De grens
Riikka Pulkkinen De grens Roman Vertaald uit het Fins door Lieven Ameel groteletter Uitgeverij De Arbeiderspers Amsterdam Antwerpen
De vertaler heeft voor enkele citaten gebruikgemaakt van Sophocles Tragediën, vertaald door Emiel de Waele, dnb / Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 1972/1987, en van Tomas Tranströmer, De herinneringen zijn mij, vertaald door Bernlef, De Bezige Bij, Amsterdam 2002. Deze uitgave is mede tot stand gekomen dankzij een subsidie van fili (Fins Literatuur Informatie Centrum). Eerste druk september 2009 Tiende druk juni 2011 Copyright 2006 Riikka Pulkkinen Copyright Nederlandse vertaling 2009 Lieven Ameel / bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam Oorspronkelijke titel: Raja Oorspronkelijke uitgave: Gummerus Publishers, Helsinki, Finland Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en /of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Herengracht 370-372, 1016 ch Amsterdam. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, with out written permission from bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Herengracht 370-372, 1016 ch Amsterdam. Oorspronkelijke omslag: Mijke Wondergem Oorspronkelijke omslagillustratie: Tony Anderson / Getty Images Omslagontwerp grote letter editie: Kelvin Covalo isbn 978 90 295 7916 2 / nur 301 www.arbeiderspers.nl
Voor mijn vader en moeder, die mij leerden lezen en schrijven. Voor mijn zussen Johanna en Marikka. Omdat ik in jullie gezelschap mocht opgroeien. Voor mijn beste vriendin Ilona, mijn meest kritische lezer, die mild en wild als geen ander het leven leeft.
Anja De dag waarop Anja Aropalo besloten had te sterven, was de lucht zoet en dik geweest als een suikerspin. Het was augustus, warm nog, de nachten waren heet maar donker als in zuidelijke landen. Toen Anja die ochtend was ontwaakt, stond het haar helder voor ogen: vandaag zou ze het plan moeten uitvoeren. Geen twijfel meer, of zwakheid. Vandaag was de juiste dag. De eenzaamheid van Anja Aropalo had twee jaar geduurd. Sinds haar man was weggegaan, had ze die eenzaamheid gevoeld als een snijdende pijn onder haar borstbeen. Het leek wel of haar hele lichaam ermee was besmet. Het gemis was fysiek voelbaar, uitte zich in de vorm van akelige steken en een zeurende pijn, overal in haar lichaam. Ze huilde bijna nooit, behalve soms s nachts als ze zich op haar zij draaide en in de leegte naast zich tastte. Maar meestal voelde ze alleen die zeurende pijn. Anja liep van de winkel naar huis. De gedachte van die morgen had zich in de loop van de middag versterkt van een eenvoudig voornemen tot een vaststaand besluit. Ze had haar dagelijkse bezigheden afgehandeld in de stad, en op weg naar huis was ze naar de winkel geweest en naar de apotheek. Brood, kaas, koffiemelk en vlees voor het avondeten. En Doxal. De tabletten lagen op de bodem van haar tas, negentig stuks in keurige doordrukstrips. Bij depressiviteit stond op het recept vermeld. Ze had de pillen verrassend gemakkelijk gekregen. Ze had 7
een afspraak gemaakt bij een dokter van het medisch centrum, was erheen gegaan en had haar verhaal gedaan. De dokter had antidepressiva voorgesteld en Anja had achteloos gezegd dat ze liefst medicijnen van de oudere generatie had, Doxal misschien, of anders Triptyl. Ik word altijd zo misselijk van die nieuwe antidepressiva. U weet wel, bijwerkingen, had ze eraan toegevoegd, nog steeds op luchtige toon. Ze hadden een blik van verstandhouding gewisseld. Hij had haar voor drie maanden Doxal voorgeschreven. Het is prettig om ook eens patiënten te hebben zoals u, die weten wat goed voor hen is, en die niet alles zomaar aan de dokter overlaten, had hij gezegd toen ze elkaar de hand hadden geschud bij het afscheid. Anja had zijn blik vermeden en was zonder omkijken de kamer uit gelopen, het gebouw uit; ze had haar pas versneld en was langs de door bloeiende paardenkastanjes omzoomde weg gelopen totdat haar schaamtegevoel was weggezakt. Ze was in juni naar de dokter geweest en nu was het augustus. Ze had steeds een reden gevonden om het uit te stellen. Eerst hadden de seringen gebloeid, die had ze nog willen zien. Nog twee weken en dan was het aardbeientijd, had ze eind juni gedacht. Niemand wil sterven als de aardbeien rijp zijn. Nu was het al bijna herfst; de lucht begon zwoeler te worden. De pioenen pronkten weelderig langs de kant van de weg. Hun zware witte koppen waren te groot voor de tengere stelen. Vaag was ze zich er wel van bewust dat het allemaal zinloos was, maar door de schroeiende zomerhitte bleef het bij die gedachte. Dit is mijn werkelijkheid, realiseerde Anja zich. Dit laat ik achter: een heel leven van heen en weer sjouwen tussen de winkel en mijn huis. Het wordt herfst en win- 8