Broedvogels in het landgoed Amelisweerd in 2013

Vergelijkbare documenten
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Inhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

BMP rapport Gat van Pinte 2013

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Broedvogels Landgoederen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen

Broedvogels van het Landgoed Dorth in 2006

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Broedvogelinventarisaties NM-terreinen 2012

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

Broedvogelinventarisatie Ugchelsche bos

BMP rapport. Gat van Pinte 2017

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Broedvogelonderzoek op Twickel 2009

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Overzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels.

1 Inleiding Het inventarisatiegebied Werkwijze Resultaten Samenvatting Tabellen... 7

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen

Een schatting van de werkelijke broedvogelaantallen in Meijendel in 2004

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

Hans Hollander 29 augustus 2011 Rapport 14. Broedvogelinventarisatie Alvernese Heide, Wijchen 2011

Broedvogels van de Meinweg 2007

Broedvogelinventarisatie. Wijchens Meer-west,Wijchen. Hans Hollander, 2008

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Broedvogeltellingen in de Parkendriehoek in Dordrecht in 2015

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN André van Kleunen

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2015 voor CCWO

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse

Broedvogels van Sportcentrum Papendal in 2007

Samenvatting broedvogelinventarisatie Witte Veen 2006

Streefbeelden Bomen & Bos. Streefbeelden Bomen, Bos & Struweel. Stadsbomen. Van Leefbaarheid & Emotie tot Biodiversiteit & Natuureducatie

Voor die teller die in het broedseizoen boven de 100 soorten in zijn blok uitkomt is er een leuke verrassing (zie hieronder).

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

BMP rapport. Gat van Pinte 2018 (1 e Concept) Wakende Holenduif. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 2018

Broedvogelinventarisatie woonwijk De Ziep, Didam in 2007

BROEDVOGELINVENTARISATIE GOLFBAAN BENTWOUD WIJNAND VAN DEN BOSCH KO KATSMAN

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Broedvogelinventarisatie in de Koppenwaard te Lathum 2016

Broedvogels van het centrale deel van de Loonse en Drunense Duinen in 2009

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Broedvogelinventarisatie ADM terrein

Broedvogels van landgoed De Kranenkamp in 2013

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

Broedvogelinventarisatie. Pastoorsweijers en. Visvijvers Bergeijk

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer

Broedvogels van het Robbenoordbos en Dijkgatbos in 2015

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV)

Big Days Groot-Amsterdam

Broedvogelmonitoring Meijendel F.C. Hooijmans Vogelwerkgroep Meijendel Ametisthorst HJ Den Haag. Inleiding

RESULTATEN BROEDVOGELINVENTARISATIE GAGELPOLDER 2013

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen

BROEDVOGELINVENTARISATIE VAN HET LANDGOED DE NIËNHOF IN 2002

Broedvogels van landgoed de Haere in 2017

Broedvogels van landgoed De Kranenkamp in 2011

Broedvogels van het Wechelerveld in 2014

Vogelwerkgroep de Kempen. Broedvogelinventarisatie Goorloop

BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS

N.O.P. Papegaaienpark

De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007

NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2018

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Verslag Broedvogel Monitoring Project. Vorstenbosch Leeghandse Weg 2013 SOVON Vogelonderzoek Nederland BMP plot nummer 6833

De roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001

Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014

Broedvogels van de Boswachterij Ruurlo in 2006.

De broedvogels van het Meridiaanpark te Almere in 2015

Soortenlijst vogels Vogel- en Florareis Armenië 29 april t/m 10 mei 2015 Kaukasus Plus Reizen pag. 1

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht.

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2017

Transcriptie:

Broedvogels in het landgoed Amelisweerd in 2013 D. Beuker C. Heunks

Broedvogels in het landgoed Amelisweerd in 2013 D. Beuker C. Heunks opdrachtgever: Gemeente Utrecht 5 november 2013 rapport nr. 13-182

Status uitgave: eindrapport Rapport nr.: 13-182 Datum uitgave: 5 november 2013 Titel: Broedvogelinventarisatie Amelisweerd 2013 Samenstellers: Foto's omslag: D. Beuker drs. C. Heunks M. Bonte (ijsvogel) en C. Heunks (gebiedsimpressies) Aantal pagina s inclusief bijlagen: 99 Project nr.: 13-028 Projectleider: Naam en adres opdrachtgever: drs. C. Heunks Gemeente Utrecht, afdeling Mobiliteit en Milieu Postbus 8406, 3503 RK, Utrecht Referentie opdrachtgever: Briefnr. SW13.023525.va (dd. 20 februari 2013) Akkoord voor uitgave: Teamleider Bureau Waardenburg bv drs. J. van der Winden Paraaf: Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv. Opdrachtgever hierboven aangegeven vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Gemeente Utrecht Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001:2008. 2

Voorwoord De gemeente Utrecht is eigenaar en beheerder van enkele landgoederen ten oosten van de rijksweg A27 (Nieuw Amelisweerd, Oud Amelisweerd, Rhijnauwen), gelegen binnen de gemeentelijke grenzen van Bunnik. De gemeente Utrecht wil de populaties van verschillende faunagroepen op haar landgoederen monitoren en heeft Bureau Waardenburg gevraagd deze uit te voeren. Met deze gegevens kan bij (beheer)- werkzaamheden rekening gehouden worden met de aanwezigheid van (zwaar) beschermde soorten en kan de natuurkwaliteit van het gebied gemeten en gevolgd worden. De volgende personen hebben vanuit Bureau Waardenburg bijgedragen aan het inventarisatieproject: - D. Beuker Veldwerk en rapportage - C.Heunks Coördinatie, veldwerk en rapportage - R. Verbeek Veldwerk - J. van der Winden Veldwerk en kwaliteitscontrole Binnen Bureau Waardenburg assisteerde Robert-Jan Jonkvorst met het veldwerk en Hester Soomers met de kaartvervaardiging. Vanuit de opdrachtgever werd de opdracht begeleid door Hans Kruse. Jan van der Winden (Bureau Waardenburg) leverde commentaar op een eerdere versie van deze rapportage. Allen worden bedankt voor hun bijdrage. 3

4

Inhoud Voorwoord... 3! 1! Inleiding... 7! 2! Materiaal en methoden... 9! 2.1! Methode... 9! 2.2! Veldonderzoek... 9! 2.3! Weersomstandigheden... 10! 3! Gebiedsbeschrijving... 13! 4! Resultaten... 15! 4.1! Broedvogels... 15! 4.2! Overige waarnemingen... 19! 4.2.1! Overige waarnemingen van vogels... 19! 4.2.2! Overige soortgroepen... 19! 5! Discussie... 21! 5.1! Algemeen... 21! 5.2! Vergelijking met andere terreinen... 21! 5.3! Vergelijking met voorgaande inventarisaties... 22! 5.4! Kwalificatie SNL... 23! 6! Conclusies en aanbevelingen... 25! 6.1! Conclusies... 25! 6.2! Aanbevelingen... 25! 7! Literatuur... 27! Bijlage 1: broedvogelinventarisatie 2009... 29! Bijlage 2: verspreidingskaarten... 31! 5

6

1 Inleiding De Gemeente Utrecht heeft Bureau Waardenburg de opdracht verleend om in 2013 de broedvogels van landgoed Amelisweerd in kaart te brengen. Het landgoed is eigendom van de Gemeente Utrecht. De Gemeente Utrecht wil de natuurwaarden in het gebied in stand houden. Het totale oppervlak van het onderzoeksgebied bedraagt circa 280 hectare. De broedvogelinventarisatie is uitgevoerd conform het Programma van eisen van broedvogelkarteringen van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschap (SNL). Door middel van monitoring kan bij (beheer)werkzaamheden rekening gehouden worden met de aanwezigheid van (zwaar) beschermde soorten en kan de natuurkwaliteit van het gebied gemeten en gevolgd worden. Het zwaartepunt van de inventarisatie lag op de landgoedbossen en de hakhoutpercelen. Vogels van tussen liggende (grasland)percelen en erven zijn ook gekarteerd, maar, omwille van de te besteden tijd, niet uitputtend. In het voorliggende rapport worden de resultaten van de broedvogelinventarisatie in tabel- en kaartvorm gepresenteerd en kort toegelicht. De gevolgde methodiek, het bezoekschema alsmede eventuele bijzonderheden worden beschreven. In de discussie worden relevante aspecten belicht die de resultaten van 2013 zou kunnen verklaren. De vastgestelde aantallen (dichtheden) worden vergeleken met de resultaten van andere, vergelijkbare, terreinen en voorgaande karteringen. Tevens wordt de kwaliteit van de verschillende SNL beheertypen bepaald aan de hand van het aantal vastgestelde kwalificerende vogelsoorten. Tenslotte worden aanbevelingen gedaan voor behoud of verbetering van de natuurkwaliteit. Tijdens het veldwerk en na afloop van het seizoen zijn gegevens van derden verzameld. Indien het relevante aanvullingen betreft zijn deze verwerkt in voorliggende rapportage. Waarnemingen van andere soorten dan vogels worden in de rapportage vermeld indien het landelijk zeldzame soorten betreft. 7

8

2 Materiaal en methoden 2.1 Methode De inventarisatie van broedvogels is uitgevoerd volgens de methode uitgebreide territoriumkartering (van Dijk & Boele 2011). Hierbij zijn per bezoekronde alle territorium- en nestindicerende waarnemingen met behulp van symbolen op veldkaarten ingetekend. Alle broedvogelsoorten zijn gekarteerd. Voor uilen is door middel van het afspelen van zang met een geluidsdrager een reactie uitgelokt. Direct na afloop van elk veldbezoek zijn deze gegevens op verzamelkaarten per soort overgezet. Na afloop van het veldseizoen zijn per soort de op de soortkaarten verzamelde waarnemingen uit de verschillende rondes volgens vaste criteria geclusterd en geïnterpreteerd. Aan ieder vastgesteld territorium is een stip toegekend. Hierbij is volgens Van Veen et al. (van Veen et al. 1994) een stip toegekend aan de locatie waar (in hiërarchische volgorde): - het nest werd gevonden; - binnen de datumgrenzen de waarneming met de hoogste broedcode werd verricht; - binnen de datumgrenzen de meeste waarnemingen werden verricht; - binnen de datumgrenzen de laatste waarneming werd verricht. Hiermee zijn van alle integraal gekarteerde soorten verspreidingskaarten verkregen. Het met deze methode vastgestelde aantal territoria is een goede afspiegeling van het voorkomen van de getelde soorten in het gebied. Tevens is een goede vergelijking mogelijk met andere jaren en andere gebieden in Nederland. 2.2 Veldonderzoek Het aantal bezoekronden bedroeg zes (tabel 2.1 en 2.2). De ronden zijn gespreid over het seizoen en bovendien gericht uitgekiend op de zangactiviteit van verschillende vogelsoorten. Zo zijn tijdens de eerste bezoekronde, wanneer de loofbomen nog niet waren uitgelopen, aanwezige oude kraaien- en roofvogelnesten op een kaart ingetekend. Door later in het seizoen al deze nesten nogmaals te checken kon het gebruik ervan door roofvogels of uilen vastgesteld worden. In juni is het gehele gebied aanvullend onderzocht op het voorkomen van boomvalk en wespendief. Het onderzoeksgebied is verdeeld in twee inventarisatiegebieden (Oost en West, zie figuur 3.1). Voor beide deelgebieden geldt dat de afzonderlijke bezoekronden op één ochtend uitgevoerd konden worden. Beide deelgebieden zijn in het weekend en zo mogelijk op dezelfde ochtend geïnventariseerd of met maximaal één dag verschil (zie 9

tabel 2.1). Het weekend werd gekozen om zo min mogelijk geluidshinder te ondervinden van de rijksweg. Er zijn in totaal 6 ochtendbezoeken per deelgebied aan het onderzoeksgebied gebracht. De bezoekrondes begonnen steeds op een andere plek, zodat alle terreindelen minimaal éénmaal bezocht zijn tijdens de vroege, optimale periode. Voorafgaand aan de ochtendbezoeken (in het donker en in de ochtendschemering) zijn de gebieden per fiets doorkruist om in relatief korte tijd uilen en daarna zingende lijsters en roodborst te karteren. Gedurende ca. 4 uur werd vervolgens het onderzoeksgebied volgens een vaste route doorlopen, zodanig dat een gebiedsdekkende telling is verkregen. Om verstoring te voorkomen, is een geluidsdrager alleen gericht ingezet. Tijdens het onderzoek is de volledige aandacht uitgegaan naar het opsporen van vogelterritoria in de percelen loofbos, bomenlanen en graslanden. Vogels die zich ophielden in en rond de bebouwing op het landgoed zijn secundair geïnventariseerd. Tabel 2.1 Bezoekronde per deelgebied voor broedvogels in 2013. Ronde Gebied Deel Datum 1 Amelisweerd oost 04-03-2013 1 Amelisweerd west 03-03-2013 2 Amelisweerd oost 31-03-2013 2 Amelisweerd west 31-03-2013 3 Amelisweerd oost 14-04-2013 3 Amelisweerd west 14-04-2013 4 Amelisweerd oost 27-04-2013 4 Amelisweerd west 27-04-2013 5 Amelisweerd oost 19-05-2013 5 Amelisweerd west 19-05-2013 6 Amelisweerd oost 08-06-2013 6 Amelisweerd west 08-06-2013 2.3 Weersomstandigheden Het weer is van invloed op de zang- en baltsactiviteiten van vogels en daardoor op de doelmatigheid van het inventariseren. Harde wind, neerslag en lage temperaturen zijn belemmerende factoren. Het weer heeft in belangrijke mate het bezoekschema bepaald. Er zijn geen veldbezoeken verricht tijdens dagen met langdurige neerslag en of harde wind. Tijdens de inventarisatierondes waren de weersomstandigheden goed. Op enkele dagen was sprake van enige neerslag in de vorm van regen of lichte sneeuwval. Dat vormde geen belemmering voor de vogelactiviteit. Vanwege de lang aanhoudende koude in voorjaar 2013, zijn noodzakelijkerwijs de eerste bezoekrondes wel verricht onder koude omstandigheden (temperaturen maar net boven het vriespunt). Dit vond zijn weerslag in lage (zang)activiteit van bijvoorbeeld spechten en mezen. Het koude en laat op gang komende voorjaar leek ook van invloed op de nestactiviteiten van o.a. roofvogels. Hieronder volgt een korte beschrijving van het 10

weer in het broedseizoen aan de hand van de maandoverzichten van het KNMI (www.knmi.nl) voor het voorjaar van 2013. Met een gemiddelde temperatuur in De Bilt van 7,4 C tegen 9,5 C normaal, was het voorjaar van 2013 (maart, april en mei) het koudste voorjaar in 40 jaar. In maart was het extreem koud met temperaturen die vijf tot tien graden beneden het langjarige gemiddelde lagen. Op 11 maart vroor het in De Bilt de hele dag. Het koude weer zette zich in het eerste deel van april voort. In april bedroeg de gemiddelde 8,1 C tegen 9,2 C normaal. Op de 14e werd in De Bilt voor het eerst na de winter de grens van 20,0 C bereikt. Ook mei was een koele maand met een gemiddelde temperatuur van 11,5 C tegen een langjarig gemiddelde van 13,1 C. In juni, tenslotte, was de gemiddelde temperatuur (15,3 C) normaal. Aan het begin van de maand was het koel, vooral tijdens de nachten. Lokaal kwam het tijdens vier nachten nog tot vorst aan de grond. Met gemiddeld over het land 129mm neerslag tegen 172mm normaal, was de lente droog. Maart en april waren droge maanden met landelijk gemiddeld 33mm en 24mm neerslag tegen respectievelijk 68 en 44mm normaal. Mei was vrij nat met 72mm tegen 61mm normaal. Juni was iets droger dan normaal. Ter vergelijking, in het voorjaar van 2012 bedroeg de gemiddelde temperatuur 10,4 C en de hoeveelheid neerslag 152mm. 11

12

3 Gebiedsbeschrijving Landgoed Amelisweerd ligt aan de A12 direct ten westen van Utrecht. Het gebied bestaat uit oude en jonge loofbossen met enkele naaldbomen. Bomenlanen bestaande uit voornamelijk eik bevinden zich in de noordelijke helft van het terrein. Tussen de lanen liggen percelen grasland gescheiden door vrij smalle sloten met daar langs rijen knotwilgen. Op het terrein staan verspreid enkele gebouwen. In het open weidelandschap zijn nog enkele bunkers terug te vinden. De Kromme Rijn loopt met een lus door het onderzoeksgebied. Hierlangs staat in het noordwestelijke deel een rietkraag. Het totale oppervlak van het onderzoeksgebied (fig.3.1) bedraagt circa 280 hectare. Het onderzoeksgebied is opgesplitst in een oostelijk en een westelijk deel. Binnen het onderzoeksgebied Amelisweerd worden in het Natuurbeheerplan van de Provincie Utrechts (2013) vier verschillende (SNL) natuurdoeltypen onderscheiden (figuur 3.2): N14.03 Haagbeuken- en essenbos (11,8 ha), N16.02 Vochtig bos met productie (5,3 ha), N17.01 Vochtig hakhout en middenbos (8,5 ha) en N17.03 Parken stinzenbos (44,0 ha). Landgoed Amelisweerd Grens oost/west plangebied 1:10.000 Figuur 3.1 Ligging en begrenzing onderzoeksgebied Amelisweerd. Met de rode lijn is de begrenzing van het onderzoeksgebied en beide deelgebieden (Oost en West) aangegeven. Beide deelgebieden zo mogelijk op dezelfde ochtend geïnventariseerd of met maximaal één dag verschil. 13

Figuur 3.2 Begrenzing van de verschillende SNL Natuurdoeltypen binnen het onderzoeksgebied Amelisweerd (bron: Natuurbeheerplan Provincie Utrecht 2013). Met de rode lijn is de begrenzing van het onderzoeksgebied aangegeven. Gebiedsimpressie van Landgoed Amelisweerd. 14

4 Resultaten 4.1 Broedvogels In 2013 hebben 64 soorten broedvogels een territorium in landgoed Amelisweerd gehad. Verdeeld over verschillende soorten zijn 1.126 territoria vastgesteld (tabel 4.1). De talrijkste soort was de merel met 133 territoria gevolgd door de winterkoning met 115 territoria. In bijlage 2 zijn de verspreidingskaarten van broedvogels opgenomen met de vastgestelde territoria. Rode Lijst soorten Onder de aangetroffen broedvogels bevinden zich elf soorten van de Rode Lijst. Onder deze soorten bevinden zich vijf kwetsbare soorten: groene specht, koekoek nachtegaal, ransuil en wielewaal. De overige Rode Lijst soorten behoren tot de categorie gevoelig : boerenzwaluw, grauwe vliegenvanger, huismus, matkop, ringmus en spotvogel. Op drie locaties in het terrein waren boerenzwaluwen aanwezig. Bij één boerderij is met zekerheid een territorium vastgesteld. De soort was foeragerend in meerdere delen van het terrein te vinden. Een grauwe vliegenvanger was territoriaal bij het gebouw van Stichting Leefgemeenschap Amelisweerd. Een tweede zingende vogel bevond zich ten noorden van de Kromme Rijn in een loofbos. Op 23 plekken zijn territoria van huismus vastgesteld. Vrijwel bij iedere vorm van bebouwing bevonden zich zingende mannetjes. In het noordwestelijke deel van het terrein langs de Kromme Rijn zijn twee territoria van de matkop vastgesteld. De vogels leven in de vochtige delen van het gebied. Bij kasteel Rhijnauwen en rond boerderij de Boschhoeve zijn vier territoria van de ringmus vastgesteld. In het westelijke deel van landgoed Amelisweerd bleven waarnemingen uit van deze soort. Een spotvogel was territoriaal langs de beeldenlaan. Groene spechten waren alle ronden zeer actief op het landgoed Amelisweerd. Maar liefst zeven territoria zijn vastgesteld in het centrale deel en het westelijke deel van het gebied. Vaak betroffen het meerdere tegen elkaar in roepende mannetjes groene spechten. Eénmaal is een zingende koekoek gehoord. De vogel bevond zich in het oostelijke afgesloten deel. Of de vogel daadwerkelijk gepaard was is onwaarschijnlijk aangezien het een waarneming laat in het seizoen betreft. Een nachtegaal zong in de bosschages langs de Kromme Rijn in het noordwestelijke deel van het landgoed. Op drie locaties zijn ransuilen aangetroffen. Tijdens de ochtendronden is in het oostelijke deel een roepende volwassen vogel gehoord. In het zuidelijke bosdeel waren roepende jongen aanwezig. Wielewalen waren aanwezig bij de blauwe reigerkolonie en in de noordelijke punt van het terrein en in de omgeving van de domlaan. Schaarse soorten Op landgoed Amelisweerd broedt naast de soorten van de Rode Lijst een klein aantal (andere) schaarse soorten. De soorten zijn regionaal weliswaar niet erg zeldzaam, 15

maar landelijk wel. Zo zijn er van appelvink elf territoria vastgesteld. Deze soort komt vaak geclusterd voor. In landgoed Amelisweerd liggen de territoria echter zeer verspreid over de oudere loofbossen. In het zuidwestelijke deel is één territorium van een mannetje bonte vliegenvanger vastgesteld. Ook een mannetje goudvink is éénmaal waargenomen. De vogel zat te zingen in het westelijke deel van het gebied. Op het landgoed Amelisweerd zijn tijdens de broedvogelinventarisatie regelmatig ijsvogels waargenomen. Van het broedpaar is een nestplaats gevonden in de watergang ten westen van de Oude Tuin Oud-Amelisweerd. Holenbroeders In de oude loofbossen op het landgoed zijn holenbroeders talrijk aanwezig. Territoria van de boomklever bevinden zich verspreid over het gehele loofbos. Met name Nieuw Amelisweerd kent een hoge dichtheid. Vergeleken met de boomklever broedt de boomkruiper meer verspreid over het terrein en is niet strikt gebonden aan de oude loofbossen op het landgoed. De vroege ochtendronden zijn succesvol voor het inventariseren van bosuilen geweest. In de oude loofbossen werden regelmatig bosuilen gehoord en gezien. De vogels reageerden goed op het afspelen van geluid. Van de grote bonte specht zijn verspreid over het gebied 30 territoria vastgesteld. De hoogste dichtheid vogels bevind zich in Oud Amelisweerd. Broedende holenduiven hebben een vergelijkbare verspreiding. In het vroege voorjaar zijn met name in het westelijke deel van het studiegebied groepen kauwen aangetroffen. Het loofbos rond de blauwe reigerkolonie werd in de nacht als slaapplaats gebruikt. Later in het seizoen bleef een deel van de kauwen dit doen en is een deel elders op het landgoed gaan broeden. Met name in de vinkenbuurt is een hoge concentratie territoria gevonden. Een zingende kleine bonte specht is gehoord in het oude loofbos van Nieuw Amelisweerd. Een tweede vogel is gehoord in het noordoostelijke deel van het studiegebied. Aangezien het broedhabitat hier buiten de gebiedsgrens ligt is het aannemelijk dat we op landgoed Amelisweerd met slechts één territorium van de kleine bonte specht te maken hebben. Hoewel spreeuwen het vaak prima doen op terreinen met bebouwing zijn de waarnemingen van zingende vogels op het landgoed vrijwel beperkt tot bosgebied. De vogels maken dus meer gebruik van oude holen van grote bonte specht en boomklever dan van holen in bebouwd gebied. Roofvogels Op landgoed Amelisweerd zijn twee territoria van buizerd vastgesteld. Een paar heeft een nest in het bos ten oosten van de beeldenlaan. Van het tweede paar is geen nest gevonden. De vogels hebben een territorium bestaande uit de bosschages ten noordoosten van Vechten. Tijdens het eerste veldbezoek op 4 maart is een adult vrouw havik waargenomen. De vogel is even ten zuiden van fort Rhijnauwen jagend gezien. Aangezien de vogel slechts éénmaal is waargenomen is het niet waarschijnlijk dat er een territorium van havik in of direct naast het landgoed gevestigd is. Zowel van havik als van sperwer zijn ook geen prooiresten in het studiegebied aangetroffen. 16

Erfvogels Tijdens het onderzoek lag de focus op het opsporen van vogelterritoria in de percelen loofbos, bomenlanen en graslanden. Vogels die zich ophielden in en rond de bebouwing op het landgoed zijn niet uitputtend geïnventariseerd. Het aantal territoria boerenzwaluw is hierdoor waarschijnlijk onderteld. Waarschijnlijk zijn er op minimaal drie plaatsen broedkolonies van de soort te vinden. Het aantal territoria van huismus laat zien dat de soort op landgoed Amelisweerd in de bebouwde delen ruimschoots aanwezig is. Ook voor deze soort geldt echter dat deze mogelijk onderteld is omdat de aandacht van het onderzoek niet primair naar vogels in en rond bebouwing is uitgegaan. Het aantal broedpaar ringmus is redelijk representatief. Territoria van de soort bevonden zich nabij de boerderij de Boschhoeve in het noordoostelijke deel van het terrein en bij kasteel Rhijnauwen. Turkse tortel is op landgoed Amelisweerd op veel erven als broedvogel vastgesteld. Met name rond de bebouwing in het centraleen zuidoostelijke deel zijn gepaarde vogels op de daken waargenomen. Weidevogels De graslandpercelen op landgoed Amelisweerd zijn geïnventariseerd op weidevogels. In de eerste vier bezoeken waren weidvogels niet aanwezig. Pas op 13 mei waren op de akker in het noordelijke deel op het landgoed drie paar Kieviten en een paar scholeksters territoriaal. Alleen van scholekster is daadwerkelijk een nest aangetroffen. 17

Tabel 4.1 Aantal vastgestelde territoria (N) van broedvogels in het onderzoeksgebied Amelisweerd in 2013. Voor bosvogels is tevens de dichtheid (N per 100 ha o.b.v. 67 ha bos) berekend. De Rode Lijst-soorten zijn aangegeven met een asterisk. soort N N / 100 ha soort N N / 100 ha appelvink 11 16,5 knobbelzwaan 2 blauwe reiger 8 koekoek * 1 1,5 boerenzwaluw * 1 koolmees 97 145,4 bonte vliegenvanger 1 1,5 krakeend 3 boomklever 26 39,0 kuifeend 1 boomkruiper 32 48,0 matkop * 2 3,0 bosrietzanger 3 meerkoet 7 bosuil 6 9,0 merel 133 199,4 buizerd 2 3,0 nachtegaal * 1 1,5 Canadese gans 3 nijlgans 11 ekster 11 16,5 pimpelmees 55 82,5 fazant 2 3,0 putter 4 6,0 fitis 5 7,5 ransuil * 3 4,5 fuut 2 3,0 ringmus * 4 6,0 gaai 6 9,0 roodborst 28 42,0 glanskop 12 18,0 scholekster 1 1,5 goudvink 1 1,5 soepgans 2 grasmus 7 10,5 spotvogel * 1 1,5 grauwe gans 2 spreeuw 16 24,0 grauwe vliegenvanger * 2 3,0 staartmees 7 10,5 groene specht * 8 12,0 tjiftjaf 77 115,5 groenling 8 12,0 tuinfluiter 9 13,5 grote bonte specht 30 45,0 turkse tortel 4 6,0 grote lijster 6 9,0 vink 35 52,5 heggenmus 29 43,5 waterhoen 9 holenduif 16 24,0 wielewaal * 2 3,0 houtduif 59 88,5 wilde eend 14 huismus * 23 winterkoning 115 172,4 ijsvogel 1 witte kwikstaart 2 kauw 31 46,5 zanglijster 43 64,5 kievit 3 zwarte kraai 12 18,0 kleine bonte specht 1 1,5 zwartkop 64 96,0 kleine karekiet 3 Totaal 1.126 18

4.2 Overige waarnemingen 4.2.1 Overige waarnemingen van vogels Voor een aantal vogelsoorten zijn onvoldoende waarnemingen gedaan om met zekerheid een territorium vast te kunnen stellen. Aangezien de vogels tijdens het broedseizoen wel een binding met het landgoed hadden worden desbetreffende soorten hier kort besproken. Op twee locaties op het landgoed is eind maart een dodaars waargenomen. Dit betrof foeragerende vogels die hier overwinterd hebben. Op het terrein van Nieuw Amelisweerd is tweemaal een zingende goudhaan aangetroffen. Aangezien de vogels later niet meer zijn gehoord en de waarneming buiten de datumgrenzen van de methode valt wordt dit niet als een territorium beschouwd. Rond de Tuin van Oud- Amelisweerd is vroeg in het voorjaar een grote gele kwikstaart gezien. Gelet op het feit dat de omgeving geschikt is als broedbiotoop voor de soort is er tijdens de bezoeken volgend op de waarneming extra aandacht naar uitgegaan. Het is desondanks bij één waarneming van grote gele kwikstaart gebleven. In het zuidoostelijke deel van het terrein zijn twee houtsnippen waargenomen. De vogels zijn ontdekt doordat deze opvlogen van de grond. Twee vuurgoudhanen zijn gezien rond de bebouwing van Nieuw Amelisweerd. Beide waarnemingen waren te vroeg in het seizoen om met zekerheid een territorium vast te kunnen stellen. Een paar wintertaling is in het zuidwestelijke deel in een sloot waargenomen. De vogels zijn tijdens latere bezoeken niet meer waargenomen. Tijdens de eerste bezoekronden is er op twee locaties een halsbandparkiet waargenomen. Gezien waarnemingen uit voorgaande jaren werd er ook dit jaar een broedpoging verwacht. Omdat aanvullende waarnemingen uitbleven voldoet dit niet aan de criteria voor een territorium. 4.2.2 Overige soortgroepen Vrijwel in het gehele gebied waren reeën aanwezig. Een concentratie met een maximum van zes dieren hield zich op in het afgesloten deel in de zuidoosthoek van het landgoed. Op andere open percelen waren de reeën vrij snel na zonsopkomst verdwenen. Op de percelen grasland waren enkele hazen aanwezig, waaronder zes exemplaren in het noordoostelijke deel. Konijnen waren uitsluitend aanwezig in het noordoostelijke deel waar enkele tientallen zich op de percelen grasland bevonden. Hoewel er tijdens de broedvogelinventarisaties geen burchten van dassen zijn gevonden is er in het loofbos ten westen van de beeldenlaan één foeragerend dier waargenomen. Mogelijk is deze afkomstig van de dassenfamilie op fort Rhijnauwen. 19

20

5 Discussie 5.1 Algemeen Invloed van koud voorjaar op de resultaten Het voorjaar van 2013 gaat de boeken in als een bijzonder koud voorjaar. De temperaturen in de maanden maart, april en mei lagen ruim onder het langjarig gemiddelde en voorjaar 2013 is daarmee de koudste in de afgelopen 40 jaar. Daar stond tegenover dat de maanden maart en april wel beduidend droger verliepen dan gemiddeld (zie paragraaf 2.2). Winter 2012/2013 kende langdurige periode met vorst. Dit was de vierde winter op rij met veel vorst en sneeuw (www.knmi.nl). Standvogels zoals mezen, winterkoning, roodborst, merel vertonen na een strengere winter vaak een terugval in aantallen (zie oa www.sovon.nl). De dichtheden van deze soorten kunnen daardoor voorjaar 2013 fors lager zijn dan in jaren die voorafgegaan worden door een zachte winter. De lang aanhoudende koude had zijn weerslag op de broedactiviteiten van de broedvogels. Dit is breed uitgemeten in verschillende nieuwsberichten op de websites van o.a. Sovon en Natuurbericht.nl. Mezen en boomklever begonnen vaak weken later met nestelen en of met de eileg dan de afgelopen jaren en gaven na een koude (en natte!) start van mei er ook vaak de brui aan. Nestkastcontroleurs in het Gooi meldden op de Yahoo! Nestkast nieuwsgroep bijvoorbeeld rond half mei een zeer lage bezetting van de kasten en veel vroegtijdig afgebroken legsels van kool- en pimpelmezen. De broedvogelinventarisatie van Amelisweerd heeft ook onder invloed gestaan van het koude voorjaar. Soorten als en buizerd vertoonden weinig baltsgedrag tijdens de bezoeken. De nestbezetting bij blauwe reiger is soms door vorst en sneeuwval onderbroken of zelfs later gestart. Invloed van bezoekintensiteit en aanpak inventarisatie Door de vroege start van de inventarisatie (begin maart) konden vroeg broedende soorten (bosuil, appelvink, boomklever, spechten en grote lijster) goed geïnventariseerd worden. De resultaten laten zien dat betreffende soorten, met uitzondering van de grote bonte specht, goed vertegenwoordigd zijn in representatieve dichtheden. 5.2 Vergelijking met andere terreinen Om de dichtheid van vastgestelde territoria in een breder perspectief te kunnen beoordelen kan een vergelijking gemaakt worden met de dichtheden in nabijgelegen gebieden die wat betreft landschap op elkaar lijken en die recent met dezelfde 21

methode zijn onderzocht Oostbroek (Beuker & Verbeek 2009b), De Paltz (Inberg et al. 2013), het Amerongse Bos (Beuker & Heunks 2010), Landgoed Beukenburg (Beuker & Verbeek 2009a) en De Laarsenberg (Heunks & Smits 2009). Een vergelijking met de andere gebieden laat zien dat de spechten in Amelisweerd goed vertegenwoordigd zijn. Met name groene specht heeft een hoog aantal territoria met 12 vogels per 100 ha. Op voornoemde terreinen werden vaak niet meer dan vier territoria per 100 hectare werden vastgesteld. Het aantal grote bonte spechten is goed vertegenwoordigd met 45 territoria per 100ha. Op landgoed Oostbroek en op landgoed Beukenburg respectievelijk bedroeg de vastgestelde dichtheid respectievelijk 36 en 43 grote bonte spechten per 100 ha. In het Amerongse bos (2010) en de Paltz (2012) was de dichtheid lager dan 35 vogels per 100 ha. Het aantal kleine bonte spechten op landgoed Amelisweerd is vergelijkbaar met de aantallen in de andere gebieden. Een vergelijking met de andere gebieden laat zien dat de roofvogels in Amelisweerd matig vertegenwoordigd zijn. Van de buizerd zijn 3 territoria per 100ha aanwezig. Dit is vergelijkbaar met de andere terreinen. Havik, sperwer en boomvalk zijn in tegenstelling tot de andere terreinen in Amelisweerd niet aangetroffen. Overige holenbroeders zijn in Amelisweerd relatief goed vertegenwoordigd. Het aantal boomkruipers en boomklevers ligt hoog. Ook de hoge dichtheid aan spreeuwen is kenmerkend voor terreinen met oude bomenlanen en komt overeen met landgoed Oostbroek. Grotere holenbroeders als holenduif en bosuil doen het eveneens goed in Amelisweerd. Wat betreft de weidevogels van Amelisweerd is een vergelijking met andere gebieden in de regio moeilijk te maken. Weidevogels zijn in Amelisweerd niet uitputtend geïnventariseerd. Het is duidelijk dat Amelisweerd geen optimaal broedhabitat voor weidevogels heeft. Het aantal vogels op erven dat in Amelisweerd is vastgesteld is eveneens niet goed met andere gebieden in de regio te vergelijken, omdat de onderzoeksintensiteit lager was. 5.3 Vergelijking met voorgaande inventarisaties Sinds de jaren zestig zijn in landgoed Amelisweerd zeer frequent broedvogelinventarisaties uitgevoerd (mond. med. L. de Bruijn). De resultaten van deze inventarisaties waren niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van deze rapportage. Er zijn wel resultaten beschikbaar van een inventarisatie uitgevoerd door de Vogelwacht Utrechts in 1980, maar van deze gegevens is niet bekend welke methode gehanteerd is en hoe het onderzoeksgebied begrensd is. Deze gegevens zijn daarom niet geschikt om te vergelijken met de resultaten uit 2013. Er is wel een inventarisatie (territoriumkartering) uit 2009 van landgoed Amelisweerd beschikbaar (Kuiper 2009) (bijlage 1). De resultaten laten zien dat het aantal territoria van de vogels destijds fors hoger lag tot soms wel drie keer meer dan in 2013. Een aantalsafname van deze orde lijkt eerder toe te schrijven aan methodische verschillen dan aan een werkelijke afname. Soorten als koolmees, roodborst, boomkruiper, gaai en groene specht vertonen landelijk of elders in de regio voor zover bekend geen 22

opvallende neerwaartse trends. Aangezien in Kuiper (2009) de methode van inventariseren niet beschreven staat, kan over de feitelijke oorzaak van verschillen alleen gespeculeerd worden. De inventarisaties zijn in beide gevallen uitgevoerd door professionele (ervaren) tellers. De verschillen tussen beide jaren worden hierdoor niet verklaard. Duidelijk is wel dat destijds de bezoekronden over meerdere ochtenden verspreid werden. Dit is weliswaar afwijkend van de aanpak in 2013, maar kan op zichzelf niet de oorzaak zijn van de grote verschillen. De verschillen kunnen mogelijk ook verklaard door weersomstandigheden. De inventarisatie in 2009 volgde op een aantal zachte winters. Daarna volgde een aantal strengere winters. Voor standvogels kan dit deels verklaren waarom de aantal na 2009 gedaald zijn. 5.4 Kwalificatie SNL Binnen het onderzoeksgebied Amelisweerd worden in het Natuurbeheerplan van de Provincie Utrechts (2013) vier verschillende (SNL) natuurdoeltypen onderscheiden (figuur 3.2). Op basis van de broedvogelkartering uit 2013 kan geconcludeerd worden dat het type Park- en stinzenbos (N17.03) het best scoort voor het aandeel kwalificerende vogelsoorten (IPO 2013). Meer dan de helft (zes van de elf) kwalificerende vogelsoorten van dit beheertype werden in 2013 in het gebied aangetroffen (tabel 5.1). Hiermee scoort de natuurkwaliteit van dit beheertype (indicator flora en fauna) goed volgens de SNL systematiek (IPO 2013). De andere typen scoren volgens deze systematiek minder goed. Dat komt voornamelijk omdat het oppervlakte van desbetreffende beheertypen aanzienlijk kleiner is. Hierdoor is de trefkans voor de kwalificerende soorten kleiner. De territoriumstip van de nachtegaal (bijlage 2) valt weliswaar net buiten de begrenzing van N17.01, maar het bos maakt wel onderdeel uit van het territorium van de soort. Tabel 5.1 Overzicht van de kwalificerende broedvogelsoorten binnen de SNL natuurdoeltype (IPO 2013) die in het onderzoeksgebied Amelisweerd worden onderscheiden. Kwalificerende soorten die in 2013 in het onderzoeksgebied zijn aangetroffen zijn onderstreept. Tussen haakjes is het aantal in 2013 vastgestelde territoria weergegeven. N14.03 N16.02 N17.01 N17.03 Haagbeuken- en essenbos Vochtig bos met productie Vochtig hakhout en middenbos Park- en stinzenbos appelvink (1) appelvink appelvink appelvink (5) boomklever (3) blauwborst blauwborst boomklever (16) boomleeuwerik boomklever (1) boompieper fluiter fluiter boomkruiper (2) buidelmees gekraagde roodstaart groene specht (2) fluiter Cetti's zanger groene specht (3) kleine bonte specht groene specht matkop grote bonte specht (22) middelste bonte specht grote bonte specht (1) nachtegaal (1) kleine bonte specht (1) nachtegaal keep spotvogel middelste bonte specht wielewaal (1) kleine bonte specht wielewaal nachtegaal zwarte specht matkop zanglijster (6) wielewaal (1) middelste bonte specht zwarte specht nachtegaal sijs vuurgoudhaan wielewaal zwarte specht 23

24

6 Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies Het vastgestelde aantal territoria vormt een goede afspiegeling van de talrijkheid van soorten in Amelisweerd. Het aantal bezoekronden was hiervoor toereikend en voldoende gespreid over het broedseizoen. Landgoed Amelisweerd blijkt een vrij vogelrijk gebied met 65 verschillende soorten broedvogels. De vastgestelde dichtheden zijn met uitzondering van erfvogels representatief. Een vergelijking met voorgaande inventarisaties kan niet gemaakt worden omdat gegevens niet beschikbaar waren of omdat de telmethode waarschijnlijk afwijkend is. 6.2 Aanbevelingen De bossen van landgoed Amelisweerd vormen een in hoogte en leeftijd gevarieerde samenstelling. Het laten liggen en staan van dood hout komt insecten en insecteneters ten goede. Ook biedt dit ruimte voor nesten van holenbroeders. Het laten staan van dood hout daar waar het geen gevaar voor de recreatie oplevert, verhoogt de variatie in de vogelsamenstelling. Ten behoeve van de weidevogels verdient het aanbeveling om het agrarisch beheer in de graslanden te extensiveren. Hierbij kan gedacht worden aan een extensieve beweiding, gedoseerde bemesting en een uitgesteld maairegime (15 juni) in combinatie met nestbescherming. Een strook ruigte als overgang naar bos of sloot zal meer mogelijkheden bieden aan grondbroeders. Landgoed Amelisweerd is een belangrijk recreatief gebied. De recreatiedruk is hier hoog en mogelijk van invloed op de dichtheden van sommige soorten broedvogels. Indien het wenselijk is om verstoringsgevoelige soorten in het gebied te laten vestigen, kan gedacht worden aan het instellen van zones met een lage recreatieve druk. Ten behoeve van het beheer zou het zeer waardevol zijn om de aantalsontwikkeling van broedvogels in Amelisweerd gedurende de laatste decennia te onderzoeken en zo mogelijk te weerspiegelen aan de ontwikkeling van het bos en het gevoerde beheer. Daarvoor is het van belang om de gegevens van recente broedvogelinventarisaties te ontsluiten. 25

26

7 Literatuur Beuker, D. & C. Heunks, 2010. Broedvogels van het Amerongse Bos in 2010. Rapport 10-165. Bureau Waardenburg, Culemborg. Beuker, D. & R.G. Verbeek, 2009a. Broedvogels van Landgoed Beukenburg in 2009 Rapport 09-177. Bureau Waardenburg, Culemborg. Beuker, D. & R.G. Verbeek, 2009b. Broedvogels van Landgoed Oostbroek in 2009. Rapport 09-178. Bureau Waardenburg, Culemborg. van Dijk, A.J. & A. Boele, 2011. Handleiding SOVON Broedvogelonderzoek. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Heunks, C. & R. Smits, 2009. Broedvogels van De Laarsenberg in 2009. Rapport 09-176. Bureau Waardenburg, Culemborg. IPO, 2013. Kwaliteitsklassen en monotoring beheertypen Interprovinciaal Overleg (IPO). Taakgroep Natuurkwaliteit en Monitoring SNL. April 2012, januari 2013 gepubliceerd Rapport van Veen, P.J., J. van der Winden & S. Dirksen, 1994. Weidevogels in Polder Mijnden, Westbroek c.a. en Polder Achttienhoven in 1994. DBL-publicatie nr. 75. Rapport 94.37. DBL 27

28

Bijlage 1: broedvogelinventarisatie 2009 Bron: Kuiper, H, 2009. Broedvogels Landgoederen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen Soort aantal territoria Soort aantal territoria Blauwe Reiger 30 Kauw 45 Fuut 2 Ekster 20 Grauwe gans 2 Vlaamse Gaai 17 Tamme gans 5 Pimpelmees 64 Canadese gans 3 Koolmees 113 Nijlgans 17 Glanskopmees 15 Knobbelzwaan 3 Staartmees 23 Kuifeend 1 Boomklever 29 Krakeend 1 Boomkruiper 54 Muskuseend 1 Winterkoning 152 Wilde eend 18 Roodborstje 74 Buizerd 6 Merel 164 Boomvalk 1 Zanglijster 44 Sperwer 1 Grote lijster 2 Torenvalk 2 Kleine karekiet 6 Fazant 2 Bosrietzanger 1 Waterhoen 36 Zwartkop 91 Meerkoet 16 Tuinfluiter 5 Scholekster 7 Grasmus 1 Kievit 9 Braamsluiper? Holenduif 52 Fitis 2 Houtduif 83 Tjiftjaf 98 Zomertortel 1 Grauwe vliegenvanger 5 Turkse Tortel 8 Heggemus 46 Koekoek? Witte kwikstaart 6 Steenuil 1 Spreeuw 30 Bosuil 4 Huismus 22 Ransuil 2 Ringmus 7 Grote bonte specht 41 Appelvink 3 Groene specht 18 Groenling 12 Boerenzwaluw 16 Putter 7 Huiszwaluw 4 Vink 74 Ijsvogel 2 Rietgors 1 Zwarte kraai 24 Totaal aantal territoria 1652 29

30

Bijlage 2: verspreidingskaarten 31

Appelvink (n=11)

Blauwe Reiger (n=8)

Boerenzwaluw (n=1)

Bonte Vliegenvanger (n=1)

Boomklever (n=26)

Boomkruiper (n=32)

Bosrietzanger (n=3)

Bosuil (n=6)

Buizerd (n=2)

Canadese Gans (n=3)

Ekster (n=11)

Fazant (n=2)

Fitis (n=5)

Fuut (n=2)

Gaai (n=6)

Glanskop (n=12)

Goudvink (n=1)

Grasmus (n=7)

Grauwe Vliegenvanger (n=2)

Grauwe Gans (n=4)

Groene Specht (n=8)

Groenling (n=8)

Grote Bonte Specht (n=30)

Grote Lijster (n=6)

Heggenmus (n=29)

Holenduif (n=16)

Houtduif (n=59)

Huismus (n=23)

IJsvogel (n=1)

Kauw (n=31)

Kievit (n=3)

Kleine Bonte Specht (n=1)

Kleine Karekiet (n=3)

Knobbelzwaan (n=2)

Koekoek (n=1)

Koolmees (n=97)

Krakeend (n=3)

Kuifeend (n=1)

Matkop (n=2)

Meerkoet (n=7)

Merel (n=133)

Nachtegaal (n=1)

Nijlgans (n=11)

Pimpelmees (n=55)

Putter (n=4)

Ransuil (n=3)

Ringmus (n=4)

Roodborst (n=28)

Scholekster (n=1)

Spotvogel (n=1)

Spreeuw (n=16)

Staartmees (n=7)

Tjiftjaf (n=77)

Tuinfluiter (n=9)

Turkse Tortel (n=4)

Vink (n=35)

Waterhoen (n=9)

Wielewaal (n=2)

Wilde Eend (n=14)

Winterkoning (n=115)

Witte Kwikstaart (n=2)

Zanglijster (n=43)

Zwarte Kraai (n=12)

Zwartkop (n=64)

Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu Postbus 365, 4100 AJ Culemborg Telefoon 0345-512710, Fax 0345-519849 E-mail info@buwa.nl, www.buwa.nl