Discussiestuk basisomzet 2015

Vergelijkbare documenten
Memo tbv POT 2: Input voor budgetafspraken ZiN

Inkoop Sociaal Domein Maastricht - Heuvelland

Raadsinformatiebulletin

V_2 Tarievenbladen bij DVO 2017 (bijlage 1 bij DVO)

1. Aanleiding. 2. Relatie met bestaand beleid

= = Raadsvergadering d.d. 1 juli 2014 Agendanr. 15. No.ZA /DV , afdeling Samenleving.

Sommige cliënten voldoende hebben aan een bandbreedte van 0-2 uur per week, maar past niet binnen eerste intensiteit en moet nu via waakvlam

Geachte leden van de Raad,

Technische briefing Gemeenteraad Wmo/Jeugdhulp Beleidsplan Jeugdhulp / Inkoopproces

Inhoudsopgave. Financieel kader en Tarieven 2015/2016 Inkoop Wmo en Maatschappelijke Opvang Beschermd Wonen GGZ. Inleiding: overgangsrecht

Onderwerp Reactie aanbieders Antwoord gemeenten

Bijlage B_3 Arrangementtarieven Bijlage 1.1 Jeugd Arrangementtarieven Deze bijlage bestaat uit een aantal onderdelen:

Inkoopkader Wmo 2016: Toelating nieuwe aanbieders

Memo: Uitwerking Solidariteitsvoorstel Jeugdhulp (1 e tranche)

Voorbeeldaanbieder Inkoopboek Sociaal Domein *** CONCEPT

Geachte voorzitter, RIS Aan de leden van de Commissie Samenleving. Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten. Beleid

Startnotitie Ontwikkeltafel 2016

Sociaal domein. Decentralisatie AWBZ-Wmo. Hoofdlijnen nieuwe Wmo KIDL H. Leunessen, gem. Landgraaf 1. Wmo / Jeugzorg / Participatiewet

Bijlage E: Toelichting tariefspecificatie Huishoudelijk Hulp versie Augustus 2018 t.b.v. tarieven per

Transitie Beschermd Wonen. Amsterdam/Rotterdam

Memo tarieven inkoop 2018

Inkoop jeugd. Kenniscarrousel, 9 juni Regio Gooi en Vechtstreek

Oktober Informatiebijeenkomst Inkoop Langdurige Zorg in Rotterdam

Artikelsgewijze toelichting bij Besluit maatschappelijke ondersteuning Putten 2016

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

Contractering jeugdhulp 2016 in Holland Rijnland. Terugblikken en vooruitzien!

Wijzigingen indeling arrangementen Wmo en Beschermd wonen 2017

Inkoop & subsidie 2018

M E M O. Collegebesluit tot wijziging tariefstelling pgb met ingang van :

Memo advies uitgangspunten kostprijs berekeningen. Voor de WMO & Jeugdzorg Regio Midden Holland

Opdracht OT werkgroep Bekostiging:

Toelichting. : Wendy van Neer. Datum : 20 mei Betreft : verantwoorde inkoop zorg en ondersteuning Kenmerk :

Tariefbepaling maatwerkvoorzieningen Wmo

Decentralisatie jeugdzorg

Werksessie verantwoording

Versie V0.2 T.b.v. OT 5 november 2014 Concept in bewerking Bijlage 4 Financieel administratieve randvoorwaarden en systemen

Benchmark uitvraag kostprijsopbouw. Prijsopbouw jeugd

Individuele Begeleiding per Bijeenkomst Leidse regio 20 juni 2017

Opdracht sociaal domein 2016

Reële prijs BW/MO : veelgestelde vragen

Procesbeschrijving transformatie agenda Jeugd Gelderland Versiedatum 8 juni 2015

Onderwerp : Transitiearrangement Jeugdzorg regio Noordoost Brabant.

Bijeenkomst met aanbieders Wmo ambulant Haarlem e.o. Onderzoek naar tarieven 2018 Wmo ambulant

Gouda, 11 september Geachte lezer,

Platformtaak volgens gemeente

Persoonsgebonden budget (pgb) tarieven 2018

NOTULEN / VOLGNR.: (Voorlopige) gunningen JeugdzorgPlus, Jeugd- en Opvoedhulp, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering.

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2019

Opdracht sociaal domein

Verwerving opvang, wonen en herstel terugblik en vooruitblik - 24 april 2017

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling transitiearrangement (RTA) regio Noordoost Brabant.

Special Zorginkoop 2019

Platformtaak volgens gemeente

Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang

Herziening tarieven. Herziening tarieven Wmo en Jeugdhulp Donderdag 4 juli 2019 Madivosa (20 minuten)

INFORMATIEPAKKET. voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Bekostiging specialistische jeugdhulp naar een nieuw model in 2018

Voorstel aan : Gemeenteraad van 30 juni2014. Door tussenkomst van : Raadscommissie van 23 juni Nummer : 37

Stand van zaken inkoop Jeugdhulp en AWBZ/Wmo

Inkoop maatwerkvoorzieningen begeleiding Datum: 28 juli 2015 Auteur: Anoek Huigen (projectleider inkoop Wmo 2015)

2 e marktverkenning behandeling

De NZa berekent de totale contracteerruimte voor 2014 met inachtneming van de volgende punten:

URGENTE VRAGEN VAN ZORGAANBIEDERS N.A.V. UITVRAAG NAAR DE TARIEVEN. Datum toelichting uitvraag Publicatiedatum

Zorginkoopbeleid Wlz 2019

Informatie Inkoop Wmo

Memo. Aan: Raad Van: College (Jan Overweg) Datum: 27 juni 2017 Betreft : Nadere informatie inkoop HH

Raadsvoorstel. Gemeente Appingedam. Raadsagenda d.d.: 19 juni 2014 Voorstel nummer : 7

Zorgkantoor Zorg en Zekerheid

6. Lokale inkoop. 6.1 Inleiding. 6.2 Aspecten die betrekking hebben op de inkoop

Inkoop Jeugd en Wmo augustus 2015

2 e Nota van Inlichtingen Sociaal Domein 5

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

1. Samenvatting. 2. Inleiding. 3. Informatie. Agenda nr.7c

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 2

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Notitie Aanbesteding Huishoudelijke hulp. Inleiding

Bijeenkomst met BW MO aanbieders Haarlem e.o. Onderzoek naar tarieven 2018 Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

COMMISSIESTUK. Informatief

Terugblik Inkoop 2016 Vooruitblik Inkoop BG, BW & O Datum: 21 januari 2016 Auteur: Anoek Huigen (projectleider inkoop)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2015

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector

Besluit Wmo 2017 Beschermd wonen en Opvang

Algemeen Bestuur Jeugdhulp Rijnmond 23 april 2015

Wmo 2015 toegangsmodel, inkoop en exploitatieraming

Gespreksleidraad voor gemeenten Continuïteit in de uitvoering van de jeugdbescherming en reclassering voor 2018 en verder

Alles in het huis van de gemeente?

ONDERSTEUNING ZELFREDZAAMHEID EN VERZORGING (pag 1/3) Individuele voorziening Tarief Eenheid NZA-code Product. Behandeling

Notitie Bekostiging. 1 Inleiding

Deel Inleiding 2. Toelichting macrobudget 3. AWBZ beleidsinformatie voor transitie 4. Overgangsproces

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2018

Inkoopproces jeugdhulp en Wmo Informatiebijeenkomst Hart van Brabant

Jeugdwet (Zuid-Limburg) en Wmo (Maastricht-Heuvelland). Wmo Beschermd Wonen: Maastricht-Heuvelland en Westelijke Mijnstreek.

Aanklikken voor een keuze. Vertrouwelijk Raadscommissie O&W

Bijlage 1 Toelichting inkoop essentiële functies 2017

Bijeenkomst met aanbieders Wmo ambulant Haarlem e.o. Onderzoek naar tarieven 2018 Wmo ambulant

Managementsamenvatting 2e ontwikkeltafel Prijs & Prestatie Kernpunten uit de ontwikkeltafels van 5 en 19 juni 2015

Transcriptie:

Inkoop Sociaal Domein Maastricht - Heuvelland Discussiestuk basisomzet 2015 Om de discussie over de basisomzet 2015 zo effectief mogelijk te maken, wordt vanuit de projectleiding voorliggende voorzet gemaakt. Het doel van deze voorzet is louter procesmatig. Elke vorm van stelling name is getracht te voorkomen. Desalniettemin kunnen gemaakte opmerkingen als subjectief worden ervaren, maar dat is dan niet als zodanig bedoeld. Omzet is een breed begrip. Door het op te knippen in verschillende onderdelen kan de discussie makkelijker geleid worden. Bedoelde onderwerpen zijn ook als zodanig op de agenda van de derde pre-ontwikkeltafel geplaatst (a, b en c). Toegevoegd aan de agenda zijn twee procesmatige onderwerpen (d en e). a. Productindeling 2015 b. Kosten: op basis van KPMG-rapport, Vektis 2013 en uitvraag c. Omzet: op basis van aantal cliënten, zorgplannen en tarieven d. Tussentijdse verantwoording e. Budgettering en nacalculatie Hieronder volgt een verduidelijking van elk onderwerp. Ad. a Productindeling 2015 Alhoewel bij de transformatie van AWBZ naar Wmo2015 gestreefd wordt naar resultaatgericht werken, is het te kortdag om in de dienstverleningsovereenkomsten 2015 al een gehele transformatie naar outcome denken te realiseren. In het kader van geleidelijk overgang zou het beter kunnen zijn om eerst de aandacht te richten op de overige draaiknoppen. In de uitvraag is nog vastgehouden aan de bestaande productgroepen met onderliggende klassen. Wellicht is het al wenselijk om de onderverdeling naar klassen wel los te laten, zodat productgroepen als product zijn te beschouwen (laagste informatieniveau). Dit zou onderstaande productindeling tot gevolg hebben: - Begeleiding individueel - Begeleiding groep - Kortdurend verblijf - Inloop GGZ - Beschermd wonen (j)ggz - Beschermd wonen met dagbehandeling - Persoonlijke verzorging - Vervoer - Opvoedhulp - Pleegzorg - Crisishulp - Jeugdbescherming en jeugdreclassering - Hulp bij het huishouden 1

Voordelen van werken met productstructuur: + herkenbaarheid + geleidelijke transformatie Nadelen van werken met productstructuur: - blijven hangen in oud-denken - onduidelijke gevolgen voor inpassing nieuw aanbod Door de indeling naar onderliggende klassen wel al los te laten wordt al meer vrijheid aan de aanbieder verschaft in de richting van resultaat-denken. Tijdens de vergadering wordt een andere indeling ingebracht en onderbouwd. Ad. b Kosten Het proces van de klant is grofweg op te knippen in drie stappen: Stap 1: Intake door (gemeentelijk) wijkteam (lees: diagnose) Stap 2: Uitvoering zorgplan door aanbieder(s) (lees: behandeling) Stap 3: Nazorg Met elke stap zijn kosten gemoeid. Voor stap 1 is reeds aan de colleges voorgelegd om hiervoor 5% van het historisch budget te reserveren als budget voor uitvoeringskosten. Binnen deze preontwikkeltafel bestaat de mogelijkheid om aanvullend te adviseren. Voor stap 3 is een inventarisatierondje voor te stellen waarin partijen aangeven hoe dit in de nieuwe situatie het best is te borgen. Stap 2 zal de meeste aandacht vereisen. Zie hierna. Bij de uitvoering worden personeel, huisvesting, hulpmiddelen, voeding en/of vervoer ingezet (inputfactoren) ten behoeve van een behandeling/arrangement (throughput). Een arrangement wordt op cliëntniveau bepaald en kan derhalve steeds anders zijn qua inzet van inputfactoren. Tezamen leiden de inputfactoren door middel van een arrangement tot een product / een vorm van dienstverlening (output). Figuur Kosten Direct personeel Benodigde ruimte Hulp middelen Cliënt A Arrangement Product BGI Direct Benodigde Hulp personeel ruimte middelen Cliënt B Arrangement Product BGI Direct personeel Benodigde ruimte Hulp middelen Cliënt C Arrangement Product BGI Ʃ Q gemiddelde kp BGI Ʃ product BGI ip = inkoopprijs = verrekenprijs kp = kostprijs 2

De inputfactoren hebben een prijs, te noemen inkoopprijs. Voor personeel en huisvesting kan de capaciteit worden gebruikt om de productiviteit en de bezettingsgraad af te leiden. De throughput heeft zowel een prijs als volume. Door de afzonderlijke inkoopprijzen te vermenigvuldigen met de hoeveelheid per inputfactor (q), ontstaat de verrekenprijs per product. (personeel: uurloon inclusief sociale premies x aantal uren inzet per cliënt; huisvesting: huurprijs per uur x aantal uren huur per cliënt) De output heeft een prijs, een gemiddelde van alle vergelijkbare arrangementen in dezelfde periode, te noemen kostprijs. Het bovenstaande wordt in Figuur Kosten schematisch weergegeven. Beïnvloedbaarheid: Onbeïnvloedbaar Gemeente Aanbieder Aantal cliënten instroom indicatiestelling onderscheidend vermogen Inkoopprijzen inflatie, CAO normering inkoopbeleid Productiviteit ziekte, opleidingeisen normering personeel management Verrekenprijzen complicaties bij cliënt normering meten en actief aanpassen Kostprijzen uitkomst normering benchmark Uitgangspunten: KPMG heeft onderzoek gedaan naar inkoopprijzen en productiviteit. Uitvraag geeft inzicht in kostprijzen. Kostprijzen zijn een resultante van de opbouw van de arrangementen, dat daarom steeds uit dezelfde componenten moet bestaan om vergelijking tussen aanbieders mogelijk te maken. Gemeenten hebben geen rechtstreekse invloed op kostprijzen en de totstandkoming daarvan, maar kunnen wel normen stellen, met als doel de totale kosten te doen reduceren. Per product worden de componenten benoemd die standaard in de arrangementen meetellen, ongeacht of deze daadwerkelijk worden ingezet. (v.b. Maken maaltijden en vervoer standaard deel uit van dagbesteding?). De verlaging van kosten is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de aanbieders. In een gezonde dialoog krijgen gemeenten wel inzicht in de kosten, zodat - kan worden meegedacht over het verder reduceren van de kosten; - begrip voor tariefvorming over en weer wordt vergroot; - meer dan gemiddelde kostenverlaging kan worden beloond. Met de Rijkskortingen en de budgetten voor uitvoeringskosten en nieuwe aanbieders/nieuw aanbod komt er sowieso een taakstelling op de bedrijfsvoering te liggen. Daarom wordt ten aanzien van de bedrijfsvoering in 2015 geen aanvullende taakstelling opgelegd, maar volstaan met het verkrijgen van het juiste inzicht in kosten. In 2016 kan de kostenontwikkeling wel worden ingezet in relatie tot de tariefvorming. De gemiddelde daling van de kostprijzen per product kunnen richtinggevend zijn voor de tariefdalingen per product. Aanbieders dragen mogelijkheden aan waarmee kostprijzen zijn te beïnvloeden en afspraken zijn vast te leggen in de DVO s. 3

Ad. c Omzet De colleges van de regiogemeenten Maastricht en Heuvelland nemen begin juli een besluit over ondermeer kortingen op de basisomzet 2015. Naast de Rijkskortingen wordt 8% (voor jeugd 10%) van het historisch budget 2013 ingezet voor de uitvoeringskosten en risicodekking. Tevens wordt besloten dat een nader in te vullen percentage van het historisch budget 2013 wordt ingezet voor nieuwe aanbieders en voor nieuw aanbod. Voor Jeugd heeft e.e.a. al tot afspraken geleid en komt de totale korting in 2015 neer op 20%. Omzet moet in bovengenoemde situatie worden gelezen als budget. Terugredenerend vanuit de aanbieders is omzet het resultaat van het aantal cliënten vermenigvuldigd met de geleverde arrangementen. De arrangementen bestaan uit een volume- en een tariefcomponent. Schematisch ziet dit er als volgt uit: N x ƩT[arrangementen] = O Totaal cliënten/ jaar x gewogen gemiddelde tarief = omzet Bij Jeugd staat hier: 100%N x ƩT[arrangementen] = 80%O Bij N=100% en O=80% wordt de taakstelling op de arrangementen 20%. Dit moet worden gerealiseerd binnen de arrangementen, bijvoorbeeld door middel van intensiteit en verlaging van inkoopprijzen, maar ook door terugdringen van overheadkosten. In de gemeentelijke budgetverdeling wordt rekening gehouden met een percentage A voor nieuw aanbod en nieuwe aanbieders. Dit percentage kan worden afgetrokken van N, zodat de omzet berekening voor Jeugd (A=7%) als volgt wordt: (100%-7%)N x ƩT[arrangementen] = 80%O Voor 80% van het historisch budget dient 93% van het historisch aantal cliënten bekostigd te worden. 1. Beredeneer een realistisch percentage A. 2. Bij een realisatie van N > (100%-A%) wordt het budget naar rato verhoogd, ceteris paribus. 3. Bij een realisatie van N < (100%-A%) wordt het budget naar rato verlaagd, c.p. 4. Voor cliënten die overkomen vanuit 2014 geldt bovenstaande korting eveneens, zodat de prikkel om efficiënter te werken even zwaar drukt op alle arrangementen. Het is een optie om het volume-aspect bij deze groep buiten beschouwing te laten en dat tevens te doen voor de uit name van percentage A. Dat zou leiden tot het volgende beeld: 100%N x ƩT[arrangementen 14/ 15] = 87%O Voor 87% van het budget lopende trajecten dient 100% van het aantal uit 2014 overkomende cliënten bekostigd te worden. 5. Bovenstaande beredenering geldt voor bestaande aanbieders van zorg in natura. Aanbieders die overstappen naar het ZiN regime krijgen een nulurencontract. Alle aanbieders krijgen een nulurencontract voor nieuwe cliënten. Alleen voor cliënten die overkomen uit het jaar 2014 worden budgetten toegekend. Ad. d Tussentijdse verantwoording Reeds meermalen is gecommuniceerd dat het te kortdag is om in het transformatieproces teveel te verwachten van het jaar 2015. Dat neemt niet weg dat de transformatie wel al vorm moet krijgen in 2015. Sterker nog, zelfs nu al, in de aanloop naar 2015 zijn belangrijke stappen te zetten, getuige het inkooptraject dat tevens wordt gebruikt om ontwikkeltafels in te richten. 4

Met de wetenschap van nu worden afspraken gemaakt en algemene voorwaarden voor die afspraken opgesteld. Door in 2015 te meten ontstaat steeds beter zicht op hoe de verdere transformatie in 2016 en verder zal kunnen verlopen. De vraag luidt: wat gaan wij meten en met welk doel? Zonder een gigantisch en bewerkelijk systeem op te tuigen. 1. Tussentijdse metingen zijn noodzakelijk om inzicht te krijgen in het verloop van aantallen cliënten, aantallen arrangementen, kostprijzen, productiviteit, etc. 2. Aanbieders bieden volledige medewerking aan het verkrijgen van genoemde aantallen, productiviteit en kostprijzen. 3. In een daarvoor ingerichte ontwikkeltafel worden ervaringen over en weer gedeeld en gebruikt om de onderlinge financiële afhankelijkheid zo realistisch mogelijk te maken. 4. Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat aanbieders zich inzetten voor een structurele daling van de kostprijzen. 5. In beginsel wordt de gemiddelde kostprijsdaling in 2015 gebruikt om een tariefdaling in 2016 mogelijk te maken, zodat tegemoet kan worden gekomen aan de oplopende budgetkortingen. De ontwikkeltafel brengt een andere manier van tussentijdse verantwoording in. Ad. e Budgettering en nacalculatie Zorgcontinuïteit en bedrijfszekerheid zijn twee belangrijke redenen om de geldstroom los te koppelen van het werkelijke tempo waarin dienstverlening tot de te declareren bedragen leidt. Door middel van bevoorschotting ontstaat een zekere inkomstenbron, waarmee bedrijfsmatige beslissingen niet te zeer afhankelijk zijn van een fluctuerende kasstroom. Bij uurtje-factuurtje bestaat weinig zekerheid aan de voorkant. Naarmate de declaratiestroom meer een continu en gelijkmatig karakter krijgt, zal dat nadeel minder voelbaar zijn. Bij lumpsum krijgt de financier te weinig inzicht in de totstandkoming van resultaat en de daarvoor ingezette middelen. In een beginfase van samenwerking is dat niet logisch. 1. Voor nulurencontracten geschiedt verrekening op declaratiebasis. 2. Voor dienstverleningsovereenkomsten met budgetafspraken is een systeem met maandelijkse bevoorschotting en een eindafrekening op jaarbasis het meest voor de hand liggend. 3. Op basis van nacalculatie wordt het werkelijke budget achteraf vastgesteld en verrekend middels de voorschotten in het nieuwe jaar. Een ander systeem, niet eerder genoemd. 5