Strategische Agenda (Voortgezet) Speciaal Onderwijs

Vergelijkbare documenten
Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Bijlage 1. Toelichting bij systematiek

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

Bekostiging (V)SO onder passend onderwijs. november 2013

Vragen en antwoorden tripartiet akkoord personele gevolgen

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs primair onderwijs Januari 2014

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs Januari 2014

Memorie van antwoord passend onderwijs

Informatie ministerie OCW over lwoo en pro

Inpassing van lwoo en pro in passend onderwijs

18 Begroting. Begroting

Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

Toelichting op de veranderingen in de kengetallen van samenwerkingsverbanden primair onderwijs

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO Maart 2012

Toelichting financiën bij hoofdstuk 6

GMR, schoolbestuur en passend onderwijs

Tripartiete Akkoord PERSONELE GEVOLGEN INVOERING PASSEND ONDERWIJS DEN HOMMEL AB-BIJEENKOMST

Toelichting groeiregeling. Op welke manier wordt in de nieuwe regeling de extra bekostiging bepaald op basis van de groeiregeling?

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Bekostiging van residentiële leerlingen

Financiële handreiking stelselwijziging passend onderwijs VO

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Bekostiging (V)SO na invoering passend onderwijs

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht

Toelichting op bekostiging (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) na invoering van passend onderwijs

Opting out lwoo, variant populatiebekostiging: Alle bestaande lwoo-indicaties blijven registreren in bron of niet?

Passend Onderwijs in PO en VO - een vergelijking van de huidige en de nieuwe situatie versie 26 april 2011

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Klaar voor passend onderwijs? Congres VO-Raad. Rick de Wit/Harry Nijkamp 15 maart 2012

Passend Onderwijs in perspectief 24 september 2013

Aanvulling lwoo-pro Regionaal Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht t/m

BEGROTING. status: goedgekeurd door de OTR

Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG. wetgeving

Meerjarenbegroting Samenwerkingsverband PO. Bijeenkomst bedrijfsvoering PO-Raad 11 maart 2015 Bé Keizer

Passend Onderwijs. Regio 30-08

Bestemming en Besteding van de Ondersteuningsmiddelen PassendWijs

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Tussenrapportage landelijke begeleidingscommissie personele gevolgen passend onderwijs

Bekostiging van residentiële leerlingen

Passend Onderwijs in PO en VO - een vergelijking van de huidige en de nieuwe situatie versie 20 juni 2011

Samenwerkingsverband vo Hoeksche Waard. meerjarenbegroting en begroting 2019

Ten behoeve van: Algemene Ledenvergadering Steller: J.P. van den Berg, Controller Datum:

Bijlage 1: Voorbeeld overeenkomst ten behoeve van tijdelijke plaatsing (max. 3 maanden) OVEREENKOMST*

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs

Opting out lwoo : variant populatiebekostiging

Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst.

Bekostiging (V)SO en de invoering van passend onderwijs

Aan: Stuurgroep Samenwerkingsverband passend onderwijs VO-VSO-MBO Helmond-Peelland i.o.

Bekostiging (V)SO en de invoering van passend onderwijs

BELEIDSINFORMATIE over beschikkingen en arrangementen in verband met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op

Belangrijk om te weten voor schooljaar Koers VO Directiebijeenkomsten vo-scholen juni 2014

Daartoe spreken partijen onderstaand pakket maatregelen af ter bevordering van de mobiliteit van personeel.

Project Toekomst lwoo in regio Koers VO

SAMENVATTING WETSVOORSTEL PASSEND ONDERWIJS EN MEMORIE VAN TOELICHTING november 2011

Huishoudelijk reglement Vereniging Samenwerkingsverband Primair Onderwijs De Eem

Workshop Passend Onderwijs NVOR. 29 maart 2018 Harry Nijkamp

SWV PO. De huidige en toekomstige situatie in een gemiddeld samenwerkingsverband PO. WORDT SWV passend onderwijs PO IS 1 SWV WSNS

Bekostiging samenwerkingsverband passend onderwijs VO

Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst.

RISICOMANAGEMENT EN WEERSTANDSVERMOGEN IN SAMENWERKINGSVERBANDEN PASSEND ONDERWIJS (HERZIEN)

Checklist Instemming ondersteuningsplan

Bekostiging van residentiële leerlingen

Het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring, bij wie en door wie?

Bijlage 4: Uitwerking compensatiemaatregel

Bijlage 2. Invulling taakstelling passend onderwijs

NOTA VAN TOELICHTING ALGEMEEN DEEL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

LWOO en opting out Jessica Tissink Mike Jolink Christien Veen

De Wet goed onderwijs, goed bestuur: vormen van toezicht

Bekostiging samenwerkingsverband passend onderwijs VO

CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise

Bekostiging (V)SO en de invoering van passend onderwijs

Roel Weener. Kwartiermaker Passend Onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Samenvatting Ondersteuningsplan

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Commissie Toewijzing. Inleiding

Afkorting en uitleg begrippen Passend Onderwijs. Kernbegrippen

Facilitering Samenwerkingsverband SPPOH

Bekostiging samenwerkingsverband passend onderwijs VO

Bekostiging (V)SO en de invoering van passend onderwijs

Bekostiging samenwerkingsverband passend onderwijs VO

Bekostiging (V)SO en de invoering van passend onderwijs

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:


Melding geïndiceerde leerlingen

Bekostiging (V)SO en de invoering van passend onderwijs (beknopte versie)

Inhoud Begroting SWV Passend Onderwijs PO Friesland Begroting Toelichting op diverse onderscheiden baten en lasten

Bekostiging (V)SO en de invoering van passend onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nieuwsbrief Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 2203 Nummer 2, oktober 2013

Begrippenlijst (passend) onderwijs (bron:

Transcriptie:

Strategische Agenda (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Bestuurlijke vormgeving SWV PASSEND ONDERWIJS Bekostiging Passend Onderwijs Tripartiete overeenkomst

Bestuurlijke vormgeving Onderwerpen 1. Inleiding en tijdspad 2. Rechtspersoon 3. Scheiding bestuur en toezicht 4. Stemmenverdeling en besluitvorming 5. Bescherming minderheden 6. Werkgeverschap 7. Checklist invloed

Bestuurlijke vormgeving Inleiding en tijdspad Bestuurlijke vormgeving SWV 1 november 2013: Bestuurlijke vormgeving samenwerkingsverband gereed 2013 2014 2015 2016 Invoering Passend Onderwijs Toelichting De bestuurlijke vormgeving van de samenwerkingsverbanden Passend onderwijs vormt de eerste belangrijke stap in de stelselwijziging. Op 1 november 2013 dient het samenwerkingsverband te zijn opgericht middels een notariële akte. Doorgaans volgt vorm de inhoud, maar als het om het kiezen van een rechtspersoon gaat, bestaan er slechts nuanceverschillen tussen de mogelijke bestuursvormen. De stemmenverdeling en met name de bescherming van minderheden* zijn punten waarop het (V)SO grote belangen heeft tijdens de bestuurlijke vormgeving. Hierbij gaat het om de vraag of het (V)SO voldoende invloed behoudt om voor de continuïteit en het voortbestaan van de eigen organisatie niet volledig van anderen afhankelijk te zijn. Het voortbestaan van het (V)SO vormt ook in deze fase uiteraard geen doel op zicht is, uiteindelijk gaat het om een passende plek voor elke leerling. * De term minderheid wordt hier gebruikt in strikt juridische zin. Relevant is op welke manier het (V)SO aan tafel zit tijdens de bestuurlijke vormgeving. Het geniet uiteraard de voorkeur om hierbij een positie in te nemen als gelijkwaardige en onmisbare partner in het bieden van een dekkend onderwijs- en ondersteuningsaanbod binnen de regio. Het (V)SO is namelijk een minderheid als het gaat om de leerlingaantallen per bestuur, maar vormt een meerderheid als het gaat over de besteding van het voor extra ondersteuning bedoelde budget van het samenwerkingsverband.

Bestuurlijke vormgeving Rechtspersoon Toelichting Hoewel er meer keuzes denkbaar zijn, krijgen de samenwerkingsverbanden Passend onderwijs meestal de juridische vorm als stichting of vereniging. Hiernaast zijn de belangrijkste verschillen weergegeven. Stichting met aansluitingsovereenkomst Stichtingsbestuur is het hoogste bestuurlijk orgaan. Niet alle aangeslotenen hoeven in het stichtingsbestuur vertegenwoordigd te zijn. Controle op/benoeming van het bestuur te beleggen bij een in te richten vergadering van aangeslotenen o.i.d. Risico van minder commitment aangeslotenen. Vereniging met lidmaatschap Algemene Ledenvereniging (ALV) is het hoogste orgaan. Alle leden hebben stemrecht in de ledenvergadering. Besluitvorming in majeure kwesties over meerdere schijven. Controle op/benoeming van het bestuur berust q.q. bij de ledenvergadering. Leden sterker gecommitteerd. Aansluitingsovereenkomst is statisch; aanpassing vereist bij wijzigende rechten/plichten. Aangesloten schoolbesturen zijn van rechtswege niet aansprakelijk voor tekorten van de stichting (maar hebben van rechtswege ook geen aanspraak op een aandeel in positieve resultaten). In de aansluitingsovereenkomst kunnen afwijkende afspraken worden opgenomen. Voordeel: Grotere slagvaardigheid Lidmaatschap is dynamisch; aanpassing van rechten/plichten van rechtswege. Leden zijn van rechtswege aansprakelijk voor tekorten van de coöperatie (maar hebben van rechtswege ook een aanspraak op een aandeel in positieve resultaten). Deze aansprakelijkheid kan echter statutair worden beperkt (coöperatie BA) of uitgesloten (coöperatie UA). Voordeel: Grotere betrokkenheid leden

Toelichting Bestuurlijke vormgeving Scheiding bestuur en toezicht Samenwerkingsverbanden Passend onderwijs moeten voldoen aan de wettelijke eisen voor adequate bestuurlijke inrichting, met name scheiding van intern toezicht en bestuur. Voor de scheiding van bestuur en intern toezicht zijn de volgende varianten het meest gangbaar: 1. Functionele scheiding van bestuur en toezicht. Hierbij houdt het bestuur intern toezicht maar blijft eindverantwoordelijk en bestuurt de directeur/coördinator op basis van een mandaat, neergelegd in een managementstatuut. 2. Organieke scheiding van bestuur en toezicht. Hierbij heeft de directeur-bestuurder (college van bestuur) statutair de bestuursbevoegdheden en wordt het intern toezicht uitgeoefend door een raad van toezicht. Functioneel Klik hier voor de Handreiking bestuursmodellen die door de PO-raad is ontwikkeld. Organiek Professionele directeur voert dagelijks beheer op basis van mandaat en bestuur blijft eindverantwoordelijk. Bestuur houdt intern toezicht maar blijft eindverantwoordelijk. De directeur/coördinator heeft mandaat. Directeur-bestuurder bestuurt en is eindverantwoordelijk. Raad van toezicht houdt intern toezicht. Directeur heeft voor een beperkt aantal besluiten goedkeuring vooraf nodig van het bestuur c.q. van de raad van toezicht. Het bestuur c.q. de raad van toezicht wordt achteraf geïnformeerd over besluiten van de directeur. Het bestuur blijft bevoegd achteraf besluiten van de directeur/coördinator terug te draaien (behoudens bij derden gewekt vertrouwen). Het bestuur blijft ook zelf tot besturen bevoegd. De raad van toezicht kan niet achteraf besluiten van de directeur-bestuurder terugdraaien. (Heeft alleen de ontslag-sanctie.) De raad van toezicht is slechts zeer beperkt zelf tot besturen bevoegd.

Bestuurlijke vormgeving Stemmenverdeling en besluitvorming Toelichting In het samenwerkingsverband dient een keuze te worden gemaakt ten aanzien van de invloed van de deelnemende besturen. Dit is aan de orde bij voorgenomen besluiten die door het bestuur van het samenwerkingsverband aan de deelnemers in een vergadering van aangesloten besturen* moeten worden voorgelegd, te weten ten minste bij: wijziging van de statuten van het samenwerkingsverband; goedkeuring van de voordracht voor bestuursbenoeming van het samenwerkingsverband; vaststelling van het ondersteuningsplan. Een aanzienlijk deel van de extra ondersteuningsmiddelen wordt in het (V)SO besteed. De besluitvorming hierover vindt voornamelijk op SWV-niveau plaats en hierin heeft het regulier onderwijs grotere invloed. Het is dus zaak dat men in het SWV gezamenlijk verantwoordelijkheid neemt voor de gevolgen van besluitvorming ten aanzien van het (V)SO. Besluitvorming binnen het bestuur kan plaatsvinden op basis van gewone of gekwalificeerde meerderheid. Het is gebruikelijk om voorafgaand aan de stemming te streven naar consensus (iedereen vóór) of consent (niemand tegen). De stemmenverdeling voorkomt idealiter dat grote besturen (te) dominant zijn en dat kleine besturen alles kunnen blokkeren. 1 lid 1 stem Gewogen Solidariteitsprincipe (één stem per deelnemer). Evenredigheidsprincipe (een vorm van stemmenweging). * Dit kan ook in het bestuur zelf wanneer alle aangeslotenen lid zijn van het bestuur. Hierbij kan dan worden gewerkt met een algemeen en een dagelijks bestuur. Complete gelijkwaardigheid. Stemmenweging is mogelijk op basis van leerlingenaantal (lineair, per cohort, anders) en/of andere factoren (aantal scholen, aantal zorgleerlingen, anders). Uitgaan van het solidariteitsprincipe levert minderheden in een samenwerkingsverband als het (V)SO het meeste invloed op. Ook een combinatie van het solidariteits- en het evenredigheidsprincipe kan de invloed van het (V)SO vergroten. Zie voor de invloed van het (V)SO ook bescherming minderheden. Gewoon Gekwalificeerde meerderheid Besluiten worden genomen op 50% +1. Besluiten worden genomen op basis van 2/3 of 3/4 meerderheid.

Bestuurlijke vormgeving Bescherming van minderheden Toelichting Het (V)SO vormt de minderheid binnen samenwerkingsverbanden wanneer gekeken wordt naar organisatieomvang. Daarom valt het aan te raden om goed te kijken naar de bescherming van minderheden. Deze kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Het is mogelijk correcties aan te brengen op het evenredigheidsprincipe. Door bijvoorbeeld: Een geschillenregeling waarop elke deelnemer een beroep kan doen indien deze meent onevenredig en onredelijk in zijn belangen te worden geschaad. Geschilbeslechting vindt daarbij plaats door een onafhankelijke commissie en is bindend voor het betreffende orgaan. Als het om beslissingen gaat die het voortbestaan van het (V)SO bedreigen, wordt het betrokken (voortgezet) speciaal onderwijs in de gelegenheid gesteld voorafgaand aan de besluitvorming zijn zienswijze op het te nemen besluit naar voren te brengen (= geen vetorecht). Vetorecht voor bepaalde deelnemers bij bepaalde besluiten waarmee het bestaansrecht van de bepaalde deelnemer in gevaar komt. (NB. Met name geschikt voor (V)SO besturen die met een klein aantal samenwerkingsverbanden te maken hebben en daardoor voor hun voortbestaan in hoge mate afhankelijk zijn van één samenwerkingsverband. Klik hier om naar de geschillencommissies Passend onderwijs op de website van Stichting Onderwijsgeschillen te gaan.

Bestuurlijke vormgeving Werkgeverschap Toelichting Samenwerkingsverbanden kunnen als werkgever optreden of ervoor kiezen om functionarissen in te huren of gedetacheerd te krijgen. Vanuit het samenwerkingsverband gelden de volgende voor- en nadelen bij deze opties. Werkgever De rechtspersoon (stichting/vereniging) kan zelfstandig werkgever worden van voor het samenwerkingsverband werkzame personeelsleden. Het samenwerkingsverband draagt de personele lasten. Dit betekent o.a. een risicovoorziening in het leven roepen (in geval van ziekte of ontslag). Directe sturing op kwaliteit van werknemers. Organiseren van o.a. functiebouwhuis, functiewaarderingen, medezeggenschapsraad, administratieve organisatie met DUO, wie is formeel en materieel werkgever?, aanmelden bij ABP et cetera. CAO PO of VO van toepassing, minder flexibel. Gevolgen voor functiewaardering directeur SWV, omdat hij of zij formeel leidinggevende is. Inhuren Gebruik maken van personeelsleden die worden gedetacheerd door schoolbesturen. De personele risico s liggen in principe bij de partij (de rechtspersoon) van wie ingehuurd wordt. Afspraken ten aanzien van kwaliteit. Service Level Agreements (SLA s). Weinig administratie, wel herbestedingsafspraken, detacheringsovereenkomsten. Mogelijkheid van flexibele schil om het (V)SO, desgewenst op - en afschalen van onderwijscapaciteit. De inhuur van externen is relatief duurder. Zie ook de strategische agenda Tripartiete overeenkomst.

Bestuurlijke vormgeving Checklist invloed Om te voorkomen dat de zogenaamde grote besturen, de kleinere besturen bij de besluitvorming overvleugelen (of omgekeerd) kan in de statuten en in het bestuursreglement een aantal checks & balances worden opgenomen. Daarnaast kan via het ondersteuningsplan worden gewaarborgd dat er ook na het passeren van de statuten voldoende invloed voor het (V)SO blijft bestaan. Hierbij kan het onder andere gaan om: aanwezigheid van minderheden in het bestuur dan wel het toezichthoudende orgaan; stemmenverdeling via het solidariteitsprincipe of een combinatie met gewogen stemming; bescherming van minderheden via: geschillenregeling, voorleggen zienswijze of vetorecht; de procedure waarlangs het ondersteuningsplan wordt opgesteld en de positie in de ondersteuningsplanraad. Klik hier om naar het landelijk steunpunt medezeggenschap Passend Onderwijs te gaan. Klik hier voor de Handreiking medezeggenschap en ondersteuningsplanraad die door de PO-raad is ontwikkeld.

Tripartiete overeenkomst Onderwerpen 1. Wat is het? 2. Voor wie? 3. Mijlpalen en activiteiten 4. Mogelijkheden voor het (V)SO Klik hier om de Tripartiete overeenkomst op de website van LECSO te bekijken.

Tripartiete overeenkomst Wat is het? Wat betekent de overeenkomst? De tripartiete overeenkomst is erop gericht om verlies van expertise (of ontslag) te voorkomen. De overeenkomst regelt het overleg om medewerkers rekening houdend met hun functie en expertise in een nieuwe functie te plaatsen. De visie en het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband vormen hierbij het uitgangspunt. De overeenkomst richt zich op: behoud van expertise en werkgelegenheid; professionalisering van ondersteuning in de regio Passend onderwijs; de verplichting tot inspanning en resultaat voor betrokken partijen. Wat verder toegelicht betekent dit het volgende: De betrokken schoolbesturen in het samenwerkingsverband krijgen de gezamenlijke verantwoordelijkheid om verlies van expertise en werkgelegenheid te voorkomen. In het ondersteuningsplan dient men vast te leggen hoe ze dit gaan realiseren. Ook van de betrokken werknemers wordt iets verwacht, zij moeten zich namelijk actief inzetten om aan het werk te blijven. Zij worden verplicht zich zo nodig bij of om te scholen en passend werk te accepteren. Van hun werkgevers wordt verwacht dat zij hen daarvoor de mogelijkheid bieden. De overeenkomst biedt verschillende manieren om verlies van arbeid en expertise voorkomen. Overdracht van personeel naar een nieuwe werkgever: samenwerkingsverband; een experticecentrum; schoolbestuur; combinatie van bovenstaande. Herbestedingsverplichting (verplichte afname bij scholen/besturen). Klik hier om de Wet op het Primair Onderwijs te bekijken. De tripartiete overeenkomst personele gevolgen Passend onderwijs is een overeenkomst die is gesloten tussen het Ministerie van OCW, PO-raad/VO-raad en vakcentrales. De overeenkomst heeft een formele basis in de Wet Passend Onderwijs en WPO. Formele basis: Artikel XI Wet Passend Onderwijs waar in wordt bepaald dat bij ministeriële regeling voorschriften worden gegeven over de berekening van de vermindering van de herbestedingsverplichting. Artikel 18a, lid 16 Wpo en artikel 17a, lid 17 Wvo dat bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur nadere voorschriften kunnen worden gesteld met betrekking tot de samenwerkingsverbanden. Klik hier om de Wet Passend Onderwijs te bekijken.

Tripartiete overeenkomst Voor wie? Voor wie geldt de overeenkomst? Met de invoering van Passend onderwijs worden de huidige samenwerkingsverbanden opgeheven en vindt een verschuiving plaats van de middelen van het (V)SO naar de nieuwe samenwerkingsverbanden. Hierdoor dreigt een verlies van werkgelegenheid voor een aantal groepen. Op deze groepen richt de tripartiete overeenkomst zich. Dit zijn: Medewerkers binnen het (V)SO of aanverwant: AB ers in dienst van (V)SO cluster 3 en 4; personeel in dienst van regionale expertise centra; Maar ook voor: personeel in dienst van de huidige swv en of centrale diensten; personeel dat is benoemd/aangesteld op lgf-middelen in het regulier onderwijs; personeel dat als gevolg van de verevening mogelijk hun baan verliest. Let op: de volgende groepen zijn niet opgenomen in de tripartiete overeenkomst. Maar vragen wel degelijk ook aandacht: medewerkers van basisscholen bekostigd uit WSNS-middelen, zoals IB ers; medewerkers die weliswaar werkzaam zijn voor een SWV, maar daar geen dienstverband hebben; Medewerkers in dienst van een ander bevoegd gezag vallen, na opheffing van het SWV WSNS, weer onder dit bevoegde gezag. Als gevolg hiervan komen wellicht andere medewerkers binnen dit bevoegd gezag als eerste in aanmerking voor afvloeiing (op basis van hun positie op de afvloeiingslijst). medewerkers die hun baan verliezen als gevolg van teruglopende leerlingaantallen. De positie van een aantal categorieën medewerkers is nog onduidelijk. De tekst in het akkoord doet niet overal een duidelijk uitspraak over. Dit roept vragen op als: geldt de overeenkomst voor medewerkers die in dienst zijn als leerkracht, maar werkzaam zijn als ambulant begeleider? hoe ruim wordt de term in dienst opgevat? Geldt dit bijvoorbeeld ook voor gedetacheerd personeel? Zie ook de strategische agenda Leerlingenkrimp.

Tripartiete overeenkomst Mijlpalen & activiteiten 2012-2014: Voorbereiding 2014-2015: Opting out? 2015-2016: Herbesteding 2016-2017: Voltooiing Nulmeting Participatiefonds o.b.v. peildatum 1 mei 2012. Dit leidt tot inzicht in de personele gevolgen van Passend onderwijs per SWV. Hieruit volgt het deel van personeel dat kan worden toebedeeld aan de SWV en. Het Participatiefonds monitort het verloop van personeel halfjaarlijks. Alle middelen gaan naar de (V)SO besturen, tenzij sprake is van opting out. Hiermee kan een SWV met het (V)SO afspraken maken over een directe overname van de toebedeelde AB ers of over een meerjarige herbesteding. Als een samenwerkingsverband kiest voor opting-out, moet het dat vóór 1 mei 2014 melden bij DUO en dienen alle besturen akkoord te zijn. In dit schooljaar gaan de middelen voor ambulante begeleiding naar het SWV. Zij krijgen een meerjarige herbestedingsverplichting voor de omvang van die middelen naar het (V)SO. Deze verplichting wordt verminderd bij overname van AB ers en natuurlijk verloop. Wanneer er in de twee voorgaande schooljaren geen volledige afspraken zijn gemaakt over optingout of de vermindering van de verplichte herbesteding, dan wordt DGO gevoerd met het SWV over het resterende personeel. Als dit niet tot een bevredigende uitkomst leidt, kunnen partijen naar de rechter. Opting out is niet verplicht. Als een SWV hier geen beroep op doet blijven de middelen in principe tot 2015-2016 bij de betrokken (V)SO besturen. Over de personele consequenties dienen het SWV, besturen en vakorganisaties DGO te voeren. De herbestedingsverplichting geldt op basis van de omvang van het (V)SO op 1 augustus 2013. Er dient DGO te worden gevoerd over de overname van betrokken medewerkers. Zie ook de strategische agenda Bekostiging Passend Onderwijs. Toelichting De tripartiete overeenkomst maakt verschillende oplossingen mogelijk: personeel blijft in dienst van schoolbesturen (V)SO onder voorwaarde dat het regulier onderwijs een meerjarige herbestedingsverplichting aangaat met het (V)SO; personeel komt in dienst van het nieuwe samenwerkingsverband; personeel komt/blijft in dienst van het regulier onderwijs; of, een combinatie van bovenstaande drie mogelijkheden. NB: Voor personeel dat geen plek vindt binnen een nieuw samenwerkingsverband blijft de huidige werkgever verantwoordelijk.

Tripartiete overeenkomst Mogelijkheden voor het (V)SO Welke mogelijkheden zijn er? Om de noodzakelijke voorbereidingen te treffen voor de mogelijke gevolgen van het tripartite akkoord zijn twee onderling verbonden thema s cruciaal: goed personeelsbeleid en gerichte professionalisering. Bij het uitvoeren van activiteiten op deze twee terreinen is het van groot belang flexibiliteit te bewaken én bewaren. Deze flexibiliteit ontstaat niet spontaan, maar dient georganiseerd te worden: georganiseerde flexibiliteit. Personeelsbeleid In ieder geval is het van belang dat het personeelsbeleid goed op orde is. Dit belang neemt nog verder toe wanneer in uw regio: sprake is van een sterke verevening; SWV en besluiten nemen die negatief van invloed zijn op het leerlingaantal van het (voortgezet) speciaal onderwijs; er dus veel boventallig personeel ontstaat. Indien dit het geval is, dan is het allereerst noodzakelijk dat de personeelsdossiers op orde zijn. Het op een degelijke en deugdelijke manier intensiveren van de gesprekkencyclus is hiervoor vereist (zicht op kwaliteit van medewerkers, voeren van periodieke gesprekken, het maken van heldere afspraken met tijdspad etc). Professionalisering Een tweede thema is professionalisering. Medewerkers dienen de mogelijkheid te krijgen om te investeren in duurzame loopbaanvaardigheden: daar waar zij zelf en/of de regio in de toekomst de vruchten van kunnen plukken. Goede begeleiding is hierbij van belang. Door bij de ontwikkeling van medewerkers in te zetten op de inhoudelijke eisen van het werkveld, wordt het voor samenwerkingsverbanden aantrekkelijker hen in te huren of in dienst te nemen en wordt hun employability dus vergroot. Om de kwantitatieve en kwalitatieve vraag naar kwaliteitsrijke arbeid te bepalen, dient dus vooral te worden gekeken naar de ondersteuningsbehoefte van leerkrachten/docenten in het regulier onderwijs. De vraag die hierbij centraal moet staan is: Welke ondersteuning hebben leraren nodig om hen toe te rusten leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften zelf te begeleiden? In het ondersteuningsplan wordt dit vertaald naar de noodzakelijke expertise. En hier dient vervolgens op geanticipeerd te worden door middel van professionalisering van personeel. Let op: Investarisatie Partcipatiefonds, niet volledig! Het Participatiefonds brengt in kaart welk aantal mensen ten gevolge van Passend onderwijs dreigt zijn/haar baan te verliezen. Echter, er ontstaat geen zicht op welke mensen dit zijn, welke functies zij hebben, taken, disciplines, fte. Ook is het raadzaam meer zicht te krijgen op hun huidige werkgever en de personeelskosten die met deze groep mensen gemoeid is. Als regio Passend onderwijs is het van belang om op korte termijn een eerste beeld te krijgen van de taken en functies die op basis van het ondersteuningsplan behouden blijven én welke mogelijkheden dit biedt voor het boventallige personeel.

Tripartiete overeenkomst Mogelijkheden voor het (V)SO (2) Welke mogelijkheden zijn er? Nog een aantal aandachtspunten: Een regionale aanpak is al mooi, maar een bovenregionale aanpak is beter: voorkomt dat er per SWV een andere aanpak is; krachtenbundeling van betrokken partijen; groter plaatsingsgebied voor personeel. Sectorgewijs is goed, maar een sectoroverstijgende aanpak is nog krachtiger: sluit (veelal) aan bij het werkterrein van het (V)SO dat ook sectoroverstijgend is; groter plaatsingsgebied en krachtenbundeling van betrokken partijen. Mobiliteitscentrum Te overwegen valt een mobiliteitscentrum in te richten in de regio. De activiteiten van het mobiliteitscentrum zijn gericht op het verbinden van vraag en aanbod. Hiertoe brengt het mobiliteitscentrum in kaart: De vraag naar kwaliteitsrijke arbeid: vanuit het samenwerkingsverband Passend onderwijs; vanuit de bij het samenwerkingsverband betrokken besturen; van buiten het onderwijs. Het aanbod van kwaliteitsrijke medewerkers: van de REC s; uit het (V)SO (ambulant begeleiders); uit de oude samenwerkingsverbanden. Dit mobiliteitscentrum richt zich op : actieve matching van personeel, loopbaanbegeleiding, outplacement, assessments, selectie, professionalisering, functiebeschrijving en functiewaardering. Klik hier om naar de website van het Arbeidsmarktplatform PO te gaan. Mobiliteit als kans, door: De ondersteuning van leerlingen en leraren te garanderen; De benodigde expertise als uitgangspunt te nemen; Selectie van medewerkers op basis van: het kunnen toepassen van expertise ; Expertise in de school brengen. Klik hier om het model Ondersteuningsplan te bekijken.

Bekostiging Onderwerpen 1. Groeiregelingen (V)SO 2. Nieuwe bekostigingssystematiek 3. Verleggen geldstromen 4. Verevening 5. Krimp 6. Toereikendheid van bekostiging

Bekostiging Groeiregelingen (V)SO 2013 2014 2015 2016 Invoering Passend onderwijs Situatie tot 1 augustus 2014 Lumpsum gebaseerd op leerlingaantal per 1 oktober schooljaar t-1. Aanspraak op herberekening van de personele bekostiging ontstaat indien het verschil tussen het aantal leerlingen op 16 januari en 1 oktober van hetzelfde schooljaar groter dan of gelijk is aan de helft van de kleinste groepsgrootte die op de school van toepassing is (artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC). De aanspraak op aanvullende bekostiging personeelskosten ontstaat voor het (voortgezet) speciaal onderwijs met ingang van 1 augustus van het daarop volgende schooljaar (zie artikel 37, lid 3 van het Besluit bekostiging WEC). Indien het verschil tussen het aantal leerlingen op 16 januari en 1 oktober van hetzelfde schooljaar groter dan of gelijk is aan de helft van de kleinste groepsgrootte die op de school van toepassing is (artikel 37 Besluit bekostiging WEC), wordt de vergoeding voor de materiële instandhouding eveneens opnieuw vastgesteld op basis van het aantal leerlingen op 16 januari van het jaar waarover deze vergoeding plaatsvindt (zie art. 128, lid 6 WEC). Klik hier om de publicatie groeiregeling (V)SO scholen met leerlingen uit een residentiële instelling van het CFI te lezen. Voor residentiele leerlingen geldt een aparte regeling: Aanspraak op de bijzondere bekostiging voor personeel ontstaat indien sinds de laatste relevante teldatum het aantal leerlingen op de teldatum groter dan of gelijk is aan tweemaal de kleinste groepsgrootte die op de school van toepassing is (artikel 37 van de Regeling bekostiging personeel PO 2009-2010 en aanpassing bedragen leerlinggebonden budget VO 2009-2010, kenmerk POenK/FenV-132.268). (Bron: CFI)

Bekostiging Groeiregelingen (V)SO Bekostiging (V)SO 1 oktober schooljaar t-1 Ondersteuningsbudget SWV 1 oktober schooljaar t-1 Situatie na 1 augustus 2014 Het budget voor de groeiregeling (cl 3&4) wordt toegevoegd aan het ondersteuningsbudget van het samenwerkingsverband. Het totale ondersteuningsbudget is gebaseerd op teldatum 1 oktober schooljaar t-1 (voor schooljaar 2014-2015 geldt dus de teldatum 1 oktober 2013).

Bekostiging Groeiregelingen (V)SO Bekostiging (V)SO 1 oktober schooljaar t-1 Klik hier voor de uitgebreide notitie Bekostiging (V)SO voor cluster 3 en 4 scholen. NB. Link nog niet online, wordt geüpdatet wanneer online. Ondersteuningsbudget SWV 1 oktober schooljaar t-1 Peildatum (1 februari): Check eventuele groei of krimp (V)SO na 1 oktober schooljaar t-1 aanvullende bekostiging Situatie na 1 augustus 2014 Vanaf 1 augustus 2014 moeten samenwerkingsverbanden zelf de eventuele groei van een (V)SO school cluster 3&4 bekostigen. Geadviseerd wordt 1 februari als peildatum te hanteren zodat (V)SO scholen die met meerdere SWV en te maken hebben niet onnodig met verschillende data te maken krijgen. Bovenstaande geldt ook voor residentiele leerlingen (niet zijnde JJI of GJI). Op 16 januari 2014 zal geen groeitelling meer plaatsvinden. Tenzij er in het samenwerkingsverband afgesproken wordt om 1 februari 2014 als peildatum te hanteren zal de eventuele groei tussen oktober 2013 en februari 2014 niet bekostigd worden door het SWV.

Bekostiging Nieuwe systematiek Klik hier voor de uitgebreide notitie bekostiging samenwerkingsverbanden PO. Basisbekostiging o.b.v. 1 oktober schooljaar t-1 Klik hier voor de financiële handreiking stelselwijziging Passend onderwijs VO. Extra ondersteuningsbudget Toelichting De bekostiging van het onderwijs aan leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte vindt plaats via twee globale financieringsstromen. 1. Basisbekostiging: dit is in feite de reguliere bekostiging die niet of weinig wordt beïnvloed door de invoering van Passend onderwijs. 2. Extra ondersteuningsbudget: dit zijn de middelen voor extra onderwijszorg in de scholen en wordt aan de samenwerkingsverbanden toegekend. Wanneer wordt gesproken over de bekostiging van Passend onderwijs, gaat het dus hierover.

Bekostiging Extra ondersteuningsbudget Zware ondersteuning De huidige LGF-middelen, middelen voor het (V)SO, middelen voor het REC en middelen voor voorzieningen als steunpunten autisme, compensatieregeling AWBZ, terugplaatsing ambulante begeleiding en de groeiregelingen. Lichte ondersteuning PO: de huidige WNSN middelen VO: het regionale zorgbudget, de reboundmiddelen, de middelen voor Herstart en Op de Rails. Middelen voor PRO en LWOO blijven geoormerkt. Toelichting Eén van de ambities van Passend Onderwijs is de gecompliceerde wijze waarop middelen voor extra ondersteuning in het huidige systeem worden verdeeld eenvoudiger te maken. Wanneer we kijken naar de bekostigingskant zal in de toekomst worden gewerkt met budgetten. De omvang van deze budgetten is afhankelijk van het leerlingenaantal in het samenwerkingsverband. Het budget van het samenwerkingsverband, en daarmee voor alle extra ondersteuning in de regio, is opgedeeld in twee categorieën: middelen voor lichte ondersteuning en middelen voor zware ondersteuning.

Extra ondersteuningsbudget Bekostiging Verleggen van geldstromen Huidige geldstromen Toekomstige geldstromen Ondersteuningsbudget o.b.v. aantal geïndiceerde leerlingen Ambulante deel van de rugzakken Ondersteuningskosten (V)SO Direct door DUO aan het (V)SO overgemaakt o.b.v. aantal leerlingen in ondersteuningscategorie Regulier deel van de rugzakken Lichte ondersteuning (middelen huidige samenwerkingsverbanden) Budget SWV Wordt aan het samenwerkingsverband overgemaakt Overige middelen (REC en voorzieningen als steunpunten autisme, compensatieregeling AWBZ, TAB, PAB, groeiregelingen en LWOO/PRO)

Bekostiging Verleggen van geldstromen Na het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring beslist het bevoegd gezag van de (V)SO school over de daadwerkelijke plaatsing en schrijft de leerling vervolgens in in BRON. De leerling wordt geplaatst in een bepaalde ondersteuningscategorie. Het bekostigingsniveau van de extra ondersteuningskosten is hiervan afhankelijk. Deze categorieën zijn vergelijkbaar met de volgende indicaties: 1. cluster-4 / ZMOK / LZ; 2. LG; 3. MG. Voor welke leerlingen betaalt het samenwerkingsverband? 1. Leerlingen voor wie een toelaatbaarheidsverklaring is afgegeven. 2. Leerlingen die nu al in het (V)SO zitten en woonachtig zijn in het gebied van het samenwerkingsverband. Binnen twee jaar wordt (door het samenwerkingsverband waarin de leerling woonachtig is) bepaald of de leerling voor over- of terugplaatsing naar het regulier onderwijs in aanmerking komt. 3. Leerlingen in een residentiële instelling worden bekostigd voor de duur van hun verblijf door het samenwerkingsverband waar de school van herkomst bij aangesloten is. Als deze leerling niet op een school stond ingeschreven wordt deze door het samenwerkingsverband waar de leerling woonachtig is bekostigd. 4. Tijdelijk geplaatste leerlingen.

Baten van het SWV Reguliere rugzakmiddelen en middelen van REC s e.d. OF Bij opting out: alle LGFmiddelen (behalve TAB/PAB/P&A). Extra ondersteuningsbekostiging PRO/LWOO naar SWV. Verdeling in: basisbekostiging extra ondersteuning: Licht Zwaar Verevening gaat van start. Correctiebedrag: 100% Bekostiging Tijdpad Correctiebedrag: 90% Correctiebedrag: 75% Correctiebedrag: 60% Toelichting Hier staan de verschillende veranderingen rondom de invoering van Passend Onderwijs schematisch weergegeven. De nieuwe bekostigingssystematiek gaat in het schooljaar 2015/ 2016 in. De wet laat beleidsvrijheid bij de regio s Passend Onderwijs om keuzes te maken over de inzet van middelen voor extra ondersteuning aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften in de regio. Correctiebedrag: 30% Verevening afgerond 2014/ 15 2015/ 16 2016/ 17 2017/ 18 2018/ 19 2019/ 20 2020/ 21 Lasten van het SWV Ondersteuningskosten (V)SO worden door DUO aan (V)SO overgemaakt o.b.v. 3 ondersteuningscategorieën. Herbestedingsverplichting rugzakmiddelen ambulante begeleiding bij (V)SO-scholen (niet in geval van opting out). Klik hier om naar de beleidssimulator Passend Onderwijs te gaan. NB. Nog niet online

Lees hier de Hoofdlijnenbrief rondom de invulling van maatregelen omtrent PRO en LWOO. Bekostiging Positie PRO/LWOO Situatie bij stijging leerlingenaantal Samen even hoog als huidige budget Reguliere basisbekostiging op VMBO-niveau (17,14 leerlingen / FTE) Ondersteuningsbekostiging (o.b.v. leerlingenaantallen van 1-10- 2012) Efficiencywinst : 15 mln. in 2015 50 mln. vanaf 2016 Reguliere basisbekostiging op VMBO-niveau (17,14 leerlingen / FTE) Ondersteuningsbekostiging (o.b.v. leerlingenaantallen van 1-10- 2012) Samen even hoog als huidige budget In het huidige systeem worden PRO en LWOO indicaties vergeven door een regionale verwijzingscommissie (RVC). Deze worden opgeheven en de indicering zal in de samenwerkingsverbanden plaats gaan vinden. Na indicatie komt het aanvullend budget voor extra ondersteuning vrij. In deze systematiek verandert niets, maar samenwerkingsverbanden krijgen, wanneer alle scholen het hierover eens zijn, wel extra experimenteerruimte op het gebied van: indicatiecriteria: deze blijven, in tegenstelling tot de rest van Passend Onderwijs, landelijk bestaan. Wanneer alle scholen binnen een SWV het erover eens zijn mag een SWV haar eigen criteria gebruiken, een vorm van opting out. LWOO-licentie : in principe mogen alle scholen LWOO aanbieden. Dit wordt echter alleen bekostigd wanneer de school over een LWOO-licentie beschikt. Dit blijft bestaan, maar wanneer alle scholen het erover eens zijn mag een SWV hiervan afwijken.

Bekostiging Verevening Wat is de verevening? Het ondersteuningsbudget is op dit moment ongelijk verdeeld over het land. Het percentage leerlingen met een indicatie verschilt sterk per regio. De Evaluatiecommissie Passend Onderwijs (ECPO) deed in 2010 onderzoek naar deze verschillen en kwam tot de conclusie dat er geen reden is aan te nemen dat de behoefte aan speciale onderwijszorg niet evenwichtig over het land is gespreid. Daarom adviseerde de commissie om het beschikbare budget voor extra ondersteuning naar verhouding van het aantal leerlingen te verdelen. Dit wordt de verevening genoemd. De verevening kan grote gevolgen hebben voor het ondersteuningsbudget van samenwerkingsverbanden. Op basis van de nieuwe bekostigingssystematiek krijgen sommige regio s fors meer te besteden en andere fors minder. Met deze reden is een overgangsregeling ingesteld waarbij het ondersteuningsbudget langzaam toegroeit of krimpt richting de volledig verevende situatie. Er is een correctiebedrag berekend op basis van het leerlingenaantal op 1 oktober 2011. Dit bestaat uit het verschil tussen de bekostiging volgens de huidige systematiek en de bekostiging volgens de systematiek uit de wet Passend Onderwijs. Het ondersteuningsbudget van een samenwerkingsverband dat er op vooruit gaat neemt ieder jaar een beetje toe. Het correctiebedrag is in dit geval positief. Een samenwerkingsverband dat minder te besteden krijgt ziet haar ondersteuningsbudget ieder jaar afnemen. Het correctiebedrag is in dit geval negatief. Het ondersteuningsbudget is in deze overgangsperiode op de volgende manier opgebouwd: Ondersteuningsbudget = normbekostiging - % van het correctiebedrag

Bekostiging Verevening Rekenvoorbeeld 1 Een samenwerkingsverband heeft 50.000 leerlingen. In de oude situatie werd minder dan landelijk gemiddeld verwezen. Het samenwerkingsverband heeft volgens de oude systematiek een budget van 13 mln. Volgens de nieuwe systematiek wordt de normbekostiging 17 mln. Het correctiebedrag bedraagt dus 4 mln. 2015/ 16: 17 mln (100% van 4 mln) = 13 mln 2016/ 17: 17 mln (90% van 4 mln) = 13,4 mln 2017/ 18: 17 mln (75% van 4 mln) = 14 mln 2018/ 19: 17 mln (60% van 4 mln) = 14,6 mln 2019/ 20: 17 mln (30% van 4 mln) = 15,8 mln 2020/ 21: 17 mln (0% van 4 mln) = 17 mln de verevening is afgerond Klik hier voor een schematisch overzicht

Bekostiging Verevening in schema - Correctiebedrag 100% - Correctiebedrag 90% - Correctiebedrag 75% - Correctiebedrag 60% - Correctiebedrag 30% Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget o.b.v. de huidige systematiek o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs Transitieperiode 2014/ 15 2015/ 16 2016/ 17 2017/ 18 2018/ 19 2019/ 20 2020/ 21

Bekostiging Verevening Rekenvoorbeeld 2 Een samenwerkingsverband heeft 50.000 leerlingen. In de oude situatie werd meer dan landelijk gemiddeld verwezen. Het samenwerkingsverband heeft volgens de oude systematiek een budget van 20 mln. Volgens de nieuwe systematiek wordt de normbekostiging 17 mln. Het correctiebedrag bedraagt dus -3 mln. 2015/ 16: 17 mln (100% van -3 mln) = 20 mln 2016/ 17: 17 mln (90% van -3 mln) = 19,7 mln 2017/ 18: 17 mln (75% van -3 mln) = 19,25 mln 2018/ 19: 17 mln (60% van -3 mln) = 18,8 mln 2019/ 20: 17 mln (30% van -3 mln) = 17,9 mln 2020/ 21: 17 mln (0% van -3 mln) = 17 mln de verevening is afgerond Klik hier voor een schematisch overzicht

Bekostiging Verevening in schema Correctiebedrag 100% Correctiebedrag 90% Correctiebedrag 75% Correctiebedrag 60% Correctiebedrag 30% Ondersteuningsbudget o.b.v. de huidige systematiek o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget Ondersteuningsbudget o.b.v. de systematiek Wet Passend Onderwijs Transitieperiode 2014/ 15 2015/ 16 2016/ 17 2017/ 18 2018/ 19 2019/ 20 2020/ 21

Bekostiging Krimp Klik hier om naar de website van de Rijksoverheid over Krimp te gaan. De omvang van de leerlingendaling verschilt erg over het land. Gevolgen van krimp Een krimpend leerlingenaantal betekent in principe dat de inkomsten terugvallen, maar tegelijkertijd wordt de behoefte aan ruimte en personeel minder. Structurele krimp leidt vaak tot aanpassingsproblemen. Het is nu eenmaal niet eenvoudig om het onderwijsaanbod in lijn te brengen met de telkens veranderende vraag. Dat vergt tijd en meestal ook geld. Daarnaast is krimp een regionaal vraagstuk dat samenwerking vereist met de school- en gemeentebesturen om u heen: wanneer scholen zo klein worden dat ze verdwijnen, kan de bereikbaarheid van het onderwijs of de keuzemogelijkheid voor ouders in het geding komen. Schoolbesturen en gemeenten zullen er samen voor moeten zorgen dat het onderwijsaanbod voldoende divers en gespreid blijft.

Bekostiging Ontgroening en vergrijzing Personele gevolgen van krimp Een krimpende school heeft minder leraren nodig. En wanneer de leerlingenkrimp sneller gaat dan het natuurlijk verloop, ontstaat een personeelsoverschot. Tegelijkertijd wordt verwacht dat de aanstaande vergrijzingsgolf - de periode waarin de babyboomgeneratie met pensioen gaat - tot personeelstekorten zal leiden. Een onvoorbereid schoolbestuur kan dus een dubbel probleem krijgen: Op de korte termijn hogere lasten wegens boventallig personeel. Gedurende het jaar dat personeelsleden in het RDDF (risicodragend deel van de formatie) geplaatst zijn of gedurende de looptijd van een met de vakcentrales overeengekomen sociaal plan, moet het bestuur wel al activiteiten ontplooien om hen aan een andere baan te helpen. Deeltijdontslag is in het onderwijs niet toegestaan. Wanneer uiteindelijk na afloop van de RDDF-plaatsing of na afloop van het sociaal plan ontslag volgt, kunnen schoolbesturen in het primair onderwijs voor de bekostiging van de uitkering een beroep doen op het Participatiefonds. Zij moeten dan voldoen aan het reglement van het Participatiefonds. Als het sociaal plan in kwestie ook een vertrekregeling bevat waarop personeel een beroep kan doen, is het mogelijk dat ook al tijdens de looptijd van het sociaal plan een beroep op het Participatiefonds kan worden gedaan. Wanneer later weer een tijd van schaarste intreedt, maakt de school mogelijk extra kosten voor de zoektocht naar personeel. De natuurlijke vergrijzing van het personeel wordt vaak nog versterkt doordat krimpende scholen geen of minder nieuwe, jonge leraren kunnen aannemen. Daardoor neemt de aantrekkelijkheid van het beroep af en loopt de gemiddelde leeftijd op. Klik hier om naar de website van het Nederlands Kennisinstituut Maatschappelijke Effecten Demografische Krimp te gaan.

Bekostiging Toereikendheid van de bekostiging Klik hier om het verzoek van de staatssecretaris aan de Algemene Rekenkamer te lezen.