Toespraak Nieuwjaarsreceptie in Provinciehuis op woensdag 2 januari 2013 door R.C. Robbertsen Uitgesproken woord telt! Een gelukkig, gezond en gezegend 2013 voor u en allen die u dierbaar zijn! Heel hartelijk welkom in het huis voor de provincie. Fijn dat u allen, vertegenwoordigers van gemeenten, bedrijven, organisaties en instellingen, samen met ons het glas komt heffen op een succesvol jaar! (-.-) We zijn er nog! (-.-) Nee,... ik heb het niet over mezelf of over Utrecht als provincie. Nee WIJ, met z n allen, zijn er nog. Ondanks wat de Maya s voorspelden. Ik had eigenlijk ook niet anders verwacht. 1
En in plaats van een einde der tijden, beleefden we slechts een einde van een bewogen jaar. Want, dames en heren, 2012 wàs bewogen. Een kabinet dat niet standhield, verkiezingen met opmerkelijke uitslagen, een zwaar tegenvallend Europees Kampioenschap Voetbal ja die was u al bijna vergeten een gouden medialle-regen tijdens de Olympische spelen en de Para Olympics dat dan weer wel - de ontdekking van het Higgs-deeltje, en natuurlijk veel discussie over de aanhoudende economische crisis met veel persoonlijk leed als bij voorbeeld je baan ophoudt te bestaan en de hypotheeklasten blijven. Dichter bij huis hadden we een zeer geslaagde Koninginnedag met de Oranjes, de opening van dit huis, de oprichting van de Economic Board ik kom daar zo direct nog op het besluit over de wegverbreding van de A27, de transitie van de jeugdzorg, de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie, het realiseren van één Regionale Uitvoeringsdienst als het gaat om vergunningverlening en handhaving, de teleurstellende jurybeslissing om Utrecht niet door te laten gaan voor Culturele Hoofdstad van Europa, en...een heel vervelende asbestkwestie. 2
De laatste zaken ten spijt, kunnen we in het algemeen gelukkig constateren dat het in Utrecht relatief goed gaat. Natuurlijk, de economische crisis heeft ons niet overgeslagen en natuurlijk groeien we minder dan eerdere jaren. En helaas loopt ook hier de werkeloosheid op. Maar al met al is Utrecht nog wel de meest competitieve regio van Europa en we zijn vastbesloten dat nog heel lang te blijven. Samen met u werken we daar hard aan. Als provinciebestuur doen we dat door ons te richten op zaken waar we meerwaarde hebben. Richten we ons op onze kerntaken om bestuurlijke drukte te voorkomen. En doen we dat door samen te werken met onze collega s in Noorvleugelverband aan één strategische economische agenda, conform de afspraken met het kabinet Rutte 1 om zo onze krachtige economische positie te behouden. Bovendien bouwen we aan een modernere, compacte, en toekomstbestendige organisatie. Met een klein college van GS en minder statenleden. En werken we toe naar een kleinere platte organisatie die integraal werkt. En ook buiten de eigen organisatie, zetten we ons in om de kracht van de regio nog verder te ontwikkelen. 3
Dat doen we niet alleen, maar altijd in verbinding met andere partijen. Want het economische succes van de regio wordt mede bepaald door de samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. Het zijn vooral de bedrijven en instellingen die echt zorgen voor werkgelegenheid en investeringen. De afgelopen jaren hebben we gezien hoe goed die triple helix, de gouden driehoek, werkt op de terreinen life sciences, duurzaamheid en de creatieve industrie. We staan nu op het punt die succesvolle samenwerking breder te trekken. Dat wil zeggen, in meer sectoren toe te passen. Daarom hebben we recent de Economic Board Utrecht opgericht, gedragen door het bedrijfsleven en instellingen. Met als doel het opzoeken van vitale coalities in de samenleving en contact maken met de maatschappelijke realiteit buiten in plaats van bezig te zijn met ons zelf. En dat alles bij elkaar noemen we een beter bestuur voor minder geld! (-.-) Eén van de mensen die ik onlangs het succesverhaal van Utrecht vertelde, was Minister Plasterk. 4
Ik vertelde hem hoe wij de afspraken met Rutte I zijn nagekomen en hoe succesvol we op weg zijn. Hoe we aan een beter bestuur voor minder geld invulling hebben gegeven. Dat we vooral op inhoud moeten door gaan. En hoe jammer het zou zijn als nu ondoordachte beslissingen over grote structuurwijzigingen zouden worden genomen. Want structuurdiscussies duren in ons land altijd lang en werken verstorend op de inhoud. (-.-) Helaas moet ik constateren dat dat aan dovenmansoren was gericht.. Opnieuw worden de grenzen van Utrecht na 12 eeuwen zelfbestuur door Rutte2 ter discussie gesteld. De geschiedenis herhaalt zich. Reeds halverwege de Middeleeuwen dreigde Utrecht continu vermalen te worden tussen de gewesten Holland en Gelre. De conflicten tussen de bisschop van Utrecht en de Hollandse graven, over macht en grenzen, brachten Utrecht regelmatig in zwaar weer. Zo was de westgrens van het Sticht aanleiding tot veel onenigheid. De discussie over dit onderwerp is diepgeworteld en ook vandaag nog actueel. 5
Alleen wordt er nu samengewerkt in plaats van getwist. Ik noemde het al. Rond 1800 vervulde Napoleon een hoofdrol in de Europese geschiedenis. Hij maakte ook Nederland tot Frans grondgebied en streefde naar een eenheidsstaat naar Frans model. Een ingreep van bovenaf! De provincies werden vervangen door departementen en grenzen veranderden. Nadat Napoleon was verslagen, viel men om redenen van efficiëntie al snel terug op de oude indeling en kregen de oorspronkelijke gebieden in 1814 hun benaming 'provincie' weer terug. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw laait de structuurdiscussie bij tijd en wijle ook weer op. Maar altijd zonder resultaat. De Raad voor het Openbaar Bestuur beschrijft in haar rapport "Het einde van het blauwdruk denken" deze lange en indrukwekkende traditie van weinig succesvolle pogingen om de inrichting van het huis van Thorbecke te wijzigen. Voornaamste redenen van mislukken zijn het gebrek aan erkenning van cultuurhistorische verschillen tussen regio's en dat blauwdruk denken per definitie oproept tot verzet. 6
De belangrijkste les van een kabinet zou moeten zijn om deze verleiding van rigide vasthouden aan één oplossing te weerstaan en veel meer uit te gaan van de inhoud, van de wenselijkheid en van de uitvoerbaarheid. Voorts merkt de Raad op dat pogingen tot hervorming alleen kans van slagen hebben als alle betrokkenen de probleemstelling onderschrijven en er veel aandacht besteed wordt aan het proces en vroegtijdige samenspraak. Het was Confucius al die zei en ik citeer: "Bij een goed einde, hoort een goed begin" Ook daarover spraken we met de minister. We vroegen hem goed na te denken of het voornemen van het kabinet het effect zal sorteren dat hij voor ogen heeft. We vroegen hem voor welk probleem dit de oplossing is. En wat de brede integrale visie is van het kabinet op het openbaar bestuur en hoe deze megaprovincie daarin past. - Wat gaat de minister doen met herindelingen van gemeenten, - Komen er nu wel of geen vervoersautoriteiten, - Wanneer wordt de WGRplus afgeschaft en hoe wil de minister komen tot 10 à 12 waterschappen en 7
hoe verhoudt zich dat tot de nieuwe provinciegrenzen in de wetenschap dat de grenzen van waterschappen bepaald worden door waterlopen en niet door de provinciegrenzen. - We vroegen of de financiële risico s en nadelen van de voorgenomen fusie in beeld zijn gebracht. Want groter is lang niet altijd beter gebleken. Zo hebben schaalvergrotingen in de zorg, gemeenten en het onderwijs ook tot hogere kosten en meer bureaucratie geleid. - En zijn varianten denkbaar als de inhoud daarom vraagt? - En hoe denkt de minister over het draagvlak voor zijn plannen? - En misschien wel de allerbelangrijkste vraag: kunnen we het in een tijd dat alle aandacht nodig is om ons land beter te maken ons deze discussie wel veroorloven? Allemaal vragen die ons intensief bezighouden. Niet,...en ik zeg dat met nadruk, om de hakken in het zand te zetten. Maar wel omdat we de plannen goed moeten kunnen beoordelen. 8
Herindelingen zijn en kunnen nooit een doel op zichzelf zijn maar moeten altijd een middel zijn om maatschappelijke vraagstukken democratisch gelegitimeerd, efficiënter en doelmatiger te kunnen beantwoorden. De belangen van onze bedrijven en instellingen en burgers moeten daarin centraal staan. We zullen elk plan dan ook beoordelen op inhoud, meerwaarde voor onze regio en draagvlak. We waren overigens niet de enige die vragen stelden. Het was de Raad voor het openbaar bestuur, die de minister per brief van 10 december opnieuw vroeg om in samenspraak met betrokken maatschappelijke en bestuurlijke organisaties te komen tot veranderingen in het binnenlands bestuur. Veranderingen gestoeld op een brede integrale visie en niet door rigide vast te houden aan een blauwdruk uit het regeerakkoord. Bovendien waarschuwt de raad voor het gevaar van cumulatie en samenloop van bezuinigingen en grote decentralisatieopgaven met name op het sociale domein. En dat is een reëel gevaar! De Motie Kox, in december j.l. aangenomen in de Eerste Kamer, stelde vervolgens dezelfde vraag in andere woorden. De regering werd verzocht alle plannen voor structuurwijzigingen te onderbouwen met een integrale 9
visie op de modernisering van de bestuurlijke organisatie van Nederland (-.-) Op 14 december was ie daar dan.. de brief van de minister van Binnenlandse Zaken. Het onderwerp? Start procedure tot samenvoeging van Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. Om de concurrentiekracht van de Noordvleugel te versterken, de bestuurlijke drukte te verminderen en kosten te besparen. Maar dames en heren, We vonden in de brief niet de antwoorden op onze vragen. Integendeel! Je zou zelfs kunnen constateren dat er sprake is van een zeer magere voorbereiding. Wat ik wel constateer is dat vier Kamerleden besluiten dat een parlementaire meerderheid een samenvoeging van Utrecht, Noord-Holland en Flevoland moet willen.. En,. Dat het politieke debat daarover nauwelijks plaats gevonden heeft. 10
Juist dat politieke debat is echter essentieel in een democratie, zeker wanneer het de instituties van de democratische rechtsstaat zelf betreft. Een opvatting waarbij ik me in goed gezelschap bevind van de oud-vice-voorzitter van de Raad van State, de heer Tjeenk Willink die daar keer op keer over gepubliceerd heeft. Verder constateer ik dat de minister zelfs niet de moeite heeft genomen om in zijn brief in te gaan op de motie Kox, noch op de argumenten van de provincie, noch op de brief van de Raad voor openbaar bestuur. Het lijkt vooralsnog niet een goed begin dat hoort bij een goed einde De minister gaat opnieuw uit van een lijnenspel. Van één megaprovincie die moet gaan passen in een groter geheel gebaseerd op inwonersaantallen. Niet op inhoud. Groot, groter, grootst lijkt opnieuw het doel en gaat daarmede helemaal in tegen de trend, de hang, het zoeken naar een eigen sociale cultureel bepaalde regionale identiteit.. Een trend die je overal in Europa ziet! Inwoners moeten en willen zich kunnen identificeren met hun bestuur. Een bestuur dat zich democratisch gelegitimeerd moet kunnen voelen door haar burgers. Meestal is het zo, hoe groter de schaal, hoe groter de afstand tussen bestuur en burger. De vraag is of dat ook zo door het kabinet gezien wordt. 11
De regering gunt zich geen tijd om antwoorden te vinden op deze vragen, want de planning is krap. Er is volgens de minister slechts tot 28 februari tijd voor open overleg en daarna komt er een herindelingsontwerp. Maar wij willen die antwoorden wel. En,... gaan er naar op zoek. Nogmaals niet om de discussie uit de weg te gaan. Want als de inhoud erom vraagt en als het beter is voor onze regio Utrecht en het gedragen wordt door onze bedrijven, instellingen en burgers in welke variant dan ook, dan zijn we natuurlijk bereid daar over na te denken. Maar als dat niet zo is, dan moet dat ook duidelijk gemaakt kunnen worden. En daartoe heb ik een vraag aan u: Mogen we op u rekenen als het gaat om de toekomst van Utrecht? Uw inbreng is voor ons bestuurders zeer belangrijk. Want we willen een zorgvuldig proces met voldoende tijd om ook onze inwoners te kunnen betrekken bij dit besluitvormingsproces waarin naar onze mening meerdere varianten in beeld moeten komen. 12
Een referendum zou zich daar goed voor kunnen lenen. Een idee dat leeft in onze Staten. Staat voor u de laatste commissaris van de Koningin van Utrecht? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat er iemand staat die houdt van Utrecht. Die hier geboren en getogen is. Die zijn hart al vele jaren geleden heeft verpand aan deze regio. En die niet, bij het scheiden van de wegen, op de vooravond van zijn afscheid, onverschillig de andere kant op kijkt. Op een heel goed begin. En: op een nog beter einde. Op een gouden toekomst voor ons Utrecht! Ik dank u voor de aandacht. 13