevolking (maatschappelijke impact); Op bestuurlijk niveau contact leggen met de juiste crisispartners; Informatie verschaffen aan de Hoofdofficier van Justitie; Uitvaardigen van noodbevelen of noodverordeningen; Besluiten tot evacuatie; Bepalen van de regionale bestuurlijke kaders voor de bevolkingszorg; Besluit nemen over een plan van aanpak voor de nafase; Formeel aanvragen van bijstand bij minister; Het bevorderen van informatie-uitwisseling door operationeel Informatiemanagement. De sleutelfunctionarissen van het BT zijn: GRIP 3 Betrokken burgemeester GRIP 4 Voorzitter Veiligheidsregio en betrokken burgemeester(s) Hoofdofficier van Justitie (HOvJ); Gemeentesecretaris BT; Regionaal Brandweercommandant (tevens Informatiemanager BT); Eenheidsleiding/Districtleiding Politie en/of Commandant Koninklijke Marechaussee 4 ; Directeur Publieke Gezondheid; Communicatieadviseur BT; Adviseur Openbare orde en Veiligheid; Verslaglegger BT; Vertegenwoordiger AAS BT; Communicatieadviseur (gemeente). Voorzitter betrokken waterschap (op uitnodiging, geen sleutelfunctionaris) Bij het scenario terrorisme worden het BT en de driehoek samengevoegd. In deze geïntegreerde BT / driehoek wordt alle informatie gedeeld, tenzij er grondige redenen zijn om dat niet te doen. Het OM weegt af of informatie gedeeld kan worden. Wanneer het OM in bepaalde gevallen besluit dat informatie niet gedeeld kan worden, vertrouwt het BT op het oordeel van het OM. Op verzoek kan het BT aangevuld worden met: Directeur ProRail; Directeur Luchtvaartmaatschappij; Vertegenwoordiger LVNL; Vertegenwoordiger Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV); Vertegenwoordiger BuZa (voor advisering over internationale aspecten en communicatie met ambassades/consulaten) 5 ; Vertegenwoordiger(s) waterbeheer en scheepvaartzorg; Rijksheren; Andere deskundigen, op uitnodiging van de voorzitter van het Beleidsteam. 4 Binnen het luchthaventerrein is de KMar op basis van de art. 4 Politiewet verantwoordelijk voor de politietaken. Het werkingsgebied van het CBP Schiphol is echter groter dan het luchthaventerrein. Omdat op het tijdstip van alarmering en opkomst niet altijd direct duidelijk is of een incident zich op of buiten het luchtvaartterrein voordoet, worden zowel de KMar als de Politie Eenheid Noord-Holland gealarmeerd. Indien en zodra er duidelijkheid bestaat over de precieze locatie van een incident wordt bepaald welk korps bevoegd gezag is. 5 Bij incidenten met een internationaal aspect wordt Buitenlandse Zaken gealarmeerd door NCC conform de afspraken van het ambassadeprotocol. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 16

1.3.2 Regionaal Actiecentrum Communicatie (RAC) RAC Doel Het Regionaal Actiecentrum Communicatie (RAC) is belast met het adviseren van de burgemeester, het BT en het OT over de te volgen voorlichtingsstrategie. Verder zorgt het RAC ervoor dat de bevolking, zo snel mogelijk via de media (pers) wordt geïnformeerd over de ontstane situatie en de handelingsperspectieven. Ook informeert het RAC verwanten, familie, omwonenden en direct betrokkenen. Reikwijdte Crisiscommunicatie Opkomsttijd en operationeel Het RAC bestaat uit verschillende functionarissen met verschillende opkomsttijden. De opkomsttijd is in principe 30 minuten. In het gemeentelijke deelplan Crisiscommunicatie zijn de opkomsttijden voor de verschillende functionarissen weergegeven. Alarmering Het RAC wordt gealarmeerd vanaf GRIP 2 Opkomstlocatie RCC Schiphol, Koningin Maxima kazerne (KMar), Sloterweg 400 te Badhoevedorp (1 e etage) Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken Communicatie is een belangrijk (sturings)instrument van de crisisbeheersing en een strategisch instrument van de burgemeester om bij het publiek vertrouwen te verdienen en te behouden. Het gaat daarbij om: Informeren en waarschuwen van de bevolking; Bekendmaken van beschermingsmaatregelen die de bevolking zelf kan nemen; Bekendmaken van maatregelen van de overheid; Weten wat er leeft en speelt in de publieke perceptie en bij de media t.a.v. het managen van de crisis; Het afstemmen van de communicatieactiviteiten op de publieke perceptie; Stand van zaken met betrekking tot de voortgang van het incident; Begeleiden van de terugkeer naar de normale situatie. Rollen Adviseur: advisering aan BT en OT bij communicatievraagstukken; Uitvoerder: het verzorgen van de mediacontacten en de publieksvoorlichting; Beslisser: het nemen van gemandateerde beslissingen. Bevoegdheden Het uitbrengen van een eerste hold statement ; Voorbereidingen treffen voor inrichten persruimte; Voorbereidingen treffen voor activeren website gemeente; Voorbereidingen treffen voor het inzetten van crisis.nl van het NCC; Voorbereiden inrichten callcenter; Opstarten rampenzender RTV-NH. Verantwoordelijk Omgevingsanalyse op basis van reacties van publiek en media; heden in Communicatiedoelen en communicatiestrategie opstellen; processen Persvoorlichting verzorgen; Publieksvoorlichting coördineren; Advisering over communicatie in het BT en OT; Afstemming van informatie en coördinatie van de uitvoering van communicatie tussen betrokken interne en externe partijen; Het bevorderen van informatie-uitwisseling bij operationeel informatiemanagement. Samenstelling van het team Hoofd RAC; Strategisch communicatieadviseur; Coördinator persvoorlichting; Persvoorlichters; Coördinator publieksvoorlichting; Coördinator omgevingsanalyse; Ondersteuning (verslaglegging, logger); Communicatieadviseur VRK; Voorlichtingsfunctionaris CoPI; Communicatieadviseur OT; Woordvoerder Corporate Communications Schiphol Group (CCSG); Woordvoerder Koninklijke Marechaussee (KMar); Vertegenwoordiger AAS OT. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 17

1.3.2 Regionaal Actiecentrum Communicatie (RAC), Vervolg RAC vervolg Eventueel uit te breiden met Andere deskundigen en/of private partijen, op uitnodiging van het hoofd RAC, zoals bijvoorbeeld: woordvoerder ProRail en woordvoerder NS (bij incident spoortunnel); persofficier Openbaar Ministerie (bij ernstige openbare ordeverstoring/kaping/gijzeling); woordvoerder Politie Eenheid Noord-Holland; woordvoerder Politie Landelijke Eenheid; woordvoerder LVNL; woordvoerder betrokken airline; woordvoerder NCTV. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 18

1.3.3 Operationeel Team (OT) Operationeel Team (OT) Doel Het OT is belast met de operationele leiding van het incident, de ondersteuning van het CoPI in het brongebied, de afstemming met andere bij de ramp of crisis betrokken partijen en het adviseren van het BT. Reikwijdte Tactische en Operationele besluitvorming (effectgebied) Opkomsttijd en 45 minuten operationeel Alarmering GRIP 2, 3 en 4 6 Opkomstlocatie RCC Schiphol, Koningin Maxima kazerne (KMar), Sloterweg 400 te Badhoevedorp (1 e etage) Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken Het uitvoeren van de gegeven opdrachten binnen het vastgestelde beleid; Het gevraagd en ongevraagd adviseren van het BT of burgemeester; Het verzamelen en verwerken van informatie; Het aansturen van alle bij de crisisbestrijding betrokken diensten en organisaties; Indien OT s in andere regio s bij het incident zijn betrokken, is in principe het OT waarin het brongebied van het incident ligt, het leidende OT. Deze zorgt voor afstemming en informatie-uitwisseling tussen de OT s; Het regelen van bijstand, aflossing en logistiek van hulpverlenende eenheden; Bij meerdere CoPI s (ook interregionaal) zorgt het OT voor coördinatie en afstemming; Het oplossen van multidisciplinaire dilemma s; Het denken in scenario s; Het beantwoorden van vragen vanuit het BT. Rollen Operationeel Leider: Beslisser: het nemen van multidisciplinair afgestemde beslissingen (eenhoofdige leiding); Adviseur: het adviseren van het BT; Uitvoerder: het uitvoeren van de beslissingen van het BT. Algemeen commandant / hoofd sectie van de monodisciplinaire kolommen: Beslisser: het nemen van (tactische) monodisciplinaire beslissingen; Adviseur: het adviseren van de Operationeel Leider. Bevoegdheden Bekrachtigen van GRIP 2; Bepalen van de beslispunten die bij GRIP 3 of GRIP 4 aan de voorzitter van het BT worden voorgelegd; Regelen van de eigen aflossing; Beslissen tot afschaling bij GRIP 2 en het adviseren over afschaling bij GRIP 3 of GRIP 4; Uitvoering geven aan de opdrachten van het BT, binnen de daartoe gestelde kaders; Operationeel Leider: het geven van bindende aanwijzingen en/of opdrachten aan de eenheden en organisaties die betrokken zijn bij de ramp of crisis in lijn met het opperbevel van de voorzitter BT. Verantwoordelijk heden in processen Het leiding geven aan de bestrijding van een crisis waarbij (nog) geen CoPI hoeft te worden ingericht omdat een brongebied ontbreekt: bijvoorbeeld bij een dreigende crisis door een giftige aswolk, storm of door een crisis op afstand; Contact leggen met crisispartners; Afstemming actiecentra van de verschillende diensten; Leiding geven aan het CoPI en aansluiting van acties met actiecentra; Bepalen welke crisisbestrijdingsprocessen aan de orde zijn en bepalen welke organisatie-eenheden ingezet moeten worden; Invulling geven aan de eigen verantwoordelijkheid voor de operationele bestrijding in het effectgebied; Ondersteuning CoPI ten behoeve van managen schaarste, faciliteiten etc.; Kaders stellen voor de gecoördineerde aanpak van een incident door de actiecentra en in afstemming met crisispartners; Bij GRIP 3 en GRIP 4 zorgen voor de voorbereiding en uitvoering van voorlichtingsactiviteiten aansluitend bij de voorlichtingsstrategie van het BT en onder 6 Bij een crisis op Schiphol wordt in principe maximaal opgeschaald tot GRIP 3. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 19

1.3.3 Operationeel Team (OT), Vervolg Operationeel Team (OT) vervolg Verantwoordelijk heden in proces Samenstelling van het team Eventueel uit te breiden met Stafsecties Bij GRIP 3 of GRIP 4 de besluiten van het BT vertalen in operationele kaders voor de Leider CoPI; Het bevorderen van informatie-uitwisseling door operationeel informatiemanagement; De informatiemanager van hetot is eindverantwoordelijk voor het informatieproces. En tevens voor de koppeling met externe informatieprocessen en het gezamenlijk bijhouden van de data. De sleutelfunctionarissen van het OT zijn: Operationeel Leider; Hoofd Stafsectie Brandweerzorg; Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg; Algemeen Commandant Politiezorg / KMar 7 ; Algemeen Commandant Bevolkingszorg; Communicatieadviseur OT (liaison RAC); Informatiemanager OT; Voorlichting AAS; Vertegenwoordiger AAS OT; Vertegenwoodiger LVNL. Ondersteuning operationeel informatiemanagement: Informatiecoördinator OT; Plotter OT. Andere deskundigen en / of private partijen, op uitnodiging van de Operationeel Leider zoals: ProRail; Regiopolitie Amsterdam-Amstelland; Politie Eenheid Noord-Holland; Korps landelijke Politiediensten; Liaison NCC en LOCC; Liaison BuZA voor advisering over internationale aspecten en communicatie met ambassades/consulaten 8 ; Vervoerder/afhandelaar; Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)(bij terreur(dreiging)). De algemeen commandanten en informatiemanager OT worden ondersteund door medewerkers van de eigen stafsecties. 7 Binnen het luchthaventerrein is de KMar op basis van de art. 4 Politiewet verantwoordelijk voor de politietaken. Het werkingsgebied van het CBP Schiphol is echter groter dan het luchthaventerrein. Omdat op het tijdstip van alarmering en opkomst niet altijd direct duidelijk is of een incident zich op of buiten het luchtvaartterrein voordoet, worden zowel de KMar als de Politie Eenheid Noord-Holland gealarmeerd. Indien en zodra er duidelijkheid bestaat over de precieze locatie van een incident wordt bepaald welk korps bevoegd gezag is. 8 Bij incidenten met een internationaal aspect wordt Buitenlandse Zaken automatisch gealarmeerd. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 20

1.3.4 Commando Plaats Incident (CoPI) CoPI Doel Het CoPI is belast met de operationele leiding ter plaatse van het incident (brongebied), de afstemming met andere betrokken partijen en het adviseren van het OT. Reikwijdte Operationele besluitvorming (brongebied) Opkomsttijd en 30 minuten operationeel Alarmering GRIP 1 of hoger GRIP niveau. Opkomstlocatie Nabij het incident Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken Richt zich primair op de bronbestrijding; Het bepalen van de te volgen tactiek om te komen tot een snelle en gecoördineerde aanpak van het incident; Het gevraagd en ongevraagd periodiek informeren van de Operationeel Leider en de burgemeester over de ontwikkelingen binnen het brongebied; Bij meerdere CoPI s (ook interregionaal) wordt er afgestemd welke het zware of lichte CoPI is. Het OT wordt hiervan op de hoogte gesteld. Rollen Leider CoPI: Beslisser: het nemen van multidisciplinaire afgestemde beslissingen (eenhoofdige leiding); Adviseur: het adviseren van het OT. Bevoegdheden Het geven van bindende aanwijzingen en/of opdrachten aan de eenheden en organisaties die betrokken zijn bij de ramp of crisis in het brongebied, in lijn met de eenhoofdige leiding van de Operationeel Leider; Bekrachtigen van GRIP 1 of 2; Beslissen van afschaling bij GRIP 1; Bepalen welke operationele processen ter plaatse aan de orde zijn; Bepalen welke operationele eenheden per discipline ingezet moeten worden; Regelen van eigen aflossing. Verantwoordelijk Het inzetten van eenheden in het brongebied; heden in Het geven van leiding aan de ingezette eenheden; processen Het bij het OT aanvragen van personeel en materieel; Het bevorderen van informatie-uitwisseling bij operationeel informatiemanagement. Samenstelling van het team Eventueel uit te breiden met De sleutelfunctionarissen voor het CoPI zijn: Leider CoPI; Officier van Dienst Brandweer 9 ; Officier van Dienst Geneeskundig; Officier van Dienst Politie/KMar 10 ; Officier van Dienst Bevolkingszorg, afhankelijk van de aard van het incident; Voorlichtingsfunctionaris CoPI; Informatiemanager CoPI; Plotter CoPI; Vertegenwoordiger AAS-CoPI. Andere deskundigen en/of private partijen, op uitnodiging van de Leider CoPI zoals: Algemeen Leider ProRail; Vertegenwoordiger LTFO (Politie Landelijke Eenheid); Vertegenwoordiger Luchtvaartpolitie(Politie Landelijke Eenheid); Vertegenwoordiger RWS; Unit leider BHV; Vertegenwoordiger luchtvaartmaatschappij / betrokken bedrijf; Afhandelaar. 9 Bij het ter plaatse komen van de HOvD (CC) neemt deze de vertegenwoordiging van de brandweer in het CoPI over. 10 Binnen het luchthaventerrein is de KMar op basis van de art. 4 Politiewet verantwoordelijk voor de politietaken. Het werkingsgebied van het CBP Schiphol is echter groter dan het luchthaventerrein. Omdat op het tijdstip van alarmering en opkomst niet altijd direct duidelijk is of een incident zich op of buiten het luchtvaartterrein voordoet, worden zowel de KMar als de Politie Eenheid Noord-Holland gealarmeerd. Indien en zodra er duidelijkheid bestaat over de precieze locatie van een incident wordt bepaald welk korps bevoegd gezag is. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 21

1.3.5 Schiphol Team Plaats Incident (STPI) STPI Doel Bij een incident op Schiphol wordt ten behoeve van de bronbestrijding altijd 11 een STPI gevormd. Het STPI opereert rechtstreeks onder het CoPI. Reikwijdte Bron- en effectgebied Opkomsttijd 15 minuten Opkomstlocatie Nabij het incident Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken en rol Het STPI stemt de inzet van de bij de directe bronbestrijding betrokken diensten af. Onder aansturing van een CoPI kan op meerdere plaatsen 12 een STPI worden ingericht. In dat geval is het CoPI het team dat het incident coördineert en fungeren de STPI s als de ogen en oren van het CoPI ter plaatse; Afstemmen van de bij de directe bronbestrijding betrokken diensten. Bevoegdheden Het Schiphol Team Plaats Incident (STPI): is belast met de bronbestrijding. is een overlegstructuur gericht op de coördinatie van de hulpverlening ter plekke. Verantwoordelijk heden in Het leiding geven aan de voorbereiding van de bestrijding van een incident, ramp of crisis, waarbij (nog) geen CoPI operationeel is; processen Contact leggen met crisispartners; Bepalen welke crisisbestrijdingsprocessen aan de orde zijn; Invulling geven aan de ondersteunende activiteiten voor de operationele bestrijding in het effectgebied; Ondersteuning CoPI ten behoeve van managen schaarste, faciliteiten etc.; Kaders stellen voor de aanpak van een gecoördineerde hulpverlening door de actiecentra en in afstemming met crisispartners. Samenstelling van het team Eventueel uit te breiden met Het STPI bestaat uit: Airport Fire Officer 13 /OvD-B; OvD-KMAR (Kan ook OvD-P zijn); OvD-G; Unit Leider BHV (bij incident in Terminal en overige Schiphol gebouwen); Duty Manager Security (DMS)(bij SSI). Andere deskundigen en / of private partijen. 11 De leider CoPI kan uit oogpunt van een efficiënte crisisbestrijding besluiten het STPI op te laten gaan in het CoPI. Dit geldt echter niet bij vliegtuigincidenten en; bij incidenten waarbij meerdere STPI s actief zijn. 12 Bij meerdere STPI s zijn de taken hetzelfde alleen in de samenstelling zijn de diensten aanwezig maar kunnen de functionarissen vertegenwoordigd zijn door een ander niveau dan beschreven. 13 AFO formeert het STPI en is verantwoordelijk voor de bronbestrijding tot de komst van de OVD-B. Bij vliegtuigincidenten geldt dat de AFO het STPI formeert en verantwoordelijk is voor de bronbestrijding tot de komst van de HOVD-B. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 22

1.3.6 Commissie van Overleg (CVO) Commissie van overleg (CVO) Doel De CVO komt bij elkaar bij verstoring van de reguliere bedrijfsprocessen op Schiphol. Afhankelijk van de mate waarin is opgeschaald, krijgt de CVO de informatie vanuit het STPI dan wel CoPI (tot de komst van de (H)OvD) dan wel OT (na de komst van (H)OvD). Reikwijdte Strategisch/besluitvormend Opkomsttijd 15 minuten Opkomstlocatie Gebouw Airside Operationele Dienst, ruimte 1005 Back-up Security Control Centre-vergaderruimte, Schiphol Hoofdgebouw Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken en rol De CVO is het actiecentrum van AAS tijdens een crisis op Schiphol. De CVO houdt zich primair bezig met de herstart en continuïteit van de primaire processen van AAS en de goede orde en veiligheid op Schiphol. Bevoegdheden De CVO: Is belast met het coördineren van de luchthavenactiviteiten; Is belast met het faciliteren van de organisatie die wordt ingezet voor het bestrijden van de crisis; Is belast met het afbouwen/in stand houden/en herstellen van luchthavenprocessen. Verantwoordelijk heden in processen Samenstelling van het team Eventueel uit te breiden met Faciliteren van een crisisplatform voor ketenpartners in het luchthavenproces; Komen tot gezamenlijke beeldvorming en oordeelsvorming; Komen tot gezamenlijke besluiten met betrekking tot de continuïteit van de luchthavenprocessen en de ondersteuning van de calamiteitenorganisatie. De CVO bestaat uit: De samenstelling van de CVO is afhankelijk van de aard en de omvang van de calamiteit of verstoring. De volgende functionarissen hebben (mogelijk) zitting in de CVO: Airport Manager (AM) reguliere voorzitter (vast); Airside Operations Manager (AOM) 14 (vast); Operationeel Manager Passengers (OM)(vast); Informatiespecialist; Plotter; Operationeel Manager Bagage (OMB); Security Operations Manager (SOM); Voorlichter AAS. 15 ; Piketofficier calamiteiten KMar (POCAL) 16 ; Airport Fire Officer (AFO)(alleen als hij niet in het CoPI zit); Operationeel Technisch Manager (OTM); Technisch specialist ICT/ST; Accountmanager AAS (ACM)(als back-up van afhandelaren of vliegmaatschappijen); Vertegenwoordiger betrokken luchtvaartmaatschappij / afhandelaar bij vliegtuigongevallen; Vertegenwoordiger LVNL bij vliegtuigongevallen; Vertegenwoordiger NS Reizigers/ProRail bij treinongevallen; Vertegenwoordiger Gemeente Haarlemmermeer; Vertegenwoordiger betrokken bedrijf. Andere deskundigen en / of private partijen. 14 AOM is voorzitter CVO tot de komst AM. 15 Voorlichter AAS neemt zitting in OT zodra dit wordt ingesteld. 16 De Piket officier Calamiteiten KMar (POCAL) is vanuit de CVO tevens liaison voor de Politie Eenheid Noord-Holland, ook in situaties waar politie Kennemerland leidend is. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 23

1.3.6 Commissie van Overleg (CVO), Vervolg Samenwerking VRK en AAS Ten tijde van crises is samenwerking tussen de VRK en AAS van essentieel belang. Om die reden vindt er informatie-uitwisseling en afstemming plaats tussen de crisisteams van de VRK en het crisisteam (CVO) van AAS. Deze afstemming en informatie-uitwisseling vinden plaats via de vertegenwoordigers AAS die in de crisisteams VRK plaatsnemen. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 24

1.3.7 Actiecentrum mobiliteit KMar Rolverdeling KMar/Politie De KMar en de Politie Eenheid Noord-Holland kennen een specifieke, wettelijk geregelde verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen het werkingsgebied van het CBP-S. Wat betreft de taken en bevoegdheden van beide organisaties is een onderscheid gemaakt tussen optreden in het luchthavengebied en het gebied daarbuiten (maar bínnen het werkingsgebied van het CBP-S). Binnen het luchthavengebied is de KMar op basis van art. 4, lid 1c Politiewet verantwoordelijk voor de politionele taken, daarbuiten de Politie Eenheid Noord-Holland. Actiecentrum Mobiliteit KMar De KMar heeft een Actiecentrum Mobiliteit waarin partijen met de volgende taken en verantwoordelijkheden bijeen worden gebracht: het coördineren van de uitvoerende activiteiten in de directe omgeving van het crisisgebied; de uitwerking van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn opgenomen in het Verkeerscirculatieplan. Samenstelling Actiecentrum Mobiliteit Het Actiecentrum Mobiliteit bestaat uit: Operationeel Commandant omgeving incident KMar (Chef mobiliteit KMar); Twee vertegenwoordigers Politie Eenheid Noord-Holland en Regio Eenheid Amsterdam- Amstelland); Vertegenwoordiger Politie Landelijke Eenheid; Vertegenwoordiger Rijkswaterstaat; Medewerker ProRail (op verzoek - bij tunnelincident); Liaison (LSO) verkeer (op verzoek); LSO OOV (op verzoek); LSO Brandweer (op verzoek); LSO afzettingseenheid (op verzoek). Opkomstlocatie AC Mobiliteit RCC Schiphol (Koningin Maximakazerne). Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 25

1.3.8 Team Opvang & Registratie en Regionaal Beleidsteam Incidenten (RBI) ProRail Team Opvang & Registratie Het Teamleidersoverleg Opvang & Registratie heeft tot doel de processen Opvang & Verzorging en Registratie slachtoffers te coördineren. In het draaiboek Opvang & Registratie CBP-S staan de taken en procedures omschreven. Samenstelling Team Opvang & Registratie De samenstelling van het teamleidersoverleg is: Voorzitter (gemeente Haarlemmermeer); Vertegenwoordiger AAS; Vertegenwoordiger Acute Zorg en Publieke Gezondheid; Afhankelijk van het incident: medewerker Registratie Slachtoffers (gemeente), KMar, het NRK, Luchthavenpastoraat en de betrokken luchtvaartmaatschappij. Opkomstlocatie Team Opvang & Registratie Afhankelijk van incident besluit de Operationeel Manager of de herenigingslocatie het Panorama restaurant of Wildenhorst wordt. Zie Draaiboek Opvang en Registratie Schiphol RBI (ProRail) ProRail heeft een Regionaal Beleidsteam Incidenten (RBISR) met als taak: het ondersteunen en adviseren van de Algemeen Leider ProRail; en het coördineren van de uitvoering van de beleidsbeslissingen. Opkomstlocatie RBI ProRail gebouw, De Ruijterkade 4 te Amsterdam. Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013 26