BESTEMMINGSPLAN GRAVENKASTEEL 34, GASTEL GEMEENTE CRANENDONCK

Vergelijkbare documenten
Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 9

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

GEMEENTE SON EN BREUGEL

ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7

1. Streekplan Brabant in balans

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Ruimtelijke onderbouwing

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

HOOFDSTUK 1 Inleiding

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk

MEMORIE VAN TOELICHTING AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

Toelichting. 1 e WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord (Vagevuur 11c Lepelstraat)

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Besluit vaststellen wijzigingsplan ex artikel 3.6, lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

percelen cultuurgrond

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bestemmingsplan buitengebied

Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel

Het plangebied omvat het centrumgebied van Hendrik-Ido-Ambacht. Het centrumgebied bestaat uit de buurten: 1. Dorp; 2. Oostendam en 3. Kruiswiel.

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Buitengebied 2009, partiële herziening De Wildert 4

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED SOMEREN, TWEEDE PARTIËLE HERZIENING BEDRIJFSWONINGEN VLASAKKERS TOELICHTING

VERZONDEN 2 6 MEI 20U. llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Commissie van advies voor de bezwaarschriften

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Ruimtelijke onderbouwing Nieuwkuikseweg 2, Helvoirt. Gemeente Haaren

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

1 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Meilust-Woongebied

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Wijziging Verordening ruimte, actualisatie - I ONTWERP

Raadsvoorstel en besluitnota

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Week 11 Bekendmakingen en omgevingsvergunningen. Rectificatie: Vastgesteld bestemmingsplan Ruiter 10

T E K O O P. Losplaats ong. te Maarheeze

gemeente Bunnik Discussienota De gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Datum: 14 september 2017

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo).

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag)

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363.

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 1

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

gemeente eijsdervmargraten

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED 2009, HERZIENING MISPELEIND 8 EN NETERSELSEDIJK 19A-21 GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN

de raad van de gemeente Someren Bij besluit van 29 februari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "[camping]" vastgesteld.

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Oplegnotitie tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied

GEMEENTE CRANENDONCK. Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong, Budel

Week 15 Bekendmakingen en omgevingsvergunningen

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Verantwoording op grond van de Verordening Ruimte 2012, provincie Noord-Brabant

Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

Transcriptie:

Crijns Rentmeesters BV BESTEMMINGSPLAN GRAVENKASTEEL 34, GASTEL GEMEENTE CRANENDONCK TOELICHTING Witvrouwenbergweg 12 5711 CN Someren T: 0493 47 17 77 F: 0493 47 28 88 E: info@crijns-rentmeesters.nl I: www.crijns-rentmeesters.nl Crijns Rentmeesters bv ing M.J.M. Crijns & E. Cadée 5 maart 2013

Crijns Rentmeesters bv 2

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Doel van het bestemmingsplan 6 1.4 Geldend bestemmingsplan 6 1.5 Proces 7 2. BESTAANDE SITUATIE 9 2.1 Ruimtelijke structuur 9 2.1.1 Geomorfologie 9 2.1.2 Landschappelijke structuur 9 2.1.3 Bebouwingsstructuur 10 2.1.4 Infrastructuur 11 2.1.5 Historische context omgeving 12 2.2 Functionele structuur 13 3. BELEIDSKADER 15 3.1 Relevant rijksbeleid 15 3.1.1 Nota Ruimte 15 3.2 Provinciaal beleid 15 3.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 15 3.2.2 Verordening Ruimte 16 3.3 Gemeentelijk beleid 25 3.3.1 Vigerende bestemmingsplannen 25 3.3.2 Visie Cranendonck 2009-2024 26 3.3.3 StructuurvisiePlus 1999 gemeente Cranendonck/ Ruimtelijke ontwikkelingsvisie gemeente Cranendonck 27 4. MILIEUHYGIËNE EN PLANOLOGIE 31 4.1 Water 31 4.1.1 Inleiding 31 4.1.2 Relevant beleid 31 4.1.3 Bodemsamenstelling en geohydrologische situatie 34 4.1.4 Hydrologisch neutraal bouwen 35 4.1.5 Kwaliteit van te lozen en infiltreren hemelwater 35 4.2 Natuur 36 4.2.1 Flora- en faunawet 36 4.2.2 Natura 2000 36 4.3 Cultuurhistorie en archeologie 37 4.3.1 Cultuurhistorie 37 4.3.2 Archeologie 37 4.4 Bedrijfshinder 38 4.4.1 Agrarische bedrijven 38 Crijns Rentmeesters bv 3

4.4.2 Bedrijven en milieuzonering 39 4.5 Geluidsaspecten 40 4.6 Wet luchtkwaliteit 40 4.7 Bodemgesteldheid 41 4.8 Externe veiligheid 41 4.8.1 Bedrijven 41 4.8.2 Transport 41 4.8.3 Hoogspanningslijnen 42 5. PLANBESCHRIJVING 43 5.1 Uitgangspunten 43 5.2 Nieuwe ontwikkelingen 43 6. JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING 45 6.1 Inleiding 45 6.2 Algemene toelichting verbeelding 45 6.3 Algemene toelichting voorschriften 45 6.4 Toelichting bestemmingen 46 6.4.1 Bedrijf 46 6.4.2 Groen 46 6.4.3 Tuin 46 6.4.4 Wonen 46 6.4.5 Waarde - Archeologie 46 7. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID 47 8. OVERLEG EN INSPRAAK 49 8.1 Inspraakprocedure 49 8.2 Overleg ex artikel 3.1.1. Bro 49 8.3 Zienswijzen 49 BIJLAGE I: LANDSCHAPSINPASSINGSPLAN BIJLAGE II: NOTA VOOROVERLEG BIJLAGE III: NOTA ZIENSWIJZEN BIJLAGE IV: VASTSTELLINGSBESLUIT Crijns Rentmeesters bv 4

1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Door Rob Ras Tuinrealisatie, vertegenwoordigd door de heer Rob Ras, is aan Crijns Rentmeesters bv opdracht verleend voor het opstellen van het bestemmingsplan Gravenkasteel 34, Gastel. De heer Rob Ras exploiteert thans aan de Gravenkasteel 34 te Gastel een hoveniersbedrijf/ tuincentrum Rob Ras Tuinrealisatie. Tot voor kort was op de locatie een ijzer- en metaalhandelsbedrijf gevestigd met een bedrijfswoning (Gravenkasteel 34). Op de locatie is thans een bedrijfsbestemming met een bedrijfswoning vigerend. Om de beoogde ontwikkeling daadwerkelijk mogelijk te maken, dient een bestemmingsplanprocedure doorlopen te worden. 1.2 Plangebied Het plangebied is gelegen aan de Gravenkasteel op de hoek Gravenkasteel /Vennenweg te Gastel. In figuur 1 is een topografisch overzicht van het plangebied weergegeven. Figuur 1: Ligging plangebied in omgeving Het plangebied betreft de percelen: Kadastrale gegevens Grootte Gemeente Sectie Nummer Hectare Are Centiare Maarheeze G 755-50 50 Maarheeze G 756 ged. - 22 00 In figuur 2 is een kadastraal overzicht van het plangebied weergegeven. Crijns Rentmeesters bv 5

Figuur 2: Kadastraal overzicht plangebied 1.3 Doel van het bestemmingsplan Dit bestemmingsplan heeft de herontwikkeling van de locatie Gravenkasteel 34 te Gastel en het opstellen van een eenduidige en uniforme juridische regeling voor het toegestane gebruik en de toegestane bebouwing binnen het plangebied tot doel. Het bestemmingsplan Gravenkasteel 34 bestaat uit regels, een verbeelding en een toelichting. Onderhavige toelichting dient als motivering bij de te volgen procedure. 1.4 Geldend bestemmingsplan De locatie aan de Gravenkasteel 34 is gelegen in de bestemmingsplannen Kom Gastel en Buitengebied van de gemeente Cranendonck. Het gedeelte van het plangebied gelegen in het bestemmingsplan Kom Gastel heeft de bestemming Bedrijfsdoeleinden. Het bestemmingsplan Kom Gastel is door de gemeenteraad van Cranendonck vastgesteld op 1 juli 2008 en onherroepelijk geworden op 9 december 2009. Het gedeelte van het plangebied gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied heeft de bestemming Agrarisch. Op dit deel van het plangebied ligt tevens de dubbelbestemming Archeologische waarde. Dit plan is vastgesteld op 8 december 2009. Crijns Rentmeesters bv 6

1.5 Proces Op 16 maart 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten de bestemming Bedrijfsdoeleinden om te zetten naar Bedrijfsdoeleinden, Wonen en Groen. Op 21 september 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten in te stemmen met een verzoek voor het opstarten van een partiële herziening van het bestemmingsplan. Om de herontwikkeling mogelijk te maken, wordt een bestemmingsplanprocedure doorlopen. In onderstaande tabel is een overzicht van de te doorlopen procedure schematisch weergegeven. Fase Ontwerp Stappen De gemeente kondigt met een publicatie in lokaal huis aan huisblad en de Staatscourant aan dat het ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage ligt op het gemeentehuis en digitaal raadpleegbaar is via www.cranendonck.nl en www.ruimtelijkeplannen.nl. Iedereen kan schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren brengen. De Gemeenteraad beslist op de aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen binnen twaalf weken na afloop van de terinzageligging van het ontwerpbesluit. Vaststelling De bekendmaking van het besluit dient te geschieden: - binnen 2 weken na vaststelling; - binnen 6 weken na vaststelling, indien door gedeputeerde staten of de inspecteur een zienswijze is ingediend en deze niet is overgenomen of indien bij de vaststelling wijzigingen in het plan zijn aangebracht, anders dan op grond van een zienswijze van gedeputeerde staten of de inspecteur; - binnen 7 weken na de vaststelling, indien gedeputeerde staten of de minister een reactieve aanwijzing hebben gegeven. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn kan door belanghebbenden beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit kan echter uitsluitend door degene die ook een zienswijze tegen het ontwerp heeft ingediend of, tegen onderdelen van het plan die de gemeenteraad gewijzigd heeft vastgesteld, door een ieder. Bij spoedeisend belang kan er samen met het beroep een voorlopige voorziening worden aangevraagd. Na afloop van de beroepstermijn treedt het bestemmingsplan in werking, tenzij er beroep is ingesteld en er een zogenaamd verzoek om voorlopige voorziening is toegewezen. Dit houdt in dat het bestemmingsplan nog niet in werking treedt in afwachting van een uitspraak van de Raad van State. Er is geen sprake van inwerkingtreding voor zover het een onderdeel betreft waarop een reactieve aanwijzing van toepassing is. Crijns Rentmeesters bv 7

Zodra een bestemmingsplan in werking is getreden kan de gemeente op basis van het bestemmingsplan omgevingsvergunningen verlenen. Crijns Rentmeesters bv 8

2. BESTAANDE SITUATIE 2.1 Ruimtelijke structuur 2.1.1 Geomorfologie Geomorfologie is de wetenschap die de vormen van het aardoppervlak en de processen die daarbij een rol spelen of hebben gespeeld, bestudeert. Geomorfologische verschijnselen geven inzicht in de ontstaanswijze en gebruiks(on)mogelijkheden van het landschap. Ter plaatse van het plangebied is sprake van een dekzandrug (oud bouwlanddek). De bodem bestaat uit leemarm en zwak lemig fijn zand. Dergelijke bodems duiden op een gebruik als historisch akkerland. Deze akkers waren vaak gelegen aan de randen van dorpen. Figuur 3: Geomorfologie plangebied De cultuurhistorische ontwikkeling van een gebied hangt nauw samen met de opbouw van de ondergrond en de hiervan afgeleide waterhuishouding. De eerste nederzettingen in Noord-Brabant zijn bijvoorbeeld ontstaan op de overgang van de beekdalen naar de hogere dekzandgronden. Op de dekzandgronden in de nabijheid van de dorpen werden de gronden door de eeuwen heen bemest met heideplagsel vermengd met schapenmest. De akkers werden hierdoor opgehoogd en kwamen vaak bol te liggen. Het plangebied is gelegen op een dergelijk akker. 2.1.2 Landschappelijke structuur Binnen de gemeente Cranendonck kunnen verschillende landschapseenheden onderscheiden worden; bos- en natuurgebieden, beekdalen, oude bouwlanden en jonge zand ontginningen. Crijns Rentmeesters bv 9

Het plangebied is gelegen in de landschapseenheid oude bouwlanden. Oude bouwlanden zijn terug te vinden rond de kernen en op de overgangen tussen de beekdalen en hogere gronden. De structuur van deze gronden is te herkennen aan vrij onregelmatige blokvormige verkaveling en een bochtige wegenstructuur. De oude bouwlanden zijn door de eeuwenoude ophoging met plaggen vaak hoger gelegen en hebben soms een bolle ligging. Landschappelijk vallen de akkers op vanwege de openheid. 2.1.3 Bebouwingsstructuur In de gemeente Cranendonck zijn zes dorpskernen gelegen, te weten de kernen Budel, Maarheeze, Gastel, Soerendonk, Budel-Schoot en Budel-Dorplein. Het plangebied is gelegen aan de rand van de kern Gastel op de overgang naar het buitengebied. Het plangebied is deels gelegen in stedelijk gebied en voor een deel in het buitengebied. Gravenkasteel is een historisch verbindend lint tussen de kernen Soerendonk en Gastel. Het lint wordt gekenmerkt door de oorspronkelijke agrarische bebouwing met langgevelboerderijen uit overwegend één bouwlaag met een kap en achterliggende erven met schuren. De erven met stallen en schuren steken vaak diep het achtergelegen buitengebied in. Op de erven liggen relatief forse bouwmassa s die onregelmatig ten opzichte van elkaar geplaatst zijn. Tussen de boerderijen heeft plaatselijk in de loop van de vorige eeuw verdichting van de linten plaats gevonden met burgerwoningbouw. Gravenkasteel kent hierdoor een hoge bebouwingsdichtheid. De bebouwing in de directe omgeving van het plangebied bestaat overwegend uit boerderijen en schuren. De Vennenweg is te kenmerken als een historisch zijlint. De zijlinten zijn vaak bebouwd ter hoogte van de aansluiting met het hoofdlint. De bebouwing wordt minder richting het open buitengebied. De planlocatie ligt in een oksel van het hoofdlint en het zijlint. In figuur 4 is de bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied weergegeven. Figuur 4: Bebouwingsstructuur omgeving plangebied Crijns Rentmeesters bv 10

Bestemmingsplan Gravenkasteel 34, Gastel - toelichting Aan de Gravenkasteel 34 is thans een bedrijfswoning aanwezig. De bedrijfswoning is gevestigd in een gesplitste langgevelboerderij. Op nummer 32 is onder dezelfde kap een burgerwoning bestemd. Op het achtergelegen perceel Gravenkasteel 34 is Rob Ras Tuinrealisatie gevestigd. Figuur 5: Bebouwing aan Gravenkasteel Figuur 6: Woning aan Gravenkasteel 34 2.1.4 Infrastructuur De gemeente Cranendonck wordt doorsneden door de Rijksweg A2. Deze stroomweg verbindt Weert met Eindhoven. De Randweg-oost, De Kleine Bruggen en de Molenheide sluiten aan op de Rijksweg en vormen de verbinding naar de kernen. De Gravenkasteel, waaraan de planlocatie is gelegen, en het verlengde hiervan, De Branten, is de doorgaande weg van de kern Gastel naar Soerendonk. De Vennenweg betreft een erftoegangsweg als zijweg van Gravenkasteel. De Gravenkasteel betreft een tweebaansweg met een 30 km/uur-regime. De Vennenweg is een verharde weg met een beperkt (1,5 baans) verhard profiel met een 30 km/uur-regime. Crijns Rentmeesters bv 11

Figuur 7: Wegprofiel Vennenweg 2.1.5 Historische context omgeving Op historische kaarten is te zien dat op het plangebied in het verleden reeds bebouwing aanwezig was. De langgevelboerderij Gravenkasteel 34 en 32 was in 1910 reeds aanwezig. De kern Gastel was indertijd nog geconcentreerd rondom de Kapel. Aan de Soerendonksche straat (thans Gravenkasteel geheten) was nauwelijks bebouwing aanwezig. De in de omgeving aanwezige boerderijen maakten onderdeel uit van kleinschalige kampontginningen. De oude ontginningsstructuur is thans nog goed herkenbaar. In de loop van de vorige eeuw is het lint tussen de kern Gastel en de planlocatie opgevuld met woningen. Gravenkasteel is thans dan ook een lintbebouwing. In het lint zijn woon- en bedrijfsfuncties gemengd. Figuur 8: Historische kaart 1910-1920 Crijns Rentmeesters bv 12

2.2 Functionele structuur Het plangebied aan de Gravenkasteel ligt deels in de kom van Gastel en deels in een extensiveringsgebied. De bebouwing aan de Gravenkasteel kent overwegend woonfuncties. Aan de Gravenkasteel liggen enkele bedrijven aan huis en ambachtelijke bedrijvigheid. De planlocatie ligt op de overgang van de dorpse aaneengesloten bebouwing naar het buitengebied. Een agrarisch verwante functie is passend binnen deze kernrand. Crijns Rentmeesters bv 13

Crijns Rentmeesters bv 14

3. BELEIDSKADER 3.1 Relevant rijksbeleid 3.1.1 Nota Ruimte In de Nota Ruimte worden de bakens in het beleid verzet in de vorm van nieuwe voorstellen met minder regels en meer ruimte voor ontwikkeling. Het Rijk wil hierbij meer overlaten aan provincies en gemeenten. Enkele belangrijke koerswijzigingen in de Nota Ruimte zijn: - De gemeenten in de landelijke gebieden hebben net als alle andere gemeenten een eigen verantwoordelijkheid om de eigen bevolkingsgroei op te vangen en aan de woonwensen van hun bevolking tegemoet te komen. - Vele landelijke gebieden in Nederland hebben zich ontwikkeld van gebieden met een overwegend agrarische functie naar gebieden met een meer multifunctioneel karakter. Het kabinet wil selectief en onder condities meer ruimte voor deze ontwikkeling bieden: het platteland moet niet op slot. Herontwikkeling van de planlocatie aan de Gravenkasteel 34 te Gastel is passend binnen het rijksbeleid zoals weergegeven in de Nota Ruimte, waarin het kabinet aangeeft dat meer ruimte geboden dient te worden aan de ontwikkeling van landelijke gebieden naar een multifunctioneel karakter. 3.2 Provinciaal beleid 3.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Op 1 oktober 2010 heeft Provinciale Staten van Noord-Brabant de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) vastgesteld. De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening geeft de hoofdlijnen van het provinciale ruimtelijke beleid tot 2025 weer, met een doorkijk tot het jaar 2040. Samen met de Verordening ruimte vervangt de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening de interimstructuurvisie, de paraplunota, de uitwerkingsplannen van het streekplan en het beleidsdeel van de reconstructieplannen. Ook is de visie op het landschap verwerkt in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. De kwaliteiten binnen de provincie Noord-Brabant zijn sturend bij de te maken ruimtelijke keuzes. Deze ruimtelijke keuzes zijn van provinciaal belang en zijn geformuleerd als: - het versterken van regionale contrasten tussen klei, zand en veenontginningen; - ontwikkeling van een vitaal en divers platteland; - het creëren en behouden van een robuust water en natuursysteem; - het realiseren van een betere waterveiligheid door preventie; - de koppeling van waterberging en droogtebestrijding; - het geven van ruimte voor duurzame energie; - de concentratie van verstedelijking; - het ontwikkelen van een sterk stedelijk netwerk: Brabantstad; - het creëren van groene geledingszones tussen steden; Crijns Rentmeesters bv 15

- het ontwikkelen van goed bereikbare recreatieve voorzieningen; - het ontwikkelingen van economische kennisclusters; - internationale bereikbaarheid; - de beleefbaarheid van stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur. Bestemmingsplan Gravenkasteel 34, Gastel - toelichting De provincie heeft geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkeld, maar geeft die onder andere vorm in de 'Gebiedspaspoorten, Uitwerking Structuurvisie ruimtelijke ordening. In de 'Gebiedspaspoorten, Uitwerking Structuurvisie ruimtelijke ordening beschrijft de provincie twaalf Brabantse landschapstypen. Voor elk landschapstype geeft zij de kenmerkende landschapskwaliteiten en haar ambitie om deze kwaliteiten te versterken bij nieuwe ontwikkelingen. Het plangebied aan Gravenkasteel 34 te Gastel is gelegen in het landschapstype Kempen. Het ontginningslandschap van de Kempen wordt gekenmerkt door de contrasten tussen beekdalen, oude en jonge ontginningen, beboste dekzandruggen en restanten van woeste gronden met heidevelden, vennen en zandverstuivingen. Het landschap ter plaatse van het plangebied betreft een oude zandontginning. Kenmerkend voor oude zandontginningen zijn akkercomplexen met aan- en omliggende buurtschappen en bijbehorende groenstructuren. De oude ontginningen in de Kempen zijn kleinschalig, hebben een onregelmatige verkaveling en een besloten karakter (coulissen). Binnen het landschapstype Kempen wil de provincie ontwikkelingsmogelijkheden bieden binnen kernranden en agrarische bebouwingslinten welke gekoppeld zijn aan het behouden en verder ontwikkelen van het kleinschalige oude zandontginningslandschap. Onderhavig bestemmingsplan maakt de vestiging van Rob Ras Tuinrealisatie op een bestaande bedrijfslocatie, grenzend aan stedelijk gebied, mogelijk. Als gevolg van de herontwikkeling zal geen nieuwe bebouwing worden toegevoegd. Op de locatie was tot voor kort een ijzer- en metaalhandelsbedrijf gevestigd. Binnen het plangebied zal groen worden toegevoegd in de vorm van onder andere een poel en hagen. Dit groen is deels al in ontwikkeling. Deze herontwikkeling draagt bij aan het verder ontwikkelen van het kleinschalige oude zandontginningslandschap van het Kempenlandschap. Door het toepassen van een haag op de perceelsgrenzen zal het besloten karakter van het gebied worden versterkt. De herontwikkeling sluit aan op het coulissenlandschap van de Kempen. De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening wordt nader uitgewerkt in de Verordening ruimte. De Verordening ruimte is één van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie Noord-Brabant om bovenstaande doelen te realiseren. 3.2.2 Verordening Ruimte Provinciale Staten hebben de Verordening ruimte Noord-Brabant 2012, hierna de Verordening ruimte genoemd vastgesteld op 11 mei 2012. Deze Verordening is op 1 juni 2012 in werking getreden. De Verordening ruimte is een planologische verordening waarin eisen gesteld worden aan de door de gemeente op stellen bestemmingsplannen en beheersverordeningen en vormt een direct toetsingskader voor bouwaanvragen. De Verordening ruimte bevat de volgende onderwerpen; - stedelijke ontwikkeling; - planning van woningbouw en bedrijven door middel van regionale planningsoverleggen; - ecologische hoofdstructuur en groenblauwe structuur; - waterberging; - integrale zonering intensieve veehouderij (met specifieke regels voor geiten- en schapenhouders); - concentratiebeleid glastuinbouw; Crijns Rentmeesters bv 16

- Ruimte voor Ruimte regeling. Navolgende figuren geven een overzicht van de aanduiding van het plangebied in de Verordening ruimte. Figuur 9: Aanduiding plangebied in Verordening ruimte Stedelijke ontwikkeling Figuur 10: Aanduiding plangebied in Verordening ruimte Ontwikkeling intensieve veehouderij Figuur 11: Aanduiding plangebied in Verordening ruimte Overige agrarische ontwikkeling en windturbines Crijns Rentmeesters bv 17

Figuur 12: Aanduiding plangebied in Verordening ruimte Water Figuur 13: Aanduiding plangebied in Verordening ruimte Natuur en Landschap Het plangebied is in de Verordening ruimte in het kader van de reconstructie van het landelijk gebied aangeduid als gelegen in een extensiveringsgebied. De reconstructie omvat de gecoördineerde en geïntegreerde voorbereiding, vaststelling en uitvoering van maatregelen en voorzieningen ten behoeve van de verbetering van de ruimtelijke structuur van de landbouw, natuur en landschap en milieu en waterkwaliteit. De reconstructie van het landelijke gebied wordt vormgegeven in de Reconstructiewet concentratiegebieden. Voor de uitvoer van de wet zijn verschillende gebieden aangewezen, de zogenaamde reconstructiegebieden. Het plangebied maakt deel uit van het reconstructiegebied Boven-Dommel. Voor wat betreft de landbouw kent de reconstructie voor het buitengebied een zonering in landbouwontwikkelings-, verwevings- en extensiveringsgebieden. Een extensiveringsgebied is gedefinieerd als: ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk zal worden gemaakt. Het oprichten van een hoveniersbedrijf/tuincentrum is passend binnen de regels voor extensiveringsgebieden in de Verordening ruimte. Crijns Rentmeesters bv 18

Het plangebied is in de Verordening ruimte aangeduid als gelegen in agrarisch gebied. Wat betreft de ligging van het plangebied in agrarisch gebied is in de Verordening ruimte opgenomen dat gemeenten de mogelijkheid hebben binnen het agrarisch gebied op grond van lokale ruimtelijke afwegingen een eigen beleid te voeren. Wel zijn er in de Verordening ruimte regels opgenomen ten aanzien van permanente teeltondersteunende voorzieningen en teeltondersteunende kassen. Permanente teeltondersteunende voorzieningen en teeltondersteunende kassen mogen alleen binnen het bouwvlak worden opgericht. Teeltondersteunende kassen zijn tot een oppervlakte van 5.000 m² toegestaan. Het plangebied kent geen aanduidingen in het kader van stedelijke ontwikkeling, water en natuur en landschap. Het plangebied is gelegen grenzend aan stedelijk gebied. Deze ligging van het plangebied aan de rand van de kern, gelegen tegen het buitengebied, biedt de juiste uitgangspunten voor de vestiging van een hoveniersbedrijf in combinatie met opslag en detailhandel. In hoofdstuk 2 van de Verordening ruimte zijn regels opgenomen ten aanzien van de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. Naast bescherming van de ruimtelijke kwaliteit wil de provincie Noord-Brabant ontwikkelingsruimte bieden in het buitengebied mits een ontwikkeling bijdraagt aan een versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast dient bij nieuwe ontwikkelingen het principe van zorgvuldig ruimtegebruik te worden toegepast. Navolgend zijn de regels uit de Verordening ruimte overgenomen en wordt de beoogde herontwikkeling getoetst aan voornoemde regels. Artikel 2.1. Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied draagt bij aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het daarbij betrokken gebied en de naaste omgeving, in het bijzonder aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. De toelichting bij dat plan bevat daaromtrent een verantwoording. In onderhavige toelichting is verwoord op welke wijze wordt bijgedragen aan het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied en de naaste omgeving. Tevens is verwoord op welke wijze wordt voldaan aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. 2. Het principe van zorgvuldig ruimtegebruik, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat: a. ingeval van vestiging van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling is verzekerd dat gebruik wordt gemaakt van bestaande bebouwing, tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders is bepaald; Uitgangspunt van voorliggend bestemmingsplan is het mogelijk maken van de bedrijfsuitvoering van het hoveniersbedrijf Rob Ras Tuinrealisatie in combinatie met opslag en detailhandel op de locatie Gravenkasteel 34. De locatie is thans bestemd als bedrijfsdoeleinden met daarop een bouwvlak met een oppervlakte van circa 1.630 m² welke een toegestaan bebouwingspercentage van 60% kent. Dit komt neer op circa 975 m². Tot voor kort was op de locatie een ijzer- en metaalhandels-bedrijf gevestigd. De bestaande gebouwen zullen worden benut voor kantoor en opslag. Het bestemmingsplan voldoet derhalve aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. b. uitbreiding van het op grond van het per 1 maart 2011 geldende bestemmingsplan toegestane ruimtebeslag slechts is toegestaan mits de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde ruimtelijke ontwikkeling binnen dat toegestane ruimtebeslag te doen plaatsvinden. Crijns Rentmeesters bv 19

Ten behoeve van het mogelijk maken van de bedrijfsvoering van het hoveniersbedrijf Rob Ras Tuinrealisatie is het bestemmingsvlak bedrijf vergroot. De vergroting van het bestemmingsvlak bedrijf is noodzakelijk voor de teelt van bomen en tuinplanten. Binnen het bestemmingsvlak bedrijf is een bebouwde oppervlakte van 850 m² toegestaan. Dit betekent een afname van de toegestane bebouwde oppervlakte met 125 m² ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. 3. Ten behoeve van het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit bevat de toelichting bij een bestemmingsplan, als bedoeld in het eerste lid, een verantwoording waaruit blijkt dat: a. in het bestemmingsplan rekening is gehouden met de gevolgen van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling voor de in het plan begrepen gronden en de naaste omgeving, in het bijzonder wat betreft de bodemkwaliteit, de waterhuishouding, de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten, de cultuurhistorische waarden, de ecologische waarden, de aardkundige waarden en de landschappelijke waarden alsmede de op grond van deze verordening toegelaten ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden; Uit onderhavige toelichting blijkt dat de beoogde herontwikkeling geen nadelige gevolgen heeft voor de in het plan begrepen gronden en de naaste omgeving. b. de omvang van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling, in het bijzonder wat betreft de omvang van de beoogde bebouwing, past in de omgeving; De omvang van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling is passend binnen de omgeving. De toegestane bebouwing op de locatie neemt af met 125 m². In de nieuwe situatie zal gebruik worden gemaakt van de bestaande bebouwing binnen het plangebied. Er wordt geen nieuwe bebouwing toegevoegd. c. een op de beoogde ruimtelijke ontwikkeling afgestemde afwikkeling van het personen- en goederenvervoer, waaronder een goede aansluiting op de aanwezige infrastructuur van weg, water of spoor, waaronder openbaar vervoer, is verzekerd, een en ander onder onverminderd hetgeen in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening, hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en elders in deze verordening is bepaald. Het hoveniersbedrijf Rob Ras Tuinrealisatie zal worden gevestigd op een locatie waar tot voor kort een ijzer- en metaalhandels-bedrijf gevestigd was. Het perceel is derhalve reeds goed ontsloten op de weg Gravenkasteel. De herontwikkeling van het plangebied zal leiden tot een parkeervraag. Deze parkeervraag zal binnen het plangebied worden opgevangen. 4. Het eerste tot en met derde lid is niet van toepassing op een uitwerking van een bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de wet. Niet van toepassing Artikel 2.2. Kwaliteitsverbetering van het landschap Sinds 1 juli 2005 kent het provinciaal ruimtelijk beleid de rood-met-groen-koppeling. Dit houdt in dat wanneer uitbreiding van het stedelijk ruimtebeslag ten koste van het buitengebied onontkoombaar is, die uitbreiding gepaard gaat met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit elders in het buitengebied. In de Structuurvisie ruimtelijke ordening en de Verordening ruimte is de rood-met-groenkoppeling vertaald in het principe van kwaliteitsverbetering van het landschap. De Handreiking Kwaliteitsverbetering van het landschap, De rood-met-groen koppeling van de provincie Noord- Brabant biedt informatie om invulling te geven aan het principe van kwaliteitsverbetering van het landschap. Crijns Rentmeesters bv 20

In het Landschapsinpassingsplan Gravenkasteel 34, Gastel d.d. 23 november 2012 is de te leveren kwaliteitsverbetering ten behoeve van de beoogde herontwikkeling nader uitgewerkt. Dit landschapsinpassingsplan is als bijlage bij onderhavige toelichting gevoegd. De te realiseren kwaliteitsverbetering is zeker gesteld middels vastlegging in een anterieure overeenkomst tussen initiatiefnemer en gemeente. Navolgend zijn de regels uit artikel 2.2 van de Verordening ruimte overgenomen en wordt de beoogde herontwikkeling getoetst aan deze regels. 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied, bevat een verantwoording van de wijze waarop financieel, juridisch en feitelijk is verzekerd dat de realisering van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft. In onderhavige toelichting is verantwoord dat de vergroting van het bestemmingsvlak bedrijf gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de kwaliteit van het landschap. Het plangebied is gedeeltelijk bestemd als Groen. In de regels behorende bij het bestemmingsplan Gravenkasteel 34, Gastel is vastgelegd dat gronden met een dergelijke bestemming bestemd zijn voor groenvoorzieningen, beplantingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Tevens is een anterieure overeenkomst gesloten tussen initiatiefnemer en de gemeente Cranendonck waarin de te leveren kwaliteitsverbetering van het landschap is vastgelegd. 2. De in het eerste lid bedoelde verbetering past binnen de hoofdlijnen van de door de gemeente voorgenomen ontwikkeling van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft en is onderwerp van regionale afstemming in het regionaal ruimtelijk overleg, bedoeld in artikel 12.4, waaronder mede begrepen de planologische voorbereiding van landschapsontwikkeling. De gemeente Cranendonck heeft geen vastgesteld landschapsontwikkelingsplan. Onderhavige kleinschalige ontwikkeling past binnen de bestaande landschapsstructuur. 3. De in het eerste lid bedoelde verbetering kan mede betreffen: a. de landschappelijke inpassing van bebouwing ten behoeve van intensieve veehouderij, voor zover vereist op grond van deze verordening; Niet van toepassing b. het toevoegen, versterken of herstellen van landschapselementen die een bijdrage leveren aan de versterking van de landschapsstructuur of de relatie stad-land; De vergroting van het bestemmingsvlak Bedrijf zal gepaard gaan met de toevoeging van groen in de vorm van onder andere een poel en hagen. Dit groen is deels al in ontwikkeling. Door het toepassen van een haag op de perceelsgrenzen zal het besloten karakter van het gebied worden versterkt. De herontwikkeling sluit aan op het coulissenlandschap van de Kempen en levert derhalve een bijdrage aan een versterking van de landschapsstructuur. c. activiteiten, gericht op behoud of herstel van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing of terreinen; Niet van toepassing d. het wegnemen van verharding; Niet van toepassing Crijns Rentmeesters bv 21

e. het slopen van bebouwing; Niet van toepassing f. een fysieke bijdrage aan de realisering van de ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszones. Niet van toepassing 4. Indien een kwaliteitsverbetering, als bedoeld in het eerste lid, niet is verzekerd, wordt het bestemmingsplan slechts vastgesteld indien een passende financiële bijdrage in een landschapsfonds is verzekerd en wordt over de werking van dat fonds regelmatig verslag gedaan in het regionaal ruimtelijk overleg. Niet van toepassing 5. Het eerste tot en met vierde lid is niet van toepassing op een uitwerking van een bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de wet. Niet van toepassing Hoofdstuk 11 van de Verordening ruimte stelt regels ten aanzien van niet-agrarische activiteiten buiten bestaand stedelijk gebied. Navolgend zijn de regels uit de Verordening ruimte overgenomen en wordt de beoogde herontwikkeling getoetst aan voornoemde regels. Artikel 11.1. Regels voor het wonen buiten bestaand stedelijk gebied 1. Een bestemmingsplan dat is gelegen in de groenblauwe mantel of agrarisch gebied, met inbegrip van een landbouwontwikkelingsgebied of een vestigingsgebied glastuinbouw, stelt regels ter voorkoming van: a. nieuwbouw van één of meer woningen of solitaire recreatiewoningen; b. zelfstandige bewoning van bedrijfsgebouwen, al dan niet solitaire recreatiewoningen en andere niet voor bewoning bestemde gebouwen. In de regels van het bestemmingsplan Gravenkasteel 34, Gastel worden regels gesteld ter voorkoming van nieuwbouw van één of meer woningen en zelfstandige bewoning van bedrijfsgebouwen en andere niet voor bewoning bestemde gebouwen. 2. In afwijking van het eerste lid kan een bestemmingsplan voorzien in de nieuwbouw van ten hoogste één bedrijfswoning ten behoeve van een op grond van deze verordening toegelaten bedrijf binnen het bij dat bedrijf behorende bouwblok of bestemmingsvlak mits de toelichting een verantwoording bevat waaruit blijkt dat: a. de noodzaak vanwege de aard van de bedrijfsvoering aanwezig is; b. de noodzaak van deze nieuwbouw niet het gevolg is van een eerder aanwezig, doch afgestoten bedrijfswoning; In de regels van het bestemmingsplan Gravenkasteel 34, Gastel worden regels gesteld ter voorkoming van nieuwbouw van een bedrijfswoning op de bedrijfslocatie aan Gravenkasteel 34 te Gastel. De huidige bedrijfswoning zal worden omgezet in een burgerwoning. Derhalve is het niet toegestaan in de toekomst een bedrijfswoning op de bedrijfslocatie te realiseren. c. het bestemmingsplan de nodige voorwaarden bevat om een goede landschappelijke inpassing van de te bouwen woning te verzekeren, onverlet het bepaalde in artikel 2.2 in verband met de kwaliteitsverbetering van het landschap. Crijns Rentmeesters bv 22

Artikel 11.6. Regels voor niet-agrarische ruimtelijke ontwikkelingen Bestemmingsplan Gravenkasteel 34, Gastel - toelichting 1. Een bestemmingsplan dat is gelegen in de groenblauwe mantel of agrarisch gebied, niet zijnde een landbouwontwikkelingsgebied of een vestigingsgebied glastuinbouw, kan voorzien in een VAB-vestiging of een uitbreiding van een niet-agrarische ruimtelijke ontwikkeling, anders dan bepaald in de artikelen 11.1 tot en met 11.5, mits: a. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een bestemmingsvlak met een omvang van meer dan 5.000 m²; Uitgangspunt van voorliggend bestemmingsplan is het mogelijk maken van de bedrijfsuitvoering van het hoveniersbedrijf Rob Ras Tuinrealisatie op de locatie Gravenkasteel 34. De locatie is thans bestemd als bedrijfsdoeleinden met daarop een bouwvlak met een oppervlakte van circa 1.630 m² welke een toegestaan bebouwingspercentage van 60% kent. Dit komt neer op circa 975 m². Tot voor kort was op de locatie een ijzer- en metaalhandelsbedrijf gevestigd. De bestaande gebouwen zullen worden benut voor kantoor en opslag. De oppervlakte van het bestemmingsvlak bedraagt na de herontwikkeling circa 5.610 m². De uitbreiding van het bestaande bedrijf met een oppervlakte van meer dan 5.000 m² is op grond van lid 3 van onderhavig artikel mogelijk, dit wordt hierna in lid 3 nader toegelicht. b. is verzekerd dat overtollige bebouwing wordt gesloopt; De bestaande gebouwen zullen worden benut voor kantoor en opslag. c. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een bedrijf, behorend tot de milieucategorie 3 of hoger; De beoogde ontwikkeling binnen het plangebied valt onder de omschrijving tuincentra (SBI code 4752) en valt in milieucategorie 2. d. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot twee of meer zelfstandige bedrijven; De beoogde ontwikkeling leidt niet tot twee of meer zelfstandige bedrijven. Op de locatie zal het hoveniersbedrijf Rob Ras Tuinrealisatie zich vestigen. e. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een al dan niet zelfstandige kantoorvoorziening met een baliefunctie; Er is geen sprake van een zelfstandige kantoorvoorziening met een baliefunctie. f. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot al dan niet zelfstandige detailhandelsvoorziening met een verkoopvloeroppervlakte van meer dan 200 m 2 ; Er is geen sprake van een zelfstandige detailhandelsvoorziening met een verkoopvloeroppervlakte van meer dan 200 m². Detailhandel is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de bedrijfsfunctie, waarbij de omvang van de detailhandelsvoorziening niet meer mag bedragen dan 100 m². g. de inrichting van het bestemmingsvlak een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag bevordert; Er is een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag aanwezig. Binnen het bestemmingsvlak van 5.610 m² mogen gebouwen met een oppervlakte van maximaal 850 m² worden opgericht. h. er sprake is van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling. Het bebouwingspercentage en de bouwhoogte past in de aard van de omgeving. De reeds aanwezige bebouwing zal worden benut voor kantoor en opslag. Er wordt geen nieuwe bebouwing toegevoegd. De toegestane bebouwingsoppervlakte neemt af met 125 m². Crijns Rentmeesters bv 23

2. De toelichting bij een bestemmingsplan, als bedoeld in het eerste lid, bevat een verantwoording waaruit blijkt dat: a. ingeval de beoogde ontwikkeling plaatsvindt in de groenblauwe mantel, deze ontwikkeling onder toepassing van artikel 6.3, eerste lid, onder a en b, gepaard gaat met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken; Niet van toepassing. b. ingeval de beoogde ontwikkeling in een agrarisch gebied plaatsvindt, deze ontwikkeling bijdraagt aan de ontwikkeling van een gemengde plattelandseconomie, bedoeld in artikel 8.2. De ontwikkeling draagt bij aan de ontwikkeling van een gemengde plattelandseconomie. Een bestaande bedrijfslocatie (voorheen ijzer- en metaalhandelsbedrijf) wordt opnieuw in gebruik genomen. 3. In afwijking van het eerste lid, onder a en onder c, kan een bestemmingsplan dat is gelegen in de groenblauwe mantel of agrarisch gebied, met inbegrip van een landbouwontwikkelingsgebied of een vestigingsgebied glastuinbouw, voorzien in een redelijke uitbreiding van een niet-agrarisch bedrijf in de milieucategorie 1 of 2, gelegen op een bestemmingsvlak met een omvang van meer dan 5000 m² of van een niet-agrarisch bedrijf in de milieucategorie 3 of hoger, mits de toelichting daaromtrent een verantwoording bevat waarbij blijkt dat: a. overeenkomstige toepassing is gegeven aan de aspecten van verantwoording, bedoeld in artikel 3.8, vierde lid in samenhang met de verantwoording, bedoeld in het tweede lid; Onderhavig bestemmingsplan voorziet in een herontwikkeling van een bestaande bedrijfslocatie met een bouwvlak waarbinnen gebouwen met een maximale oppervlakte van circa 975 m² gerealiseerd mogen worden. In samenhang met de herontwikkeling zal geen nieuwe bebouwing worden toegevoegd. De bestaande gebouwen zullen worden benut voor de bedrijfsexploitatie. De financiële juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om het bedrijf te verplaatsen naar of te vestigen op een bestaand bedrijventerrein. Daarnaast wordt het bestemmingsvlak van circa 5.610 m² grotendeels gebruikt voor de teelt van bomen en tuinplanten. De functie is op een bedrijventerrein dan ook niet passend. b. de beoogde uitbreiding in redelijke verhouding staat tot de op grond van artikel 2.1 vereiste zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit; De omvang van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling is passend binnen de omgeving. De toegestane bebouwing op de locatie neemt af met 125 m². In de nieuwe situatie zal gebruik worden gemaakt van de bestaande bebouwing binnen het plangebied. Er wordt geen nieuwe bebouwing toegevoegd. Uit onderhavige toelichting blijkt dat de beoogde herontwikkeling geen nadelige gevolgen heeft voor de in het plan begrepen gronden en de naaste omgeving. c. de inrichting van het bestemmingsvlak een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag bevordert; Er is een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag aanwezig. Binnen het bestemmingsvlak van 5.610 m² mogen gebouwen met een oppervlakte van maximaal 850 m² worden opgericht. d. er sprake is van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling; Het bebouwingspercentage en de bouwhoogte passen in de aard van de omgeving. De reeds aanwezige bebouwing zal worden benut voor kantoor en opslag. Er wordt geen nieuwe bebouwing toegevoegd. De toegestane bebouwingsoppervlakte neemt af met 125 m². Crijns Rentmeesters bv 24

e. ingeval de beoogde ontwikkeling plaatsvindt in de groenblauwe mantel, deze ontwikkeling onder toepassing van artikel 6.3, eerste lid, onder a en b, gepaard gaat met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken; Niet van toepassing. f. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een grootschalige voorziening. Detailhandel is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij hoveniersbedrijf Rob Ras Tuinrealisatie, waarbij de omvang van de detailhandelsvoorziening niet meer mag bedragen dan 100 m². De beoogde ontwikkeling leidt derhalve niet tot een grootschalige voorziening. 4. Onder een grootschalige voorziening, als bedoeld in het derde lid, onder f, wordt begrepen een voorziening waarbij blijkens een economisch effectenonderzoek het te verwachten aantal bezoekers en overnachtingen samen genomen meer dan 100.000 per jaar bedraagt. 3.3 Gemeentelijk beleid 3.3.1 Vigerende bestemmingsplannen Op de planlocatie aan de Gravenkasteel 34 te Gastel zijn twee bestemmingsplannen vigerend. Het grootste deel van de locatie is gelegen binnen het bestemmingsplan Kom Gastel. Het overige deel ligt binnen het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Cranendonck. Het bestemmingsplan Kom Gastel is door de gemeenteraad van Cranendonck vastgesteld op 1 juli 2008. De locatie aan de Gravenkasteel 34 is in dit bestemmingsplan aangeduid als Bedrijfsdoeleinden. Een klein deel van het plangebied is gelegen binnen het bestemmingsplan Buitengebied. Dit plan is vastgesteld op 8 december 2009. In dit bestemmingsplan is aan het gedeelte van het plangebied de bestemming Agrarisch zonder bouwvlak toegekend. Op dit deel van het plangebied ligt tevens de dubbelbestemming Archeologische waarde. Figuur 14: Uitsnede bestemmingsplannen kom Gastel en bestemmingsplan Buitengebied In het vigerende bestemmingsplan Kom Gastel zijn voor de locatie de volgende doeleinden opgenomen: Crijns Rentmeesters bv 25

De op de plankaart als Bedrijfsdoeleinden (B) aangewezen gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a bedrijven genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de categorieën 1 en 2; b bestaande productiegebonden detailhandel; c bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning op de plankaart; d uitsluitend een caravanstalling ter plaatse van de aanduiding caravanstalling toegestaan op de plankaart; e opslag en uitstalling, kantoor- en parkeerdoeleinden ten dienste van de hiervoor genoemde doeleinden; f tuinen, erven en verhardingen; g waterhuishoudkundige doeleinden in het algemeen en in het bijzonder ter bescherming van de aangrenzende (legger)watergangen; h voorzieningen voor verkeer en verblijf. In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is de volgende omschrijving opgenomen. De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf; b. niet-agrarische nevenactiviteiten, als bedoeld in 3.2.4 en 3.2.5; c. kleinschalig kampeerterrein; d. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke waarden; e. behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden; f. behoud en bescherming van aardkundige waarden; g. waterhuishoudkundige doeleinden; h. extensief recreatief medegebruik; i. doeleinden van openbaar nut; j. niet agrarische nevenactiviteiten in de vorm van een hondentrainingsveld ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - hondentrainingsveld"; een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 3.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemming. 3.3.2 Visie Cranendonck 2009-2024 De strategische visie is koersbepalend voor de komende 15 jaar en dient als toetssteen voor beleidsmedewerkers, college en gemeenteraad bij het maken van keuzes en ontwikkelen van beleid. In de Strategische visie worden focuspunten voor de volgende thema s geformuleerd: wonen en leven, werk en economie, recreatie en toerisme, onderwijs en zorg. In de strategische visie is opgenomen dat de gemeente zich voor wat betreft werk en economie zou moeten richten op: - het beter benutten van de bestaande potenties/sterke punten op het gebied van toerisme/ recreatie (o.a. landschappelijke waarde, historie) en industrie (symbiose tussen innovatieve en duurzame metaalgelieerde bedrijven); - het innemen van een duidelijke positie binnen de Brainport-regio met de onderscheidende punten van Cranendonck: - de aanwezigheid en de kansen van het DIC; - de gunstige ligging in de ELAt-regio ( schakelpunt voor België en Limburg); - de goede bereikbaarheid (snelweg, spoor, vliegveld, potenties van de haven); - de ruimte op de huidige bedrijventerreinen (met name Airpark II en III). Crijns Rentmeesters bv 26

- het uitgroeien tot een belangrijke toeleverancier van ondersteunde producten en diensten aan kennisbedrijven in Eindhoven en het benutten van agglomeratie Eindhoven als afzetmarkt; - het meer samenwerken op lokaal en bovenlokaal niveau zodat Cranendonck kan 'aanhaken' bij kansrijke initiatieven vanuit Brainport; - het binnen de kaders van de leefbaarheid ruimte geven aan de infrastructurele ontwikkelingen om de economische ontwikkeling te stimuleren (weg-spoor(station/overslagterminal)-vliegveld-water); - het behouden en versterken van de positie van het MKB, door hen beter te faciliteren (o.a. revitaliseren verouderde bedrijventerreinen, meer/passende bedrijfsruimte, breedband, etc.); - het flexibel, gericht en daadkrachtig 'meedenken' met ondernemers die initiatieven willen nemen die ten goede komen aan de gewenste ontwikkeling van Cranendonck (passend bij de visie) en zorgen voor minder regels / kortere procedures; - (het anticiperen op) het creëren van meer arbeidsplaatsen voor hoger opgeleiden (o.a. kenniswerkers) door in te steken op de totale keten van onderzoek tot eindproduct; het verbinden van bedrijfsleven en onderwijs om meer gebruik te maken van elkaars mogelijkheden (o.a. kennisnetwerken, stageplaatsen, etc.). De herontwikkeling van het plangebied om het hoveniersbedrijf/ tuincentrum Rob Ras Tuinrealisatie ter plaatse mogelijk te maken sluit aan op het flexibel, gericht en daadkrachtig meedenken met ondernemers die initiatieven willen nemen die ten goede komen aan de gewenste ontwikkeling van Cranendonck. Het hoveniersbedrijf zorgt voor het behoud van het groene en rustieke karakter en een goede afronding van de dorpskern Gastel. 3.3.3 StructuurvisiePlus 1999 gemeente Cranendonck/ Ruimtelijke ontwikkelingsvisie gemeente Cranendonck Het gemeentelijk beleid op het gebied van ruimtelijke ordening is verwoord in de StructuurvisiePlus en de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie. Voor de ontwikkelingsmogelijkheden in de gemeente Cranendonck is in 1999 een StructuurvisiePlus opgesteld. Eind 2003 is naar aanleiding van het samenvoegen van de gemeenten Budel en Maarheeze, de ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Cranendonck op weg naar 2020 opgesteld. Deze ruimtelijke visie is in oktober 2004 vastgesteld. De Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Cranendonck op weg naar 2020 geeft een geactualiseerd ruimtelijk toekomstbeeld voor de gemeente Cranendonck. Het Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld (DRS) vormt de onderlegger voor ruimtelijke ontwikkelingen op middellange termijn en vormt daarbij tegelijkertijd het toetsingskader voor ruimtelijke initiatieven. Het DRS omvat het duurzame, landschappelijke en ruimtelijke raamwerk van de gemeente Cranendonck voor de komende 20 tot 30 jaar. Vanuit de aangetroffen ruimtelijke hoofdstructuur zijn binnen de gemeente Cranendonck zes verschillende ruimtelijk samenhangende gebieden onderscheiden, te weten: - bos- en natuurgebieden; - agrarisch gebied met natuurwaarden; - beekdal en kwelgebieden; - lokaal agrarisch gebied; - verwevinggebied; - kernen. Crijns Rentmeesters bv 27

Figuur 15: Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld Het plangebied is gedeeltelijk gelegen in het gebiedstype kernen en gedeeltelijk in het gebiedstype verwevingsgebied. Bij het gebiedstype kernen hoort de volgende strategie: Voor alle kernen geldt het streven naar vitale, levensloopbestendige kernen. Dat wil zeggen dat de gemeente iedere kern de ruimte wil geven die haar toekomt zonder dat aan kwaliteit wordt ingeboet. Zo moeten in iedere kern, mits redelijkerwijs mogelijk, woningen gebouwd worden om tenminste de eigen bevolkingsgroei op te vangen en woningtypen te bouwen die voldoen aan de marktvraag. Jongeren en senioren zijn daarbij belangrijke doelgroepen. Voor seniorenhuisvesting speelt aanbod van zorg een belangrijk aandachtspunt. Om senioren de gelegenheid te bieden zo lang mogelijk in de eigen kern te blijven wonen streeft de gemeente naar realisering van woonzorgcomplexen in alle kernen. Zuinig ruimtegebruik in de vorm van inbreiding, herstructurering, herbestemming en intensivering gaat voor uitbreiding. Waar mogelijkheden binnen de bebouwde kom ontbreken, moet uitbreiding soelaas bieden. Uitgangspunt is echter dat dit alleen gebeurt op plekken waar de kwaliteiten van de directe omgeving van de kernen dit toelaten. Daarnaast is het van belang de schaal en uitstraling van de kernen in het oog te houden. Waarden die daarbij beschermd moeten worden zijn: - waardevolle randen en overgangen tussen het stedelijk en landelijk gebied; - waardevolle geledingzones tussen kernen onderling en kernen en buurtschappen; - cultuurhistorische en stedenbouwkundige kwaliteiten van de oude buurtschappen en hun omgeving; - cultuurhistorische en landschappelijk waarde van bolle akkers. Bij het gebiedstype verwevingsgebied hoort de volgende strategie: Dit gebiedstype kenmerkt zich door een sterke mate van functiemenging. Het betreffen oude bouwlanden met agrarische bedrijven, burgerwoningen, bedrijfsgebouwen en andere nietagrarische functies. De koers voor deze gebieden richt zich op voortzetting van het gemengde karakter. Eventuele uitbreiding van het stedelijk ruimtegebruik zou in principe in deze gebieden moeten plaatsvinden, zo lang rekening wordt gehouden met locatie specifieke waarden zoals cultuurhistorisch waardevolle akkers, zichtlijnen, en dergelijke. Crijns Rentmeesters bv 28

De herontwikkeling van de locatie Gravenkasteel 34 te Gastel om ter plaatse het hoveniersbedrijf/ tuincentrum Rob Ras Tuinrealisatie mogelijk te maken, draagt bij aan een vitale kern door een bijdrage aan het voorzieningenniveau en daarmee de leefbaarheid van de kern Gastel en is derhalve passend binnen de gemeentelijke strategie bij het gebiedstype kernen. Daarnaast draagt de herontwikkeling bij aan de voortzetting van het gemengde karakter van het gebied en is de herontwikkeling dus passend binnen de strategie voor het gebiedstype verwevingsgebied. Crijns Rentmeesters bv 29

Crijns Rentmeesters bv 30

4. MILIEUHYGIËNE EN PLANOLOGIE 4.1 Water 4.1.1 Inleiding Het doel van de watertoets is te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante plannen en besluiten. De watertoets is in het leven geroepen omdat met name het waterbeleid een wezenlijk andere oriëntatie heeft gekregen: van reageren naar anticiperen. Water heeft een aantal specifieke kwantitatieve en kwalitatieve eigenschappen waar de ruimtelijke ordening rekening mee moet houden. Een watertoets maakt de mogelijke negatieve invloeden van het initiatief op de planlocatie inzichtelijk. Tevens geeft de watertoets oplossingsrichtingen aan waarmee mogelijke optredende negatieve invloeden beperkt of ongedaan gemaakt kunnen worden. Het waterschap heeft een aantal principes gedestilleerd, die van belang zijn als vertrekpunt van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder. Het plangebied valt onder het beheer van waterschap De Dommel. 4.1.2 Relevant beleid 4.1.2.1 Beleidsnota Stedelijk Water In april 2000 heeft het waterschap een belangrijk deel van haar beleid vastgelegd in de Beleidsnota Stedelijk Water. De Beleidsnota Stedelijk Water beoogt meer helderheid te geven in de rol van het waterschap en wat men van het waterschap mag verwachten. In deze nota wordt een voorstel gedaan op welke wijze het waterschap een meer actieve rol kan gaan spelen in het stedelijk gebied. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar het watersysteem en de waterketen. Watersysteem In samenwerking tussen waterschap en gemeenten wordt voor het gebied van iedere gemeente de opstelling van een Waterplan bebouwd gebied nagestreefd. Een Waterplan bebouwd gebied geeft duidelijkheid over de vraag wie, waar, welke verantwoordelijkheid heeft, geeft een analyse van knelpunten en stelt prioriteiten voor de korte en lange termijn acties. Daarnaast biedt het een waterkansenkaart voor het stedelijk gebied en vormt het een basis voor een convenant of een overeenkomst die tussen waterschap en gemeente kan worden gesloten. Het waterschap is bereid om, bij gelegenheid van ontwikkelingen van nieuwe plannen, tijdig en actief te participeren in de opstelling van een waterhuishoudkundig plan en de daaruit voortvloeiende natte paragraaf voor het plan. Schoon water wordt niet naar een rioolwaterzuivering afgevoerd. De voorkeursvolgorde voor de behandelingswijze van schoon water is als volgt: gebruik als huishoudelijk water, infiltreren, afvoeren naar oppervlaktewater en afvoeren naar riolering via een verbeterd gescheiden stelsel. Het uitgangspunt voor nieuwbouwlocaties is dat er hydrologisch neutraal wordt gebouwd. Crijns Rentmeesters bv 31

Waterketen Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opstellen van een gemeentelijk rioleringsplan. Voor de optimale inrichting van de afvalwaterketen is het nodig dat de aanpak niet meer gericht is op de rioolsystemen van de verschillende gemeenten afzonderlijk, maar op de regionale afvalwaterketen als geheel (rioolwaterzuivering met aangesloten rioolwatersystemen). Het initiatief voor het opstellen van een afvalwaterketen per zuiveringsgebied wordt door het waterschap genomen, waarbij gemeenten en de waterleidingbedrijven worden betrokken. Voor nieuwe uitbreidingen geldt dat het afstromende hemelwater van het verhard oppervlak volgens de genoemde voorkeursvolgorde moet worden behandeld. Als afkoppelen om (milieu-)technische redenen (nog) niet mogelijk is, kan hemelwater via een verbeterd gescheiden rioolstelsel worden afgevoerd. 4.1.2.2 Keur Voor waterhuishoudkundige ingrepen in het plangebied is de Keur Waterschap De Dommel 2009 van toepassing. De Keur is een waterschapsverordening die gebods- en verbodsbepalingen bevat met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. Op grond van de Keur is het onder andere verboden om handelingen te verrichten waardoor het onderhoud, aanvoer, afvoer en/of berging van water kan worden belemmerd, zonder een ontheffing van het waterschap. De locatie aan de Gravenkasteel 34 is op de kaart behorende bij de Keur Waterschap De Dommel 2009 niet aangewezen als gelegen in beschermd gebied of attentie gebied. Figuur 16: Keurkaart Keur 2009 4.1.2.3 Waterbeheerplan De Dommel 2010-2015 Krachtig water Het Waterbeheersplan 2010-2015 dateert van december 2009. Hierin staan de doelen en inspanningen van Waterschap De Dommel beschreven aan de hand van 6 kernthema s: - Droge voeten; - Voldoende water; - Natuurlijk water; - Schoon water; - Schone waterbodem; - Mooi water. Crijns Rentmeesters bv 32

Hierna wordt ingegaan op de genoemde kernthema s. Bestemmingsplan Gravenkasteel 34, Gastel - toelichting Droge voeten Waterschap De Dommel heeft het streven dat de regionale wateroverlast in 2015 beheersbaar is. Dit betekent dat de kans op wateroverlast in met name bebouwd gebied acceptabel moet zijn, overeenkomstig nationaal en regionaal beleid. Om wateroverlast tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau te brengen zijn gestuurde waterbergingsgebieden nodig. Deze gestuurde waterbergingsgebieden dienen ook op de lange termijn (2050) te voldoen, rekening houdend met veranderingen in het klimaat. Voor de stedelijke wateropgave streeft Waterschap De Dommel ernaar de belangrijkste wateroverlast in bebouwd gebied in 2015 te hebben aangepakt. Het gaat hier om wateroverlast in bebouwd gebied die optreedt als gevolg van regenwater (via riolering), grondwater en regionaal oppervlaktewater. Voldoende water In delen van het beheergebied van Waterschap De Dommel sluiten de grond- en oppervlaktewaterstanden niet goed aan bij de wensen van natuur, landbouw en bebouwd gebied. Door watertekorten kan meer schade ontstaan aan landbouw en natuur. Waterschap De Dommel streeft naar geschikte grondwaterstanden voor natuur en landbouw en voldoende aanvulling van het grondwater. Het doel is dat de gemiddelde jaarlijkse onttrekking op lange termijn de grondwateraanvulling niet overschrijdt. Voorkomen moet worden dat menselijk handelen negatieve effecten heeft op de grondwaterstand en daarvan afhankelijke ecologische doelen in beken en natuurgebieden en de drinkwatervoorziening. Natuurlijk water Voor het thema Natuurlijk water richt Waterschap De Dommel de inrichting en het beheer van de watergangen op het halen van de ecologische doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water en de functies waternatuur en verweven uit het Provinciaal Waterplan. Om deze doelen te bereiken gaat het waterschap verder met beekherstel, de aanleg van ecologische verbindingszones en het opheffen van barrières voor vismigratie. Schoon water Voor Schoon water streeft het Waterschap De Dommel naar een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater voor landbouw, natuur, drinkwater, zwemwater en de belevingswaarde van water. Problemen met de waterkwaliteit in het gebied van Waterschap De Dommel dienen zo min mogelijk afgewenteld te worden op benedenstrooms gelegen watersystemen. Voor water in bebouwd gebied streeft het waterschap samen met gemeenten naar vermindering van overlast en gezondheidsrisico s door de aanpak van waterkwaliteitsproblemen. Schone waterbodem Het doel voor het thema Schone waterbodem is dat de bodem geen problemen meer oplevert voor de realisatie van de andere waterthema s. Het waterschap wil verdere verspreiding van verontreinigende stoffen uit de waterbodem tot een aanvaardbaar minimum terugbrengen. Daarnaast wil het waterschap voorkomen dat problemen afgewenteld worden op benedenstrooms gelegen watersystemen. Beekherstelprojecten zorgen voor herstel van natuurlijke processen. Hierdoor vindt weer een natuurlijke uitschuring van oevers en bodems plaats. Het uitgeschuurde materiaal wordt op andere plaatsen in de beek weer afgezet, waarbij de samenstelling van de waterbodem verbetert. Crijns Rentmeesters bv 33

Mooi water Het doel van het Waterschap De Dommel is om beken en landschappen mooi te maken, maar ook bijvoorbeeld de rioolwaterzuiveringsinstallaties en de directe omgeving ervan. Landschappelijke inpassing van plannen, afwerking van stuwen en bruggen, ruimte voor recreatief medegebruik of inpassing van kunstobjecten dragen bij aan het mooier maken van het water. 4.1.2.4 Beleidsnotitie Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk De beleidsnotitie Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk dateert van juli 2006. Deze beleidsnotitie geeft een inhoudelijke uitwerking en onderbouwing van de beleidsterm hydrologisch neutraal bouwen. Het maakt inzichtelijk welke hydrologische consequentie(s) ruimtelijke ontwikkelingen kunnen hebben op het watersysteem. Het bevat beleidsuitgangspunten, voorwaarden en normen om de negatieve hydrologische consequenties te compenseren. De beleidsterm hydrologisch neutraal bouwen is in de beleidsnotitie Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk vertaald in een aantal toetsbare criteria welke de watertoets vormen. In de beleidsnotitie worden de toetsaspecten en toetsmethodieken uitvoerig beschreven. 4.1.2.5 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Sinds 1 januari 2008 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het hemelwater, het afvalwater en het grondwater. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna GRP) van de gemeente Cranendonck geeft inzicht in de aanleg, tijdige vervanging, verbeteringen, beheer en onderhoud van de riolering en de kosten hiervan. Stedelijk afvalwater De negatieve invloed van het gemeentelijk afvalwatersysteem op het oppervlaktewater dient tot een minimum beperkt te zijn en te blijven. Dit wordt bereikt door een goede controle ten behoeve van het functioneren en de toestand van het rioolstelsel, waardoor onderhoud op het juiste moment wordt gepleegd. Hemelwater De gemeente Cranendonck streeft ernaar de inzameling en transport van het hemelwater op termijn waar mogelijk te scheiden van het stedelijk afvalwater. Middels afkoppeling en het vasthouden van het water in het gebied door middel van een retentiebekken, wil de gemeente Cranendonck dit bereiken. Grondwater De gemeente Cranendonck voorziet haar burgers van advies en informatie als het gaat om grondwater en het wegnemen van eventuele overlast. 4.1.3 Bodemsamenstelling en geohydrologische situatie De maaiveldhoogte ter plaatse van het plangebied bedraagt circa NAP +27,5 m. De bodem aldaar betreft een zandgrond. Op de locatie vindt geen grondwateronttrekking plaats. De GHG ter plaatse van de planlocatie bedraagt -60-100 cm-mv. De GLG ter plaatse bedraagt -160-250 cm-mv. Crijns Rentmeesters bv 34

Figuur 17: GHG en GLG op planlocatie 4.1.4 Hydrologisch neutraal bouwen Uitgangspunt bij ontwikkelingen is dat er hydrologisch neutraal wordt gebouwd. Dit betekent dat het hemelwater (dat valt op daken en verhardingen) niet versneld mag worden afgevoerd naar het oppervlaktewater of naar het riool. Op de locatie aan de Gravenkasteel 34 zal de bestaande woning omgezet worden van een bedrijfswoning naar een burgerwoning. Ook voor de overige bebouwing geldt dat er alleen maar een functiewijziging plaats vindt. Er zal geen extra verharding van oppervlakten plaats vinden. De parkeergelegenheid wordt uitgevoerd in semiverharding. Het hemelwater zal hierbij direct in de grond infiltreren. 4.1.5 Kwaliteit van te lozen en infiltreren hemelwater Om de kwaliteit van het hemelwater te garanderen dienen onderdelen welke met regenwater in aanraking kunnen komen, te worden vervaardigd of te bestaan uit niet-uitloogbare bouwmaterialen zoals kunststoffen of gecoat staal of aluminium (in plaats van lood of asfalt etc.). Door het gebruik van niet-uitlogende materialen komen geen verhoogde concentraties verontreinigende stoffen (DuBomaatregelen) voor in het te infiltreren water. In de nieuwe situatie wordt alleen het huishoudelijk afvalwater geloosd op de bestaande riolering. Het schoon hemelwater wordt afgekoppeld van een nieuw aan te leggen aansluiting op het riool en wordt overwegend geïnfiltreerd in de bodem. Het huishoudelijk afvalwater zal op de riolering worden geloosd. Enkel schoon regenwater mag worden geïnfiltreerd. Infiltratie van afgekoppelde verhardingen zoals opritten, parkeerplaatsen en terrassen mag niet verontreinigd zijn met chemische bestrijdingsmiddelen, olie, agressieve reinigingsmiddelen of andere verontreinigende stoffen. De locatie aan de Gravenkasteel 34 valt onder het beheer van waterschap De Dommel. Op het moment dat het waterschap een advies heeft uitgebracht over het onderhavige project, zal dit advies als separate bijlage worden toegevoegd. Crijns Rentmeesters bv 35

4.2 Natuur 4.2.1 Flora- en faunawet De Flora- en faunawet heeft tot doel in het wild levende planten en dieren te beschermen met het oog op de instandhouding van soorten. Deze wet heeft de beschermingsregels, zoals die ook in de Vogelen Habitatrichtlijn zijn opgenomen, overgenomen en op de Nederlandse situatie toegepast. Bij de herziening van het bestemmingsplan waarbij functies gewijzigd worden, moet worden voorkomen dat conflicten met de Flora- en faunawet ontstaan en dient dus vooraf een beoordeling in het kader van de Flora- en faunawet plaats te vinden. In het kader van het verkennend onderzoek naar beschermde flora- en faunasoorten ter plaatse is de databank van het Natuurloket geraadpleegd. Het Natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar, die voor heel Nederland per vierkante kilometer gegevens over beschermde soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databanken van gespecialiseerde organisaties, verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna. Uit betreffende databank blijkt dat in het kilometerhok ter plaatse van de Gravenkasteel 34 (X:166 / Y:366) van de rode lijst 2 soorten vaatplanten, 1 soort paddenstoelen, 11 soorten vogels, 1 soort amfibieën, 2 soorten dagvlinders en 1 soort libellen zijn gesignaleerd. Tevens zijn in het betreffende kilometerhok van lijst 1 van de Flora en faunawet 3 soorten zoogdieren en 3 soorten amfibieën waargenomen. Van lijst 2+3 van de Flora en faunawet zijn in het betreffende kilometerhok 2 soorten vaatplanten en 1 soort zoogdieren en 3 soorten amfibieën waargenomen. Van de Flora- en faunawet vogels zijn 28 soorten vogels waargenomen. Geconcludeerd kan worden dat de beoogde herontwikkeling op de locatie Gravenkasteel 34 geen negatief effect heeft op flora en fauna. Dit kan worden geconcludeerd omdat op het perceel slechts een functiewijziging plaatsvindt en geen bebouwing wordt toegevoegd. De locatie aan de Gravenkasteel 34 is thans in gebruik als een groothandel in ijzer- en metaalwaren. Het gebruik is intensief. De rust voor broedvogels ontbreekt. De bestaande gebouwen zijn aan een zijde open en zijn daarmee vanwege tocht ongeschikt voor vleermuizen. Op de locatie zijn thans geen (oude) bomen of beplantingen aanwezig. De locatie is daarmee ongeschikt voor struweelvogels of holenbroeders. Door de verharding en het intensieve gebruik is de locatie ook ongeschikt voor amfibieën en zoogdieren. Geconcludeerd kan worden dat met het huidige gebruik en de huidige bestemming de natuurwaarden zeer beperkt zullen zijn. Een nader flora- en faunaonderzoek wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. 4.2.2 Natura 2000 Het plangebied maakt geen deel uit van Vogel- of Habitatrichtlijngebieden en is niet aangewezen in het kader van de Natuurbeschermingswet. In de omgeving van het plangebied zijn delen van de beeklopen van de Run en de Kleine Beerze aangeduid als Habitatrichtlijngebied. De betreffende beeklopen maken onderdeel uit van het Natura 2000-gebied Kempenland-West. Crijns Rentmeesters bv 36

4.3 Cultuurhistorie en archeologie 4.3.1 Cultuurhistorie In 1992 is het Verdrag van Valetta door de landen van de Europese Unie, waaronder Nederland, ondertekend. Dit verdrag verplicht de Europese overheden tot het beschermen van archeologisch erfgoed. Hierbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat archeologische waarden in situ bewaard moeten blijven. Dat wil zeggen, dat er naar gestreefd moet worden om de waarden op de locatie te behouden. Als dit niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld bij realisatie van bouwplannen, dan moeten de waarden worden opgegraven en ex situ worden bewaard. Figuur 18: Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart Op de planlocatie of in de nabijheid van de planlocatie komen geen bijzondere cultuurhistorische waarden voor. 4.3.2 Archeologie De planlocatie heeft op de Indicatieve Archeologische Waardenkaart de aanduiding hoog of middelhoog. Het onderhavige bestemmingsplan ziet alleen maar toe op een functiewijziging van het gebied. Er komen geen nieuwe gebouwen waarvoor funderingen of kelders gegraven hoeven te worden. Ook voor de overige functies zijn slechts ondiepe (max. 30 cm onder maaiveld) graafwerkzaamheden benodigd. Het bouwlanddek is ter plaatse 60-80 cm dik (Bron: bodemkaart Nederland). Graafwerkzaamheden tot een diepte van 30 cm leiden dan ook niet tot verstoring van de (mogelijke) archeologische waarden. Een verkennend archeologisch onderzoek wordt dan ook niet nodig geacht. Crijns Rentmeesters bv 37

4.4 Bedrijfshinder 4.4.1 Agrarische bedrijven In de omgeving van het plangebied zijn twee veehouderijbedrijven gelegen, te weten Kouwbergen 5 te Soerendonk en Hoogstraat 10 te Gastel. Kouwbergen 5 Hoogstraat 10 Figuur 19: Ligging planlocatie t.o.v. omliggende veehouderijen Deze veehouderijen mogen geen belemmerende werking hebben op de beoogde herontwikkeling en dan in het bijzonder op de omzetting van de bedrijfswoning naar een burgerwoning aan Gravenkasteel 34. De woning aan Gravenkasteel 34 is thans al in gebruik als bedrijfswoning en daarom ook al geurgevoelig. Een omzetting in een burgerwoning verandert niets aan de geurgevoeligheid en de beoordeling van de woning. Op het bedrijf aan Kouwbergen 5 worden dieren (paarden en rundvee) gehouden waarvoor in de Wgv geen geuremissie is vastgesteld maar waarvoor een vaste afstand geldt. Figuur 20: Vergunning Kouwbergen 5 Crijns Rentmeesters bv 38

Voor een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom geldt een vaste afstand van 100 meter tot een veehouderijbedrijf. Het veehouderijbedrijf Kouwbergen 5 is gelegen op een afstand van ruim 300 meter vanaf de woning. Derhalve vormt het bedrijf Kouwbergen 5 dan ook geen belemmering voor deze ontwikkeling. Op het bedrijf aan Hoogstraat 10 is de volgende vergunning aanwezig: Figuur 21: Vergunning Hoogstraat 10 Het bedrijf aan Hoogstraat 10 is reeds belemmerd in haar ontwikkelingsmogelijkheden door woningen gelegen tussen het bedrijf en het plangebied aan Gravenkasteel. De herontwikkeling van het plangebied vormt dan ook geen belemmering voor de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf aan Hoogstraat 10. 4.4.2 Bedrijven en milieuzonering In de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzoneringen is een bedrijvenlijst opgenomen die informatie geeft over milieukenmerken van typen bedrijven met daaraan gekoppeld richtafstanden waar bij nieuwe ontwikkelingen rekening dient te worden gehouden. De gegeven afstanden zijn in het algemeen richtafstanden en geen harde afstandseisen. Dit betekent dat afwijkingen in lokale situaties mogelijk zijn. De lijst is algemeen geaccepteerd als uitgangspunt bij het opstellen van ruimtelijke plannen. In de bedrijvenlijst wordt onderscheid gemaakt naar richtafstanden voor de milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend. De richtafstanden zijn afgestemd op twee omgevingstypen: rustige woonwijk en gemengd gebied. Het plangebied aan de Gravenkasteel kan getypeerd worden als gemengd gebied. Het kan in dergelijke gebieden gaan om bestaande gebieden met functiemenging en om gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd, bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen. De beoogde ontwikkeling op de planlocatie valt onder de omschrijving tuincentra (SBI code 4752) en valt in milieucategorie 2. Bij een milieucategorie 2 dient in een gemengd gebied een richtafstand van 10 meter te worden gehanteerd. Het aspect geluid is hierbij de bepalende afstand. In de huidige situatie is op de locatie een groothandel in ijzer- en metaalwaren gevestigd (SBI code b.o. > 2000 m²). Dit bedrijf kent een milieucategorie 3.1 met een afstand van 50 meter voor geluid. De milieubelasting in de omgeving zal dan ook zeker verbeteren als gevolg van de functiewijziging. Crijns Rentmeesters bv 39

Binnen een straal van 10 meter vanaf de beoogde herontwikkeling locatie zijn thans buiten het plangebied geen gevoelige objecten gelegen. De woning aan de Gravenkasteel 34 zal na de beoogde herontwikkeling echter wel binnen een straal van 10 meter van de bedrijfslocatie gelegen zijn. Het bedrijf ligt binnen 10 meter van de oprit van het nieuwe bedrijf. Deze woning is thans als bedrijfswoning voor het ijzer- en metaalwarenbedrijf bestemd en ligt vlakbij de doorgaande weg Gravenkasteel. Het omzetten van de woning van de Gravenkasteel 34 levert, ondanks het feit dat deze tegen het bedrijf blijft liggen, een verbetering op voor de geluidsbelasting op deze woning. 4.5 Geluidsaspecten Volgens Wet geluidhinder worden aan weerszijden van een weg zones aangegeven (art. 74 Wgh). Binnen deze zones worden eisen gesteld aan de geluidbelasting. Buiten de zones worden geen eisen gesteld. Een weg is niet zoneplichtig indien er sprake is van een ligging binnen een woonerf of waar sprake is van een maximum snelheid van 30 km/uur. De locatie bevindt zich in een zone waar een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. Derhalve worden er geen eisen gesteld aan de geluidbelasting en zal geen nader onderzoek naar het wegverkeerslawaai worden uitgevoerd. 4.6 Wet luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. De wet vervangt het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Met de nieuwe Wet luchtkwaliteit en de bijbehorende bepalingen en hulpmiddelen wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. De Wet luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma (NSL). Binnen het NSL werken het rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze niet in betekende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. In de Regeling niet in betekenende mate bijdragen wordt aangeven op welke manier snel kan worden vastgesteld of de bijdrage van een nieuwbouwproject op de luchtkwaliteit valt onder de term niet in betekenende mate. De regeling geeft een harde omschrijving van het aantal gevallen. Voor woningbouw geldt bij 1 ontsluitingsweg een aantal van 1.500 nieuwe woningen netto. Bij twee ontsluitingswegen geldt een aantal van 3.000 woningen netto. De omzetting van de bestaande bedrijfswoning aan de Gravenkasteel 34 in een burgerwoning heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit. De omzetting van de bedrijfsbestemming ter plaatse in een agrarische bestemming ten behoeve van het mogelijk maken van de bedrijfsuitvoering van Rob Ras Tuinrealisatie op de locatie Gravenkasteel 34 heeft geen significante toename van verkeersbewegingen tot gevolg. Gesteld kan worden dat dit plan onder het begrip NIBM valt en de luchtkwaliteit niet verder hoeft te worden onderzocht. Crijns Rentmeesters bv 40

Burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck hebben op 1 juli 2008 de rapportage Onderzoek luchtkwaliteit gemeente Cranendonck 2007 vastgesteld. In de rapportage is de luchtkwaliteit voor Cranendonck vastgelegd. De gemeente heeft hierbij reeds berekend dat nergens binnen de gemeente de grenswaarden overschreden worden en dat woningbouw overal mogelijk is. 4.7 Bodemgesteldheid Onderhavig bestemmingsplan heeft slechts de vergroting van het bestemmingsvlak Bedrijf ter plaatse van Gravenkasteel 34 tot gevolg. Er zal geen nieuwe bebouwing worden toegevoegd. Als gevolg van deze wijziging zullen geen bodemwerkzaamheden plaatsvinden. Het aspect bodemgesteldheid is in dit kader niet relevant. 4.8 Externe veiligheid Onder externe veiligheid verstaat men het beheersen van risico s die direct of indirect voortvloeien uit de opslag, de productie, het gebruik en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het risico is daarbij gedefinieerd als de kans op overlijden voor personen. De aanwezige risico s zijn zeer afhankelijk van het brontype. De relevante typen zijn: - Bedrijven; - Vervoer van gevaarlijke stoffen (per spoor, over de weg, het water); - Hoogspanningslijnen. 4.8.1 Bedrijven Het plangebied is op de risicokaart van de Provincie Noord-Brabant niet aangewezen als gelegen in een risicogebied van een bedrijf met betrekking tot de externe veiligheid. In de omgeving van het plangebied zijn geen risico-objecten gelegen. Het op de risicokaart aangegeven dichtstbijzijnde risicoobject is gelegen op een afstand van circa 2.000 meter en betreft een bovengrondse propaantank. Het plangebied is niet gelegen in de risico-contour van deze bovengrondse propaantank. 4.8.2 Transport Vervoer over het spoor Op het grondgebied van de gemeente Cranendonck bevinden zich twee spoortracé s te weten: de IJzeren Rijn, de spoorlijn tussen Antwerpen (België) en Mönchengladbach (Duitsland), en de spoorlijn Weert-Eindhoven. De afstand tussen het plangebied en deze spoortracé s is dusdanig groot dat het plan buiten het invloedsgebied van de spoorwegen valt. Dit aspect is dus niet van toepassing. Vervoer over de weg Het transport van gevaarlijke stoffen moet primair via het hoofdwegennet plaatsvinden. Woonkernen moeten hierbij vermeden worden. De grotere doorgaande weg in de omgeving van het plangebied waarover dergelijke transporten zullen plaatsvinden is de autosnelweg A2. Het plan ligt op een zodanige afstand van deze route dat beïnvloeding normaliter niet plaats zal vinden. Vervoer over het water Binnen de gemeente Cranendonck vindt geen significant transport over water plaats. Dit aspect is dus niet van toepassing. Crijns Rentmeesters bv 41

Vervoer via buisleidingen Circa 400 meter ten zuiden en circa 750 meter ten oosten van het plangebied zijn buisleidingen gelegen. De locatie aan de Gravenkasteel is niet in de risicocontour van deze buisleidingen gelegen. Geconcludeerd kan worden dat er vanuit het oogpunt van externe veiligheid vanwege transport van gevaarlijke stoffen geen belemmeringen bestaan voor een goed woon- en leefmilieu. 4.8.3 Hoogspanningslijnen In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen hoogspanningslijnen en kan dus ook geen interactie plaatshebben. Crijns Rentmeesters bv 42

5. PLANBESCHRIJVING 5.1 Uitgangspunten Uitgangspunt van voorliggend bestemmingsplan is het mogelijk maken van de bedrijfsuitvoering van het hoveniersbedrijf Rob Ras Tuinrealisatie in combinatie met opslag en detailhandel op de locatie Gravenkasteel 34 in samenhang met een kwaliteitsverbetering van het landschap. De locatie is thans bestemd als bedrijfsdoeleinden. Tot voor kort was op de locatie een ijzer- en metaalhandels-bedrijf gevestigd met een bedrijfswoning. Deze bedrijfswoning zal worden omgezet in een burgerwoning. 5.2 Nieuwe ontwikkelingen Voorliggend bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van het perceel Gravenkasteel 34 te Gastel mogelijk. Onderstaand figuur geeft de toekomstige situatie op het perceel weer. Figuur 22: Toekomstige situatie plangebied Gravenkasteel 34 te Gastel Het perceel aan de Gravenkasteel 34 zal na herontwikkeling bestemd zijn voor Bedrijf, Groen, Tuin en Wonen. 5.2.1.1 Bedrijf Het hoveniersbedrijf Rob Ras Tuinrealisatie is te kenmerken als een agrarisch verwant bedrijf. Het bedrijf is overwegend gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van bomen en tuinplanten en het toepassen van tuinkundige methoden. Op de locatie vindt tevens detailhandel plaats. Het betreft verkoop van tuinartikelen (planmateriaal e.d). De bestaande gebouwen worden benut voor kantoor en opslag. Binnen deze bestemming is een bebouwde oppervlakte van 850 m² toegestaan. Crijns Rentmeesters bv 43