Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week november 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

Vergelijkbare documenten
Handleiding Les 1: Een toren bouwen. Zet de leerlingen zo snel mogelijk aan het werk. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak.

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau B, les 1 en 2

Waarom ga je schrijven: om iets leuks te leren voor thuis

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

Een verzorgingskaart maken voor je huisdier

Waarom ga je schrijven: om iets leuks te leren voor thuis

Waarom ga je schrijven: het Nieuwsbegripfilmpje bekijken

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1.

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Voordoen (modelen, hardop denken)

Handleiding Les 1: Wat kun je doen aan de plastic soep?

Lees vooraf beide lessen door. Bereid de directeur voor dat hij of zij een map met overtuigende teksten zal ontvangen.

Voordoen (modelen, hardop denken)

Handleiding Les 1: Welk lego-beeld wil jij op school?

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over het broeikaseffect

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Overzicht: schrijftaak. Voorbereiding. week 19 5 mei 2014 Handleiding niveau A, les 1 en 2

Omgaan met geld, oorzaken en gevolgen

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Automatisering, oorzaken en gevolgen

Voordoen (modelen, hardop denken)

NIEUWSBEGRIP STELLEN

Sportkleding beschrijven

Handleiding Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden?

Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Een uitgestorven dier beschrijven

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

week 37 8 september 2014 Handleiding niveau A en B les 1 en 2

Voordoen (modelen, hardop denken)

Handleiding schrijfles: Een uitdaging

Een verhaal schrijven

Verklaren hoe planten groeien

Een recept voor een top 2015 schrijven

Een overtuigende tekst schrijven

Een verhaal schrijven dat zich afspeelt in 2050

Een verhaal schrijven

Schrijven op het menu

Een overtuigende tekst schrijven

Les 1: Een verzorgingskaart maken voor je huisdier

Les 1: Een rampenwijzer maken.

Een rampenwijzer maken

Een poster voor een goed doel maken

Les 1: Een verzorgingskaart maken voor je huisdier

Les 1: Een rampenwijzer maken.

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Instapmodule ter voorbereiding op het werken met Nieuwsrekenen

Handleiding Les 1: Een poëziekaart maken

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Instapmodule ter voorbereiding op. Instapmodule. het werken met Nieuwsrekenen

Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

lezen Sinterklaastip

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

Een verhaal schrijven

Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Instapmodule Niveau A2

LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6

WELKOM BIJ BOMBERBOT! LES 2: SEQUENTIES I LES 2: SEQUENTIES I WAAR GAAT DEZE LES OVER? INTRODUCTIE

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Instapmodule Niveau AA

Thema: Nieuw biljet van vijf euro. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: Prijs voor The Voice. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Algoritmes in het dagelijks leven:

Tijdens de try-out gingen de groepjes verschillend aan het werk. Soms werd het werk verdeeld: één leerling had alle

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Thema: WK voetbal in Brazilië. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: De watersnoodramp. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen

Tellen Meten Meetkunde

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Genoeg ruimte? In de methodes

Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules (zie ww.nieuwsrekenen.nl bij Basismateriaal ).

De leerling: weet dat de aarde groter is dan de maan ontdekt dat iets kleiner lijkt als het verder weg staat. aarde en de maan

Les 1: Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Thema: Problemen voor V&D. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

Thema: Zelfrijdende vrachtwagens. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Nederlands in Uitvoering

Tijd. 10 min. 55 minuten

Sinterklaashoek. Spelideeën

Les 1: Halloween en Sint-Maarten beschrijven

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: MIJN KAR MOOIE KAR

Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden?

Thema: Kinderboekenweek. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Heb je een vraag over Meet the Professor? Stuur ook dan even een bericht naar Eline.

Muziekinstrument. Introductie klassikaal, uitvoering in teams van 3-4 leerlingen

Thema: Drones: vliegtuigjes zonder piloot

Thema: Koningsdag Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Thema: Eurovisie Songfestival. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Transcriptie:

Handleiding Les 1 ze schrijfles is de tweede waarin leerlingen oefenen in het genre instrueren. Het is een instructieles: leerlingen maken kennis met de instructiestrategie KLUNS. U doet voor hoe je een instructietekst schrijft met de schrijfstrategie KLUNS( klus, nodig, stappen). Na deze instructieles Instrueren volgt later nog een oefenles Instrueren. Nieuwsbegriponderwerp ze les sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp Sinterklaas. Bij het Sinterklaasfeest worden er meestal pakjes gegeven. Het wordt extra leuk als ze mooi zijn ingepakt. Schrijftaak instructieles bestaat uit twee lessen. 1. In les 1 doet u de KLUNS-strategie voor door hardopdenken. Hierbij ligt de nadruk meer op de versiering, dan op de vouwinstructies bij het inpakken. (Anders wordt bij het hardop denkend voordoen de formulering zo ingewikkeld, dat het de leerlingen afleidt van de aandacht voor de strategie.) Hierna schrijven de leerlingen instructies voor het leuk inpakken van een cadeau. 2. In les 2 voeren de leerlingen in twee tweetallen elkaars instructies uit en proberen zij aan de hand van de instructietekst het cadeau precies zo in te pakken als het schrijversduo had bedoeld. schrijvers kijken toe en het resultaat wordt vergeleken met het origineel zodat de schrijvers kunnen vaststellen hoe hun tekst eventueel beter kan. Dit wordt met elkaar besproken. Voorbereiding Lees vooraf beide lesplanningen door. Besteed bij les 1 extra aandacht aan het voordoen (de hardopdenktekst). Bedenk dat onze tekst een uitgangspunt is; u kunt die aanpassen aan uw behoefte of voorkeur. Zorg dat de leerlingen iets hebben om in te pakken, bijvoorbeeld een boek of doosje. En zorg voor voldoende inpakmaterialen (zie materiaal). Maak gebruik van het digibord om de bijlage (inpakvoorbeelden) te laten zien. Voor de leerlingen: o opdrachten les 1 op blz. 1 en 2, o een apart vel papier om de tekst op te schrijven, zodat zij die goed kunnen bewaren in hun schrijfmap. Zorg voor voldoende inpakmaterialen: verschillende kleuren papier, plakband, schaar, lijm, verschillende kleuren lint, touw, of wol, stickers of naamkaartjes. Iets wat ingepakt kan worden: doosjes, lege wc-rollen of boeken. N.B. les wordt extra leuk als de leerlingen echte pakjes inpakken, bijvoorbeeld een klein pakje voor in de schoen. pagina 1 van 6 pagina 1 van 6

ze week is het niet noodzakelijk om vooraf het Nieuwsbegripfilmpje van het jeugdjournaal te kijken. Eventueel kunt u dit ter introductie met de leerlingen bekijken. Wat voor tekst schrijf je: een instructietekst voor het inpakken van een cadeau 1. Voer met de leerlingen een gesprek over gewoontes met Sinterklaas. Stuur aan op de gewoonte om elkaar cadeautjes te geven. En hoe leuk het is om een cadeautje uit te pakken. 2. Brug: Maar hoe kun je cadeautjes mooi inpakken? Vertel dat we vandaag een instructietekst gaan schrijven over het mooi inpakken van een cadeau. Zo kunnen we van elkaar ideeën krijgen over hoe je mooie cadeautjes kunt maken. leerlingen hebben al eerder een instructietekst geschreven. Vraag de leerlingen of ze nog weten waar dat over ging. Wat hadden ze toen geleerd? (Het was de les waar de leerlingen servetten vouwden. Ze hebben als het goed is ervaren dat je bij het schrijven van instructies heel moet zijn.) Ideeën opschrijven: hoe wil je het cadeau inpakken? Vertel de leerlingen dat ze straks in tweetallen een pakje mooi gaan inpakken. Laat op het digibord de verschillende inpakideeën in kleur zien (zie bijlage). Vertel erbij dat je dus op veel verschillende manieren een pakje mooi kunt inpakken en versieren. Laat de leerlingen in duo s ideeën opschrijven voor hoe ze hun cadeau kunnen gaan inpakken. Luisteren: de KLUNS-strategie 1. Bij deze opdracht doet u voor hoe u een cadeau inpakt en hier, met behulp van de KLUNSstrategie, een instructietekst bij schrijft. Belangrijk is dat de leerlingen weten waar KLU, N en S voor staat. Kinderen leren er veel van als ze zien hoe iemand denkt als hij een tekst schrijft. Gebruik de tekst hieronder; wat cursief is spreekt u uit. Wat vet is of in een kader staat, zet u op het bord. Ik ga opschrijven hoe je een cadeau mooi kunt inpakken. Want dan kan iemand anders het ook leren, net zoals vorige week bij de servetten. Als je in een tekst opschrijft wat je moet doen of hoe je iets moet doen, is het een instructietekst. KLUS Hoe zal ik beginnen? Laat ik eerst opschrijven wat iemand die het gaat inpakken moet doen. KLUS. Want je moet eerst weten WAT je gaat maken, voordat je het goed kunt opschrijven. (schrijf op het bord: Klus) klus is dus een cadeau mooi inpakken. (Schrijf op het bord naast klus: Een cadeau mooi inpakken) pagina 2 van 6 pagina 2 van 6

NODIG Zo en wat nu? Er liggen hier veel verschillende materialen. Eens kijken, wat heeft iemand nodig om een cadeau mooi in te pakken? (Schrijf op het bord, onder KLUS: Nodig) Ik moet dus opschrijven wat de lezer van mijn instructietekst nodig heeft. Dat schrijf ik eerst even op. (Schrijf ernaast: Wat heb je nodig?) Ik denk dat het wel handig is om een lijstje te maken van wat je nodig hebt. Eens kijken: Inpakpapier. En welke kleur zal ik kiezen? Rood papier vind ik mooi. (Schrijf op het bord, onder Wat heb je nodig : - rood papier) Goed, wat nog meer. Een lint om het cadeau vind ik mooi. Eens kijken welk lint. gele vind ik mooi. Ik wil een cadeau met veel lint. (Schrijf op het bord, onder Wat heb je nodig : - veel geel lint) Ja, dan heb ik ook een schaar nodig om het lint af te knippen (Schrijf op het bord, onder Wat heb je nodig : - een schaar) Zo, een schaar en dan heb ik ook nog plakband nodig. (Schrijf op het bord, onder Wat heb je nodig : - plakband) O, en weet je wat leuk is, dan knip ik ook nog een paar rondjes uit en die plak ik er nog bij. Dat maakt het heel speciaal. Wat heb ik daarvoor nodig? Groen papier is leuk. (Schrijf op het bord, onder Wat heb je nodig : - groen papier) Hoe plak ik die rondjes dan op? Met lijm! Ik heb dus ook lijm nodig. (Schrijf op het bord, onder Wat heb je nodig : - lijm) Op het bord staat nu het volgende: Klus Nodig Een cadeau mooi inpakken Wat heb je nodig? - Rood inpakpapier - Veel geel lint - Een schaar - Plakband - Groen papier - Lijm STAPPEN Ik heb opgeschreven wat je gaat doen, de klus, en wat je nodig hebt. Nu moet ik opschrijven hoe je het moet doen. Dat moet heel (de weten jullie nog wel van vorige week): anders begrijpt iemand anders het niet. Hoe kan ik dat doen? In stappen! (Schrijf op het bord, onder Nodig: stappen) Ik ga alle stappen een voor een opschrijven. Wat moet ik eerst doen? Het rode papier pakken. (Pak het papier en leg het voor je. Leg het boek erop en pak het in.) (Schrijf op het bord, naast Stappen: 1. Pak het boek in met rood inpakpapier.) Nu ga ik heel precies zeggen hoe ik het mooi ga maken. Ik ga het gele lint een paar keer om het pakje wikkelen. (Wikkel het lint om het pakje.) Een paar keer, dat is niet precies genoeg. Ik moet de stappen heel opschrijven. Dus laat ik even tellen hoeveel keer ik het lint pagina 3 van 6 pagina 3 van 6

om het pakje wikkel. En waar precies. (Haal wat je gedaan hebt los en begin opnieuw te wikkelen. Tel mee: 7 keer.) (Schrijf op: 2. Wikkel het lint 7 keer om de langste kant van het cadeau.) Er moet natuurlijk ook een knoop in, anders schiet het los. (Schrijf op: 3. Leg een knoop in het lint om het vast te maken.) Nu zit er nog heel veel lint aan. Dat moet ik af knippen, maar ik wil wel dat er nog iets aan blijft zitten. Hoeveel moet er aan blijven zitten? Vijf centimeter. Dat schrijf ik dus op. (Schrijf op: 4. Knip het lint af, maar zorg dat er nog vijf centimeter aan blijft zitten.) Om het mooi af te maken, knip ik een groen rondje uit. Die ga ik over de knoop plakken. (Schrijf op: 5. Knip een rondje van groen papier.) Het plakken moet ik ook nog opschrijven. Maar de linten moeten nog te zien zijn. (Schrijf op: 6. Plak het rondje over de knoop van het lint. Zorg ervoor dat je de uiteinden van het lint nog kunt zien.) Op het bord staat nu, onder Klus en Nodig, het volgende: Stappen 1. Pak het boek in rood inpakpapier. 2. Wikkel het lint 7 keer om de langste kant. 3. Leg een knoop in het lint om het vast te maken. 4. Knip het lint af, maar zorg dat er nog vijf centimeter aan blijft zitten. 5. Knip een rondje van groen papier. 6. Plak het rondje over de knoop van het lint. Zorg ervoor dat je de uiteinden van het lint nog kunt zien. Nog even kijken of ik niks ben vergeten (lees de tekst nog eens na) Zo, nu heb ik een instructietekst geschreven. Hoe heb ik dat aangepakt? Ik heb eerst de klus opgeschreven, toen wat ik nodig had en toen de stappen, stap voor stap. Hoe kan ik dat nu goed onthouden? Laat ik eens naar de woorden kijken, het gaat om KLUs, Nodig, Stappen. Als ik van elk woord het begin neem, kan ik ervan maken (Schrijf op het bord): KLUS NODIG STAPPEN En welk woord staat er dan? KLU N S: KLUNS! Onthoud dat! 2. Laat de leerlingen opschrijven waar KLU, N en S voor staat in de KLUNS-strategie. Schrijven: je instructietekst Laat de leerlingen in tweetallen materiaal uitzoeken en dan hun cadeau inpakken. Wijs de leerlingen erop dat ze samen een cadeau moeten maken en een tekst schrijven. een is prater en de ander schrijver. Geef zo nodig zelf aan wie prater is en wie schrijver. Wijs erop dat de tekst moet zo mogelijk zijn, want in de volgende les gaat iemand anders de instructietekst uitproberen. prater moet het dus heel precies vertellen. Wijs de leerlingen er ook op dat de anderen nog niet mogen zien wat het resultaat is! pagina 4 van 6 pagina 4 van 6

Zie erop toe dat de leerlingen de versieringen en het inpakken niet te ingewikkeld maken, anders wordt het te moeilijk om de stappen te formuleren. Neem de ingepakte cadeaus in, of laat de leerlingen dit cadeau in hun la stoppen. Handleiding Les 2 Voor iedere leerling opdrachtblad: opdrachten les 2 (pagina 3). beschrijvingen van de leerlingen uit les 1. Voor elk tweetal een doek of een servet om het cadeau uit les 1 onder te verstoppen. ( leerlingen mogen de ingepakte cadeaus uit les 1 nog niet te zien krijgen.) Zorg dat dezelfde inpakmaterialen aanwezig zijn als in les 1. Maak groepjes van vier: twee tweetallen. Zij gaan elkaars instructietekst uitproberen. Uitproberen: de instructietekst van andere schrijfmaatjes Zorg dat de twee tweetallen aan één tafel komen te zitten. Laat de leerlingen de door hun ingepakte cadeaus uit les 1 op de hoek van de tafel leggen met een servet erover. Laat de tweetallen elkaars instructies uitvoeren en het cadeau inpakken. Wijs de leerlingen erop dat ze de instructies precies zo uitvoeren als het er staat. leerlingen leggen het cadeau dat ze hebben ingepakt op tafel naast het cadeau (van het andere tweetal) dat nog onder een servet ligt. Terugkijken: het schrijven bespreken Op elke tafel liggen nu twee cadeaus onder een servet en twee replica s ernaast. Laat de tafel voor tafel (tweetal na tweetal) het eigen cadeau onthullen. Vraag de leerlingen (zowel de schrijvers als de uitvoerders) om de twee cadeaus even goed bekijken. Zijn ze precies hetzelfde ingepakt? Bespreek kort met de leerlingen hoe goed de cadeaus op elkaar lijken. Als dat niet zo is, hoe komt dat? Op welke punten hadden de instructies nog er gemoeten? Vraag tot slot aan de klas of de KLUNS-strategie handig was bij het schrijven. Waarom? Laat daarna de leerlingen de vragen op het opdrachtblad beantwoorden. Afronding Rond de les af met het maken van afspraken over het bewaren van de teksten. pagina 5 van 6 pagina 5 van 6

Verschillen in de lessen tussen niveau A en B B A Tip Geen tip Extra tip bij opdracht 4. Moeilijkheid inpakken versieringen van de cadeaus mogen ingewikkelder zijn en/of de leerling moet uitgedaagd worden de instructie preciezer te formuleren. leerkracht ziet erop toe dat de versieringen niet te ingewikkeld worden. Rubrics Omschrijving van de klus omschrijving van de klus geeft een goed beeld van wat de klus inhoudt. 4 3 2 1 omschrijving omschrijving omschrijving omschrijving van de klus van de klus is van de klus van de klus geeft een goed op een klein geeft geen ontbreekt. beeld van wat punt goed beeld van de klus on. wat de klus inhoudt. inhoudt. Benodigdheden, volledigheid benodigdheden zijn volledig 4 3 2 1 benodigdheden benodigd- Er zijn zijn heden zijn benodigdheden belangrijkste volledig. bijna helemaal benoemd, benodigdheden volledig, en de maar niet ontbreken. instructie is volledig goed genoeg. uitvoerbaar. Stappen, volgorde stappen staan in de juiste volgorde van handelen 4 3 2 1 Alle stappen meeste stappen stappen staan in de stappen staan staan niet in de staan niet in de juiste volgorde op volgorde van juiste volgorde juiste volgorde van handelen. handelen. van handelen, en de instructie maar de is niet instructie is nog uitvoerbaar. uitvoerbaar. pagina 6 van 6 pagina 6 van 6

Stappen, volledigheid stappen zijn volledig (zodat het origineel nagemaakt kan worden) 4 3 2 1 stappen zijn stappen zijn Er zijn stappen Slechts enkele volledig. bijna helemaal benoemd, maar stappen zijn Het resultaat volledig, instructie het is niet genoemd. lijkt erg op het is goed volledig genoeg Het resultaat origineel of is uitvoerbaar. om het lijkt niet op het identiek. Het resultaat origineel goed origineel. lijkt behoorlijk na te maken. op het origineel. Formulering 4 3 2 1 benodigdheden en stappen zijn geformuleerd Vrijwel alle benodigdheden en stappen zijn geformuleerd. Minstens driekwart van de benodigdheden en stappen is geformuleerd. Minstens de helft van de benodigdheden en stappen is geformuleerd. Een enkele benodigdheid en/of stap is geformuleerd. pagina 7 van 6 pagina 7 van 6

Bijlage pagina 8 van 6 pagina 8 van 6