Het weer van 19 november 2016 Les 4

Vergelijkbare documenten
HFDST 6. HET WEER IN ONZE STREKEN

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden.

Werkblad:weersverwachtingen

Het weer van 2 maart 2013

12. Depressies, fronten en andere neerslagproducerende weersystemen

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat

De kap. Wijs aan: gordingen zwaardstijlen wolfsbalkjes brilstuk (achterkeuvelensbalk) hoekstijltjes raamstijl

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

De kap. Wijs aan: gordingen zwaardstijlen wolfsbalkjes brilstuk (achterkeuvelensbalk) hoekstijltjes raamstijl

Het weer van 17 november 2012

Natuur Wonderlijke wolken

6. Luchtvochtigheid. rol bij het A g g r e g a t i e t o e s t a n d e n v a n w a t e r. 6.1 inleiding. 6.2 Aggregatietoestanden

Het weer van 28 april 2012

natuur wonderlijke wolken Tip! Deze les kan het best gegeven

In een hogedrukgebied: o Is weinig bewolking o Is weinig wind o Is het zomers warm en s winters koud.

Leerlingboekje Sonnenborgh

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

Van de regen in de drup

Thema 5 Weer en klimaat

Herfstwerkboekje van

Het begin van de winter

H4 weer totaal.notebook. December 13, dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

Het Weer Vereenvoudigd

Aanvulling lesmateriaal brandweerduiker A2 en B1

Wat is Meteorologie?

neerslag: regen, hagel en sneeuw ringen in het weer waarnemen regen meten

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Auditieve oefeningen over het weer

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Het weer van 28 september 2013

Het weer hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

lend uit kunnen zien kunt maken met een tuinslang een regenboog zitten

Neerslag vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

inhoudsopgave voorwoord Blz. 2 inleiding Blz. 3 hoofdstukken Blz. 4 nawoord Blz. 11 bibliografie Blz. 12

Samenvatting aardrijkskunde H9:

WATER IN AL ZIJN VORMEN

Voorstellen. Jos Werkhoven Weerstation de Arend Kortenhoef. 7 februari klimaat - weer in ruimte en tijd

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Werkstuk ANW Weersvoorspelling

Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met

Een les met WOW - Neerslag

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1

Pedagogische ACTIVITEITEN

Een les met WOW - Neerslag

Beknopt stormverslag 25-28/12/1990

1. De atmosfeer Weerkaart voor zaterdag 9 januari 2010

WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALECTEN =========================================

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

THEMA 4 - WEERSVOORSPELLING

Wat is weer? Definitie. Atmosfeer

Beknopt stormverslag 23-24/12/2013

Beknopt stormverslag 03-04/03/1998

BWV De EEM. Weerkunde voor CWO

Leesboekje de seizoenen

Een les met WOW - Luchtdruk

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Water. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

5. Storingen in koude lucht

Lees de tekst hieronder. Er staan geen leestekens: geen hoofdletters, geen punten en geen komma s in het verhaal.

bij een examen de antwoorden van iemand anders proberen te lezen en te gebruiken

Beknopt stormverslag van 5 en 6 mei 2015

Inhoud. Praktische gegevens 3 - Doelgroep - Leerdoelen - Tijdsduur - Aansluiting bij lesmethoden - Keuze van de onderzoeksplek

Beknopt stormverslag van 3 tot 5 januari 2012

Werkstuk Aardrijkskunde Het weer

Inhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 2. Het water bevriest 3. IJspegels en ijsbloemen 4. Neerslag 5, Kunstijs 6. De polen 7.

les 5 Kijkplaat thema 2 Wat een weer! les 5 Kijkplaat thema 2 Wat een weer!

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV)

Horeca Vak Opleidingen Eindopdracht


Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Thema: De K van Moeilijkheid : ** Ruimte aarde milieu Tijdsduur : *** Weerboekje. Na deze opdracht weet meer over temperatuur, onweer en de weerkaart

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Lekker eten: vlieg en mug

De leerling: weet wat luchtdruk is weet dat je met een barometer de luchtdruk kunt meten

Noodweer ontstaat vooral bij warm en vochtig weer. Dat komt omdat de zon al het water laat verdampen.

Beknopt stormverslag 24-25/11/2005

Beknopt stormverslag 24-25/11/2012

Synoptische situatie 2-3/03/2000

11. Weersituaties Inleiding Weertype

Beknopt stormverslag 6-7/10/1988

Het weer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

WEERKUNDE METEOROLOGIE VOOR IEDEREEN KEES FLOOR

Regen en het weer voorspellen

Examen Inleiding Atmosfeer 8 mei 2014 EXAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 8 mei 2014, 13:30-16:30 uur

Lesbrief Ontstaan van sneeuwvlokken

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Regen. ( 20 oktober 14 november)

Weer-app test DroidApp.nl

Beknopt stormverslag 25/11/2006

Weerberichten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Zorg en Hoop 0.8. Nickerie 0.0 Hoogste waarde Kustgebied: Albina 18.0 Hoogste waarde Binnenland: Laduani 19.6

1. LESBEGIN. 2. Lesuitwerking De verschillende klimaten de Europese kaart situeren. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD

Handleiding Model van de waterkringloop

pagina december 2012 In deze editie:

Transcriptie:

Het weer van 19 november 2016 Les 4 Kans op onweer, vlagerige wind Analyse van Lex: een groot Lagedrukgebied met kernen boven Schotland en tussen IJsland en Noorwegen beheerst het weer boven Nederland. Vrij krachtige tot harde wind komend uit ZW tot W met veel neerslag in de vorm van buien, vooral in troggen (frontlijnen met buien) waarbij kans op felle hagel- en regenbuien mogelijk met een klap onweer. Voor de molenaar een weertype waarbij hij/zij zeer alert moet blijven op mogelijke plotselinge buien met windstoten. Bedenk daarbij dat elke bui ook z n eigen wind meeneemt. Let bij de buien ook op de trekrichting (zuid, noord of rechtover) en handel ernaar. Pas bij dit weertype de zeilvoering aan, er hoeft met de molen geen geld meer te worden verdiend. Het KNMI vindt er dit van: overdag concentreren de buien zich met name in de kustprovincies. Onweer is daarbij mogelijk. Elders is het op de meeste plaatsen droog. De wind blijft zuidwestelijk en matig, aan zee en boven het IJsselmeer (vrij) krachtig. Pagina 1 van 5

Vragen over het huiswerk Lezen HWV: van "Wolken" tot en met "Weerkaarten" Lezen H9: tot 9.5 1. Welke zeilvoering kan er worden toegepast vandaag bij een onbelaste molen? 2. Op weerkaarten staan een heleboel lijnen met getallen erbij en soms ook dikgedrukte letters (H, L). Waar staan deze lijnen voor en wat betekenen de letters en de getallen? 3. Wat betekenen de dikkere blauwe en rode lijnen met driehoekjes en halve bolletjes en de paarse met zowel driehoekjes als bolletjes? 4. BONUS Zo af en toe staan er ook korte, dikke, al dan niet gebogen blauwe lijnen op weerkaarten, waar duiden deze op en hoe heten ze? 5. Wat wordt er bedoeld met trekrichting van depressies, welke richting is dit in West Europa meestal? 6. Wat is buienwind en hoe ontstaat deze en hoe handelt de molenaar? 7. Er zijn soorten wolken. Eén van de belangrijkste lijkt de cumulus nimbus. Wat is dit voor een wolk? 8. Komt er ook water onder nul voor of is dit altijd ijs? Waarom is onderkoelde regen zo gevaarlijk? 9. Op welke manieren ontstaat er neerslag en wat heeft dampdruk hiermee van doen? 10. Geef aan hoe een warmtefront zich kenbaar maakt en hoe een koudefront? 11. Waaraan moet de ideale molenbiotoop voldoen? Wat is een windbrief, wat een polderkeur en waar staan/stonden ze voor? 12. Noem voorbeelden van windhinder. 13. Wat wordt bedoeld met molenbeschermingszone? Pagina 2 van 5

Lezen HWV: van "Wolken" tot en met "Weerkaarten" Lezen H9: tot 9.5 1. Welke zeilvoering kan er worden toegepast vandaag bij een onbelaste molen? Het is beter de molen te belasten ook al omdat de vijzel anders krom kan trekken. Dus als het kan: de vijzel in het werk en de afsluiter (deels) open. Als de molen belast is kun je beginnen met vier lange halve. Ook goed tegen zeilslag. Als de molen onbelast is zou ik beginnen in de lege en eventueel bijleggen. 2. Op weerkaarten staan een heleboel lijnen met getallen erbij en soms ook dikgedrukte letters (H,L ). Waar staan deze lijnen voor en wat betekenen de letters en de getallen? De lijnen op weerkaarten heten isobaren en de getallen erbij geven de druk aan in hectopascal. De H staat voor Hogedrukgebied (pressie) en de L voor Lagedrukgebied (depressie). 3. Wat betekenen de dikkere blauwe en rode lijnen met driehoekjes en halve bolletjes en de paarse met zowel driehoekjes als bolletjes? De blauwe lijnen met driehoekjes geven koudefronten aan, de rode lijnen met halve bolletjes warmtefronten en de paarse lijnen met driehoekjes en bolletjes occlusiefronten. 4. BONUS Zo af en toe staan er ook korte, dikke, al dan niet gebogen blauwe lijnen op weerkaarten, waar duiden deze op en hoe heten ze? Een dikke blauwe streep duidt op een trog. Dit is uitloper in een lagedrukgebied. De isobaren stulpen uit en er ontstaat een buienlijn met vaak korte felle buien en windstoten. Naarmate de isobaren dichter bij elkaar liggen zullen deze verschijnselen heftiger zijn. Als de isobaren ver uiteen liggen spreekt men van een vore. Dit gaat er rustiger aan toe. 5. Wat wordt er bedoeld met trekrichting van depressies, welke richting is dit in West Europa meestal? Met trekrichting wordt de richting bedoeld waarin de depressies en vaak ook de pressies over Europa gaan. Over het algemeen is dit ZW-NO. Pagina 3 van 5

6. Wat is buienwind en hoe ontstaat deze en hoe handelt de molenaar? Elke bui brengt z n eigen wind mee en dit ontstaat omdat de voorbijtrekkende buienwolk gevuld is met koude neerslag. Bij het naderen regent het nog niet maar komt de relatief warme lucht aan de voorkant de bui binnen, koelt sterk af waardoor het aanwezig vocht condenseert. Hierdoor ontstaan onderaan en aan de voorkant van de bui valwinden die heel hard kunnen zijn. Meestal gaat het hierbij regenen en ook een klap onweer is niet denkbeeldig. De molenaar legt de vang erop en zo nodig de bliksembeveiliging als hij het niet vertrouwt. 7. Er zijn soorten wolken. Eén van de belangrijkste lijkt de cumulus nimbus. Wat is dit voor een wolk? De cumulus nimbus is een regenwolk en kan laag (strato) midden (alto) en hoog (cirro) voorkomen. Zolang er nog niet veel neerslag in zit is de wolk vaak wit, soms bloemkoolvormig. Vaker komt hij voor als licht- middel- en soms zelfs donkergrijs wat aangeeft dat er veel neerslag in zit. 8. Komt er ook water onder nul voor of is dit altijd ijs? Waarom is onderkoelde regen zo gevaarlijk? Ja, water kan onderkoeld zijn, dus onder nul, maar nog steeds vloeibaar. Als zo n druppel iets raakt verandert dit water ogenblikkelijk in ijs. Dit is gevaarlijk op straten, maar ook op bijvoorbeeld de molenstelling en op de zeilen. Het worden onmiddellijk ijsvlaktes. Zeilen dus zo snel mogelijk wegrollen en klampen voordat er een laag ijs op zit. 9. Op welke manieren ontstaat er neerslag en wat heeft dampdruk hiermee van doen? Er zijn twee effecten waardoor neerslag ontstaat nl. coalescentie en het Wegener- Bergeron-Findeisen-proces. Bij coalescentie worden gecondenseerde waterdampdruppeltjes steeds groter door samenvloeiing. Bij dit proces draaien ze in de luchtstromen rond en worden door botsingen met andere waterdruppeltjes steeds groter tot ze door hun zwaarte niet meer kunnen ronddraaien en uit de wolk vallen. Onderweg worden ze nog steeds groter door botsingen met andere druppels. Bij het andere proces ontstaat neerslag doordat in de hoge bewolking ijskristallen, waterdamp en waterdruppeltjes gemengd zijn. Door de dampdruk zijn er meer watermoleculen bij de druppels en deze trekken naar de ijskristallen. Deze laatste groeien daardoor snel aan en vallen naar beneden in de vorm van sneeuw, onderkoelde regen, natte sneeuw of regen. Dampdruk is het verschijnsel dat zich meer waterdamp cq. druppeltjes vormen boven water dan boven ijs. Daardoor trekt ijs water aan en groeit Pagina 4 van 5

10. Geef aan hoe een warmtefront zich kenbaar maakt en hoe een koudefront? Warmtefront is te herkennen aan een bleke hoge bewolking, een soort waas dat langzamerhand dikker wordt totdat de zon niet meer te zien is. De relatief warme lucht schuift over de koudere lucht heen, koelt daardoor langzaam af en het gaat regenen, motregen, druilerig weer soms wat mistig en weinig wind. Een koufront gaat veel sneller, de koude lucht duwt de warme lucht weg naar boven. Deze lucht koelt snel af en er ontstaan vaak stevige buien met windstoten. Vaak een wolkenband met grijze wolken waaruit in de verte al neerslag valt. Scherpe begrenzing tussen warm en koud. 11. Waaraan moet de ideale molenbiotoop voldoen? Wat is een windbrief, wat een polderkeur en waar staan/stonden ze voor? De ideale molenbiotoop heeft een volledig vrije windvang. Dus geen hoge huizen, bomen etc. in de directe omgeving. De windbrief en de polderkeur zijn eigenlijk eender. Met dien verstande dat de windbrief het windrecht voor de korenmolenaar regelde (is nu niet meer zo) en het polderkeur nog wel bestaat hier en daar en er in bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden met de windvang van de poldermolen. 12. Noem voorbeelden van windhinder. Voorbeelden van windhinder: hoge bomen kort bij een molen in de buurt. Flats en andere bebouwing dusdanig hoog dat de molen geen vrije windvang meer heeft. Ook bijv. een schuur o.i.d. waarvan de nok net even boven de stelling van een molen uitkomt. Bij ongunstige wind kan dit behoorlijke wervelingen in de wind geven waardoor de molen onrustiger gaat lopen. 13.Wat wordt bedoeld met molenbeschermingszone? Molenbeschermingszones zijn een soort cirkel rond de molen met een straal van enkele honderden meters waarin zoveel mogelijk wordt getracht vrije windvang te realiseren. Pagina 5 van 5