17 juni 2016 Geachte Minister Geachte heer Misseeuw In uw antwoord stelt u: Ontwikkelingsdoelen zijn doelen waarop elk kind in elke basisschool recht heeft. Om dit recht veilig te stellen zijn de scholen verplicht om een inspanning te leveren om deze ontwikkelingsdoelen te realiseren. De inspectie controleert of de scholen hun werk doen. Dit gaat echter in tegen het door de Belgische staat geratificeerde Verdrag inzake de Rechten van het Kind. De Staat is immers subsidiair tegenover de ouders of de verantwoordelijke voor de opvoeding van het kind. Reeds in de preambule, maar uitdrukkelijk in artikel 5 en ook elders wordt gesteld dat de Staat de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van de ouders moet respecteren. Het primaire recht van het kind berust dus bij de ouders, die subsidiair dus op hun uitdrukkelijk verzoek aan scholen kunnen vragen om hen bij te staan. Beide ouders zijn de eerste verantwoordelijken en de Staat moet hen bij deze taak ondersteunen (artikel 18). Meer nog, de Staat moet passende maatregelen, tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik, nemen (artikel 19). Uit artikel 20 blijkt duidelijk dat de Staat rekening moet houden met de etnische, godsdienstige en culturele achtergrond van het kind. Dit betekent concreet dat een Parlement geen ontwikkelingsdoelen mag formuleren, die hiertegen ingaan. Het Parlement moet de openbare orde regelen, maar moet zich niet mengen in de opvoeding door de ouders, zolang de rechten van het kind niet geschaad worden. In artikel 32 wordt uitdrukkelijk gesteld dat het kind moet worden beschermd tegen economische exploitatie die de opvoeding van het kind zal hinderen, of schadelijk zal zijn voor de gezondheid of de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke of maatschappelijke ontwikkeling van het kind. Sensoa is geen expert maar een ideologische organisatie die zichzelf die titel heeft toegeëigend. Het is verbazend dat u niet antwoordt op de verwijzing naar sexting, het sturen van seksueel getinte sms jes met naaktfoto s als iets spannends, onschuldigs, het kan pit brengen in je relatie. In feite doet Sensoa aan schaamteloze economische exploitatie, omdat deze organisatie de kinderen gebruikt als koopwaar, waarmee ze bij de minister (en de farma-industrie) subsidiegeld krijgt om haar ideologie te verspreiden! Als afdeling van de wereldwijd grootste abortus- en anticonceptielobby International Planned Parenthood (IPPF), wil de vrijzinnige organisatie Sensoa immers de desastreuze verworvenheden van de seksuele revolutie van de jaren 60-70 nu ook in de basisschool, zelfs bij kleuters implementeren. Als u verwijst naar de zogenaamde standaarden die door de World Health Organisation (WHO) zijn opgesteld, kan worden vastgesteld dat deze tekst vaak evidence based informatie met ideologische informatie mengt, terwijl de inhoud wordt gepresenteerd als feitelijk en wetenschappelijk, maar dit niet is.
Over deze standaarden, bestaat immers geen internationale wetenschappelijk consensus. Het is een groep gelijkgezinden, inclusief de universiteit van Gent (met politici Dr. De Sutter en Dr. Temmerman) die erin geslaagd is via decennialang lobbywerk op de hoogste regionen (Verenigde Naties) de idee van een nieuwe behoefte en eigen programma s door te drukken. De expertengroep is immers samengesteld uit uitsluitend medewerkers geassocieerd met IPPF, wereldwijd de grootste promotor van vrije seks, anticonceptie, abortus en zogenaamde holebirechten, gesteund door de farma-industrie. Overigens blijkt uit hun eigen wetenschappelijke publicaties, dat ze niet eens hun eigen programma s hebben geëvalueerd. Nu pas zijn ze op zoek naar een evaluatie-instrument [1], terwijl de werkelijke cijfergegevens voor de hand liggen: bijvoorbeeld de beschikbare cijfers in de VS. Het aantal kinderen buiten het huwelijk geboren is van 2,3% in 1960, toegenomen tot 40% in 2007; het aantal huwelijken is van 74% gedaald tot 48%; het aantal alleenstaande moeders is van 3 miljoen in 1970 gestegen tot 10 miljoen in 2000, alleenstaande vaders van 393.000 tot 2 miljoen (emancipatie?); het aantal soa s van 2 in 1960 naar minstens 50 in 2002; 54% van de vrouwen die aborteerden gebruikten anticonceptie in de maand dat ze zwanger werden. In ons eigen Vlaanderen vinden we eenzelfde trend met een toename van echtscheidingen, abortussen, soa s, depressies, suïcides (ook op jonge leeftijd), Het is duidelijk, in dergelijke delicate materie kunnen enkel ouders beslissen wat ze aan hun kinderen willen leren, maar mag de overheid zich niet opdringen! Het gaat hier om de menselijke waardigheid, zeker in verband met seksualiteit. Als overheid hebt u niet het recht om door de inspectie gecontroleerde ontwikkelingsdoelen op te leggen aan het onderwijs, laat staan aan ouders, zeker niet als deze worden ingefluisterd door de ideologen van de abortus- en seksindustrie. In uw antwoord stelt u verder overtuigd te zijn dat er in het belang van de kinderen het best wordt samengewerkt tussen scholen en ouders. Ook dit is subsidiair, wat betekent dat de ouders wel aan de school hierrond vragen mogen stellen, maar dit niet door de school (in dit geval de overheid via haar inspectie) aan de ouders mag worden opgelegd! Het gezin en de maatschappij hebben zeker een elkaar aanvullende taak in de handhaving en de bevordering van het welzijn van alle mensen en van ieder mens. Maar de maatschappij en meer in het bijzonder de Staat moeten de preambule van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind respecteren en erkennen dat het gezin een eigen recht geniet en zich dus houden aan het beginsel van de subsidiariteit. Krachtens dit beginsel kan en mag de Staat aan de gezinnen niet die taken onttrekken die zij even goed zelf of door vrije samenwerking kunnen vervullen. Het kan niet dat Sensoa, dankzij haar monopolie, met belastinggelden, gesteund door de Minister deze vrije keuze fnuikt en uitsluitend haar eigen ideologie aanprijst: Een aantal organisaties benadert Vlaamse scholen met een voorlichtingsaanbod dat niet beantwoordt aan de kwaliteitscriteria voor goede relationele en seksuele vorming. Sensoa werkt daarom niet samen met deze organisaties. En uiteraard weet ook Sensoa dat hoe vroeger je kinderen losrukt van het ouderlijk gezag, hoe makkelijker je ze in je hedonistische fuik kunt vangen, waarbij seksueel misbruik via vroeg-seksualisering schade aan de geestelijke en zedelijke of maatschappelijke ontwikkeling van het kind het gevolg zijn. [1] Ketting E. et al. (2016): Personal Opinion: Evaluation of holistic sexuality education: A European expert group consensus agreement. The
Wij wensen een waarachtige diversiteit in aanbod van programma's, waarin de onderliggende ideologie expliciet wordt vermeld (neutraliteit inzake seksualiteit bestaat niet!), zodat er een echte vrije keuze bestaat. Hierbij moet ook in het kader van de preventieve gezondheidszorg dringend het monopolie van Sensoa doorbroken worden. Hopend op een verdere constructieve samenwerking Comité Bezorgde Ouders en Grootouders 14 juli 2016 Geachte mevrouw de Minister Geachte heer Misseeuw In uw antwoord wijst u op de expertengroep in de schoot van de WHO en op de aanwezigheid van Sensoa in die groep. Ik vermoed dat de voorgeschiedenis van Sensoa u niet zo bekend is, want dan zou u onze bezorgdheid wellicht delen. Sensoa werd in 2001 door voormalig minister Vogels opgericht als een samensmelting van het vrijzinnige CGSO trefpunt met de aidspreventiediensten, die zich toen (en nog steeds) vooral richtten op holebiseksualiteit. Op hun beurt waren de CGSO s na de legalisering van anticonceptie, de voortzetting van de in 1955 door een aantal vrijzinnigen uit het Humanistisch Verbond en de vrijmetselarij opgerichte Belgische Vereniging voor Seksuele Voorlichting. De jaarboeken van het CGSO bieden een mooi overzicht van hun werking en lobbying om in het kielzog van de seksuele revolutie van de jaren 60 zaken als abortus, holebiseksualiteit, holibi-adoptie te legaliseren. Jammer genoeg heeft het Vlaams Parlement in 2002 een decreet goedgekeurd, waarbij Sensoa een monopolie kreeg inzake seksuele gezondheid. De indruk wordt gewekt dat seksuele opvoeding neutraal en evidence-based kan worden gegeven, wat slechts gedeeltelijk juist is. Als u verwijst naar de zogenaamde standaarden die door de WHO zijn opgesteld, moet ik vaststellen dat deze tekst vaak evidence based informatie met ideologische informatie mengt, terwijl de inhoud wordt gepresenteerd als feitelijk en wetenschappelijk, maar dit niet is. Over deze standaarden, bestaat immers geen internationale wetenschappelijk consensus. Het is een groep gelijkgezinden, inclusief de universiteit van Gent (Dr. De Sutter en Dr. Temmerman) die erin geslaagd is via decennialang lobbywerk het idee van een nieuwe behoefte en eigen programma s door te drukken. De expertengroep is immers samengesteld uit uitsluitend medewerkers geassocieerd met IPPF, wereldwijd de grootste promotor van vrije seks, anticonceptie, abortus en holebirechten, gesteund door de farma-industrie. Overigens blijkt uit hun eigen wetenschappelijke publicaties, dat ze niet eens hun
eigen programma s hebben geëvalueerd. Nu pas zijn ze op zoek naar een evaluatie-instrument, terwijl de werkelijke cijfergegevens voor de hand liggen (Ketting E et al.: Personal Opinion. Evaluation of holistic sexuality education: A European expert group consensus agreement. In The European Journal of Contraception and Reproductive Health Care, 2016; 21:68-80). Sensoa is geen expert maar een ideologische organisatie die zichzelf die titel heeft toegeëigend. Het is verbazend dat u niet antwoordt op de verwijzing naar "'sexting' die Sensoa aanbeveelt binnen zijn RSV. Het sturen van seksueel getinte sms'jes met naaktfoto s wordt als iets spannends voorgesteld, zonder leeftijdslimiet, het kan pit brengen in je relatie. De schade die door dit nieuwe fenomeen toegebracht wordt, wanneer die foto s op internet verschijnen, is enorm. Voorts is het verboden om jongeren onder de 16 jaar te schaden met porno of pornobeelden met jongeren onder de 16 jaar te verspreiden. Gesubsidieerd door de overheid, dus ook door de burger die zelf geen inspraak krijgt, en gesponsord door de farma-industrie, verleidt Sensoa jongeren tot het vroegtijdig hebben van veilige (?) seks, omwille van het genot, waarbij de indruk wordt gewekt dat er geen gevolgen aan verbonden zijn, zolang je al dan niet gesubsidieerde anticonceptiva gebruikt. Duurzame liefdesrelaties worden vervangen door tijdelijke verliefdheidsrelaties/genotsrelaties met om het even welk geslacht. Bij dit laatste gaat men van de uitzondering van de homofiele gerichtheid een norm maken. Alles wordt natuurlijk netjes verpakt in websites waar ook waardevolle zaken vermeld worden. Maar intussen wordt wel de autoriteit van de eigen ouders en opvoeders ondermijnd. Hun keuzevrijheid wordt immers doelbewust door Sensoa beperkt: Een aantal organisaties benadert Vlaamse scholen met een voorlichtingsaanbod dat niet beantwoordt aan de kwaliteitscriteria voor goede relationele en seksuele vorming. Sensoa werkt daarom niet samen met deze organisaties. En uiteraard weet ook Sensoa dat hoe vroeger je kinderen losrukt van het ouderlijk gezag, hoe makkelijker je ze in je hedonistische fuik kunt vangen. Het promoten van een onenight stand hoort ook tot hun Relatie en Seksuele Vormingl: Zolang je plezier hebt bij je one-nightstands en er een goed gevoel aan overhoudt, is er geen probleem (Bron>>). Hierbij worden enkel de instincten en de honger naar lust aangewakkerd, zonder enige verwijzing naar het geheel van de menselijke waardigheid en verantwoordelijkheid, namelijk om met ons lichaam uiteindelijk in staat te zijn tot een duurzame liefde. Zoals eerder gesteld zijn de resultaten van de seksuele revolutie reeds lang gekend en worden in het door u vermelde document ook zelfs als het ware als positief opgesomd: Deze innovaties (pil en abortus) gaven geheel nieuwe kansen om seksualiteit en reproductie los van elkaar te zien. De verandering ontketende rond 1970 een seksuele revolutie en stimuleerde in combinatie met andere factoren het proces van de vrouwenemancipatie. Waarden en normen die betrekking hadden op seksualiteit raakten op losse schroeven en seksueel gedrag begon te veranderen of werd in ieder geval minder taboe. Het werd een onderwerp van publiek debat. We beschikken enkel over cijfers in de VS, maar ze zijn sprekend. Het aantal kinderen buiten het huwelijk geboren is van 2,3% in 1960, toegenomen tot 40% in 2007; het aantal huwelijken is van 74% gedaald tot 48%; het aantal alleenstaande moeders is van 3 miljoen in 1970 gestegen tot 10 miljoen in 2000, alleenstaande vaders van 393.000 tot 2 miljoen (emancipatie?); het aantal soa s van 2 in 1960 naar minstens 50 in 2002; 54% van de vrouwen die aborteerden gebruikten anticonceptie in de maand dat ze zwanger werden. In ons eigen Vlaanderen vinden we eenzelfde trend met een toename van echtscheidingen, abortussen, depressies, suïcides (ook op jonge leeftijd), U stelt dat we ons tot Sensoa moeten wenden, terwijl wij menen dat een minister tot taak heeft toe te zien op een correcte werking van de diensten die hij of zij aanbeveelt. Graag willen we onze grieven in verband met de Richtlijn seksuele vorming van het WHO en de uitwerking hiervan in onder andere de tentoonstelling k Zag twee beren noteren en doorgeven in een gesprek met u. De omschrijving van de ontwikkelingsdoelen van de commissie onderwijs en die van Sensoa kunnen uniform lijken, maar als we de inhoud nader onderzoeken,
constateren we dat Sensoa het opwekken van lustgevoelens bij kleuters kunstmatig activeert. Dit past helemaal in de ideologie van de individualistische seksuele revolutie als u er zich maar goed bij voelt. De eventuele schadelijke gevolgen op lange termijn worden niet in rekening gebracht. o De matrix seksuele en relationele vorming van Sensoa (tabellen) is vaag geformuleerd dat men nog alle kanten op kan met de invulling ervan. We raden aan de ontwikkelingsdoelen binnen het onderwijs duidelijker te omlijnen en te vragen hier niet buiten te gaan. o Waarom zijn er experts nodig om Relationele en Seksuele Vorming te geven en mogen de eigen (kleuter)onderwijzers niet in de klas blijven? Waar blijft de sociale controle? o Eigen behoeften, wensen en grenzen kunnen uiten bv. in het kader van 'doktertje spelen (Sensoa)'. Het spelen van doktertje wordt als onschuldig voorgesteld, maar resulteert dikwijls in grensoverschrijdend gedrag, met blijvende kwetsuren als gevolg. Dit past zeker niet binnen de ontwikkelingsdoelen. Hetzelfde kan gebeuren met de voorgeschreven massagesalons. Er zijn andere manieren om grenzen aan te geven. Geslachtsorganen zijn intiem en deelt men niet met anderen, enkel binnen een vaste relatie op volwassen leeftijd. Waarom moet die grens steeds opnieuw verlegd worden en dit reeds van jongs af aan? o Praten over prettige en onprettige gevoelens en aanrakingen. Dit wordt toegepast in het kader van de massagesalons die Sensoa voorstelt. Hier gaat men bewust de aandacht focussen op gevoelens. Zelfs het aanraken van elkaar wordt kunstmatig gestimuleerd, terwijl de kleuter daar helemaal niet om vraagt. Waarom moeten kleuters zinnelijke waarnemingen beleven met derden en hierover spreken? Waarom zo n focus hierop? Wil men nog een nieuwe verslaving aanbieden? o Wat gaat men doen als blijkt dat deze vorm van RSV over enkele jaren leidt tot enorme problemen met deze kinderen, wat betreft zelf identificatie, eigen keuzes, ontheemdheid, seksuele problemen, seksuele obsessies, ernstig afwijkend seksueel gedrag, zelfmoordgedachten? Wie zal hiervoor de verantwoordelijkheid opnemen? o Voyeurisme, exhibitionisme, sadomasochisme zijn allemaal ziekelijke gedragingen die soms te herleiden zijn tot traumatische ervaringen die men beleefd heeft in de kindertijd. Daarom dienen we nauwlettend toe te zien op wat we brengen en in gang zetten. We moeten de veilige zone niet verlaten en onveilige grenzen gaan opzoeken. Deze afwijkende gedragingen treffen weer slachtoffers die hulp nodig hebben We vragen u uitdrukkelijk als christendemocratisch Minister om dergelijke invulling van ontwikkelingsdoelen niet te tolereren en onze academici te aanhoren. Op 9 december 2016 gaat er een congres door voor academici in het Vlaams Parlement over Seksuele gezondheid. Mogen ook onze deskundigen aan het woord komen en hun visie brengen in verband met RSV zodat een tegenexpertise mogelijk wordt? Of krijgt alleen Sensoa het spreekrecht (http://www.sensoa.be/nieuws/save-date-wetenschappelijke-congres-seksuelegezondheid-op-9-december )? Er staat trouwens nergens in het convenant met Sensoa dat deze een zwarte lijst van organisaties moet of mag opstellen en het monopolie naar zich mag toetrekken. Wij wensen een waarachtige diversiteit in aanbod van programma's, die een gelijke aanbeveling krijgen, waarin de onderliggende ideologie expliciet wordt vermeld (neutraliteit inzake seksualiteit bestaat niet!), zodat er een echte vrije keuze bestaat. Hierbij moet ook in het kader van de preventieve gezondheidszorg dringend het monopolie van Sensoa doorbroken worden. Het Verdrag inzake de Rechten van het kind Artikel 20 3 zegt: Bij het overwegen van oplossingen wordt op passende wijze rekening gehouden met de wenselijkheid van continuïteit in de opvoeding van het kind en met de etnische, godsdienstige en culturele achtergrond van het kind en met zijn of haar achtergrond wat betreft de taal. (art.20 3).
Deze evolutie vinden we zorgelijk. Hopende hiermee iets duidelijker te zijn, hopen we op uw begrip. We zien uit naar een verdere constructieve samenwerking. Comité Bezorgde Ouders en grootouders. Ministerie van Onderwijs Brussel, 11 maart 2016 Geachte "bezorgde ouders -tegenstroom", sturen. Vlaams minister Hilde Crevits heeft uw bericht, waarin u zorgen uit omtrent het vroeg-seksualiseringprogramma van Senso, goed ontvangen en met aandacht gelezen. De minister heeft mij gevraagd om u een antwoord te Sedert weken worden we overstelpt met deze kettingbrief. Minister Crevits staat erop dat elkeen persoonlijk wordt aangeschreven. Gezien er nu een deel mails binnenkomen, allemaal vanuit één centraal mailadres verstuurd, houden we er aan u één antwoord te bezorgen. Wil dit doorgeven aan betrokkenen die via jullie hun bezorgdheid naar voor brengen. De minister begrijpt dat u zich degelijk wenst te informeren over hoe er in onderwijs met kleuters aangaande seksualiteit, relaties en weerbaarheid wordt gewerkt en u daar inspraak in wenst indien dit niet strookt met uw eigen opvattingen. De minister van onderwijs kan zich echter niet uitspreken over de wijze waarop in de scholen aan bepaalde doelen wordt gewerkt. Tevens is het niet aan haar om te bepalen op welke leeftijd welke inhouden aan bod moeten komen. In onderwijs zijn er eindtermen en ontwikkelingsdoelen. Deze eindtermen en ontwikkelingsdoelen worden ontwikkeld op basis van wetenschappelijke expertise en een uitgebreid democratisch proces door het Vlaams Parlement. Voor de kleuters zijn er ontwikkelingsdoelen. Ontwikkelingsdoelen zijn minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de scholen bij hun leerlingen moeten nastreven. Ontwikkelingsdoelen zijn doelen waarop elk kind in elke basisschool recht heeft. Om dit recht veilig te stellen zijn de scholen verplicht om een inspanning te leveren om deze ontwikkelingsdoelen te realiseren. De inspectie controleert of de scholen hun werk doen. De manier waarop scholen thematieken aanbrengen behoort echter tot de pedagogische vrijheid. Voor wat betreft relaties en seksualiteit zijn er o.a. de volgende ontwikkelingsdoelen: De kleuters kunnen: bij zichzelf onderkennen wanneer zij bang, blij, boos of verdrietig zijn en kunnen dit op een eenvoudige wijze uitdrukken; in een eenvoudige taal een recent gebeurde situatie waarbij zij betrokken waren in dialoog met een volwassene, beschrijven en vertellen hoe zij zich daarbij voelden;
in verband met voortplanting van mensen en dieren, illustreren dat een levend wezen steeds voortkomt uit een ander levend wezen van dezelfde soort; illustreren dat de geboorte van mens en dier wordt voorafgegaan door een periode van gedragen worden door de moeder of door de ontwikkeling in een ei; bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel instaat voor het horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Ik stel vast dat er in ' 'k Zag twee beren' met deze ontwikkelingsdoelen rekening wordt gehouden. Indien scholen ervoor kiezen om met dit pakket aan de slag te gaan, komen ze m.a.w. tegemoet aan de ontwikkelingsdoelen. Zoals hierboven gesteld is het niet aan de minister om te bepalen welke inhouden er op welke leeftijd aan bod moeten komen. Hiervoor zijn er experten die, rekening houdend met het natuurlijk leerproces waardoor kinderen en jongeren gaan, kunnen inschatten aan welke noden en behoeften er tegemoet gekomen moet worden. Deze noden en behoeften zijn vastgelegd in Europese en andere standaarden die aangaande relationele en seksuele vorming bestaan. Sensoa maakt deel uit van een expertengroep die, in de schoot van de WHO, over de standaarden waakt, de methodieken evalueert en nagaat wat er nog aan bijkomende ondersteuning wenselijk is. De standaarden waarover internationale wetenschappelijk consensus bestaat en waarop de experten zich baseren zijn op de website van Sensoa terug te vinden, zie: http://www.seksuelevorming.be/materiaal/richtlijn-seksuele-en-relationelevorming. In de categorie 0-4 jaar staat bv.: Kunnen benoemen van lichaamsdelen en geslachtsdelen Verschillen tussen jongens en meisjes kennen Verschillende lichaamsvormen kennen Praten over prettige en onprettige gevoelens en aanrakingen Eigen behoeften, wensen en grenzen kunnen uiten bv. in het kader van 'doktertje spelen' Indien u echt problemen hebt met inhouden en methodieken, stellen we voor dat u zich rechtstreeks tot Sensoa wendt. Los van het feit dat de minister zich niet kan uitspreken over inhouden en methodieken die volgens bepaalde leeftijdscategorieën aan bod moeten komen, is ze er wel van overtuigd dat er in het belang van de kinderen het best wordt samengewerkt tussen scholen en ouders. Dat geldt voor eender welk thema in het gezondheidsbeleid en dus ook voor thema's zoals seksualiteit, relaties en weerbaarheid. Daarom wordt er aan scholen aanbevolen om ouders vooraf te informeren en te betrekken, zodanig dat kinderen ook thuis de nodige ondersteuning kunnen krijgen of zodanig dat wanneer kinderen vragen hebben, de ouders weten van waar de vragen komen en dat ze gepast kunnen reageren. Indien u problemen hebt met de manier waarop de school van uw (klein)kind aan seksualiteit, relaties en weerbaarheid werkt, raad ik u aan dat u zich in eerste instantie tot de school richt. De school kan desgewenst samen met u nagaan hoe uw (klein)kind het best wordt opgevangen Met vriendelijke groeten, Rik Misseeuw Kabinetsmedewerker Kabinet Hilde Crevits, Viceminister-president van de Vlaamse regering Vlaams minister van Onderwijs Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel Tel. 02/552 68 31 Gsm. 0477/23 33 54 twitter@crevits.be
www.hildecrevits.be