Informatie en advies voor de praktijkbegeleider SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD Voor een lichamelijk gehandicapte stagiaire in het middelbaar beroepsonderwijs
Inzicht, herkennen, handelen Deelnemers met een lichamelijke handicap vragen om extra aandacht in het middelbaar beroepsonderwijs. Zij hebben meestal te maken met motorische beperkingen. Hierdoor kunnen zij niet altijd alle vaardigheden uitvoeren die in een opleiding nodig zijn. Om een opleiding te kunnen volgen zijn er vaak hulpmiddelen of aanpassingen nodig. De lichamelijke handicap kan gepaard gaan met pijn, ziekenhuisbehandelingen en een verminderde energie. Hierdoor zijn deze deelnemers niet altijd in staat om onderwijs te volgen en kunnen zij achter raken. Dat is uiteraard van invloed op de leersituatie van de deelnemer en zijn kansen om de opleiding succesvol af te ronden. Het is goed om te beseffen dat het ziek zijn niets zegt over het intellectuele vermogen van de deelnemer. Toch gebeurt het dat de deelnemer wordt geadviseerd om op een lager niveau onderwijs te volgen of te stoppen met de opleiding. Dit kan leiden tot onderbenutting van talenten en het niet kunnen behalen van een diploma of een startkwalificatie. Een goede begeleiding binnen het onderwijs kan hier een groot verschil maken. Een belangrijke boodschap voor u als praktijkbegeleider is dat een lichamelijke handicap, naast de fysieke beperking, ook grote impact heeft op de sociaal-emotionele ontwikkeling van de stagiaire. Hij 1 heeft meestal een lange geschiedenis van ziek zijn, ziekenhuisbezoeken en behandelingen achter zich. Vaak is deze stagiaire afhankelijk geworden van de hulp van anderen. Die afhankelijkheid kan indruisen tegen de zelfstandige leerhouding die tijdens de stage verwacht wordt. Het moeten accepteren dat je niet alles kunt wat je zou willen, vraagt veel van deze stagiaire. Vooral in een leeftijdsfase waarin hij plannen maakt voor zijn toekomst en een keuze moet maken voor een passende opleiding en beroep. Omdat u dicht bij de stagiaire staat, kunt u als praktijkbegeleider ervoor zorgen dat een stagiaire met een lichamelijke handicap zo goed mogelijk functioneert tijdens de stage. Zo draagt u eraan bij dat de stagiaire zijn opleiding met succes kan afronden en betere toekomstmogelijkheden krijgt. Leeswijzer In deze brochure leest u wat het voor een stagiaire betekent om een lichamelijke handicap te hebben en wat u kunt doen om de stagiaire te ondersteunen tijdens de stage. Vraagt u waar nodig ook ondersteuning aan de deskundigen van de school van uw stagiaire. 1 brochurereeks speciale aandacht gevraagd De brochurereeks Speciale Aandacht Gevraagd bestaat uit verschillende onderwerpen die zijn uitgewerkt voor docenten en praktijkopleiders in het mbo. De brochures zijn te downloaden via www.rugzakinmbo.nl (zie toolbox ). De volgende onderwerpen zijn beschikbaar: cluster 2 cluster 3 cluster 4 Ernstige Spraak- en taal Moeilijkheden (ESM) Slechthorend en doof Chronisch ziek Lichamelijk gehandicapt Autisme Borderline stoornis ADHD NLD Antisociale gedragsstoornis of ODD 1 Waar hij staat, kunt u natuurlijk ook zij lezen
lichamelijk gehandicapt Wat is het Lichamelijke handicaps hebben verschillende vormen en oorzaken. Een lichamelijke handicap kan aangeboren zijn (zoals een spierziekte) of op latere leeftijd ontstaan (zoals een dwarslaesie ten gevolg van een ongeluk). Wat de meeste lichamelijke handicaps gemeen hebben, is dat de persoon motorische beperkingen heeft. Het kan gaan om beperkingen in de grove motoriek zoals lopen, of beperkingen in de fijne motoriek zoals schrijven. Vaak zijn er geen mogelijkheden tot verbetering. Behandelingen zijn doorgaans gericht op het omgaan met de beperking en voorkomen van verergering. Daarnaast kan een lichamelijke handicap gepaard gaan met leerproblemen (bijvoorbeeld moeite met plannen, verminderd geheugen of concentratie). Met name bij handicaps die een oorzaak hebben in een verstoring van de hersenfuncties, zoals spasticiteit of problemen met motorische ontwikkelingsachterstanden. Uitingsvormen van lichamelijke handicaps kunnen zijn: verlamming, spasmen of verkramping van de spieren, andere houding- en bewegingsstoornissen (zoals klachten aan botten en/of gewrichten). Het kan ook zijn dat de persoon een (deel van een) ledemaat mist. Het gevolg kan zijn dat dagelijkse bewegingen als lopen, praten en schrijven niet mogelijk zijn of moeizaam verlopen. Mensen met een lichamelijke handicap hebben soms hulpmiddelen nodig om te functioneren (zoals een rolstoel). 2 Wat merkt u, wat ziet u De stagiaire heeft soms meer tijd nodig om taken uit te voeren. Het kan ook voorkomen dat de stagiaire door verzuim, de functiebeperking of energietekort niet alle stagedagen kan werken. De stagiaire mist stukken informatie en is soms niet op de hoogte van alle afspraken. Misschien stelt hij daardoor in uw ogen domme vragen waardoor het lijkt alsof de stagiaire het niveau niet aankan. Het kan zijn dat de stagiaire ook sociaal-emotionele problemen heeft. Iedere persoon gaat weer anders om met zijn beperkingen. De ene persoon raakt in een isolement of stelt zich claimend en afhankelijk op. De ander reageert juist heel assertief of raakt vanuit onmacht gefrustreerd of boos. Het is goed om te beseffen dat deze deelnemers vaak al lange tijd ziek zijn en dat hun beperkingen in alle facetten van hun leven spelen, niet alleen in de leersituatie. Hierna leest u wat u kunt waarnemen bij een stagiaire met een lichamelijke handicap. Omdat er vele soorten lichamelijke handicaps zijn, worden hier de meest voorkomende uitingsvormen beschreven. Een stagiaire met een lichamelijke handicap - kan moeite hebben met alledaagse handelingen waarvoor fijne of grove motoriek nodig is, zoals (trap)lopen, praten, schrijven, het hanteren van gereedschap of materialen, lang in een houding staan, eten en naar het toilet gaan; - kan moeite hebben met het bijhouden van het werk- en denktempo; - kan regelmatig afwezig zijn door ziekmelding of behandelingen; - kan mentaal afwezig zijn door pijn, moeheid of medicijngebruik; - kan moeite hebben om zich te concentreren of zaken te onthouden; - kan soms meer tijd nodig hebben voor zijn werkopdrachten of een werkopdracht niet juist uitgevoerd hebben (vaak door het missen van informatie); - kan teruggetrokken, geïsoleerd gedrag vertonen of juist sterk assertief gedrag; - kan door de ervaringen in het verleden al vroeg volwassen en serieus overkomen, maar kan desondanks moeite hebben met het vragen om hulp.
Wat doet u Het is belangrijk dat u zich verdiept in de specifieke situatie van de stagiaire en op de hoogte bent van de beperkingen die zijn handicap met zich meebrengen. De stagiaire kan gebaat zijn bij allerlei aanpassingen, in de vorm van hulpmiddelen (zoals een laptop of aangepast meubilair), extra tijd om een taak uit te voeren of een andere volgorde of combinatie van taken. Zorg ervoor dat u hier tijdig van op de hoogte bent zodat aanpassingen geregeld kunnen worden. Wanneer de stagiaire tijdens de uitvoering van een taak ergens tegenaan loopt, is het vaak te laat. Bespreek met de stagiaire en zijn begeleiders van de school wat nodig is. Maak goede afspraken met de stagiaire over wat u van hem kunt verwachten en hoe hij kan aangeven dat hij hier (tijdelijk) niet aan kan voldoen. Bespreek welke informatie u mag delen met collega s op de stage. Zorg ervoor dat er geen gevaarlijke situaties kunnen voorkomen. Hieronder schetsen wij een aantal situaties die zich voordoen tijdens de werksituatie. Per situatie geven wij u tips zodat u zo goed mogelijk om kunt gaan met een stagiaire met een lichamelijke handicap. U bent in gesprek met de stagiaire - Laat merken dat u meeleeft en toon begrip door samen tot een oplossing te komen. - Waak ervoor dat u medelijden toont, daar helpt u de stagiaire niet mee. Houd geen feedback achter om hem te ontzien. - Focus u op wat de stagiaire allemaal wel kan en coach waar nodig de stagiaire zodat hij meer zelfvertrouwen krijgt. - Bespreek gevoelige onderwerpen altijd een-opeen met de stagiaire en nooit in een groep. U legt iets uit aan de stagiaire - Verdiep u in wat de stagiaire wel en niet weet voordat u nieuwe informatie geeft. Deze stagiaire overziet soms het totaalplaatje niet door gemiste informatie. Belangrijke zaken tijdens de uitvoering van (groeps)opdrachten - Zorg ervoor dat de benodigde aanpassingen aanwezig zijn. - Denk goed na over wat u van de stagiaire vraagt. Is de stagiaire fysiek in staat om de opdracht uit te voeren? Pas waar mogelijk opdrachten aan zodat ze wel uitvoerbaar zijn. - Houd rekening met de omgeving waar een opdracht wordt uitgevoerd. Kan de stagiaire hier gemakkelijk komen en de opdracht uitvoeren? - Besef u dat de stagiaire zijn energie maar één keer kan inzetten. Richt u op datgene wat het meest belangrijk is en geef waar mogelijk dispensatie. - Informeer en betrek de collega s waar de stagiaire mee samenwerkt. Dit zorgt voor begrip bij anderen. Doe dit altijd in overleg met de stagiaire. - Bekijk samen met de stagiaire hoe hij wordt geïnformeerd bij afwezigheid. Zorg bijvoorbeeld voor goede communicatie via de mail of post. Tip Geef collega s informatie en advies hoe zij met deze stagiaire om kunnen gaan (met toestemming van de stagiaire). Dit vergroot het begrip en kan zorgen voor extra hulpbronnen. 3 Verdiep u in het verhaal van de deelnemer Laat merken dat u begrip heeft door mee te denken over oplossingen
Veel voorkomende lichamelijke handicaps (kijk voor meer informatie op www.bosk.nl of www.kenniscentrumcrossover.nl): Spierziekten, zoals Duchenne, HMSN, SMA. Deze ziekte is vaak progressief waarbij de spieren aangetast worden; op den duur kunnen de verzwakte spieren niet meer gebruikt worden. Cerebrale Parese (CP): onder invloed van verstoringen in de hersenen ontstaan houdings- en bewegingsstoornissen (soms gepaard met bepaalde leerproblemen); bij ernstige vormen wordt vaak het woord spasticiteit gebruikt; ook de term hemiplegie wordt gebruikt; vaak is zuurstofgebrek bij de geboorte de oorzaak. Spina bifida (of 'open rug'): aangeboren afwijking waarbij de wervelkolom en de neuraalbuis die zich daarin bevindt niet volledig gesloten zijn. DCD (Developmental Coördinator Disorder) of dyspraxie: stoornis in de ontwikkeling van de coördinatie van bewegingen. Ehlers Danloss: een verstoring in de functie van bindweefsel in heel het lichaam; één van de vormen van E.D. veroorzaakt o.a. ernstige hypermobiliteit in de gewrichten. Reuma: chronische ontstekingsziekte van gewrichten. Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH): na de geboorte ontstane verstoringen in de hersenfuncties met daardoor in meer of mindere mate gevolgen voor het bewegen en het leren; oorzaken: tumoren, klap tegen het hoofd (denk aan verkeersongelukken of een val), hersenvliesontsteking, hersenbloedingen. Groeistoornissen. Fybromyalgie: een chronisch pijnsyndroom bestaande uit algemene spierpijn en spierstijfheid gepaard gaande met (extreme) vermoeidheid, slaapstoornissen, hoofdpijnen, allergieën, concentratie- en geheugenstoornissen, temperatuurverhogingen en darmklachten. Reductiedefecten: ledematen die niet goed/volledig tot ontwikkeling zijn gekomen of soms zelfs ontbreken. Amputaties. 4 Voor meer informatie, kijk op www.lvc3.nl www.mboraad.nl (thema platform gehandicapten ) www.cg-raad.nl www.bosk.nl www.kenniscentrumcrossover.nl www.ango.nl www.rugzakinmbo.nl
Deze brochure is ontwikkeld door CINOP in samenwerking met REC Rivierenland Nijmegen in het kader van het project Voorlichting LGF in het mbo. Dit project is gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Tekst: Monique Janssen (CINOP) Fotografie: Pim Kersten Grafische vormgeving: Theo van Leeuwen BNO en ADC Drukwerk: ADC, s-hertogenbosch s-hertogenbosch, september 2009 deze brochure is te downloaden van de site www.rugzakinmbo.nl