Oordeel. Het klachtenformulier is gedateerd 13 augustus 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 14 augustus 2008 onder nummer 59/2008.

Vergelijkbare documenten
OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 5 januari 2015 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 januari 2015 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2013 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 3 mei 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 mei 2008 onder nummer

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 24 juni 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 24 juni 2013 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 3 mei 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 8 mei 2012 onder nummer

OORDEEL. De klachtenbrief is gedateerd 6 mei 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 8 mei 2008 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 4 juli 2010 en bij het secretariaat ingeboekt op 19 juli 2010 onder nummer

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

Dossiernummer OORDEEL. Verzoeker. De H, Genemuiden. Datum verzoek

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE. Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 1 september 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 3 september 2008 onder nummer 65/2008.

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 18 oktober 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 22 oktober 2012 onder nummer

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 18 september 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 22 september 2008 onder nummer

RAPPORT. Datum verzoek: de Overijsselse Ombudsman (verder: OO) ontvangt het verzoek op 29 mei 2017.

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 10 juli 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 11 juli 2012 onder nummer

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 5 mei 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 9 mei 2011 onder nummer

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 24 januari 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 13 februari 2013 onder nummer

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 17 januari 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 19 januari 2009 onder nummer

GEMEENTEBLAD. Nr Klachtenregeling gemeente Doetinchem 2017

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 19 februari 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 22 februari 2012 onder nummer

RAPPORT. De Overijsselse Ombudsman (verder: OO) ontving het verzoekschrift op 6 maart 2017.

Gemeenteblad nr. 207, 19 maart 2015 INTERNE KLACHTENREGELING GEMEENTE DEURNE 2015

Een onderzoek naar de klachtbehandeling door de Gemeenschappelijke Regeling Servicecentrum MER.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 3 november 2010 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 27 januari 2015 en bij het secretariaat ingeboekt op 27 januari 2015 onder nummer

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 2 maart 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 19 januari 2010 en bij het secretariaat ingeboekt op 20 januari 2010 onder nummer

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 18 december 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 22 december 2008 onder nummer

Deze regeling is van toepassing op het klachtrecht zoals bedoeld in artikel 9:1 van de wet.

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet. Datum: 19 augustus 2015 Rapportnummer: 2015/124

Behandeling bezwaarschrift Gemeente Zaanstad, Dienst Stadsbedrijven

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Dossiernummer Rapport. Verzoeker De heer J.E. E. als gemachtigde namens XX te Almelo.

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 11 maart 2008 ontvangen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

KLACHTENREGLEMENT. Unu

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

vast te stellen de Interne klachtenregeling gemeente het Bildt:

Richtlijn klachtenprocedure Veiligheidsregio Brabant-Noord

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

De ene afdeling is de andere niet Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp

De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel. Geachte heer, mevrouw,

Jaarverslag Klachtenafhandeling

Regeling interne behandeling van klachten gemeente Harderwijk

Traplift zonder vergunning Gemeente Amsterdam Dienst Zorg en Samenleven

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

ECLI:NL:RVS:2014:3368

Verordening interne en externe klachtbehandeling 2015 gemeente Molenwaard

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Uitspraak /1

Daklift: Wel of geen vergunning? Gemeente Amsterdam Stadsdeel West

Geen duidelijkheid over handhavingsverzoek Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

RAPPORT. De heer K. en mevrouw G. aangeduid als verzoeker, verzoekster, verzoekers.

Klachtenregeling Universiteit Twente

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het LBIO gegrond. Datum: 24 juli 2017 Rapportnummer: 2017/089

Het ondertekende verzoek tot onderzoek van 4 april 2011, is op 5 april 2011 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Het verzoek betreft het college van burgemeester en wethouders (B&W) van de gemeente Almelo, hierna ook te noemen: de gemeente.

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 8 januari 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 10 januari 2011 onder nummer

Beoordeling. h2>klacht

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Klachtenregeling Gemeenschappelijke Regeling Vervoerscentrale Stedendriehoek, PlusOV januari 2017

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Trage klachtbehandeling belemmert inburgering Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling

2. Het UWV nodigde verzoeker op 19 september 2006 uit voor een gesprek met de arbeidsdeskundige op 26 september 2006.

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

Dossiernummer Rapport. Verzoeker Mevrouw V. hierna genoemd: verzoeker.

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen (MGR),

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 6 juli 2010 en bij het secretariaat ingeboekt op 7 juli 2010 onder nummer

Klachtenreglement ActiefTalent

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

KLACHTENREGELING VEILIGHEIDSREGIO AMSTERDAM-AMSTELLAND

Rapport. Datum: 22 mei 2003 Rapportnummer: 2003/144

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Klachtenprocedure. 1. Definities

ECLI:NL:CRVB:2017:1259

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 13 januari 2014 en bij het secretariaat ingeboekt op 14 januari 2014 onder nummer

Transcriptie:

Dossiernummer 59-2008 Oordeel Verzoeker de heer E. namens mevrouw O. te Almelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 13 augustus 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 14 augustus 2008 onder nummer 59/2008. Betreft Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente. Procedure Bij brief van 28 april 2008 dient de heer E. een klacht in over `het onrechtmatig uitoefenen van bestuursdwang tegen het terras van cliënte in Almelo. Op 12 juni 2008 wordt over deze klacht bij de gemeente een hoorzitting gehouden. De heer E. dringt in zijn brief van 25 juli 2008 aan op het schriftelijk afhandelen van de klacht binnen een termijn van twee weken. Op 13 augustus 2008 meldt de heer E. zijn klacht bij de Overijsselse Ombudsman. De ontvangstbevestiging wordt door het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman verzonden op 14 augustus 2008. Op 19 augustus 2008 volgt een telefoontje van de heer B. van de gemeente Almelo naar het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman met het verzoek de klacht in eerste termijn verder te mogen behandelen. De heer E. is namelijk gevraagd uiterlijk 1 september 2008 nadere informatie aan te leveren. De heer B. verwacht daarna nog 14 dagen nodig te hebben voor verdere schriftelijke afhandeling. In de vergadering van 25 augustus 2008 van de Ombudscommissie wordt besloten dat de gemeente tot 1 oktober 2008 de gelegenheid krijgt de klacht alsnog zelf te behandelen. Bij brief van 23 september 2008 volgt de schriftelijke behandeling door de gemeente. Daarin wordt geoordeeld dat feitelijk niet is gebleken dat er toestemming was voor het terras en dat er geen sprake was van bestuursdwang. Klachten hierover worden ongegrond verklaard. Voor wat betreft de politie-inzet acht de gemeente zich niet bevoegd. Er is een eigen klachtenprocedure bij de politie. Bij brief van 29 september 2008 verzoekt het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman aan de heer E. aan te geven of hij akkoord is met de afhandeling door de gemeente. De heer E. meldt bij brief van 29 september 2008 dat zijn cliënte niet akkoord is met de uitkomst van de klachtbehandeling door de gemeente. Hij verzoekt de Overijsselse Ombudsman de klacht

gegrond te verklaren en de gemeente de nodige aanbevelingen te doen om te komen tot een structurele verbetering ter zake van haar optreden. Bij brief van 21 oktober zendt de gemeente twee rapportages van de afdeling Markt & Havendienst en de mandaatregeling en register 2007. Op 4 november 2008 houdt de Overijsselse Ombudscommissie een hoorzitting over de klacht. Hierbij zijn aanwezig als verzoekers de heer E. en mevrouw O., namens de gemeente de heren B., N. en S., vanuit de Ombudscommissie de heer A. Lunenborg en mevrouw J. den Engelse. Aard van de klacht In zijn brieven van 28 april, 13 augustus en 29 september 2008 beklaagt de heer E. zich over het volgende: 1. Bestuursdwang: De gemeente gaat er onterecht van uit dat er geen sprake is van bestuursdwang. Mevrouw O. is niet schriftelijk in kennis gesteld van bestuursrechtelijk optreden, ook niet achteraf. Er was geen spoedeisend belang. Mevrouw had toestemming voor het terras. Alleen door het terras zelf weg te halen heeft mevrouw O. verwijdering door de gemeente kunnen voorkomen. Zij heeft zich niet kunnen laten bijstaan om zich naar behoren te verdedigen. De redenering dat, als er geen kostenverhaal is, er ook geen bestuursdwang is, klopt niet. Aanschrijvingen van de zijde van de gemeente in verband met de vergunningen voor de horecagelegenheid zijn door de President van de Rechtbank geschorst. 2. Handhavend optreden: Er is veel politie en gemeentepersoneel met voertuigen ingezet. De gemeente kwam met drie voertuigen, de politie met twee voertuigen en een wagen van de hondenbrigade. Dit was onnodig en is als zeer grievend ervaren. Er was dwang van de zijde van de gemeente. De vraag is of de marktmeester ruggespraak heeft gehouden, en zo ja met wie, of dat hij op persoonlijke titel heeft gehandeld. 3. Klachtbehandeling: De afdoening van de klacht is zeer onbehoorlijk. Er is twijfel of de klachtbehandelaar wel bevoegd is. Er wordt voorbijgegaan aan wat er feitelijk plaatsvond. De gemeente mag de verantwoordelijkheid niet verschuiven naar de politie. Op 13 augustus 2008 brengt de gemeente zonder mevrouw O. te raadplegen een feitenverslag in de openbaarheid. Daaruit blijkt al dat de gemeente de klacht ongegrond acht. Er zijn suggestieve opmerkingen gemaakt ten aanzien van de echtgenoot van mevrouw O. Onderzoek Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op de volgende normen: Zorgvuldigheid Klachtbehandeling 2

Ontvankelijkheid De te onderzoeken gedragingen zijn kenbaar gemaakt aan de gemeente en de gemeente heeft de klachten in eerste instantie behandeld, zodat het verzoek ontvankelijk is. Feiten 1. Mevrouw O. wil een horecagelegenheid in Almelo starten. Op deze locatie was is het verleden een horecagelegenheid gevestigd, zonder terras. De laatste twee jaar is de ruimte voor opslag gebruikt. De benodigde vergunningen zijn door mevrouw O. aangevraagd. Zij deelt de gemeente op 14 april 2008 schriftelijk mede dat het bedrijf de week daarop gaat starten. Dit inclusief exploitatie van een terras. De nodige vergunningen zijn er dan nog niet. 2. Op 23 april 2008 gaat de zaak open. De marktmeester meldt aan mevrouw O. dat het terras om 16 uur weg moet zijn. Dit enerzijds omdat het gaat om een illegaal terras en anderzijds omdat er de volgende dag markt gehouden zal worden en het terras dan in de weg staat. Mevrouw O. is het niet eens met de ontruiming van het terras. Het tijdstip wordt verlegd naar 21 uur op dezelfde dag. Hierbij is besproken dat ontruiming door de gemeente in de avonduren meer geld kost dan wanneer een dergelijke actie overdag plaatsvindt en dat als de gemeente zelf zou moeten gaan ontruimen de kosten daarvan voor rekening van mevrouw O. zouden komen. Een en ander is niet schriftelijk vastgelegd. Mondeling wordt door de marktmeester gemeld dat de gemeente tot ontruiming zal overgaan als het terras om 21 uur niet weg is. 3. Mevrouw O. vraagt of het terrasmeubilair aan de achterkant van het café kan worden opgeslagen. Omdat dit gemeentegrond is, moet zij hiervoor volgens de marktmeester toestemming van de gemeente hebben. Als zij deze toestemming kan tonen, zal hij akkoord gaan met opslag. 4. De heer S. is toezichthouder van de gemeente, belast met handhaven van gemeentelijke verordeningen. In dit geval heeft hij over zijn acties ruggespraak gehouden met de heren H. en R. van de afdeling BJZ. Ook heeft hij de kwestie gemeld bij wethouder S. Aan de politie geeft hij door dat de gemeente voornemens is het terras te ontruimen en vraagt hij of er eventueel assistentie verleend kan worden. 5. Toestemming voor opslag op gemeentegrond aan de zijkant van het bedrijf wordt door mevrouw O. niet aangetoond. 6. Rond 21 uur verschijnen er twee voertuigen en een hondenwagen van de politie en drie voertuigen van de gemeente om terrasmeubilair op te laden. Er staat dan nog terrasmeubilair aan beide zijden van het café. De heer S. verwachtte niet zo veel politie. Verder uitstel wordt niet verleend. Mevrouw O. zorgt er vervolgens zelf voor dat het terras wordt ontruimd. 7. Over de gang van zaken dient de heer E. op 28 april 2008 een klacht in bij de gemeente. Er wordt op 12 juni een hoorzitting gehouden. Op 16 juni 2008 gijzelt de echtgenoot van mevrouw O. op het gemeentehuis de wethouder en vier ambtenaren, waaronder de klachtbehandelaar de heer 3

N. Vervolgens komt de klachtbehandeling stil te liggen en wordt deze op 12 augustus overgedragen aan de heer B.. Daaraan voorafgaand is door de heer E. op 25 juli 2008 een rappelbrief verzonden. 8. Op 29 april 2008 stuurt de gemeente een brief met een voornemen tot een last onder dwangsom waarin wordt gesommeerd de horeca-activiteiten te staken. Dit besluit wordt hangende het bezwaar door de President van de Rechtbank geschorst. 9. Op 13 augustus 2008 brengt de gemeente naar aanleiding van de gebeurtenissen van 16 juni een feitenrelaas in de openbaarheid. Voor de onderhavige klachtenprocedure is daarvan relevant dat de gemeente in het feitenrelaas meldt dat er bij de ontruiming van het terras op 23 april geen sprake is geweest van bestuursdwang. Standpunten van partijen Naar aanleiding van het bovenvermelde en hetgeen aan de orde is geweest op de hoorzitting van 4 november 2008 Verzoeker Mevrouw O. is van mening dat er door de gemeente onterecht is opgetreden tegen het terras. Bij een horecagelegenheid hoort een terras. Als de gemeente al optreedt dient daarvoor de juiste procedure gevolgd te worden. En wel de procedure rond bestuursdwang en spoedontruiming. Nu dit niet is gebeurd zijn haar de dan geldende mogelijkheden voor rechtsbescherming ontnomen. Er is door mevrouw R. van de gemeente Almelo gezegd dat er niet opgetreden zou worden; het terrasmeubilair kon in verband met de markt aan de zijkant neergezet worden. Dit is in een email bevestigd. Deze email kan niet meer worden overgelegd omdat de politie de computer in beslag heeft genomen na de gijzelingsactie. Er is ook na 23 april 2008 herhaaldelijk opgetreden door de gemeente. Er wordt geen tijd gegund, om uitstel moet worden gesmeekt. Er was een overmacht van politie, geheel onnodig. Dit is zeer grievend. De gemeente is hiervoor medeverantwoordelijk. Bij de politie Regio Twente is ook een klacht ingediend. De klachtbehandeling door de gemeente is onbehoorlijk. Er wordt op 13 augustus 2008 door de gemeente een feitenrelaas in de publiciteit gebracht waaruit al blijkt dat de gemeente de klacht rond het inzetten van bestuursdwang ongegrond vindt. De juridische argumentatie die de gemeente in de brief van 23 september aanvoert is onjuist. Als er geen kostenverhaal plaatsvindt wil dat nog niet zeggen dat er geen bestuursdwang is. Gemeente De gemeente handhaaft haar standpunt zoals weergegeven in de klachtbehandelingsbrief van 23 september 2008. Dit houdt in: a. Er is geen toestemming verleend voor het terras of opslag op gemeentegrond; de email die hierop betrekking zou hebben is niet overhandigd door mevrouw O.. Dit had op of kort na 23 april kunnen gebeuren. De computer van mevrouw O. is veel later in beslag genomen. In de gemeentelijke bestanden is van een dergelijke email niet gebleken. Ook nader onderzoek van de klachtbehandelaar op 13 juni 2008 levert niets op dat op toestemming wijst. Hetzelfde geldt voor onderzoek door de heer B. 4

b. Er is geen sprake van een bestuursdwangprocedure nu mevrouw O. zelf het terras heeft ontruimd. Ook heeft geen kostenverhaal plaatsgevonden. De heer S. heeft steeds contact gehouden met de afdeling BJZ. Optreden op de manier die hij voor ogen had, was juridisch gezien mogelijk. De stappen die de gemeente zou gaan ondernemen zijn steeds uitvoerig uitgelegd. c. Wat betreft de inzet van de politie en materieel geldt dat de gemeente met voldoende materieel moet komen om zo nodig alles af te voeren wat illegaal is geplaatst. Over de politie-inzet kan eventueel een klacht worden ingediend bij de politie Regio Twente. De gemeente bepaalt niet met welke inzet de politie komt. Er is door de marktmeester alleen om assistentie verzocht. Wat betreft de klachtbehandeling wijst de gemeente op het gesprek dat op 12 juni 2008 heeft plaatsgevonden waarbij aan de orde was de klachtafhandeling, werkbare afspraken voor de nabije toekomst en de toekomst na het einde van het Bibob-onderzoek in september. Dit is geheel doorkruist door dat wat op 16 juni is gebeurd. Deze zeer bijzondere omstandigheden hebben begrijpelijkerwijs tot vertraging geleid. Op 13 augustus 2008 is er een feitenrelaas naar buiten gebracht dat de opvatting weergeeft van ambtelijk betrokkenen. Hiermee is er nog geen beslissing op de klacht. Reactie op het verslag van bevindingen Van verzoeker a. De naam van de heer R. is in eerste instantie niet genoemd door de heren S. en N., maar door de voorzitter bij de hoorzitting, de heer Lunenborg. b. De beleidsnotitie terrassen van de gemeente geeft aan dat terrasmeubilair in de nachtelijke uren aan elkaar gekoppeld buiten mag staan. c. Niet aan de orde komt het herhaaldelijk optreden tegen een op de weg geplaatst menubord. Elders treedt de gemeente niet op. d. De gemeente heeft artikel 5:21 en 5:24 Algemene wet bestuursrecht overtreden, waardoor rechten zijn ontnomen die in deze wet worden aangegeven. De Ombudscommissie overweegt hieromtrent: Ad a. Voor kennisgeving aannemen. De Ombudscommissie beschouwt dit punt als een nadere toelichting van verzoeker. Ad b. De notitie is bekend bij de Ombudscommissie en wordt meegenomen bij de overwegingen. Ad c. De Ombudscommissie heeft de mededelingen hieromtrent opgevat als een toelichting van mevrouw O. op de tegenwerking die zij van de zijde van de gemeente ervaart. Zij neemt dit niet mee als een nieuwe klacht. Ad d. De wetsartikelen zijn inderdaad niet genoemd, datgene waar het om gaat is echter weergegeven bij de standpunten van partijen. Zie ook de overwegingen van de Ombudscommissie. Van de gemeente 5

a. De uitspraak van de Rechtbank Almelo inzake aanschrijvingen heeft geen relatie met de oorspronkelijke klacht. b. Pagina 3, pt 1 mw.o..zonder terras, moet zijn.met een klein terras. c. Pagina 3, pt. 2. Toevoegen: Dit is schriftelijk vastgelegd richting mw. O.. Betreffende ruimte is namelijk aangewezen als markt- en evenemententerrein. d. Pagina 4, pt. 8. Naar aanleiding hiervan wordt de uitspraak van de Rechtbank Almelo meegezonden. e. Pagina 5, als nieuw punt b invoegen: s Ochtends om 11 uur is een uitvoerig gesprek geweest tussen de marktmeester en mw. O. en zijn afspraken gemaakt dat het terras om 16.00 uur zou zijn ontruimd. Deze afspraken zijn niet nagekomen. Op verzoek van mw.o. is dat uitgesteld tot 21.00 uur. Na intern beraad heeft de gemeente hiermee ingestemd. f. Pagina 5. Toevoegen aan bestaand pt. b Indien handelend was opgetreden dan was dit aangemerkt als spoedeisende bestuursdwang en dan zou dit achteraf schriftelijk worden vastgelegd, zo luidde de interne afspraak. In de laatste alinea staat iets over het gesprek op 12 juni 2008 en de werkbare afspraken voor de nabije toekomst. De werkbare afspraken zijn al veel eerder gemaakt (eind april) en ook in een mailbericht naar de juridisch adviseur van mw. O. bevestigd. Op 12 juni is nog eens vastgesteld met elkaar dat dit werkbare afspraken waren. Het feitenrelaas zoals dat is opgesteld door de gemeente geeft inzicht in dit proces en het tijdsverloop daarin. De Ombudscommissie overweegt hieromtrent: Ad a, c, en d. Voor kennisgeving aannemen. De Ombudscommissie beschouwt deze punten als een nadere toelichting op het standpunt van de gemeente. Ad b, e en f. Het voorgestelde wordt als aanvulling meegenomen door de Ombudscommissie. Overwegingen van de Ombudscommissie Voor wat betreft het onderdeel Bestuursdwang: Onder bestuursdwang wordt volgens artikel 5:21, eerste lid, van de Awb verstaan: het door feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen hetgeen in strijd met bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichtingen is of wordt gedaan, gehouden of nagelaten. Op grond van artikel 5:24 lid 1 van de Awb wordt een beslissing tot toepassing van bestuursdwang op schrift gesteld. De schriftelijke beslissing is een beschikking (een besluit dat niet van algemene strekking is). De gemeente zegt in haar eigen feitenrelaas dat gedogen van de horecagelegenheid met terras niet aan de orde was en dat handhavend moest worden opgetreden. Het feit dat mevrouw O. het terras uiteindelijk zelf ontruimd heeft en er geen kostenverhaal heeft plaatsgevonden zou volgens de gemeente tot de conclusie leiden dat er geen sprake was van bestuursdwang. Deze redenering is volgens de Ombudscommissie onjuist. De stelling van de gemeente brengt mee dat iedere burger die een aanzegging bestuursdwang krijgt en die besluit aan de last die wordt opgelegd te voldoen, geen rechtsmiddelen meer zou hebben als hij de gevraagde actie uitvoert. 6

De Ombudscommissie acht de redenering van de gemeente innerlijk tegenstrijdig, immers een bestuursorgaan wil met bestuursdwang juist bereiken dat een burger zelf een eind maakt aan een (al dan niet dreigende) illegale situatie. Zie ook artikel 5:24 lid 4 Awb. Dat er in het geval van mevrouw O. geen schriftelijk besluit was, kan niet tot de conclusie leiden dat er feitelijk geen bestuursdwang plaatsvond. In ieder geval is er door de marktmeester na overleg met ambtenaren en verantwoordelijk wethouder mondeling een voornemen bestuursdwang geuit met de mededeling dat, als mevrouw O. niet zelf het terras zou verwijderen, de gemeente dit zou doen op haar kosten. Daarbij is zelfs gemeld dat dit in de avond meer kosten zou betekenen. Mevrouw O. mocht er van uitgaan dat deze mededelingen rechtmatig werden gedaan en dat, als zij niet zelf het terras zou verwijderen, de bestuursdwang zou worden geëffectueerd. De gemeente is in de periode die ligt tussen de constatering dat café en terras open waren en het eventueel zelf in actie komen om het terras te verwijderen voldoende in de gelegenheid geweest een en ander op schrift te stellen. In die zin is er geen sprake van spoedbestuursdwang waarbij geen schriftelijk besluit nodig is. Eens te meer duidelijk wordt het dat er sprake is van bestuursdwang als s avonds medewerkers van gemeente en politie verschijnen. De Ombudscommissie acht het onbegrijpelijk dat de gemeente dit ontkent. Op dit punt is de klacht volgens de Ombudscommissie gegrond. Naar de mening van de Ombudscommissie had de gemeente toen duidelijk werd dat mevrouw O. het café zou openen en dat was enige tijd voordat de zaak daadwerkelijk openging door haar medegedeeld aan de gemeente- een correcte bestuursdwangprocedure in gang kunnen zetten als de gemeente van mening was dat er geen concreet uitzicht op legalisering was. Dan had betrokkene een voorlopige voorziening kunnen vragen bij de Rechtbank. De stelling van verzoeker dat aan mevrouw O. door de handelwijze van de gemeente rechtsbeschermingsmogelijkheden zijn ontnomen is naar de mening van de Ombudscommissie niet correct. Weliswaar is door het niet direct starten van een formeel juist bestuursdwangtraject een grote tijdsdruk ontstaan, maar op de middag dat de zaak van de ontruiming van het terras speelde had de rechtbank ingeschakeld kunnen worden door daar met grote spoed een voorlopige voorziening te vragen. Het ontbreken van een schriftelijk besluit doet daar niet aan af. Er zijn twee wegen denkbaar voor juridische actie: 1. Via artikel 6:10 Awb geldt dat er sprake kan zijn van een prematuur bezwaar. Mevrouw O. mocht er van uit gaan dat de marktmeester bevoegd was mededeling te doen van het besluit van de gemeente dat er ontruimd moest worden en dat handhavingsacties zouden volgen. Er kan dan een prematuur bezwaar worden ingesteld als het besluit nog niet schriftelijk is vastgelegd. 2. die van de fictieve weigering. Zie Raad van State 2 maart 2005. AB 2005, 146 met annotatie dg: "Wanneer bestuursdwang wordt uitgeoefend zonder dat tevoren een beslissing op schrift wordt gesteld en bekend gemaakt, moet het orgaan dat alsnog doen; tegen verzuim daarvan kan worden opgekomen door te stellen dat van een fictieve weigering sprake is. Op het punt van de rechtsbescherming acht de Ombudscommissie de klacht ongegrond. Voor wat betreft het onderdeel Handhavend optreden: 7

De marktmeester heeft zorg voor onder andere het handhaven van de APV. Voor wat betreft de ontruiming van het terras van het café van mevrouw O. heeft hij steeds contact gehouden met de juridische ondersteuning die binnen de gemeente aanwezig is. Er is dan ook niet op persoonlijke titel gehandeld, maar opgetreden tegen een terras waarvoor geen vergunning aanwezig was. Dat er toestemming was voor een terras of opslag van terrasmateriaal via een email van een medewerker van de gemeente, is de Ombudscommissie niet gebleken. Met de gemeente is zij van mening dat mevrouw O. in de periode van 23 april 2008 tot het moment van inbeslagname van haar computer voldoende in de gelegenheid is geweest de betreffende email te overhandigen bij de gemeente. In het algemeen, bij een horecagelegenheid met de nodige vergunningen die zonder meer een terras start, of zijn terras uitbreidt zonder vergunning, kan de Ombudscommissie zich voorstellen dat de marktmeester hier tegen optreedt. Er is een ruime inzet van mens en materieel van zowel de gemeente als de politie geweest. De marktmeester verklaart hierover bij de hoorzitting van de Ombudscommissie dat het hem wel verbaasde dat de politie zo sterk aanwezig was. Hij stelt daarbij dat hij naar de politie niet meer gemeld heeft dan dat er een ontruiming van het terras zou gaan plaatsvinden en dat daarbij politieondersteuning gewenst was. Volgens de gemeente is het dan aan de politie om te bepalen hoe men die ondersteuning verleent. Verzoeker heeft ook een klacht ingediend bij de Politie Regio Twente. Dit is de juiste weg, want wat betreft het optreden van de politie is de Ombudscommissie niet bevoegd. Zij kan alleen een oordeel geven over de handelingen van de gemeente waarover wordt geklaagd. In dit geval is het de gemeente die handhavend optreedt, in het kader van bescherming van de openbare orde daarbij politieondersteuning vraagt en daarmee ook regie over dat optreden houdt. Als deze ondersteuning sterker is dan wordt verwacht, zou van de kant van de gemeente uit deze hoofde gevraagd kunnen worden minimaal te starten en verdere mankracht en honden uit het zicht ter beschikking te houden. Naar de mening van de Ombudscommissie kan niet worden gesteld dat de gemeente geen invloed meer heeft op de vorm van politieondersteuning. De Ombudscommissie acht de klacht voor wat betreft het punt dat de gemeente geen zeggenschap meer zou hebben gegrond. Voor wat betreft de beslissingen van de politie over de feitelijke inzet geeft zij geen oordeel nu zij op dat punt niet bevoegd is. Voor wat betreft het onderdeel Klachtbehandeling: De interne klachtbehandeling heeft plaatsgevonden door de heer B. Hij is naar de mening van de Ombudscommissie als zodanig bevoegd klachtbehandelaar. Hij was niet betrokken bij de kwestie waarover wordt geklaagd. Zie hiervoor ook de Mandaatregeling gemeente Almelo 2007 en het mandaatregister gemeente Almelo 2007. Op 13 augustus 2008 brengt de gemeente een feitenverslag in de openbaarheid. Hierin wordt, zoals van de zijde van de gemeente bij de hoorzitting van de Ombudscommissie is gezegd, een feitenrelaas naar buiten gebracht dat de opvatting weergeeft van ambtelijk betrokkenen. Daarmee is er volgens de gemeente nog geen beslissing op de klacht. Dit laatste is formeel juist, immers er is geen schriftelijke klachtafhandeling. De Ombudscommissie stelt vast dat het feitenrelaas ook betrekking heeft op onderdelen van de klacht van mevrouw O.. Als door de gemeente de publiciteit gezocht wordt met een feitenrelaas, kan dit niet slechts worden gezien als een opvatting van ambtelijk betrokkenen. 8

De Ombudscommissie vindt het niet verbazingwekkend dat, als mevrouw O. een en ander vanuit de publiciteit verneemt, zij er van uitgaat dat dit het standpunt van de gemeente is. Ook al is het denkbaar dat het onderzoek van de klachtbehandelaar uiteindelijk een ander standpunt oplevert, dit zal dan niet verwacht worden. Het zou zorgvuldig zijn geweest als de gemeente mevrouw O. van te voren had geïnformeerd over het feitenrelaas dat in de publiciteit zou komen en welke betekenis hier al dan niet aan toegekend moest worden in het licht van de klachtbehandeling. In de brief van de gemeente naar aanleiding van de klacht van mevrouw O. en het daarbij behorende verslag heeft de Ombudscommissie geen suggestieve opmerkingen ten aanzien van haar echtgenoot aangetroffen. Oordeel Op grond van de vorenstaande overwegingen komt de Ombudscommissie tot het volgende oordeel: De onderzochte gedragingen zijn als het gaat om - de bestuursdwangprocedure: onbehoorlijk - onthouden van rechtsmiddelen: klacht ongegrond - het niet voeren van regie bij handhavend optreden: onzorgvuldig - klachtbehandeling: onzorgvuldig Aldus vastgesteld door de Overijsselse Ombudscommissie op 5 januari 2009. mr. A. Lunenborg mevr. A.D. van Zeben mevr. mr. J. den Engelse 9